Allochtonen en media: verwachtingen en perceptie.

Wannes
Haghebaert

 

Waar zitten de Selahattin Koçaks?

 

Wanneer hebt u nog eens een allochtoon gezien op televisie? Zou het kunnen dat het van Selahattin Koçaks deelname in De Slimste Mens ter Wereld (één) geleden is? De SP.A-schepen uit Beringen met Turkse roots werd op een week tijd bekende Vlaming. En dat was groot nieuws. Terzelfdertijd bleek uit een onderzoek van Bart Meuleman en Jaak Billiet (Katholieke Universiteit Leuven) dat Vlamingen zich steeds meer bedreigd voelen door 'migranten'. De twee nieuwsfeiten hebben twee oude vragen van onder het stof gehaald: "Moeten allochtonen meer op het scherm?" en "Moet de beeldvorming van allochtonen in de media niet dringend bijgeschaafd worden?"

 

Allochtonen komen maar weinig aan bod in de mainstream media. Fictie of non-fictie, het beeld blijft meestal kleurloos. De allochtone gemeenschap vormt ongeveer 10% van de Belgische bevolking, dat ziet men niet aan de media-inhoud. De media zijn geen spiegel voor het veelvoud aan bevolkingsgroepen in onze samenleving. “Hele krantenpagina’s en reality-tv-programma’s worden gevuld met nietszeggende reacties en uitlatingen van de autochtone man uit de straat, maar bij het nuttigen van die informatie is het vruchteloos zoeken naar een vreemde(n)mening”, zegt journalist El Mabrouk.

 

Een probleem dat samenhangt met de onzichtbaarheid van allochtone burgers, is de onevenredige participatie op de werkvloer van de media. Als we allochtoon definiëren als iemand van niet-Europese origine, dan is slechts 1.7% van de Vlaamse mediawerkers allochtoon. Vlaanderen scoort hiermee nog lager dan het Europese gemiddelde (2-4%). De oorzaak van de onevenredige participatie ligt waarschijnlijk bij de ongelijkheid tussen allochtonen en autochtonen in opvoeding, onderwijs en selectieprocedures. De belangrijkste factor is wellicht dat allochtonen nergens, thuis noch op school, stimulansen krijgen. Bij sollicitaties in de media wegen taal en competentie zwaar door. Mediawerkers moeten in staat zijn een bruggetje te spannen met het publiek, luidt het. De media stellen vaak dat ze geen allochtonen vinden, noch als interviewee noch als journalist of acteur. Allochtone vertegenwoordigers vegen deze vaststelling van tafel.

 

Wanneer allochtonen wel eens aandacht krijgen in de media, gebeurt dat vaak op een stereotiepe en negatieve manier. De bevolkingsgroep heeft maar nieuwswaarde wanneer ze in verband gebracht kan worden met criminaliteit en samenlevingsproblemen. De foto van een hoofddoek, of een jonge herrieschopper is nooit ver weg. Het dagelijkse leven van allochtonen, en deskundigen van allochtone origine halen zelden of nooit de media. Daarenboven maken de media wel eens foutief gebruik van bepaalde begrippen. Zo haalt men de begrippen 'vreemdeling', 'migrant' en 'allochtoon' soms door elkaar, en spreekt men in negatief (terroristisch gelinkte) geladen woorden over de islam. Dit is de perceptie die allochtonen hebben over de berichtgeving over hen. Onderzoek naar beeldvorming bevestigt dit. En mediawerkers zelf geven toe dat allochtonen meer nieuwswaarde hebben als er zich incidenten voordoen.

 

De vrees bestaat bij allochtonen dat de berichtgeving in de media tot een negatieve beeldvorming leidt, en polarisatie veroorzaakt tussen allochtonen en autochtonen. Er wordt immers algemeen aangenomen dat de media een grote rol spelen in de percepties die burgers maken in de multiculturele samenleving. De media geven burgers informatie over de samenleving waarin ze leven. Wanneer allochtonen enkel op een stereotiepe en negatieve manier in beeld gebracht worden, is het waarschijnlijk dat een groot stuk van dit beeld blijft hangen bij de autochtone mediagebruiker. Vooral omdat de meeste autochtonen maar zelden in contact komen met allochtonen.

