Het begeleiden en informeren van patiënten met V.A.C.®-Therapy; het ontwerpen van een geschreven voorlichtingsbrochure

Liesa
Verhaeghe
  • Duprez
    Interne promotor: Veerle
  • Vandendries
    Externe promotor: Carine

V.A.C. ® - therapie, wat is dat nu weer?

 

Een groot aantal patiënten blijkt onvoldoende te zijn geïnformeerd door de arts over de behandeling. Uit navraag in de praktijk blijkt dit ook bij de behandeling van een patiënt door middel van de V.A.C. ® - therapie het geval te zijn. De “Vacuum assisted closure” therapie is een manier om een wonde sneller te laten genezen. Liesa Verhaeghe maakte haar bachelorproef over het begeleiden en informeren van patiënten met de V.A.C. ®- methode. Haar bevinding is dat, naast de inter-persoonlijke communicatie tussen patiënt en zorgverlener, de informatiebrochure een belangrijke plaats inneemt om patiënten te informeren.

 

In een ziekenhuis terechtkomen, betekent voor heel wat patiënten en hun familieleden een moeilijke periode. Men komt in contact met een compleet vreemde omgeving. Vaak ondergaat men tal van onderzoeken en handelingen zonder goed te weten of te beseffen welke gevolgen hieraan verbonden zijn. Uit praktijksituaties blijkt dat de patiënt vaak onvoldoende informatie krijgt over de therapie die hij of zij ondergaat.

 

Liesa Verhaeghe maakte haar bachelorproef aan de Arteveldehogeschool Gent over de optimalisatie van de communicatie met de patiënten. Zij kreeg meer bepaald vanuit het werkveld de vraag om een brochure te ontwikkelen teneinde patiënten beter te informeren over de V.A.C. ® - therapie. De “Vacuum assisted closure” – therapie is een methode die gebaseerd is op negatieve druktherapie. Het is een unieke wondzorgmethode waarbij een negatieve druk uitgeoefend wordt op de wonde. De wonde wordt afgedekt met een schuimverband, te vergelijken met een spons, en vervolgens volledig luchtdicht gekleefd door middel van aangepast kleefmateriaal. Met behulp van een drain (soort buisje) wordt een verbinding gemaakt tussen de spons en een pomp. Overtollig wondvocht wordt dan via de drain uit de wonde gezogen en komt zo terecht in een opvangbeker die verbonden is met de pomp. De therapie lijkt misschien wat complex, maar het idee dat er achter schuilt, is heel eenvoudig. Het beoogde effect is een zuivere en kleinere wonde te verkrijgen door het voortdurend wegzuigen van wondvocht, het naar elkaar toe trekken van de wondranden en het verwijderen van bacteriën en andere groeiremmende factoren.  De methode zorgt voor een snelle genezing.

 

Uit de praktijk blijkt een groot deel van de patiënten onvoldoende geïnformeerd te zijn door de arts over de behandeling met de V.A.C. – therapie. Een relatief groot percentage als men bedenkt dat het recht op informatie een belangrijk patiëntenrecht is. Het is belangrijk dat een patiënt weet welke therapie hij ondergaat, welke de voor- en nadelen zijn en welke gevolgen de therapie kan hebben. Goede informatie zorgt ook voor minder emotionele spanning. De therapie wordt beter opgevolgd en bijgevolg treedt er een verkorte verblijfsduur in het ziekenhuis op.

 

De vraag is natuurlijk hoe men op een optimale wijze kan informeren en geïnformeerd worden. Bedoeling is dat de zorgverlener en patiënt samen veranderingen bewerkstelligen en zo het gedrag van de patiënt beïnvloeden. Uiteindelijk heeft dit een impact op een sneller en gunstiger genezingsproces.

