Een discours-historische analyse van ‘de natie’ in het discours van Milton Obote en Uganda Argus

Jos
Van Steelandt

Wat is de betekenis van Nationale identiteit? Het is misschien niet de vraag die ieder van ons tergt aan de ontbijttafel, maar het blijft in tijden van succes van nationalisme doorheen Europa en de wereld zeker en vast een uiterst relevante vraag. Masterstudent geschiedenis aan de Universiteit Gent Jos Van Steelandt onderzocht welke kenmerken de nationale identiteit had in de pas onafhankelijk geworden Republiek Oeganda in de jaren ’60. Hij vergeleek het taalgebruik over nationale identiteit in speeches van de Oegandees-nationalistische president Obote met het taalgebruik dat gehanteerd werd in de belangrijkste Oegandese krant ‘The Uganda Argus’ doorheen twee periodes tussen 1962 en 1971. De conclusies die hij trekt uit deze case-studie kunnen ons heel wat vertellen over hoe nationale identiteit in elkaar zit.

Op 9 oktober 1962 werd het Protectoraat Oeganda officieel omgedoopt tot de Republiek Oeganda. Hierbij eindigde meer dan een halve eeuw Brits koloniaal gezag over het gebied in Oost-Afrika. De eerste premier, die later via een coup ook het presidentschap opeiste, was Apollo Milton Obote. Hij en zijn partij, de UPC, hingen het Oegandees nationalisme aan en zagen de republiek Oeganda het liefst één en ongedeeld de toekomst van de onafhankelijkheid tegemoet gaan. Dit was echter buiten onder andere de Baganda en hun koninkrijk Buganda gerekend. Deze deelnatie binnen Oeganda, niet de enige overigens, was sterk gekant tegen de unitaire Republiek Oeganda en probeerde liever onafhankelijk van de rest van Oeganda te blijven. We zien dus verschillende visies binnen Oeganda op welke natie de voorkeur krijgt, de Oegandese of de Bugandese. We kunnen het, om het te verduidelijken, eventueel vergelijken met de Belgische situatie, waarbij inwoners van België eveneens hun voorkeur hebben op het vlak van welke natie zij aanhangen, de Belgische of de Vlaamse.

De ‘Uganda Argus’, een kritische krant?

De meest gelezen krant ten tijde van deze periode net na de onafhankelijkheid van Oeganda was de ‘Uganda Argus’. Deze krant specialiseerde zich vooral in nationaal en regionaal nieuws en kon op een relatief grote oplage van 27.000 kranten per dag rekenen. Bovendien was het in Afrika ook de gewoonte dat de krant werd voorgelezen en zo een nog groter publiek werd bereikt. Over het algemeen hebben kranten in de toen pas onafhankelijk geworden staten van Afrika niet zo’n goede reputatie. Dikwijls legden journalisten niet echt een kritische geest aan de dag, maar werd meestal gewoon rechtstreeks geciteerd zonder enige kritiek. In zijn thesis trachtte Jos Van Steelandt, onder begeleiding van zijn promotor, Professor Baz Lecocq, eveneens te onderzoeken of dit beeld voor de ‘Uganda Argus’ klopt.

Bij het maken van zijn analyse selecteerde Van Steelandt enerzijds speeches en ideologische traktaten van Apollo Milton Obote, toenmalig president van Oeganda, en anderzijds krantenartikels uit de ‘Uganda Argus’. Voor dit laatste ging hij 5 dagen op verplaatsing naar de prestigieuze British Library in Londen, de enige plaats in Europa waar men de Oegandese krant kan terugvinden.

Nationale identiteit?

In de literatuur over ‘natie’ en ‘nationale identiteit’ is de laatste decennia de ponering in opkomst dat deze concepten niet moeten gezien worden als stabiel, coherent en onveranderbaar, maar net dynamisch, incoherent en fragiel. Daarnaast is er ook onder anderen door Van Steelandt’s promotor, professor Baz Lecocq, de stelling geponeerd dat binnen een bepaalde staat verschillende naties kunnen bestaan, competing nationalisms, zoals hij ze benoemt. Deze verschillende naties worden vervolgens discursief tegen elkaar uitgespeeld door hun aanhangers. Van Steelandt onderzocht in zijn thesis eveneens of deze nieuwe theoretische aannames ondersteund worden door de casus van Oeganda’s vroeg-onafhankelijke periode.

Discoursanalyse voor gevorderden

De methode die Van Steelandt gebruikte in zijn thesis was de Discours-historische methode, die werd uitgedacht door ondermeer Ruth Wodak en Martin Reisigl. Deze academici binnen de stroming van de Critical Discourse Analysis bouwen hun discoursanalyse op vanuit drie lagen: sociale theorie, historische context en concrete tekstuele analyse. Voor deze tekstuele analyse ontworpen Wodak en Reisigl een handige checklist, waarbij rekening gehouden wordt met verscheidene aspecten die bij de discursieve constructie van naties naar voor komen. Van Steelandt analyseerde bijvoorbeeld hoe actoren op het politieke veld werden benoemd en beschreven, welke argumentaties werden aangevoerd en vanuit welk perspectief het discours wordt geschreven. Dit deed hij telkens voor de teksten van President Obote en de artikels van de ‘Uganda Argus’.

Dynamische en incoherente naties troef

Uit de analyse die Van Steelandt uitvoerde, bleek duidelijk dat er sprake was van verschillende naties, de Oegandese en onder anderen de Bugandese, die met elkaar in competitie treden. Net na de onafhankelijkheid in 1962 was er nog sprake van een relatieve rust en eenheid, maar naar het einde van het presidentschap van Obote onderscheidde Van Steelandt meer conflict over de naties in de verschillende discourses. Daarnaast concludeerde hij dat President Obote en de ‘Uganda Argus’ een gelijkaardig discours gebruiken met gelijklopende argumentaties, benoemingen en perspectief. Dit lijkt het beeld te bevestigen van de ‘Uganda Argus’ als krant in post-onafhankelijk Afrika die niet zeer kritisch staat ten opzichte van het heersende regime. Maar de belangrijkste conclusie die Van Steelandt kon trekken uit zijn analyse betreft de aard van nationale identiteit. De Oegandese natie zoals ze in 1962 wordt gezien door Milton Obote en de ‘Uganda Argus’ zijn fundamenteel anders dan de Oegandese natie die Van Steelandt in teksten en artikels van 1970 onderscheidde. Dit leidt Van Steelandt ertoe te stellen dat nationale identiteit dynamisch, incoherent en veranderbaar is. Een conclusie die vast en zeker aan het denken zet.

Download scriptie (14.31 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2013
Thema('s)