De krant als hedendaags forum voor aloude verhalen

Simon
Verbist

 

De krant als hedendaags forum voor aloude mythen

Pukkelpop 2011: de mythe van de vloed

Hoewel men er regelmatig van uitgaat dat kranten hun lezers iedere dag opnieuw omverblazen met zeer actuele verhalen, blijken journalisten ook keien te zijn in het publiceren van verhalen die al een eeuwigheid meegaan. Simon Verbist, die journalistiek studeerde aan de Erasmushogeschool in Brussel, onderzocht in zijn masterproef hoe kranten eeuwenoude mythen in leven houden wanneer ze berichten over natuurrampen. Voor zijn onderzoek bestudeerde Verbist de Vlaamse nieuwsartikelen over de moordende storm die het Pukkelpop-festival in 2011 teisterde. De resultaten van zijn studie zijn opmerkelijk: de media brachten verhalen die enorme gelijkenissen vertonen met de prototypische mythen van de vloed, het slachtoffer, de held, de goede moeder en de bedrieger.     

Donderdag 18 augustus 2011 staat in ons collectief geheugen gegrift als een zwarte dag voor het Belgische muziekfestival Pukkelpop. De geschreven pers bracht massaal verslag uit van deze tragische gebeurtenis: tot drie weken na de ramp stonden de Vlaamse kranten bol van artikelen die de natuurramp en haar weerslag een plaats probeerden te geven. Zo’n omvangrijke media-aandacht is nochtans uitzonderlijk, want meer dan de helft van alle natuurrampen ter wereld haalt de Vlaamse krant niet eens.

Er ontstond een mediahype. Na verloop van tijd beperkten journalisten zich niet langer tot een zuiver feitelijke berichtgeving. De levensduur van het nieuwsitem werd verlengd door artikelen te publiceren die niet zozeer informatief van aard waren, maar die eerder zinvol waren als verhaal op zich. Als vertelling waar de samenleving volgens de pers nood aan had na zo’n tragisch voorval. Als relaas waar de maatschappij kracht uit kon putten. Vaak stonden deze verhalen in het teken van gevoelens: droefheid, smart en treurnis leken het soms te winnen van een kritische en genuanceerde journalistieke aanpak.

Sommige auteurs menen dat een overdosis aan emotionaliteit een nuchtere blik op de gebeurtenissen in de weg staat. Anderen zijn dan weer minder negatief. Zij zijn van mening dat de mens van oudsher nood heeft aan dergelijke verhalen. Deze vertellingen zijn er namelijk altijd al geweest: het zijn universele, steeds weerkerende oerverhalen. Krantenartikelen zijn dan ook niets anders dan moderne varianten van deze oeroude en levensnoodzakelijke mythen. In België staat het onderzoek naar mythen in de media nog in zijn kinderschoenen. Daar wilde Verbist wat aan veranderen. Hij baseerde zijn onderzoek bijgevolg op de verrassende theorie van ex-journalist Jack Lule. Volgens Lule liggen er namelijk enkele heel concrete mythen aan de basis van alle verhalen die de krant publiceert.

Uit het onderzoek blijkt in de eerste plaats dat de nieuwsartikelen over de Pukkelpopramp opmerkelijk veel verhaalkenmerken bevatten die ook de mythe van de vloed karakteriseren. Journalisten verhalen namelijk overvloedig over de enorme vernietigende werking van de ramp, over de machteloosheid van de mens, en over de noodzakelijke heropbouw van de samenleving. Om de catastrofe zo snel mogelijk weer te boven te komen, heeft de maatschappij nood aan de meer specifieke mythen van het slachtoffer, de held, de goede moeder, en de bedrieger.

 Het onderzoek wees uit dat de mythe van het slachtoffer in de Vlaamse pers in aanzienlijke mate tot uiting kwam in de verhalen over de overleden festivalgangers. Ook vandaag de dag verhalen de kranten over het onopvallende leven van de gedupeerden, hun onschuld en het ultieme offer dat zij brengen. Hun verheerlijking en de belofte dat zij voor altijd deel zullen uitmaken van ons collectief geheugen worden eveneens in de hedendaagse pers opgenomen.

De mythe van de held hielden de kranten dan weer levend in de figuur van Chokri Mahassine. De Vlaamse pers vertelt ons dat Chokri - hoewel hij uit een bescheiden nest stamt - op jonge leeftijd al ambitieus was. Hij schopt het tot organisator van een van de meest succesvolle festivals in Vlaanderen, maar krijgt daar af te rekenen met een enorme hindernis: de storm. Hij volbrengt zijn functie als handhaver van de veiligheid door de schade te beperken tot een minimum. In de nasleep van de ramp wordt hij dan ook geëerd door de gemeenschap en geprezen voor zijn deugdelijke eigenschappen.

De doorsnee Hasselaren die de overlevende festivalgangers meteen te hulp schoten en in huis namen, belichamen op hun beurt de mythische goede moeder. In de nasleep van de Pukkelpopramp steken doodgewone mensen de handen uit de mouwen om te redden wat er nog te redden valt. Hun daden staan in het teken van goedheid en altruïsme, en ze worden vaak gedreven door een moederlijk instinct.

En wat kan er gezegd worden over de overlevende Pukkelpoppers die hun geld meteen na de ramp terug eisten? Dat zijn de bedriegers van deze tijd. Zij lieten het eigenbelang primeren op het collectieve leed. Zij vonden de financiële opdoffer verontrustender dan het menselijke verlies en worden in de Vlaamse kranten bijgevolg afgeschilderd als gevoelloze geldwolven.

Deze vier mythen hebben allemaal hun functie ten opzichte van de heropbouw van de maatschappij: het slachtoffer moet blijkbaar geëerd worden vooraleer men de maatschappelijke draad weer kan oppikken, de deugdzame acties van de held en van de goede moeder versnellen het herstelproces, en de wandaden van de bedrieger dwarsbomen de restauratie.

Opvallend is ook het feit dat journalisten zich in hun artikelen niet lieten leiden door de mythe van de zondebok. De zoektocht naar een verantwoordelijke voor de ramp werd reeds vanaf het begin afgedaan als irrelevant en zelfs verwerpelijk. De beschuldigende vinger wees maar in één richting: de natuur. De pers probeerde ons dus te verzoenen met een soort fatalisme. Niemand mocht aansprakelijk gesteld worden: niet de weermannen, niet de tentenbouwers, en al zeker Chokri Mahassine niet. Freelance journalist Peter Dupont, die het waagde om de verantwoordelijkheid deels bij de dodelijke slachtoffers te leggen, werd zelfs op staande voet ontslagen door Het Nieuwsblad.

Verbist toonde met deze scriptie aan dat aloude mythen effectief doorleven in hedendaagse krantenartikelen. De nieuwsberichten over Pukkelpop 2011 houden zich overduidelijk aan verhaallijnen die ook de mythe van de vloed, het slachtoffer, de held, de goede moeder en de bedrieger kenmerken. Gelukkig maar dat ook oeroude verhalen ons weten te boeien.

Download scriptie (863.12 KB)
Universiteit of Hogeschool
Erasmushogeschool Brussel
Thesis jaar
2012