De middagpauze ... de vergeten uithoek van het kleuteronderwijs?

Imke
Kint

Zou je als ouder niet eens graag een vlieg willen zijn in de eetzaal van de school? Of op de speelplaats? Hoewel de laatste jaren veel aandacht uitgaat naar de kwaliteit van voorzieningen voor jonge kinderen, is de middagpauze in het kleuteronderwijs een onderwerp dat vaak onderbelicht blijft. Niet voor elke kleuter verloopt de overgang om op school te blijven eten altijd even vlot. Onderzoek toont aan dat sommige kleuters het lastig hebben en dat de middagpauze niet altijd aangepast is aan hun behoeften.  

Rineke van Daalen, socioloog aan de Universiteit van Amsterdam, omschrijft de middagpauze op school als “de vergeten uithoek van het kleuteronderwijs”. De zorg voor kinderen op de middag bevindt zich op het kruispunt tussen school en gezin en wordt, volgens van Daalen, vaak als overgebleven werk bekeken. Als werk dat overblijft als de ouders het niet doen en doorgaans gebrekkig en informeel georganiseerd wordt. In Vlaanderen is op zich weinig bekend over de organisatie van de middagpauze in het kleuteronderwijs. Basisscholen zijn verplicht om minstens één uur middagpauze te geven. Wat betreft opvang en toezicht moet elke school verplicht instaan voor opvang en toezicht tijdens de periode van ‘normale’ aanwezigheid van kinderen. Onder deze ‘normale aanwezigheid’ wordt echter niet de aanwezigheid van kinderen op de middag verstaan. Wat er dan binnen dit uur gebeurt is niet wettelijk geregeld, en scholen krijgen hiervoor ook geen middelen. Indien scholen toch extra toezicht en opvang voorzien, dan kunnen ze een financiële bijdrage vragen aan ouders.

De scriptie ging na hoe het met de jongste kleuters (2,5 – 3 jaar) gaat tijdens de middagpauze. Het onderzoek bracht de organisatie van de middagpauze in kaart en het welbevinden van de kleuters werd, met behulp van het zelfevaluatie-instrument ZiKo, geobserveerd in tien scholen van één gemeente. Beiden (organisatie en welbevinden) werden met elkaar in verband gebracht om na te gaan waarom op sommige scholen de kleuters zich beter voelen dan op andere scholen. Die resultaten legden we tenslotte voor aan de directies en een beleidsondersteuner.

Welbevinden

De jongste kleuters beleven de middagpauze op verschillende manieren. Sommigen voelen zich op en top goed, zijn ontspannen en komen tot rust. Anderen zijn eerder afwezig en voelen zich niet zo goed. Dat hangt niet alleen af van wie de kleuters zijn, maar ook van hoe de middagpauze is opgevat. Het onderzoek wijst hierbij onder meer op volgende elementen die het welbevinden beïnvloeden:

  1. Een voldoende en rijk aanbod aan spelmateriaal en/of goed uitgeruste infrastructuur zowel voor binnen als buiten. Een twee-in-een ruimte zodat kinderen na het eten meteen tot spelen kunnen overgaan.
  2. De sfeer en de relaties met andere kinderen en met de begeleiders waarbij kinderen de middagpauze samen met goede vrienden doorbrengen in een ontspannen en gezellige sfeer.
  3. Organisatorische aspecten zoals de duur van het eetmoment zoveel mogelijk afstemmen op wat kinderen aankunnen. Ook ruimte laten voor initiatief van kinderen (o.a. uithalen/opbergen van brooddozen/spelmateriaal ... )  en hen vrije keuze laten om te spelen.

Natuurlijk hangt ook veel af van hoe de begeleiders hun rol invullen en van hoeveel kinderen er per begeleider zijn.  

Vermoeidheid

Ook vermoeidheid en de instap in het kleuteronderwijs hebben een belangrijke invloed op de gevoelstoestand van kinderen. Ongeveer één op tien kinderen is ’s middag te vermoeid om zich nog goed te kunnen voelen om te eten en te spelen. Van geeuwen en in de ogen wrijven met een boterham in de hand tot een volledige overgave aan Klaas Vaak. Het beleid zet veel in op een vroege participatie van de jongste kleuters aan het kleuteronderwijs, maar vreemd genoeg heeft het slapen van de allerkleinsten vaak nog geen vaste plaats op school. Alle onderzochte scholen zoeken naar andere oplossingen. Onder meer door de school van enkele veldbedjes te voorzien, of door aan ouders het advies te geven om hun kind in het begin maar halve dagen naar school te laten gaan. Anderen zien dan weer mogelijkheden in een samenwerking met de kinderopvang.

Organisatie van de middagpauze

Een ander belangrijk resultaat is dat meer en meer kinderen op school blijven eten, ook de jongste kleuters blijven vaak een hele dag. Toch beschouwt de overheid dit niet als de “normale aanwezigheid” van kinderen, waardoor de middagpauze inderdaad de vergeten uithoek van het kleuteronderwijs is. Momenteel hebben scholen amper middelen om de middagpauze in te vullen. De directies getuigen dan ook dat het niet altijd makkelijk is, en dat ze niet altijd goed voorbereid zijn op problemen die met een middagpauze gepaard gaan. Denk maar aan vermoeide kleuters of de confrontatie met lege brooddozen.

Daarom is er ook discussie over wie de middagpauze op zich moet nemen. De kleuterleid(st)ers hebben namelijk zelf ook middagpauze en de eetzaal- en speelplaatsbegeleiders zijn daarom kinderverzorgsters, onderhoudspersoneel of vrijwillige medewerkers. Ook leerkrachten staan soms in voor de middagpauze. Toch vinden de directies doorgaans dat de middagpauze niet tot de taken van een leerkracht behoort, maar dat ze door gebrek aan middelen of vrijwilligers vaak niet anders kunnen. In de meeste scholen zijn de middagbegeleiders een dagelijks tot wekelijks gezicht voor de kinderen wat voor een zekere vertrouwdheid moet zorgen. Het is voor de begeleiders niet altijd makkelijk om aandacht te hebben voor zowel elk kind, als voor de groep als geheel. Toch doen ze vaak meer dan enkel praktische taken. Ze zijn aanspreekbaar voor de kinderen, ze houden rekening met hun gevoelens en komen tussen als dat nodig is.

Er wordt zelden stil gestaan bij de middagpauze op school. Toch is het wel degelijk een belangrijk uur in een schooldag van de jongste kleuters. Net daarom is het nodig om de middagpauze in het kleuteronderwijs niet als overgebleven tijd te beschouwen, maar te verduidelijken wat we er belangrijk en waardevol aan vinden en wat de middagpauze precies betekent voor kinderen, ouders, de school en de samenleving. Dit met extra aandacht voor de zorg en het welbevinden van de jongste kleuters op de middag en de mogelijkheid om ook te rusten, als dat nodig is.

Download scriptie (625.54 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Prof. Dr. Michel Vandenbroeck
Thema('s)