Berichtgeving over de Europa tijdens de eurocrisis: unity of diversity?

Jasper
D'hoore

 

Europa is en blijft een eliteproject

Kwaliteitskranten uit België en Nederland, die vaker door hoogopgeleiden worden gelezen, berichten meer en positiever over Europa dan de populaire kranten. De Europese Unie (EU) is nog steeds een eliteproject, zo blijkt uit onderzoek van Jasper D’hoore.

D’hoore, die net zijn master Journalistiek behaalde aan de Erasmushogeschool Brussel, analyseerde de EU-berichtgeving in de kwaliteitskranten De Standaard, Le Soir en De Volkskrant en de populaire kranten Het Laatste Nieuws, L’Avenir en De Telegraaf tussen 17 oktober en 18 december 2011. In die periode woekerde de eurocrisis in alle hevigheid.

Belgische kranten, zowel populaire als kwaliteitskranten, zijn uitgesproken pro-Europees, zo blijkt. Nederlandse kranten zijn dat veel minder, hoewel ze meer artikelen over de EU publiceren. Wie Het Laatste Nieuws, De Telegraaf of L’Avenir leest, krijgt minder Europees nieuws onder ogen dan wie De Standaard, De Volkskrant of Le Soir leest. Opvallend is dat Nederlandse kranten meer over Europa berichten dan Belgische kranten. De Nederlandse populaire krant De Telegraaf brengt ongeveer evenveel EU-nieuws als de Belgische kwaliteitskranten De Standaard en Le Soir.

Is de Europese Unie voor de Nederlanders dan geen eliteproject? Toch wel. Europa is niet de beste vriend van De Telegraaf, het meest gelezen dagblad van Nederland. De krant kant zich tegen verdere Europese integratie en heeft het niet zo begrepen op die ‘Brusselse rijkeluisclub’. Het Parlementarium, het bezoekerscentrum van het Europees Parlement, noemt de krant bijvoorbeeld een ‘hobbyhok’.

Uit eerder onderzoek blijkt dat hoe meer aandacht de pers aan Europa besteedt, hoe positiever mensen over Europa denken. Dat is toch zo als journalisten neutraal of positief over Europa berichten. Zijn ze vaker negatief over de EU, dan is de kans groot dat mensen die houding overnemen. Dat Nederlanders kritischer tegenover Europa en diens ‘hobbyhokken’ staan, staat in verband met de eurokritische houding van De Telegraaf.  Wie wie beïnvloedt – de kip of het ei-vraag – is daarbij niet duidelijk.

De gemiddelde Belg laat zich positiever uit over Europa dan de gemiddelde Nederlander en voor hun krant geldt hetzelfde. Geen enkele Belgische krant valt het Europese project aan. Sterker nog: zelfs het debat over welk Europa we willen, wordt zowel in Nederland als in België nauwelijks gevoerd.

‘Nochtans is het niet zo moeilijk om daar wat aan te doen’, stelt D’hoore. ‘Zo zouden kranten meer opiniemakers aan het woord kunnen laten die nadenken over welk Europa we nu eigenlijk willen. Een meer liberaal of sociaal Europa? Willen we de Verenigde Staten van Europa of net helemaal niet?’

D’hoore vindt dat kranten met koudwatervrees kampen als het over Europa gaat. ‘Zo heeft geen enkele van de onderzochte Belgische kranten nog een correspondent rond het Schumanplein. Op dat vlak kunnen ze een voorbeeld nemen aan de Nederlandse kwaliteitskranten.’

‘Dat de kranten, en zeker de populaire Belgische variant, niet goed weten hoe ze over Europa moeten berichten  is jammer’, meent D’hoore. ‘Want Europa is veel te belangrijker om het enkel aan politici en technocraten over te laten.’

 

Download scriptie (1003.19 KB)
Universiteit of Hogeschool
Erasmushogeschool Brussel
Thesis jaar
2012