Cold Case: Moord in het Belgische Parlement

Jelle
Van Herck

Cold Case: Moord in het Belgische Parlement

 

Onopgeloste moorden zijn van alle tijden. Neem Jack the Ripper bijvoorbeeld: deze seriemoordenaar uit Londen vermoordde eind negentiende eeuw minstens vijf prostituees, maar zijn identiteit blijft tot op vandaag een mysterie. Ook de Belgische geschiedenis kent enkele beruchte moordzaken, zoals die van Patrice Lumumba en Julien Lahaut. Lumumba was de eerste Congolese premier en werd in 1961 vermoord, een half jaar nadat de voormalige Belgische kolonie onafhankelijk werd. En hoewel Lahaut zelf een nobele onbekende is, kent iedere Belg toch zijn strijdkreet: "Vive la République!". Als communistisch parlementslid was dit de laatste en kortste speech die hij gaf, tijdens de eedaflegging van koning Boudewijn in 1950. Een week later werd Lahaut vermoord, voor zijn eigen deur. In welke omstandigheden dit allemaal gebeurde, bleef net zoals bij the Ripper een mysterie. Maar de vraag naar het 'hoe', het 'waarom' en vooral 'wie' bleef van belang, ook in het Belgische parlement. Haar oplossing voor dit mysterie lag in een speciale formule: een parlementaire onderzoekscommissie, met daarin historici. In opdacht van de overheid zouden zij deze historische cold cases voor eens en altijd uitklaren.

 

Een Actueel Verleden

 

Geschiedenis en politiek hangen dan ook al eeuwen aan elkaar vast. Bart De Wever bijvoorbeeld verwijst met zijn Latijnse uitspraken vaak naar het oude Rome. Zelf is hij trouwens historicus van opleiding. Ook internationaal is het verleden dikwijls een bron van inspiratie. Zo leverden de opmerkingen van de Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump over Mexicaanse immigranten hem alvast een vergelijking op met Adolf Hitler (zie foto 1). De Tweede Wereldoorlog in het bijzonder vormt steeds een populair onderzoeksthema. Veel Europese landen hebben reeds commissies ingesteld, die dienen als een soort spons waarmee deze overheden hun oorlogsverleden willen oppoetsen. Voor wat betreft Lumumba hebben diens familieleden in 2011 niettemin een rechtszaak aangespannen, tegen een dozijn Belgen, die zij verdenken van medeplichtigheid bij de moord. Hun klacht baseerde zich daarbij grotendeels op het werk van de 'commissie-Lumumba', die in 2002 haar eindrapport neerlegde. Want hoewel dit rapport België vrijpleitte, was er volgens de historici en de politici die eraan meewerkten, toch ook sprake van een morele verantwoordelijkheid.

De moord op Lumumba én die op Lahaut vormen zo een onderdeel van een onverwerkt verleden. Dit is ook een actueel verleden, gezien het beschreven wordt in talloze boeken, krantenartikels en ook aan bod komt in televisiedocumentaires. Zo maakte het programma Keerpunt (Canvas) in 2007 een uitgebreide reconstructie van de moord op Lahaut. Kortom, deze thema's leven in mindere of meerdere mate bij de bevolking. In die mate zelfs dat een onderzoekscommissie soms niet meer doet dan te bevestigen, wat door het grote publiek eigenlijk al lang geweten is. In 2002 bijvoorbeeld besloot een onderzoekscommissie in Zwitserland dat het land net geen financiële draaischijf vormde voor de Nazi's. Verder hield de Zwitserse overheid tijdens de Tweede Wereldoorlog er een migratiepolitiek op na, die catastrofaal was voor Joodse vluchtelingen: tienduizenden van hen werden aan de grens geweigerd. Op die manier stond hen een zekere dood te wachten. Ook vandaag is deze problematiek nog steeds relevant, denk maar aan de Syrische vluchtelingen. De typische Zwitserse neutraliteit bleek dus een fabeltje te zijn. Iets wat ook de bevolking eigenlijk al lang wist. Maar laat net dit kenmerk zijn, wat de Zwitserse natie zeer hoog in het vaandel draagt. Het gevolg was dat de resultaten van deze commissie weliswaar bekend zijn, maar daarom niet erkend worden. Hetzelfde lot viel ook de commissie-Lumumba te beurt. Hoewel het werk van de historici enerzijds werd geprezen, kwam er ook veel kritiek. Niet in het minst werd hun onafhankelijkheid op de korrel genomen. Want historici die in dienst staan van de politiek, met al haar partijpolitieke belangen, kunnen die wel een objectief rapport afleveren?

Vreemd genoeg was dit voor de zogenoemde commissie-Lahaut helemaal geen punt: Haar resultaten werden in de vakliteratuur amper besproken. En toch was er ook hier sprake van een vervlechting tussen de politieke en de historische wereld. Zo werd in 1985 een boek uitgegeven, waarin twee historici de moord op Lahaut onderzochten. Diezelfde historici werkten ook mee aan de al vermelde reportage van Keerpunt. En één van deze historici, Rudi Van Doorslaer, werd later directeur van het 'Studiecentrum Oorlog en Maatschappij' (CegeSoma). Dit overheidsinstituut leidde het onderzoek naar de moord op Lahaut. Maar daarnaast kwam dit onderzoek grotendeels tot stand, net door het lobbywerk van Van Doorslaer. Hij onderhield contacten met politici, spoorde hen aan om wetsvoorstellen in te dienen om een commissie op te richtten. Hij onthulde volgens een bron uit mijn onderzoek zelfs de ware naam van de moordenaar, aan een politicus, met als doel steun te vinden voor een onderzoekscommissie. Op die manier konden de nog onbekende opdrachtgevers ook achterhaald worden. En toch was het eindverslag van de commissie-Lahaut uit 2015 niet onderhevig aan kritiek. Waarom dit zo is, probeert mijn scriptie te beantwoorden.

 

Een Vloeibare Geschiedenis

 

"De waarheden van geschiedenis hebben een vervaldatum". Dit citaat komt van Marc Reynebeau, journalist bij Knack, maar verder ook historicus. Hij beschrijft hiermee wat bovenstaande titel bedoelt: geschiedenis is geen vast gegeven, ons verhaal van het verleden verandert steeds. Het evolueert mee, samen met de waarden uit ons heden. Zo stelde historicus Emmanuel Gerard dat betrokkenheid bij de moord op Lumumba vroeger zelfs iets was om fier over te zijn. De Congolese premier werd in België dan ook gehaat, gezien onder zijn bewind de Belgische (ex-)kolonialen het slachtoffer werden van allerlei misdaden. Gerard was nauw betrokken bij het onderzoek naar de moord op Lumumba, maar ook dat van Lahaut: hij zetelde namelijk in beide commissies. Maar ook hedendaags zijn onze waarden anders, naarmate om welke geschiedenis het gaat. De resultaten van de ene commissie worden niet zo makkelijk aanvaard als die van de andere. Zelfs na extensief onderzoek, blijft geschiedenis dus een kwestie van perceptie. Ook bij Jack the Ripper is dit het geval: volgens Amerikaans privédetective Randy Williams was the Ripper zelfs niet één, maar drie personen. Het laatste woord is ook over deze figuur dus nog niet geschreven.

Download scriptie (3.38 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Kaat Wils
Thema('s)