 

Daarenboven hebben de ondervertegenwoordiging en de negatieve stereotiepe beeldvorming ook een effect op allochtonen zelf. Allochtonen ervaren de ondervertegenwoordiging van hun bevolkingsgroep als een uitsluiting van het burgerschap. Ze voelen zich niet aanvaard. En ten gevolge van de negatieve en stereotiepe lading van de berichtgeving herkennen ze zich niet in de media. Men moet zich afvragen wat voor gevolgen dit heeft voor de bevolkingsgroep. Onderzoek wijst uit dat vooral allochtone jongeren af te rekenen hebben met moeilijkheden in hun identiteitsvorming. Ze balanceren tussen de Vlaamse cultuur en de cultuur van het land van herkomst van hun ouders. Nergens vinden zij een rolpatroon voor hun specifieke situatie. Er bestaat in de allochtone gemeenschap heel wat pessimisme over de wil tot initiatief van de media. Getuige daarvan is het succes van vele lokale allochtone radiozenders, maar ook van zenders uit de herkomstlanden.

 

In februari 2001 organiseerde de VRT samen met onder andere Het Forum van Etnisch-Culturele Minderheden (Minderhedenforum) een ontmoetingsdag rond het thema 'allochtonen en media'. Na afloop van het debat kwam de nood aan dialoog tussen etnische minderheden en media aan het licht. De conclusie uit dit debat was dat de moeilijkheden zich op twee fronten situeren. Ten eerste gaat het over de berichtgeving over en beeldvorming van allochtonen in de Vlaamse media, en ten tweede is er een probleem met de participatie van allochtonen in de media.

 

Wat is er ondertussen gebeurd? In 2003 heeft toenmalig Vlaams minister van Gelijke Kansen Mieke Vogels de cd-rom Gevestigde Waarden verspreid, een cd-rom met een handige lijst van allochtone deskundigen, naar analogie van ‘Zeg niet te gauw, er is geen vrouw’. In 2004 werd TrefMedia opgericht door het Minderhedenforum om antwoord te bieden op de vraag naar een structureel trefpunt rond ‘media en diversiteit’. De organisatie zet zich in voor een evenredige participatie en een accurate beeldvorming van etnisch-culturele minderheden in de mainstream media.

 

Op 26 april 2003 ondertekende gedelegeerd bestuurder Tony Mary van de VRT het Charter Diversiteit, waarin de omroep verklaart: "een afspiegeling te willen zijn van de diversiteit in de Vlaamse samenleving zowel in zijn programma's als op het vlak van zijn personeelsbestand; geen enkele vorm van discriminatie te dulden, zoals op grond van geslacht, etnische afkomst, levensbeschouwing, seksuele geaardheid, leeftijd of handicap; gelijke kansen te garanderen. Alleen kwaliteiten van mensen zijn doorslaggevend; en een belangrijke rol te willen spelen in het verder ontwikkelen van de identiteit en diversiteit van de Vlaamse samenleving. De omroep wil een belangrijke factor zijn voor sociale cohesie en integratie van alle individuen, groepen en gemeenschappen, en van een democratische en verdraagzame samenleving". De VRT, toen BRTN, voert al sinds 1988 een gelijkekansenbeleid. In het begin stonden vooral gelijke kansen voor vrouwen centraal. Maar vanaf 1992 is de omroep begonnen met een gelijkekansenbeleid tegenover allochtonen. Lang was dit voornamelijk op papier, maar sinds de oprichting van de Cel Diversiteit, in mei 2003, komt er duidelijk schot in de zaak. De Cel organiseert informatiedagen voor allochtone scholieren, en elk jaar krijgen vijf allochtonen een betaalde stage van zes maanden. Voor de sitcom Thuis helpt een divers allochtoon kijkerspanel het profiel van de allochtone personages Mo, Aïsha en Waldek aan te scherpen.

 

Ondertussen vraagt TrefMedia Vlaams minister van Media Geert Bourgeois om zich niet enkel op de VRT richten. Alle media moeten meegetrokken worden in het diversiteitsverhaal. VTM bijvoorbeeld heeft op de dag van vandaag nog geen diversiteitsbeleid. Ook productiehuizen moeten betrokken worden.

 

In 2005 is er nog lang geen sprake van diversiteit in de media. Dat Selahattin Koçaks (een Turkse Belg?) deelname aan een spelletjesprogramma groot nieuws is, is symptomatisch. Oplossingen zoeken is moeilijk. Maatregelen zoals het opleggen van quota's kennen geen draagvlak. Een multicultureel programma wordt dan weer van tafel geveegd door de VRT omdat doelgroeptelevisie niet in de beheersovereenkomst past. Ook deskundigen verkiezen diversiteit in de volledige programmatie boven zo een programma. Alleen mag dat geen reden zijn om ondertussen niets te doen. Ook allochtonen hebben behoeften als mediagebruikers, én burgers.

 

Het belangrijkste is dat allochtonen en mediawerkers met elkaar communiceren. Een netwerk zonder allochtonen is verouderd. En allochtone woordvoerders hebben er alle belang bij om mediatraining te volgen en vooral beschikbaar te zijn. "We vinden geen allochtonen", mag geen excuus zijn.

Download scriptie (505.58 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2005