Naast de inter-persoonlijke communicatie met de patiënt, neemt het schriftelijke voorlichtingsmateriaal een belangrijk aandeel in de patiëntenvoorlichting, aldus Verhaeghe. Een voorlichtingsbrochure biedt tal van voordelen: de patiënt kan alles op eigen tempo doornemen en er is steeds een vrijblijvend aanbod aan informatie. Hij kan na het lezen meer specifieke vragen stellen. Bij het hanteren van een brochure is het uiteraard belangrijk als zorgverlener om kennis te hebben van patiëntenvoorlichting.

 

Bij het opstellen van de brochure over de V.A.C. ® - therapie, heeft Verhaeghe gebruik gemaakt van wetenschappelijke literatuur. Om op een correcte manier voorlichtingsmateriaal te ontwikkelen, bestaan er verschillende modellen die kunnen gehanteerd worden. In de bachelorproef werd gebruik gemaakt van het model van Bij De Vaate, voornamelijk omwille van de gestructureerdheid, de volledigheid en de duidelijkheid van het model. Wat de opbouw betreft, kregen zowel zorgverleners als patiënten medezeggenschap.

 

Enkele vragen moesten in de brochure duidelijk beantwoord worden. “Hoe lang duurt de therapie? Is ze wel veilig genoeg? Is ze pijnlijk? Hoe vaak wordt de ‘drainagespons’ dan wel vernieuwd?”. Vragen die heel wat kopzorgen kunnen veroorzaken, maar die via een brochure duidelijkheid brengen. Patiëntenvoorlichting is er om dergelijke kopzorgen zoveel mogelijk te  voorkomen of in te dijken. Om correct aan voorlichting te doen, moeten enkele belangrijke stappen doorlopen worden. Men moet als zorgverlener achterhalen welke doelen (vb. kennis verhogen) en welke behoeften (vb. soort kennis waar men behoefte aan heeft) er zijn bij de patiënt. Aan de hand van deze twee factoren kan de inhoud van de boodschap aan het individu aangepast worden. Liesa Verhaeghe heeft de voorlopige versie van de brochure door zowel zorgverleners als door patiënten laten evalueren. Ze gebruikte hiervoor vragenlijsten. Wat de vragenlijsten betreft, dient opgemerkt te worden dat er slechts een aantal zorgverleners en patiënten deelgenomen hebben. Hierdoor valt het resultaat niet te generaliseren. Om dit tekort enigszins te compenseren werd er naar gestreefd zo een groot mogelijke diversiteit in de patiëntengroep te verkrijgen. Op basis van die bevraging is de uiteindelijke brochure ontstaan.

 

Vaak wordt de inbreng van patiënten vergeten gedurende het opstellen van een brochure. Zij weten nochtans als geen ander welke informatie ze nodig hebben. Zorgverleners die weliswaar het beste voorhebben met patiënten, weten immers niet altijd waar een patiënt ’s nachts wakker van ligt. Ook de typische vakterminologie is vaak een obstakel. Eens de zorgverlener een duidelijk afgebakende boodschap heeft opgesteld, moet die ook op een goede en correcte manier overgebracht worden naar de patiënt. Een geschikt communicatiemiddel is hier nodig. Een individueel gesprek is het meest aangewezen middel, maar is niet altijd mogelijk. Daarom wordt een alternatief middel gekozen. De voorkeur van Liesa Verhaeghe gaat in dit geval uit naar een voorlichtingsbrochure.

 

Het onderzoek bracht ook enkele verrassende vaststellingen aan het licht. Patiënten schatten de therapie bijvoorbeeld vaak veel positiever in dan de zorgverleners, eens er een evolutie zichtbaar is. De brochure wordt in het algemeen door elke ondervraagde patiënt als positief beoordeeld, waardoor de meerwaarde van een dergelijke brochure zeker bewezen is. Het werk van Liesa Verhaeghe zal ongetwijfeld bijdragen tot een betere communicatie met patiënten die behandeld worden met de V.A.C. ® - therapie. Misschien kunnen gelijkaardige initiatieven genomen worden in het kader van andere behandelingen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2009
Thema('s)