The influence of bilingualism on the onset of dementia. A survey in the Flemish Community of Belgium.

Vanessa
Scheir

 

 

Kan tweetaligheid ouderdomsziekten zoals dementie uitstellen?

Tweetaligheid of toch quasi perfecte tweetaligheid blijft tot de verbeelding spreken. Al decennia lang veroorzaakt tweetaligheid hevige debatten in de academische en politieke wereld. Denk maar aan Minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke die kleuters spelenderwijs wil laten kennis maken met een vreemde taal om zo te groeien naar tweetaligheid. Maar wanneer spreek je nu eigenlijk van tweetaligheid? En wat als talenkennis meer in zijn mars heeft dan enkel een vlotte communicatie? Zouden ook senioren gebaat zijn met tweetaligheid – en dan vooral bij dementiepatiënten? Kan taal als intellectuele stimulans ouderdomskwalen tijdelijk uitstellen?

In 2007 hebben de Canadese onderzoekers Bialystok, Craik en Freedman een baanbrekend onderzoek naar deze materie gevoerd. Ze selecteerden 184 proefpersonen en hanteerden strikte criteria om deze in te delen in verschillende subgroepen. Een jury bepaalde of de patiënt al dan niet als tweetalig werd beschouwd. Verder werd nagegaan wat hun familiale situatie was, of het om een man of een vrouw ging en hoe vlot de proefpersoon de taal/talen beheerste. De resultaten toonden aan dat tweetaligen 4,1 jaar later dementie ontwikkelden dan eentaligen, ongeacht allerlei parameters als opleidingsniveau, beroep of geslacht.

Naar aanleiding van deze case study werd beslist een gelijkaardig onderzoek te voeren toegespitst op het Vlaams-Brusselse grondgebied en de invloed van tweetaligheid op de ontwikkeling van dementie na te gaan. Door de vergrijzing van de bevolking worden ouderdomsziekten een steeds groter probleem. Via enquêtes in een dertigtal rusthuizen werd gepeild naar de achtergrond van dementerende patiënten. Onder meer de opleiding, de beroepssituatie en de medische voorgeschiedenis van de patiënt werd gedetailleerd nagegaan. De volgende criteria werden gehanteerd: een testpersoon werd beschouwd als tweetalig zodra hij of zij met gemak overschakelt op een tweede taal. Bij alle proefpersonen werd dementie vastgesteld indien gediagnosticeerd door een arts. Daarnaast werd ook de leeftijd opgetekend waarop zowel eentaligen en tweetaligen de eerste tekenen van dementie vertoonden.

De resultaten van vijftig eentaligen werden vergeleken met die van vijftig tweetaligen. De conclusies waren minder uitgesproken dan wat de Canadese onderzoekers konden voorleggen. In deze studie bleken tweetaligen slechts een half jaar later dan eentaligen de eerste symptomen te vertonen. Niettemin hadden factoren als voorgeschiedenis, opleiding, beroep en moedertaal geen afgelijnd effect op de uiteindelijke resultaten. Wel was er een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen. Mannen krijgen namelijk gemiddeld vier jaar eerder te maken met de eerste symptomen van dementie. Daarnaast bleek uit de resultaten van dit onderzoek dat ouderen in Vlaanderen gemiddeld 5,5 jaar later dement worden in vergelijking met hun Canadese leeftijdsgenoten.

Scherper afgelijnd statistisch onderzoek is noodzakelijk om deze stellingen onomstotelijk te bewijzen. Daarbij kan een samenwerking tussen taalkundigen, psychologen en neurologen bijdragen tot meer accurate resultaten. Maar er zijn nog meer onopgeloste vragen. Zo beperken deze twee studies zich tot traditioneel tweetalige landen, namelijk België en Canada, en kon nog niet worden nagegaan of dit effect ook geldt in grotendeels eentalige landen. Op die manier kan de correlatie tussen tweetaligheid en dementie duidelijker vorm gegeven worden. We kunnen alvast aannemen dat het brein voorlopig voor de nodige hersenkronkels zal blijven zorgen.

 

 

Download scriptie (2.42 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool Gent
Thesis jaar
2008
Kernwoorden