De houding van de Congolese politieke partijen tijdens het verkiezingsproces in 2006

Marie
Taminau

 

In 1999 ontstaan de Lusaka-Akkoorden als gevolg van een conflict, van die aard dat er werd gesproken van een Afrikaanse wereldoorlog. De belangrijkste actoren in deze Akkoorden waren de Congolese regering en de twee rebellenbewegingen: het RCD (Rassemblement Congolais pour la Démocratie), en het MLC (Mouvement de Libération du Congo). Een wapenstilstand, het op gang brengen van het democratiseringsproces en de Inter-Congolese dialoog zijn enkele van de overeenkomsten in deze Akkoorden. De Inter-Congolese dialoog kon slechts worden gestart nadat Joseph Kabila het presidentschap in 2001 overnam van zijn overleden vader. Joseph Kabila wou zich houden aan de Lusaka-Akkoorden en startte de Dialoog. Hieruit kwamen in 2002 de Sun City Akkoorden voort. In deze teksten werd overeengekomen een nieuw transitieproces op te starten. Er zou een overgangsgrondwet komen en er werd een overgangsregering gevormd, bestaande uit leden van de voormalige regering, gewapende groeperingen (zowel RCD en MLC als RCD-ML en RCD-N , kleinere ex-rebellengroeperingen en ook de Mai Mai, paramilitaire milities), politieke oppositiepartijen en de civiele maatschappij. Het doel van deze regering was het bevorderen van de nationale eenheid en de overgang naar een democratische staatsvorm. Maar niet iedereen was tevreden met de Sun City akkoorden. Het UDPS (Union Démocratique pour le Progrés Social) bijvoorbeeld, verwierp de akkoorden en beschuldigde de akkoorden ervan strijdig te zijn met de Lusaka- Akkoorden.
 
Op 30 juli 2006 kwamen er dan de langverwachte democratische verkiezingen in Congo Zowel de presidentiële als de wetgevende verkiezingen werden georganiseerd. Voor het eerst sinds 45 jaar kreeg het volk opnieuw de mogelijkheid zijn vertegenwoordigers zelf aan te duiden. Maar eveneens zouden deze verkiezingen een einde betekenen van de politieke transitie, gestart na twee oorlogen met meervoudige dimensies en aanzienlijke gevolgen, op 30 juni 2003. Met het verkiezingsproces hoopten de Congolezen vorderingen te maken inzake de vrede en veiligheid in hun land en bij te dragen aan de sociale en economische ontwikkeling. Zowel nationaal als internationaal werd er veel aandacht besteed aan deze verkiezingen, aangezien ze door velen werden gezien als een laatste kans voor Congo om uit de onstabiele situatie te breken en een democratische staat te worden. De legitimiteit van deze verkiezingen vormde dan ook een belangrijk thema bij de verschillende actoren die zich inlieten bij het organiseren en controleren van de verkiezingen.Zo stelde bijvoorbeeld de Congolese Onafhankelijke Verkiezingscommissie (CEI) mechanismen in werking om vrije en democratische verkiezingen alsook de transparantie en de rechtvaardigheid van de verkiezingen te garanderen. Ook de bevolking werd door middel van campagnes aangezet om te gaan stemmen, met als doel de representativiteit van de verkiezingen te verhogen. Dat er veel aandacht werd besteed aan de legitimiteit van de verkiezingen is dus duidelijk.
 
Dat het proces naar de verkiezingen en de verkiezingen zelf cruciaal waren voor het land, werd duidelijk gemaakt door de grote betrokkenheid van de nationale gemeenschap. Dat zo’n 9000 kandidaten streefden voor één van de 500 zetels in het parlement en 33 kandidaten voor de presidentstitel, weerspiegelde de grote interesse voor het hele proces in het land. Ook het grote aantal geregistreerde kiezers kon in deze context worden gezien. Uiteraard was niet alleen de nationale maar ook de internationale gemeenschap sterk betrokken in het hele proces. Verschillende organisaties, zoals Monuc, Ciat, Pnud, de CEI en een aantal donoren, steunden het verloop en de verkiezingen zelf opdat deze eerlijk, transparant en democratisch zou verlopen. Met ander woorden, de inzet was groot.
 
Opdat een verkiezingsproces transparant, democratisch en geloofwaardig verloopt, zijn er verschillende factoren die de kans op slagen kunnen vergroten of verkleinen. Eén van deze factoren zijn de politieke partijen. Een staat ligt in principe in de handen van verschillende functionarissen, vaak georganiseerd binnen de structuren van de politieke partijen. Deze politieke partijen vormen samen met de staat en de civiele maatschappij één van de fundamenten van een democratie. In een dergelijk verkiezingsproces dragen de politieke partijen dus een grote verantwoordelijkheid. Ze spelen een significante rol, onder andere met betrekking tot het leiden van de kandidaten en de kiezers doorheen het hele proces. Bijgevolg verwachtte de nationale en internationale gemeenschap van de Congolese politieke partijen dat ze een gepaste houding zouden aannemen teneinde bij te dragen tot een goed verloop van de verkiezingen.
 
In deze meesterproef wordt de houding van de Congolese politieke partijen in het verkiezingsproces in 2006 onderzocht. De weg naar de verkiezingen was lang. Dit onderzoek zal daarom zijn aandacht beperken tot de twee campagneperiodes en de periode tussenin. De studie omvat een tijdsspanne van vier maanden, zijnde van 29 juni 2006 tot 29 oktober 2006. Er wordt eveneens een breed panorama geschetst van de verkiezingsstrijd en de verkiezingsresultaten. Dit inzicht is nodig om de houding en de strategie van de Congolese politieke partijen beter te begrijpen.
Het zal snel duidelijk worden dat het aantal politieke partijen in de DRC aanzienlijk is. Om die reden wordt de houding van twee Congolese politieke partijen bestudeerd, met name de Mouvement de Libération du Congo (MLC) en de Parti du Peuple pour la Reconstruction de la Démocratie (PPRD).

Beide partijen zaten echter in de overgangsregering en leverden elk een presidentskandidaat. Ook behaalden ze een groot deel van de zetels in het parlement en gingen beide presidentskandidaten over naar de tweede ronde. Bovendien beschikten ze over voldoende middelen om een degelijke verkiezingscampagne te voeren en waren deze campagnes ook erg zichtbaar. Om voldoende inzicht te krijgen op de materie en de gevormde allianties komen naast de PPRD en de MLC ook andere Congolese politieke partijen aan bod, zoals de UDPS, de UDEMO, de UREC en de PALU.

Download scriptie (1.13 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2008