De betrokkenheid van België in het 'renditions'- en geheime detentieprogramma van de CIA.

Dani
Brutyn

CIA- foltervluchten België, partner in crime?

Na de aanslagen van 11 september 2001, nu tien jaar geleden, lanceerde de VS de zogenaamde “War on Terror”. In naam van de veiligheid werd een CIA- systeem van „extraordinary renditions. opgericht. Hierbij werden terreurverdachten willekeurig op vliegtuigen gezet en overgevlogen naar geheime detentiecentra, waar ze gefolterd werden om zoveel mogelijk inlichtingen te verzamelen. Europa zou betrokken zijn geweest bij dit programma, en ook België bleef niet onbesproken. Een onderzoek.

Het 'renditions'- en geheime detentieprogramma van de CIA maakt deel uit van de vele maatregelen die werden genomen in het kader van de strijd tegen terreur. De VS gebruikt 'extraordinary renditions' al decennia lang. Initieel bracht men verdachten via deze procedure naar de VS zodat ze daar berecht konden worden. In de nasleep van 9/11 kreeg deze praktijk een heel andere betekenis. Terreurverdachten worden, buiten het wettelijk kader, ontvoerd en overgebracht naar geheime detentiecentra in het buitenland. Daar worden ze onderworpen aan harde ondervragingsmethoden en foltering. De VS is ervan overtuigd dat het via deze methoden de noodzakelijke inlichtingen omtrent terroristische activiteiten kan inwinnen. Voorstanders van deze werkwijze verklaren dat de recente moord op Osama Bin Laden enkel mogelijk was dankzij informatie, verkregen vanuit deze buitenlandse detentiecentra.

Eind 2005 berichtten verschillende media dat ook Europese lidstaten, al dan niet actief, meewerkten aan het CIA- programma. Er zouden zelfs geheime CIA- gevangenissen zijn in Oost- Europa. De Zwitserse politicus Dick Marty werd door de Raad van Europa aangesteld om deze beschuldigingen te onderzoeken. Ondanks het feit dat vele Europese lidstaten terughoudend stonden tegenover deze onderzoeken, verklaarde Marty in 2006 dat “het onwaarschijnlijk was dat Amerikaanse operaties konden plaatsvinden zonder de actieve deelname, of tenminste geheime verstandhouding, van de Europese lidstaten en hun nationale inlichtingendiensten". Een later rapport van het Europees Parlement uit 2007 stelt zelfs dat er tussen 2001 en 2005 zo'n 1245 vluchten het Europese luchtruim hebben doorkruist.

De Belgische regering ontkende alle betrokkenheid bij het systeem tot op het moment dat een onderzoek van het Europees Parlement melding maakt van vier mogelijk CIA- vluchten. Een rapport uit 2009 van een senatoriële begeleidingscommissie, stelt dat er zeker sprake is van 6 CIA- vluchten boven Belgisch grondgebied. Of deze vliegtuigen op dat moment verdachten vervoerden, is niet duidelijk.Onze veiligheidsdiensten hebben de beschikbare dossiers als geheim geclassificeerd. Harde bewijzen blijven dus uit. Verder onderzoek naar deze mensenrechtenschendingen en de rol van onze Belgische overheid en diensten is noodzakelijk.

Er is geen enkel verdrag en geen enkele wet die het gebruik van 'extraordinary renditions' in zijn geheel verbiedt. Daarom is het niet eenvoudig om de verantwoordelijke overheden en inlichtingendiensten voor deze mensenrechtenschendingen te berechten. Het onderzoek naar de betrokkenheid van de lidstaten gaat vandaag verder. Volgens het statuut van het Internationaal Strafhof in den Haag, zijn gedwongen verdwijningen, waar 'extraordinary renditions' vaak in resulteren, een misdaad tegen de menselijkheid. De Verenigde Staten erkennen het Internationaal Strafhof echter niet.

In deze Masterproef word de betrokkenheid van de Belgische staat in het 'renditions'- en geheime detentieprogramma van de CIA bestudeerd. Aan de hand van diverse bronnen (rapporten van NGO.s zoals Amnesty International, documenten van onze Europese instellingen,...) wordt getracht een beeld te schetsen van de Belgische rol in het CIA- programma. Dit onderzoek is een eerste verkennend onderzoek, dat vooral het onderwerp onder de mensen wil brengen en de omvang van deze problematiek wil duiden. Deze thesis toont ook aan dat we mensenrechten niet als vanzelfsprekend kunnen beschouwen. Mensen werden van straat geplukt en jarenlang vastgehouden en gefolterd. Hun familie wachtte vaak maanden, soms jaren, op nieuws over hun verdwenen familielid. Deze praktijk illustreert dat de rechten van duizenden mensen werden geschonden, terwijl de internationale gemeenschap toekeek. Verschillende mensen zitten vandaag nog steeds in een donkere cel te wachten op een eerlijk proces.

De angst voor het internationale terrorisme is vandaag niet minder dan tien jaar geleden, integendeel. Onze maatschappij is geëvolueerd naar een risicomaatschappij, waarin steeds meer verregaande maatregelen worden genomen, waaronder dit 'renditions'-programma, in de hoop zo tegemoet te komen aan het onveiligheidsgevoel van de burger. Het nemen van zulke maatregelen kan echter ook een omgekeerd effect hebben. Naast de angst voor het terrorisme, kan angst voor het buitensporig optreden van een staat ontstaan.