Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.
Postfeminist Paradoxes: the Portrayal of Postfeminist Sensibilities in Postmodern Teen Drama Series Euphoria
Dit onderzoek bestudeert hoe hedendaags postfeminisme gerepresenteerd wordt in de controversiële tienerdramaserie Euphoria (HBO). Verder stelt het escapisme voor als nieuw postfeministisch thema.
In het debat rond woke ontstond polarisatie over 'wat er nog gezegd kan worden' door witte mensen over raciale en etnische diversiteit, en deze polarisatie lijkt samen te hangen met een generatiekloof.
From Western sourcing and postcolonialism in The New York Times to a cosmopolitan paper for the future? A quantitative study of “white” sourcing practices in The New York Times’ coverage on the war in Afghanistan
Deze thesis onderzocht welke bronnen The New York Times gebruikte voor haar verslaggeving over het Afghanistan-conflict na 9/11 en welke narratief hierdoor domineerde. Daarnaast werd ook naar de toekomst gekeken en werd nagedacht over hoe The New York Times (en media in het algemeen) de geïnternaliseerde westerse bias van zich kunnen losschudden. Dit met het doel om een globale vorm van journalistiek na te streven die op een structurele manier diverse - en dus niet enkel westerse - bronnen aanwendt.
How do Youth Parliamentarians Experience the Core Functions of Youth Parliaments? A Case Study of the Belgian Jeugd Parlement Jeunesse and Vlaams Jeugd Parlement.
Deze masterproef bestudeert het potentieel van twee Belgische jongerenparlementen, het Vlaams Jeugd Parlement en het Jeugd Parlement Jeunesse, om jongeren met de politiek te herenigen/verenigen.
Diversiteit is positief en moet worden omarmd. In onze diverse samenleving moeten we vertrekken van wat ons verbindt. Dit eindwerk geeft een antwoord op de onderzoeksvraag: “Waarom verandert er in de marketing- communicatiewereld nauwelijks iets ondanks goede intenties rond diversiteit en inclusie?”. Deze bachelorproef bevat tevens een handleiding om inclusieve communicatie te realiseren.
Deze scriptie presenteert een analyse van de intermedialiteit in Mantra (2001), geschreven door Rodrigo Fresán. Vervolgens bekijken we wat dit zegt over de impact van televisie op ons wereldbeeld.
Meesterproef over de Franse vertaling van Braziliaanse realia en toponiemen, racistische woorden en spreektaal afkomstig uit een Nederlandstalig reisverhaal. Studie gebaseerd op de gedeeltelijke vertaling van het boek 'Kannibalen in Rio' van Ineke Holtwijk. Scriptie en gedeeltelijke vertaling door Alessandro Vlerick.
We kunnen er niet om heen, de gewijzigde klimaatomstandigheden kan de mensheid leiden naar een ernstige crisissituatie. Verschillende studies hebben reeds aangetoond dat de vleesindustrie één van de belangrijkste bijdragers aan klimaatverandering is door de uitstoot van broeikasgassen, maar ook door ontbossing, bodemdegradatie, watertekorten en algemene milieuvervuiling. Ondanks de omvang van het probleem en het reeds bestaande bewijs van de milieu-impact van de productie van vlees en andere dierlijke producten, bestaan er relatief weinig wereldwijde en nationale beleidsmaatregelen die de milieueffecten van de vleesindustrie reguleren, en diegene die wel bestaan blijken in praktijk onvoldoende.Om effectief de weg naar een duurzame toekomst te banen moeten de problemen gerelateerd aan de productie van vlees en andere dierlijke producten dringend in acht genomen worden.
De vormgeving van boek zoals we het vandaag kennen, werd grotendeels ontwikkeld in de vroege zestiende eeuw, toen drukkers nieuwe manieren zochten om hun boeken aantrekkelijk te maken. Deze scriptie onderzoekt hoe de vormgeving in deze periode veranderde aan de hand van de casus van één drukkers: de Antwerpenaar Joannes Grapheus.
Theoretisch en praktisch onderzoek naar toepassing van waterweerstandsvermindering op scheepsrompen. Dit door toepassing van haaienschubbenstructuur, ribbelstructuur en micro-luchtbubbels.
Onderzoek naar de taalvoorkeuren en de taalattitudes van de inwoners van de Duitstalige Gemeenschap (DG) van België, waarbij het taallandschap als stimulus voor de interviews werd gebruikt.