Influence of birth weight on calcaneal bone stiffness in Belgian pre-adolescent children

Karen
Van den Bussche

Geboortegewicht een bepalende factor voor osteoporose?[i]

Osteoporose of botontkalking is een wereldwijd gekend fenomeen en komt volgens statistieken bij ongeveer 75 miljoen mensen in Europa, Japan en Amerika voor. Deze botaandoening is een onzichtbare en langzaam  vooruitschreidende ziekte waarbij de oorsprong reeds in de kindertijd te vinden is, maar de manifestatie pas veel later in het leven aan het licht komt. Het kenmerkt zich door zeer typische fracturen in de heup of de wervels. Dit komt door het verlies aan botmassa en het veranderen van de botstructuur, zoals ook de Wereldgezondheidsorganisatie osteoporose gedefinieerd heeft.

Twee grote factoren bepalen een lage botmassa: enerzijds het winnen aan bot in de eerste 30 jaar van je leven en anderzijds het verliezen van bot later in het leven. In dit onderzoek werd vooral gefocust op het eerste gegeven: de piekbotmassa. Wat dit precies is, wordt zo meteen duidelijk! Wereldwijd werden er reeds vele studies uitgevoerd naar de invloed van kenmerken of ‘variabelen’, zoals onder andere erfelijkheid, de inname van calcium en vitamine D, hormonen en fysieke activiteit, op de piekbotmassa.

Voor dit onderzoek werden 827 gezonde Belgische kinderen, waarvan 427 jongens en 400 meisjes, gescreend. Hun leeftijd varieerde tussen drie en elf jaar. Het doel van dit onderzoek bestond erin te kijken of het geboortegewicht van deze kinderen een invloed had op hun botgezondheid op huidige leeftijd. Het resultaat lijkt veelbelovend, in eerste instantie is er een verband zichtbaar.

Als kinderen groeien, verlengen niet alleen hun botten, maar het bot zelf krijgt ook een hogere botdichtheid. Rond de leeftijd van 30 jaar is dit ‘dichter’ of denser worden van het bot op zijn hoogst, en wordt de maximale hoeveelheid bot de piekbotmassa genoemd. Daarna neemt al het opgebouwd botweefsel weer af en vermindert de botdichtheid. Het is dus zeer belangrijk om in die eerste dertig jaar te zorgen voor een zo hoog mogelijke piek en dus zo sterk mogelijk bot.

Maar hoe meet je nu botdichtheid? Op dit moment bestaan er meerdere methoden waaronder de DXA (dual energy X-ray absorptiometry) en pQCT (peripheral quantitative computed tomography) die beide werken met röntgenstraling. Dit zijn dezelfde stralen als bij de foto die ze nemen bij een gebroken arm of been. In dit onderzoek werd met een derde methode gewerkt, namelijk de ultrasone hielmeting. Dit is een klein toestel waar de voet wordt ingeplaatst en twee balonnetjes met water langs de voet worden opgeblazen. De stralen die hier gebruikt worden zijn dezelfde als bij een echo, wat vaak wordt gebruikt om een ongeboren baby te onderzoeken.

Studies met dezelfde onderzoeksvraag ‘wat is de invloed van geboortgewicht op botgezondheid?’ wijzen alvast voorzichtig in een positieve en zelfde richting. Vele vinden een positieve invloed, waarbij het belang van een goed geboortegewicht nogmaals wordt bevestigd. Maar zal uit dit onderzoek hetzelfde blijken? Dat is een moeilijk te maken voorspelling want die gelijkaardige studies werden uitgevoerd over de hele wereld: van India, Zuid-Afrika, Australië tot het Verenigd Koninkrijk. Er werden verschillende meetmethoden (denk aan die DXA en pQCT) gebruikt en dit op verschillende plaatsen van het lichaam. Daarnaast was de leeftijd van de kinderen niet allemaal gelijk. Dit alles maakt het vergelijken van resultaten enorm moeilijk.

Momenteel is het dus nog steeds niet evident om  te voorspellen of geboortegewicht nu een invloed zal hebben op die botgezondheid. In dit onderzoek wordt de vraag gesteld hoe dit zou zijn bij Belgische kinderen die de puberteit nog niet bereikt hebben.

Dit onderzoek startte met het bestuderen van alle mogelijke verklarende en verstorende variabelen die reeds in  de literatuur beschreven staan. Deze werden opgelijst en vergeleken met de beschikbare gegevens van alle 827 kinderen. In statistische analyses werden dan mogelijke verbanden tussen deze gegevens en geboortegewicht enerzijds en botgezondheid anderzijds onderzocht. Vervolgens werd ook de lineaire samenhang tussen twee variabelen onderzocht. Zo werd snel een invloed gevonden tussen geboortegewicht en botgezondheid. Een positief vooruitzicht!

In een volgende fase werd een stapje verder gegaan. Het is namelijk zo dat er altijd een andere verklaring mogelijk is voor het gevonden verband. Zo kan het zijn dat niet het geboortegewicht, maar bijvoorbeeld wel de leeftijd, het geslacht of de lengte van de kinderen een mogelijke oorzaak is. Om dit aan te pakken, werden nieuwe analyses uitgevoerd en modellen ontworpen.

Meerdere variabelen toonden een invloed aan op botgezondheid en werden gebruikt in analyses om de relatie tussen geboortegewicht en botgezondheid uit te zuiveren. Zo bleek naast geboortegewicht ook de huidige leeftijd, huidig gewicht en lengte, geslacht en vetmassa een invloed te hebben. De invloed van geboortegewicht blijft sterk na toevoeging van de leeftijd en geslacht van de kinderen. Bij toevoeging van de andere kenmerken, verzwakt het verband. Mogelijks spelen dus andere factoren ook een rol in de ontwikkeling van botdichtheid.

De huidige bevindingen ondersteunen het belang van een zo hoog mogelijke piekbotmassa bij gezonde kinderen en adolescenten om chronische ziekten, zoals osteoporose, op latere leeftijd te voorkomen. In het algemeen zijn er zeer weinig studies die de invloed van geboortegewicht op de botgezondheid hebben onderzocht bij kleuters en kinderen uit de lagere school. Deze studie bij 827 Belgische kinderen wijst in de richting van het belang van een normaal geboortegewicht, zelfs bij gezonde kinderen. Het zal zeer belangrijk zijn om nog verder onderzoek te doen met behulp van ultrasone hielmeting bij een grote groep Europese kinderen vóór hun puberteit. Dit moet op termijn leiden tot optimale strategieën die via de gezondheid van de moeder en omgevingsfactoren een optimaal geboortegewicht realiseren.

[i] Van den Bussche K et al (2012) Influence of birth weight on calcaneal bone stiffness in belgian preadolescent children. Calcif Tissue Int 91(4): 267–75

 

Download scriptie (1.38 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2012
Thema('s)