De kloof tussen mannen en vrouwen in de verdeling van extralegale voordelen

Lore
Van Herreweghe

Het voornaamste doel van deze masterproef betrof het nagaan van een eventuele kloof in de verdeling van extralegale voordelen tussen mannen en vrouwen. De empirische analyse toonde aan dat vrouwen vaker genieten van extralegale voordelen, met uitzondering van de maaltijdcheques en bedrijfswagens. Wanneer echter blijkt dat de voordelen die vrouwen ontvangen van mindere waarde zijn, kan er nog steeds een kloof in voordelen bestaan. Daarom keken we ook naar de waarde van het totale voordelenpakket.

Vrouwen zouden vaker opteren voor of recht hebben op “family friendly benefits”. Wanneer we dit soort voordelen omrekenen naar euro’s, blijken deze vaak van mindere waarde te zijn in vergelijking met andere extralegale voordelen (Lowen & Sicilian, 2009). Onze analyse toonde aan dat het voordelenpakket van een vrouw gemiddeld 46% minder waard is dan dat van een man. De loonkloof in extralegale voordelen in onze steekproef blijkt dus groter dan de kloof in netto maandlonen, die 21% bedroeg.

Eerdere onderzoeken hebben al uitgebreid aandacht besteed aan de factoren die de algemene loonkloof beïnvloeden. Het tweede luik van deze thesis gaat na of diezelfde factoren ook een invloed hebben op de kloof in extralegale voordelen. De verschillen in netto maandlonen konden we voor 30% verklaren met de variabelen op microniveau. De belangrijkste negatieve effect zagen we bij arbeidsregime. Dit sluit aan bij eerdere onderzoeken. Deeltijdse banen bevinden zich vaak in de minder goed betaalde sectoren en hebben een lagere uurloon omgerekend naar voltijdse equivalenten in vergelijking met voltijdse banen (Vanderbiesen, 2006). Bij de waarde van het totale voordelenpakket had deeltijds werken ook een negatief effect maar dit was echter niet zo groot als het negatieve effect van vrouw zijn. Bij het bepalen van het voordelenpakket speelt geslacht dus een belangrijkere rol dan arbeidsregime. Dit kan een gevolg zijn van directe discriminatie jegens vrouwen. Dit is het geval wanneer het loonverschil tussen mannen en vrouwen niet verklaard kan worden door verschillen in kwaliteiten en competenties (Deschacht et al., 2011). Daarom berekenden we het voordelenpakket voor zowel een mannelijke en vrouwelijke arbeider die beide over dezelfde hoeveelheid menselijk kapitaal beschikten. Als er geen sprake was van discriminatie op basis van geslacht, zou er ook geen verschil mogen zijn in samenstelling en waarde van het pakket voordelen. In de samenstelling zagen we inderdaad geen grote verschillen. De waarde van het pakket bleek echter 9% lager voor de vrouwelijke arbeider.

 

Download scriptie (3.58 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
M