Herintredende moeders: motivatie, voorwaarden en drempels

Ellen
De Beleyr

 

Herintreders: een vergeten groep op de arbeidsmarkt?

De keuze om als thuiswerkende ouder de zorg voor het huishouden en de kinderen thuis op te nemen is niet onherroepelijk, maar voor veel ouders een tijdelijke noodzaak. Onderhuids leeft vaak nog het verlangen om ooit de stap opnieuw te zetten richting arbeidsmarkt. Maar dit blijkt voor veel van deze zogenaamde herintreders niet eenvoudig te zijn.

Thuiswerkende ouders worden na gemiddeld twaalf jaar gezinsarbeid geconfronteerd met een aantal drempels wanneer ze weer aan de slag willen. Eén op de vier herintreders kampt met een tekort aan zelfvertrouwen. Wanneer er geen of een negatieve reactie komt op sollicitaties omwille van ‘onderbreking’ of ‘onvoldoende ervaring’, bevestigt het werkveld het gevoel van ‘niets waard te zijn op de arbeidsmarkt’.

“Het heeft echt veel moed gekost om terug te keren. Tegenover collega’s moet je voor je plaats vechten. Ik had nooit gedacht dat dit ging lukken, dat ik het ging halen.”

Specifieke competenties

Maar datzelfde werkveld kan het tekort aan zelfvertrouwen opvangen door te erkennen dat thuiswerkende ouders wel degelijk kwaliteiten en competenties hebben ontwikkeld. Driekwart van de herintreders geeft aan competenties te hebben verworven door het opnemen van een zorgende rol: een beter inlevingsvermogen, leren relativeren en geduld opbrengen, organisatievermogen…

“Je hebt een zekere ervaring opgedaan met je kinderen, met verliessituaties, ontgoochelingen, teleurstellingen… Het leven is niet zomaar rozengeur en maneschijn. Voor mijn werk in de ouderenzorg voel ik dat ik mijn leeftijd en levenservaring als voordeel heb. Ik was er wel van overtuigd toen ik ging solliciteren dat ik de nodige bagage had.”

Driekwart van de herintreders is naast de zorg voor het gezin maatschappelijk geëngageerd in het vrijwilligerswerk, mantelzorg of volgt cursussen en opleidingen. Kwaliteiten en competenties genoeg dus, maar deze moeten enerzijds bevestigd worden aan de hand van aangepaste begeleiding en moeten anderzijds erkend worden door de arbeidsmarkt en het beleid. 

U zegt? Herintreder?

Het is moeilijk om als herintreder aangepaste begeleiding en voldoende aandacht te krijgen wanneer deze doelgroep niet als aparte groep in kaart wordt gebracht. Bij de VDAB behoren herintreders tot de omvattende categorie ‘vrij ingeschreven werkzoekenden’, waarbij het gaat over mensen die geen werkloosheidsuitkering krijgen. Naast herintreders zijn in deze categorie ook werkzoekenden aanwezig die geschrapt zijn van werkloosheidsuitkering of allochtonen die juist werk beginnen te zoeken.

Aangepaste begeleiding

Omdat de groep van herintreders geen categorie op zich vormt, zijn veel consulenten van de VDAB en opleidingsverantwoordelijken niet vertrouwd met de definitie van herintreders. Door zicht te hebben op de noden én kwaliteiten van deze doelgroep, kunnen zij herintreders beter begeleiden richting arbeidsmarkt. De begeleiding kan daarbij zorgen voor arbeid op maat van het gezin van de herintreders. Voor meer dan de helft van de herintreders is deeltijds werk de ideale formule om weer aan de slag te gaan en het werk met het gezin te kunnen combineren.

“Ik wilde heel graag deeltijds werken, niet voltijds. Dat is een te grote belasting voor mezelf, maar ook voor mijn gezin.”

Maar ook gezinsvriendelijke werkuren zijn belangrijk, zeker voor ouders met schoolgaande kinderen.

“Pas op, het is maar van acht tot twaalf, het is maar halftijds, maar ik heb dat allemaal goed bekeken. De kinderen zijn ’s morgens naar school van zeven uur en om vijf uur komen ze weer thuis. Ze missen mij eigenlijk niet, aangezien ik maar weg ben van acht tot twaalf.”

Aan het werk…

Hoewel voor de helft van de werkende herintreders de overstap naar de arbeidsmarkt als zwaar ervaren wordt door bijvoorbeeld de aanpassing aan het werkritme, is de meerderheid ondertussen dit ritme gewoon. Zij zijn tevreden met de sociale contacten en de kansen die hun werk biedt om hun talenten verder te ontplooien.

“Ik denk dat je een beetje geboren wordt waar je goed in bent. En als je dat vindt, en je doet daar iets mee, dat je goed op weg bent. Je moet een beetje geluk hebben in het leven hé. Natuurlijk moet je er dingen voor doen hé. Niet alles gaat vanzelf, maar ‘doe het dan’, zeg ik.”

Download scriptie (764.08 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2008