Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

PARENTALE BURN-OUT VANUIT EEN SOCIAAL WERK PERSPECTIEF: KWALITATIEF ONDERZOEK NAAR DE BETEKENISGEVING VAN HET BEGRIP IN PRAKTIJKEN VOOR OPVOEDINGS- EN/ OF GEZINSONDERSTEUNING

Yasmine Espeel
Parentale burn-out wordt dikwijls vanuit een (ontwikkelings)psychologische invalshoek benaderd, waarbij onderzoek vanuit een sociaal werk perspectief schaars is. Dit onderzoek zet hierop in door het concept en zijn hoge prevalentie kritisch te bekijken en maatschappelijke tendensen die hierop een invloed uitoefenen in kaart te brengen. Verschillende medewerkers uit organisaties voor opvoedings- en gezinsondersteuning werden hiervoor bevraagd. Deze masterproef legde zowel implicaties voor de praktijk bloot als voor het beleid.

Een wiskundig drama

Robbe Calcoen
Wiskunde wordt als saai en moeilijk voorgesteld in de maatschappij. Om deze misvattingen weg te werken, zou drama ingezet kunnen worden binnen de wiskundeles. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen of dit mogelijk is en of dit het gewenste effect heeft.

Spelen op een kosteloze speelplaats: Een labyrintische omgeving om te experimenteren, genieten en dingen te ontdekken

De Visscher Anissa Martens Jetse
Een mondiale praktijkverkenning naar Tanzania gaf ons heel wat inzichten omtrent het gebruik van kosteloos materiaal op de speelplaats. De kernwoorden 'didactisch kosteloos materiaal - speelplaats -zelfstandig spel' staan dan ook centraal.

Teacher shortage, or rather a shortage of teachers of color?

Sander Hoeven
Een empirisch onderzoek dat tracht te achterhalen of 'het hebben van sociale impact' een motivator is, of kan zijn, voor Vlaamse jongeren met een migratieachtergrond om zélf leerkracht te worden - hetgeen onrustwekkend weinig gebeurt en daardoor talloze negatieve gevolgen voortbrengt.

Kleuters met weinig sociale wederkerigheid: van inzicht naar uitzicht (praktijkonderzoek in het ondersteuningsnetwerk Oost-Brabant)

Eleonora Tilkin-Franssens
Steeds meer kleuters worden bij het ondersteuningsnetwerk aangemeld met een (gemotiveerd) verslag type 9 of doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Het ondersteuningsnetwerk waar ik voor werk, is een inclusiemotor die tracht zoveel mogelijk kinderen binnen het gewoon onderwijs tot leren te laten komen binnen het draagvlak van de school.
In dit onderzoek wordt onderzocht hoe ondersteuners leerkrachten beter kunnen begeleiden bij het creëren van een klasomgeving waarin kleuters met weinig sociale wederkerigheid wel tot ontwikkeling kunnen komen en waarbij de leerkracht minder gevoelens van onmacht, stress en handelingsverlegenheid ervaart.
Door uit te zoeken hoe de normale ontwikkeling van een kleuter er uitziet op het domein van sociaal-emotionele ontwikkeling, sociaal-communicatieve ontwikkeling, taalontwikkeling en spelontwikkeling probeert dit onderzoek een manier te vinden om leerkrachten en ondersteuners meer inzicht in de ontwikkeling van hun specifieke kleuter te bieden. Vanuit dat inzicht wordt getracht om te komen tot een beter afgestemde omgeving, aanpak en aanbod naar de kleuter toe.
Dit onderzoek tracht hierbij een antwoord te geven op wat ondersteuners en leerkrachten nodig hebben om dit te kunnen verwezenlijken en wat het gevolg is van een korte interventie op de beleving van de band tussen de leerkracht en de kleuter.
Overkoepelende conclusies trekken was niet mogelijk, aangezien de steekproef te klein was. Er kan wel afgeleid worden dat het inzetten van ondersteuners om de ontwikkeling van het jonge kind beter te begrijpen een meerwaarde kan betekenen.
Daarnaast is het aanreiken van een manier om kinderen te observeren en zo hun ontwikkelingsniveau te bepalen in combinatie met het bepalen van hun beleving van en door anderen een manier om te weten te komen waar net op kan ingezet worden om hun ontwikkeling te stimuleren.
Het opstellen van kleine, haalbare activiteiten om aan de band tussen kleuter en leerkracht te werken terwijl er naar een duidelijk doel wordt toegewerkt, kan ondersteuners helpen om gerichter de leerkrachten te ondersteunen zodat de kleuter zijn/haar ontwikkeling ook wordt gestimuleerd buiten ondersteuningstijd.

