De Standaard Online: explorerend onderzoek naar de wensen van jonge lezers.

Liselot
Hudders

Ouders en onderwijs beïnvloeden leesgedrag jongeren

 

Jongeren lezen steeds minder kranten. Velen zien televisie en on-linekranten als de grote boosdoeners. Een onderzoek naar het leesgedrag van 24 universiteitsstudenten toont echter aan dat dit niet zo is. Ouders en school nemen een belangrijke plaats in als pedagogische stimulans bij jongeren om de krant te lezen. Dit blijkt uit het thesisonderzoek van Liselot Hudders, pas afgestudeerde licentiate communicatiewetenschappen aan de Universiteit Gent.

 

Liselot Hudders wilde met haar scriptie achterhalen waarom jongeren steeds minder kranten lezen. Tevens onderzocht ze of on-linekranten hiermee misschien te maken hebben. Ze ondervroeg 24 universiteitsstudenten tussen 18 en 24 jaar die regelmatig kranten lezen. Deze jongeren zitten in het eerste jaar van een universitaire opleiding waardoor ze in een nieuwe levensfase terechtkomen die een invloed heeft op hun leesgedrag. Ze peilde naar de redenen waarom de ondervraagde jongeren regelmatig kranten lezen in een tijdperk waar de krant steeds meer van haar populariteit verliest. 

 

Een opmerkelijke conclusie is dat ouders en leerkrachten het leesgedrag van jongeren sterk beïnvloeden. Het is belangrijk om jongeren geleidelijk aan vertrouwd te maken met kranten. De ouders hebben een belangrijke invloed op dit proces. Zij kunnen hun kinderen vertrouwd maken met kranten en dit reeds op jonge leeftijd. Het feit dat de krant aanwezig is in de huiskamer is voor veel van de ondervraagde jongeren onbewust een stimulans. Ze kunnen op hun eigen tempo wennen aan de krant, en beginnen erin te bladeren wanneer ze zelf de behoefte aanvoelen. Het onderzoek wijst uit dat de bevraagde jongeren de krant na verloop van tijd zien als ontspanning of als gewoonte. Ze lezen de krant bij het ontbijt en ‘s avonds in de zetel. De krant maakt deel uit van hun leven, is een ritueel geworden en ze vinden het dan ook geen karwei om er tijd voor vrij te maken. Dit werkt echter niet voor alle jongeren. Veel hangt af van hun interesses en motivaties. Daarom is niet enkel de ouderlijke invloed van belang, maar ook die van de leerkrachten. Veel jongeren ondervinden bewust een invloed van de onderwijzers van hun school. Dit wordt echter niet altijd positief ervaren. Het is noodzakelijk om jongeren ongedwongen met kranten in contact te brengen. Wanneer er een verplichting of puntensysteem aan wordt verbonden, wordt de positieve invloed meestal teniet gedaan.

 

Uit het onderzoek bleek dat on-linekranten door velen nog steeds niet wordt gezien als een gewoonte of als een deel van hun leven, waardoor ze er globaal een negatief oordeel over vormen. Ze gebruiken deze kranten eerder om doelgericht informatie op te zoeken, maar zien ze niet als een volwaardige krant. Ze beschouwen de on-linekranten als een werkinstrument, vooral omwille van de snelheid en efficiëntie van de zoekmachines. Bovendien zijn ze praktisch bruikbaar door hun vlotte interactiviteit en multimediamogelijkheden.

 

Jongeren scannen titels en inleidingen van artikels uit kranten om tijd te winnen. De onderzochte jongeren zijn minder geïnteresseerd in lokaal nieuws omdat ze al regelmatige krantenlezers zijn en daardoor al referentiekaders konden opbouwen. Toch vinden ze voldoende achtergrondinformatie nog steeds belangrijker dan vormgeving en lay out.

 

Uit eerder onderzoek blijkt dat de ontlezing bij de jeugd zich doorzet. Jongeren worden doorgaans gezien als het product van hun tijd en worden omschreven als de internetgeneratie. Dit betekent geenszins dat de jeugd de traditionele media volledig uit hun leven bannen. Krantenuitgevers moeten niet vrezen dat on-linekranten de lezers van de papieren krant zullen afnemen. De respondenten gaven in de interviews aan dat beide kranten hun voordelen hebben en dat ze elkaar perfect aanvullen. Toch merken alle ondervraagde jongeren op dat ze niet bereid zijn te betalen voor on-linekranten. Ze hebben nog altijd de opvatting dat het internet gratis is en als ze iets op een site niet gratis verkrijgen, zoeken ze gewoon een andere site die hen hetzelfde nieuws wel gratis aanbiedt. Een abonnement nemen ze vooral op geprinte media.

 

De televisie als informatiemedium krijgt, in tegenstelling tot de papieren krant, wel te lijden onder het ‘nieuwe’ medium. Waar jongeren vroeger naar het nieuws keken om het ‘breaking news’ te horen, zullen ze nu eerder on-linekranten raadplegen. Dit om verschillende redenen. Ze kunnen on-linekranten raadplegen wanneer dat voor hen het beste uitkomt. Met televisie zijn ze momenteel meestal nog steeds aan een uitzenduur gebonden. Daarnaast bieden ook steeds meer on-linekranten multimediafragmenten aan waardoor ze ook beelden over de onderwerpen kunnen zien. Hier verliest het televisienieuws haar voordeel.

 

Uit het onderzoek blijkt ook het belang van concurrerende informatiebronnen. De studenten uit het onderzoek merkten op dat ze on-linekranten veel grondiger zouden lezen in een situatie waar er geen andere informatiebronnen meer ter beschikking zouden zijn. Dit kan zeker het geval zijn indien ze zich bijvoorbeeld in het buitenland bevinden. Snelheid en updating spelen uiteraard ook een rol. Een site die qua informatie permanent aangepast wordt aan de actualiteit, rekent alvast op meer interesse, zoveel is duidelijk.

 

Er kon geen verschil opgemerkt worden qua gebruik van on-linekranten tussen mannen en vrouwen. Alle onderzochte jongeren hadden toegang tot een computer met internetverbinding, waardoor mannen en vrouwen een gelijke toegang hadden tot on-linekranten. Hoewel in de literatuur terugkomt dat mannen vaker on-linekranten lezen dan vrouwen en de mannelijke studenten vaker het internet raadpleegden dan de vrouwelijke, kon in het onderzoek geen evidentie gevonden worden voor de stelling dat mannen meer on-linekranten lezen dan vrouwen. Integendeel, meer vrouwelijke studenten lazen on-linekranten dan mannelijke. Daaruit kan afgeleid worden dat een gelijke internettoegang de verschillen tussen mannen en vrouwen wegwerkt, en niet het internetgebruik.

Download scriptie (4.26 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2005