De psychodynamische kracht van natuur binnen het gezin: natuurbeleving als middel tot het bevorderen van intergenerationele verbondenheid en solidariteit

Jet
De Laet

Alhoewel de 3-jarige opleiding Gezinswetenschappen me enorm heeft kunnen boeien en mijn visie op mens en maatschappij enorm heeft verruimd, blijf ik toch met een grote honger achter. Het verwondert mij dat het belang van natuur voor het menselijk welzijn in geen enkel vak aan bod komt. Vanuit mijn ervaring als educatieve natuurgids voor kleuters, lagerschoolkinderen en mensen met dementie, ben ik er van overtuigd dat contact met de natuur wel degelijk belang heeft voor de harmonische ontwikkeling van kinderen, volwassenen, de natuur zelf en dus ook voor de samenleving. Er is een samenhang tussen natuurbeleving en gezondheid, welzijn en sociale veiligheid. Vanuit de verbondenheid met natuur, was ik me als klein meisje reeds bewust van de vergankelijkheid van het leven en groeide er van jongs af aan een spontane interesse voor ouderen. Natuur, kinderen en ouderen – ze vormen een rode draad doorheen mijn leven. Eén van de belangrijke maatschappelijke bekommernissen van de laatste jaren is de vergrijzing van onze samenleving. Huidige generaties zullen langer moeten werken om de zorg van ouderen te kunnen financieren. Dit willen zorgen voor elkaar kan enkel groeien vanuit een diepgaand gevoel van solidariteit. Beleidsmakers brengen het thema van de intergenerationele solidariteit onder de aandacht en denken na over toekomstige beleidssporen om de contactarmoede tussen de generaties op te heffen.

Twee generaties dienden te worden gelinkt en daarom vertrok ik vanuit twee casussen. Enerzijds is er Johanna, een 75-jarige vrouw die wegens een cerebrovasculair accident (beroerte) sinds drie jaar in rust- en verzorgingstehuis Ten Kerselaere verblijft. Zij is rechtzijdig verlamd en noodgedwongen rolstoelgebruikster. Johanna is volledig afhankelijk van de zorg van anderen. Bovendien is zij door het CVA de laatste maanden licht dementerend. Twee jaar geleden is haar echtgenoot in het rusthuis overleden. Als vrouw van de dorpsbakker en een eigen frituur uitbatend, is Johanna altijd een harde werkster geweest met vele sociale contacten, het ganse dorp kende haar. De twee dochters en kleinkinderen hebben duidelijk een goede band met haar. Toch begrijpen zij niet altijd even goed de persoonlijkheidsveranderingen die hun moeder/grootmoeder ondergaat. Zij reageren vaak verdrietig en gefrustreerd. De laatste maanden huilt Johanna veel en zij sluit zich hoe langer hoe meer op in zichzelf. Het lijkt haar niet meer te lukken haar situatie te aanvaarden. De kinderen herkennen in deze sombere, teruggetrokken vrouw hun goedlachse, nuchtere en ruimdenkende moeder niet meer.

En dan heb je Tuur, een jongen van 11 die open en gevoelig in het leven staat. Hij stelt zich veel vragen over de vervuiling van de aarde, over oorlogen, over mensen die honger lijden en ook over zijn grootvader die ziek is en gaat sterven. Tuur volgt les in Triangel, een ervaringsgericht schooltje. Zijn ouders besloten hem vorig jaar van de grote en prestatiegerichte dorpschool naar een meer kindvriendelijk onderwijssysteem te laten overstappen. Tuur voelt zich al lang niet goed in zijn vel, de andere kinderen van de leefgroep ervaren hem als een ‘rare’ en vaak ook als een ‘stoorzender’. Hij neemt amper deel aan groepswerk en kan zich niet goed concentreren bij individueel contractwerk in de klas. De  ouders van Tuur zijn nog niet zo lang geleden apart gaan wonen. Na vele jaren van ruzie en onbegrip vonden zij dit uiteindelijk de beste stap. Tuur blijft achter met het gevoel dat zijn mama hem in de steek heeft gelaten en vraagt zich soms af of hij schuld heeft aan dit alles.

Ik stel me de vraag op welke manier we zowel Johanna als Tuur kunnen helpen in hun lijden. Voor mij is het duidelijk dat er bij beide een groot gemis is aan zingeving. Tuur mist bovendien sterke ‘wortels’ doordat hij al zolang angst en onzekerheid ervaart in zijn thuissituatie. Johanna die altijd gewend is geweest om zich in te zetten voor de anderen, voelt zich nutteloos en overbodig. Bestaat er een manier om deze twee gekwetste mensen samen te brengen, hen een vonk in het hart te bezorgen zodat zij terug zin en controle over hun leven krijgen? Kunnen ouderen kinderen wortels geven? Kunnen kinderen ouderen uit hun zorgbehoevende rol halen. En welke rol kan natuur hierbij spelen?

Ik vertrek in deze scriptie vanuit drie invalshoeken: het belang van natuurbeleving voor de mens en de natuur zelf, het verlies van menselijke waardigheid en de angst die hiermee gepaard gaat en als derde invalshoek, het bevorderen van verschillende generaties binnen onze samenleving.

Vanuit elke invalshoek heb ik een veranderingsstrategie naar voor gebracht. Ik beschrijf een natuur-educatieve wandeling voor kinderen van de derde graad, zoals die in het provinciale wandelbos De Averegten al jaren wordt gegeven. Er wordt hierbij rekening gehouden met het ontwikkelingsniveau van kinderen en wat een ‘topervaring’ betekent bij contact met de natuur. Beleving en leren worden aan elkaar gekoppeld, betrokkenheid is het allerbelangrijkste. Voor het verlichten van verlies van menselijke waardigheid en het bieden van groeikansen bij het ouder worden zoals bij Johanna, breng ik een project naar voor waarbij kleuters op regelmatige basis een rusthuis bezoeken. Beide leeftijdsgroepen vinden hier baat bij. Als laatste breng ik verslag van het intergenerationele project ‘Lente en winter in één dag’. Zowel in de lente als in de herfst worden kinderen van de derde graad in contact gebracht met ouderen, soms met dementie. Samen trekken ze naar het bos, de ideale plek om deze sociale interactie te organiseren. Het is een neutrale plek die uitnodigt tot spel, beleving, fantasie en sociale dynamiek. Keer op keer wordt zulke wandeling weer een ontmoeting met een gouden randje. Zowel voor de ouderen als voor de kinderen.

Ik hoop dat ik door het schrijven van deze scriptie een kleine bijdrage heb kunnen leveren aan de samenleving door het belang van natuurbeleving voor de mens, klein en groot, duidelijk te maken. Dat bovendien in een natuurlijke omgeving positieve interacties kunnen ontstaan door ontmoetingen tussen verschillende generaties te stimuleren, is mooi meegenomen. Als generaties elkaar beter leren kennen, ontstaan er nieuwe vormen van zorg dragen voor elkaar. Duurzame solidariteit tussen de generaties is van levensbelang voor de sociale cohesie en de ontwikkeling van de samenleving.

Download scriptie (730.5 KB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2013