De meerwaarde van meditatie bij de behandel- en herstelfase van kanker

Silke Duym Jolien Wieme Silke Duym Margot De Bruyn
De meerwaarde van meditatie bij de behandel- en herstelfase bij kanker. Bachelorproef geschreven in 2020-2021 door studenten ergotherapie.

Met de loep op onderzoek in de groene buitenruimte - Het kinderlabo in actie

Sarah Kestemont
Als kleuterleerkracht openstaan voor de ruimte die een kind nodig heeft om op onderzoek uit te gaan en vragen te stellen in de groene buitenruimte, blijkt soms makkelijker gezegd dan gedaan. Het is overduidelijk een proces waar je ook als professional in moet groeien.
Iedere kleuterleerkracht wil uiteraard die onderzoekende houding stimuleren bij deze leeftijdsgroep, maar meer dan anders betekent het afstappen van het traditionele uitwerken van thema’s en vooral durven openstaan voor het onbekende...

REBORN - Cocooning in karton

Katrien De Keyser
In deze bachelorproe is een tijdelijke noodwoning ontworpen voor slachtoffers van mensenhandel. De bewoner zelf heeft dankzij het ontwerp helemaal niet het gevoel in een noodwoning te wonen en verblijft in een ruimte die welbevinden, zelfredzaamheid en verbinding stimuleert. Het ontwerp nodigt uit tot cocooning zonder volledig afgescheiden te zijn van de wereld. Het geeft mensen maximale kans op een nieuwe toekomst.

Gelukkiger tijdens de middagmaaltijd? Laat kleuters participeren en verminder de wachttijd!

Célien Van Looy
Deze scriptie kadert binnen het thema warme en vlotte transities. Het onderzoek gaat meer specifiek over de micro-transitie van het reftergebeuren, met als focus het verhogen van het welbevinden van de kleuters tijdens het reftergebeuren. Dit door middel van participatie en het verkorten van de wachttijden.

Welbevinden van cognitief sterke leerlingen in het basisonderwijs. Bevindingen in gespecialiseerd lager onderwijs tegenover traditioneel onderwijs

Kathleen Vander Cruyssen
Er werd een online cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd naar het welbevinden bij 187 leerlingen in het Vlaamse basisonderwijs met een vermoeden of diagnose van hoogbegaafdheid en hun ouders.
Onderzoeksvraag: “Is het welbevinden van cognitief sterke leerlingen die naar een gespecialiseerde lagere school (GS) gaan hoger dan dat van vergelijkbare leerlingen in traditionele scholen?” Aanvullend werd het verschil onderzocht in een gewone school: zonder extra ondersteuning (GO), individueel aangepast moeilijker leeraanbod (IA), deeltijds les met ontwikkelingsgelijken (‘peer grouping’) (PG) en individueel leeraanbod met ook ‘peer grouping’ (IP). Ten slotte werden leerlingen die één of meer leerjaren overgeslagen hebben vergeleken met niet-versnelde leerlingen.
Deze studie toont d.m.v. ANOVA en contrasten grote en positieve effecten aan van ondersteuningsmaatregelen (GS+IA+PG+IP) aan cognitief sterke leerlingen (versus GO) op algemeen welbevinden (d=2.369), tevredenheid algemeen (d=2.819), dingen die je hebt (d=1.825), waar je goed in wil zijn (d=2.616), die je dagelijks doet (d=1.42), relaties (d=1.589)) en schools welbevinden (welbevinden (d=2.977), tevredenheid (d=2.72), betrokkenheid (d=2.472), sociale relaties (d=1.823), pedagogisch klimaat (d=2.906)) en prestaties op rekenen (d=2.638). Volgens de ouders gaat meer aandacht naar kennis verwerven (d=1.623), sociaal emotioneel welzijn (d=3.187), differentiatie en persoonlijke aanpak (d=5.369) en creativiteit (d=2.179) dan in andere scholen.
Wanneer cognitief sterke leerlingen in een gespecialiseerde school (GS) les volgen, zijn er bijkomende positieve en grote effecten tegenover ondersteuning in gewone school (IA+PG+IP) op totaal schools welbevinden (d=.983), schoolse tevredenheid (d=.98), betrokkenheid (d=.994), sociale relaties (d=2.177) en pedagogisch klimaat (d=.98). Op academisch zelfconcept, prestaties voor rekenen (d=-1.354) en begrijpend lezen (d=-1.048) is er een negatief effect (referentiegroep verschilt). Er gaat meer aandacht naar kennis verwerven (d=3.402), sociaal emotioneel welzijn (d=3.916), differentiatie en persoonlijke aanpak (d=3.464) en creativiteit (d=2.820).
Er werden geen significante verschillen aangetoond tussen leerlingen in een gewone school met beide maatregelen versus één maatregel (IP vs IA+PG) en tussen versnelde leerlingen versus niet-versnelde leerlingen.

