Berichtgeving over BHV. Een vergelijking van Nederlandstalige en Franstalige nieuwsmedia.

Julie
Badisco

 

Belgische kranten bekvechten over BHV
Grote verschillen aan Vlaamse en Waalse zijde in communautaire berichtgeving
 
Nederlandstalige en Franstalige kranten verschillen sterk in hun berichtgeving over communautaire thema’s. Elke krant verdedigt de standpunten van de eigen taalgroep, en plaatst zich daarmee lijnrecht tegenover de andere kant van de taalgrens. Dat blijkt uit de masterproef van Julie Badisco.
 
In haar masterproef ‘Berichtgeving over BHV. Een vergelijking van Nederlandstalige en Franstalige nieuwsmedia’ nam Badisco de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde onder de loep. Ze ging na hoe een aantal Belgische kranten dat onderwerp weergeven en duiden, en vroeg zich daarbij af hoe sterk de kranten daarbij van elkaar verschillen.
 
Vier krantentitels vormden de basis van het onderzoek: De Standaard, Het Laatste Nieuws, Le Soir en La Dernière Heure. Uit die kranten werden alle artikels over Brussel-Halle-Vilvoorde geselecteerd uit de periodes juni, oktober en november 2007. Op die manier passeerden 278 artikels uit 80 kranten de revue. Het onderzoek volgde een ‘mixed methods’-design, wat wil zeggen dat alle krantenartikels zowel aan een kwantitatief als aan een kwalitatief onderzoek werden onderworpen. Zo probeerde de onderzoekster een totaalbeeld van de communautaire berichtgeving te creëren.
 
‘Madame non’
 
Het kwantitatieve deel van het onderzoek ging na hoe de artikels gepresenteerd werden in de verschillende kranten. Daarbij waren kenmerken als het paginanummer, de oppervlakte van het artikel en de gebruikte kop en foto van groot belang. In het kwalitatieve deel onderzocht Badisco of de artikels inhoudelijk sterk van elkaar verschilden. Dat deed ze door in de teksten te zoeken naar ‘framing devices’, elementen die journalisten gebruiken om bepaalde nieuwsfeiten extra te belichten en andere te negeren. Voorbeelden van ‘framing devices’ zijn metaforen, opvallend woordgebruik en stereotyperingen. Zo schreef Het Laatste Nieuws bijvoorbeeld heel vaak over ‘Madame non’ en stelde Le Soir Yves Leterme voor als Jack Bauer uit de serie 24, die voor de onmogelijke opdracht stond een bom te ontmantelen. Ook ‘menu’s van mogelijkheden’ en ‘vette vissen’ doken regelmatig op in de kranten.
 
Een opvallende vaststelling in de masterproef is dat Vlamingen en Franstaligen elkaar steeds volgens aloude patronen voorstellen. Zo portretteren de Nederlandstalige kranten de Franstaligen als imperialisten in de rand rond Brussel, die geen respect hebben voor de taal en de eigenheid van de Vlaamse regio. Franstalige kranten zien Vlamingen dan weer als communautaire radicalen die aansturen op de splitsing van het land.
 
Die opdeling is tekenend voor het algemeen discours dat de kranten aan beide kanten van de taalgrens hanteren. Elke krant vertegenwoordigt namelijk het standpunt van de eigen taalgroep en staat negatief tegenover de visie van de andere groep. Vaak besteden kranten zelfs geen aandacht aan de meningen aan de andere kant van de taalgrens, en als ze dat wel doen is dat op een erg summiere en karikaturale wijze, waarbij wordt benadrukt dat het om ‘het andere standpunt’ gaat. Zo geven Franstalige kranten meermaals aan dat ze de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde een onnodige eis van de Vlaamse zijde vinden en verklaren ze openlijk hun angst voor het einde van België. Nederlandstalige kranten schrijven hun artikels meer vanuit de nood aan een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde en een verdere staatshervorming, namelijk om het land goed te kunnen besturen.
 
De man in de straat
 
Dat er ook sterke verschillen bestaan tussen populaire en kwaliteitskranten, blijkt eveneens uit het onderzoek. Zo bieden kwaliteitskranten meer achtergrondinformatie, plaatsen ze meer kaderstukken en gebruiken ze meer grafieken dan populaire kranten. Kwaliteitskranten gebruiken die technieken om de feiten te duiden, waardoor ze zich een imago van degelijkheid kunnen aanmeten. Toch is dat imago relatief, omdat de geduide informatie selectief wordt aangehaald en dient om het standpunt van de krant en van de eigen taalgemeenschap kracht bij te zetten. Populaire kranten vertrekken veeleer vanuit een emotioneel standpunt. Zij hebben meer aandacht voor de bezorgdheid en het onbegrip van de man in de straat, gebruiken meer stereotiepen en hebben de neiging de feiten te dramatiseren. Dat gebrek aan analyse en duiding zorgt ervoor dat de artikels vaak los staan van hun context. Dat wekt bij de lezer het gevoel op dat politici postjespakkers zijn, die enkel aan zichzelf denken en niet inzitten met het belang van het land en de zorgen van de kleine man.
 
De verschillen tussen Nederlandstalige en Franstalige, en tussen populaire en kwaliteitskranten, zorgen ervoor dat de communautaire discussie in de Belgische media op twee niveaus gevoerd wordt. Dat is het algemeen besluit van de masterproef. De argumenten van het ene niveau sluiten die van het andere niveau niet per se uit, maar bereiken elkaar vaak gewoonweg niet. Daardoor spreken beide taalgroepen niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk een andere taal. De kranten zijn daar een perfecte uiting van.
 
Julie Badisco

Download scriptie (849.2 KB)
Universiteit of Hogeschool
Erasmushogeschool Brussel
Thesis jaar
2008