De Oostenrijkse Theorie van de Conjunctuurcyclus

Yannis
Tenret

Onwetendheid, verbijstering, paniek. En eenmaal die gevoelens gingen liggen, woede. Dat waren de publieke emoties rond de financieel-economische crisis die het banksysteem deed daveren op haar grondvesten. Ondanks het kostelijke ingrijpen van overheden en centrale banken verdwenen onaanraakbaar geachte financiële instellingen van het toneel. Het waren de media die het publiek over deze ontwikkelingen inlichtten. Burgers konden naast hun politici blijkbaar ook hun bankiers niet meer vertrouwen. Ook de economische media kwamen onder vuur te liggen, wat mij motiveerde om in 2009 een masterproef te schrijven over economisch nieuws. In 2010 verlegde ik mijn invalshoek naar een economische theorie uit de jaren '30 waarvan sommigen vinden dat ze het voorvallen van financieel-economische crisissen kan veroorzaken: die van de Oostenrijkse econoom Friedrich August von Hayek.

Sommige lezers stellen zich ongetwijfeld de vraag: waarom in vredesnaam tijd besteden aan theoretische discussies uit de jaren ’30? Weten we sindsdien niet al veel meer over de invloed van geld en krediet op de economie? Neen, zeggen economen uit alle hoeken van het ideologische spectrum: we moeten op een fundamenteel niveau durven nadenken over de aanpak en de theorieën van moderne financiële en monetaire economische wetenschap. De laatste crisis heeft immers het falen van de economische wetenschap aangetoond.
Sommige commentatoren geloven dat er specifieke redenen waren voor de laatste economische crisis. Hayek antwoord hierop zou waarschijnlijk zijn dat vooral de gelijkenissen met vorige crisissen benadrukt mogen worden. Hoewel alles stroomt en verandert, zijn de onderliggende instituties van onze gemengde economie nog altijd dezelfde.

In tegenstelling tot de meeste economen geloofde Hayek ook niet dat recessies enkel en alleen veroorzaakt worden door te weinig ‘vraag’. Sterker nog, de laatste crisis heeft het failliet heeft aangetoond van het idee dat meer consumptie dé te volgen uitweg uit recessies vormt. Oostenrijkse economen zoals Hayek hebben kredietgedreven consumptie altijd gezien als de vijand van duurzame groei. Ze waarschuwen dan ook de beleidsmakers die recessies willen ontkomen door nieuwe zeepbellen op te blazen.
Hayek schreef over conjunctuur en groei tijdens de Grote Depressie. Hij was natuurlijk niet de enige die geïnteresseerd was in het waarom van economische crisissen. Ook J.M. Keynes, wiens naam en beleidspolitiek de laatste jaren weer opkwam, was in dit onderwerp geïnteresseerd. Hayek en Keynes verschilden echter fundamenteel van mening. Aan de discussie tussen Hayek en Keynes besteed ik uitgebreid aandacht in mijn masterproef. Ook andere discussies tussen Hayek en zijn tijdsgenoten passeren in deze masterproef de revue.
Prominente economen willen de hand reiken naar de nazaten van grote denkers uit de jaren ’30. William White , van 1995 tot 2008 hoofdeconoom van de afdeling Monetaire Economie van de Bank for International Settlements is zo iemand. Hij durft de vraag te stellen: is het voldoende dat centrale banken stabiele inflatie nastreven?

Neen, zegt hij. Achter een ogenschijnlijk stabiele inflatie kunnen er volgens White ongeziene gevaren schuilen. Geldgroei leidt niet alleen tot eindprijsinflatie, zegt White, maar doet vaak ook ongeziene schade. Oostenrijkse economen zoals Hayek waarschuwden reeds tijdens het Interbellum voor een te eenzijdige focus op geaggregeerde prijs- en outputindices en de gevaren van excessieve kredietverlening. Daarom vormt het werk van Hayek volgens White een vruchtbaar aanknopingspunt voor die commentatoren die de groei voor het uitbreken van de financieel-economische crisis van 2007-2010 beschreven als ‘ongebalanceerd’ of ‘onhoudbaar’. Hij roept dan ook op tot een “historical exegesis, to be extended in time, and thus in scope, to encompass the debate which took place before the occurrence of the Keynesian revolution”. Alleen samenwerking en theoretische openheid kunnen volgens White de economische wetenschap redden en de wereldeconomie behoeden voor een volgende ramp.
 
Deze masterproef vormt een bescheiden stap in die richting. Indien de economen uit de (nieuwe?) neoklassieke synthese en de intellectuele erfgenamen van Hayek en Keynes toenadering zoeken, ligt een vruchtbare kruisbestuiving misschien wel in het verschiet. Het is of dit, of gedoemd zijn om dezelfde fouten opnieuw te maken. We moeten mikken op een duurzame en gezonde groei, niet groei kost wat kost.
 

Download scriptie (982.6 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2010