De socio-demografische draagkracht van een toeristisch-stedelijke omgeving vanuit het perspectief van de toeristische belevingswaarde. Case study Brugge.

Bart
Neuts

“L’enfer, c’est les autres.” Dit beroemde citaat van Jean-Paul Sartre, doelde op het feit dat de aanwezigheid van andere mensen onvermijdelijk een inperking van de eigen vrijheid inhoudt. Toegegeven, bij deze uitspraak had hij waarschijnlijk niet echt overbevolkte toeristische trekpleisters in gedachte. Maar een bezoek aan de Brugse binnenstad op een zomerse namiddag is voldoende om te merken dat de toeristenmassa die de pleinen bevolkt en de trottoirs van de Steenstraat onbegaanbaar maakt, de romantiek al snel verloren kan doen gaan.

 
Roept dit voorbeeld bepaalde herinneringen op? Waarschijnlijk wel. Ongetwijfeld hebt u dit gevoel van drukte ook wel eens ergens ervaren. Maar hoe kan worden verklaard dat we sommige plaatsen (te) druk vinden, terwijl andere bestemmingen niet aan aantrekkelijkheid inboeten bij eenzelfde aantal toeristen? Wordt deze perceptie enkel beïnvloed door het absolute aantal en de reden waarom we naar een bepaalde bestemming reizen of spelen andere factoren eveneens een rol? En belangrijker voor de bestemmingen in kwestie: in hoeverre beïnvloedt drukte de belevingswaarde van de reizigers? Want het is een gekend adagium in de marketing dat ontevreden klanten hun slechte ervaringen delen met gemiddeld tien andere mensen. Het vergt dus slechts een kleine wiskundige oefening om de potentiële gevolgen voor een stad als Brugge, met een jaarlijks bezoekersaantal van om en bij de 3,3 miljoen toeristen, te kunnen inschatten.
 
Pompoenen of kussens
 
Henry David Thoreau, een Amerikaanse essayist, zei ooit dat hij liever op een pompoen wilde zitten die hij helemaal voor zichzelf had, dan op een kussen dat hij moest delen met vele anderen. Hij gebruikte de term “crowded” om de situatie op het kussen aan te duiden. Maar wat betekent dit concreet? Vanaf welk punt is het aantal mensen op het kussen zo groot dat men de pompoen zal verkiezen? Dit zal het geval zijn wanneer de persoonlijke norm wordt overschreden. Normen beschrijven een bepaalde acceptabele toestand, een drempelwaarde als het ware, die niet mag overschreden worden indien men een positieve ervaring wil behouden. Op basis van deze normen kan men uitspraken doen over de sociale dimensie van de draagkracht van een bestemming die in dit geval betrekking heeft op het maximaal aantal toeristen dat aanwezig mag zijn op een bestemming zodat een zekere toeristische belevingswaarde geboden wordt en behouden blijft. Denk bijvoorbeeld aan een museum. Het is perfect mogelijk dat de ruimte groot genoeg is om pakweg tienduizend bezoekers te ontvangen, maar weinig mensen zullen ten volle van de kunstwerken kunnen genieten in een situatie waarbij de schilderijen gezocht moeten worden te midden van een mensenzee. In realiteit zal er een bepaalde ideale toestand zijn met misschien slechts een handvol personen in een ruimte. Maar ook al wordt deze ideale situatie niet bereikt, dan nog zal de ervaring niet meteen negatief bevonden worden. Slechts wanneer de acceptabele drempelwaarde, die nog een stuk hoger ligt dan de ideaal geachte situatie, wordt overschreden, zal de reactie negatief zijn. Hierbij rijst echter het probleem dat deze drempelwaarde persoonlijk bepaald wordt. Sommige mensen houden immers meer van drukte dan anderen. Vandaar dat het interessant is om te weten welke karakteristieken een invloed uitoefenen op deze drempelwaarde.
 


Over dronken Britten en luidruchtige Duitsers
 
In de literatuur worden drie belangrijke factoren onderscheiden die bijdragen tot de vorming van deze normen: persoonlijke karakteristieken van het individu, situationele karakteristieken van de bestemming en karakteristieken van de andere toeristen. Blijft de vraag in hoeverre de belangrijk geachte karakteristieken ook effectief een invloed hebben op het gevoel van drukte. Want theorieën, hoe aantrekkelijk ze ook mogen klinken, worden zelden volledig bevestigd door de realiteit. Ook in dit geval blijkt de waarheid enigszins te verschillen van de theorie. Lang niet alle karakteristieken hebben in de praktijk een invloed op de ontmoetingsnormen. Van de kenmerken die wel een effect hebben, blijken psychologische factoren het belangrijkst. Storend gedrag van andere toeristen heeft de grootste invloed op het gevoel van drukte. Inderdaad, denken we maar even terug aan onze laatste vakantie in Kreta, dan herinneren we ons toch vooral de Britse toeristen die ’s nachts brakend op de trottoirs lagen en niet zozeer het absolute aantal andere toeristen in de discotheek. Naast de gedragscomponent is ook onze eigen houding ten opzichte van andere culturen van belang. Een grotere openheid zorgt ervoor dat een plaats waar vele andere nationaliteiten aanwezig zijn als minder druk wordt ervaren. Nu het toch over culturen gaat, kan het vooroordeel dat Aziaten meer gewend zijn aan massa’s, bevestigd worden. Deze groep toeristen is werkelijk minder gevoelig aan de aanwezigheid van anderen dan de doorsnee Europese toerist. Indien de ontmoeting met andere bezoekers diepgaander is en er een persoonlijk contact gelegd wordt, is het gevoel van “crowding” eveneens lager. Een praatje slaan kan dus nooit kwaad. Toch kan dit contact best beperkt blijven tot de openbare ruimte want het binnendringen in de persoonlijke sfeer wordt als storend ervaren. Het aantal bezochte attracties, de oppervlakte van het gebied en de reisreden hebben tenslotte ook een invloed op het druktegevoel. Opvallend is dat het aantal toeristen niet eens een merkbaar effect heeft. Kwaliteit blijkt dus werkelijk belangrijker te zijn dan kwantiteit. Maar wat is nu net de invloed van een groter gevoel van drukte? Algemeen genomen kan gesteld worden dat een grotere perceptie van “crowding” de belevingswaarde doet verminderen. Dit zal echter voornamelijk het geval zijn wanneer de mate van drukte hoger is dan de gewenste toestand. Met andere woorden, voor mensen die van drukte houden, zal “crowding” geen negatief concept zijn.
 
Breaking the law
 
Het lijkt echter verregaand om te concluderen dat een stad als Brugge enkel mensen met een voorliefde voor drukke plaatsen moet aantrekken. Een mogelijkheid moet gezocht worden om de bestemming voor iedereen aantrekkelijker te maken. Gezien het belang van gedrag in de perceptie van “crowding”, lijkt (her)opvoeding van toeristen de meeste mogelijkheden te bieden. Hoe dit het best aangepakt kan worden, blijft echter een vraagteken. Zo heeft Rome het noodzakelijk gevonden nieuwe wetten uit te vaardigen die het mensen verbiedt nog langer te eten, drinken of slapen op de pleintjes van de Eeuwige Stad. Een overdreven maatregel? Wellicht. Maar indien we niet willen dat er binnenkort verbodsborden opduiken op allerhande toeristische plaatsen, is het misschien noodzakelijk om tijdens de volgende vakantie eens in de spiegel te kijken en toch maar te beslissen om die zelfverklaarde kathedraal van vlees en botten te bedekken met een hemd. U zal er veel mensen een plezier mee doen.

Download scriptie (4.65 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2008