Happy Instagram feed, happy life? De rol van fear of missing out in het verband tussen Instagram gebruik en psychische klachten bij jongvolwassenen in COVID-19 tijden

Nadia D'Haese
Als je nog niet over Instagram hebt gehoord, moet je wel onder een grot leven. Het is één van de meest bekende sociale medium die momenteel aanwezig is. Het draagt echter wel een negatieve reputatie wanneer het aankomt op het psychische welzijn van jongvolwassenen. Maar is het allemaal wel echt zo zwart-wit zoals we denken? En welke rol speelt FoMO hierin?

Op weg naar onderzoekend leren!

Laura Dupont
Onderzoekend leren speelt een steeds belangrijkere rol in het hedendaags onderwijs. De basisschool Guido Gezelle te Waregem had daarom de vraag om onderzoekend leren binnen te brengen in hun kleuterschool. Om dit te bereiken werd er een onderzoeksproject opgestart waarbij zowel de kleuterleerkrachten als de kleuters onderzoekend leren zelf konden ontdekken en ervaren. Binnen het project was er de uitdaging om in elke kleuterklas een eigen poppenkast te maken vanuit de ideeën van de kleuters, wat voor verrassende resultaten zorgde...

OUT IN FRONT? EEN ONDERZOEK NAAR ZICHTBAARHEIDSMANAGEMENT BIJ VLAAMSE HOLEBILEERKRACHTEN IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS.

yente vercauteren
Dit onderzoek bij Vlaamse holebileerkrachten in het secundair onderwijs gaat dieper in op hun betekenisgeving aan zichtbaarheidsmanagement.

Haast en spoed is zelden goed - Verpleegkundige methodieken om het welbevinden op spoed te vergroten

Leni Van Bastelaer Skrolan Van Doninck
Deze bachelorproef gaat in op drie domeinen die cruciaal zijn om het welbevinden van patiënten binnen de spoedgevallendienst te vergroten. Deze zijn wachttijden, empathie en communicatie. Voor elk van deze domeinen worden de knelpunten aangehaald, waarna oplossingen geboden werden die verpleegkundigen kunnen toepassen op de spoedgevallendienst. Als laatste worden er in deze bachelorproef twee prototypes aangeboden en uitgelegd die mogelijks implementeerbaar zijn in de praktijk om het welbevinden te vergroten. Zo werd er een informatiefilmpje gemaakt voor patiënten met mondelingen uitleg en bijhorende animatie over de wachttijden wanneer ze op de dienst worden opgenomen. Verder werden er twee posters verwerkt die het verpleegkundig personeel op de spoedgevallendienst sensibiliseren en hen tips en tricks aanleert om de communicatie en empathie te verbeteren. Zo wordt er gewerkt naar een groter welbevinden binnen de spoedgevallendienst.

Donorconceptie, een alternatieve vorm van gezinsvorming: De nood aan psychosociale begeleiding van (wens)ouders

Els Willaert
De beslissing over te gaan tot donorconceptie brengt heel wat vragen en uitdagingen met zich mee. Ook tijdens het opgroeien van het kind kunnen zich (nieuwe) vragen voordoen. Waar kunnen (wens)ouders en hun donorgezinnen terecht met al deze vragen? Fertiliteitscentra richten zich voornamelijk tot de (psychologische) begeleiding voor en tijdens de behandeling. Er lijkt dan ook nood te zijn aan en laagdrempelig expertisecentrum. Hier kan elke (wens)ouder en zijn donorgezin terecht tijdens elke fase van de gezinsuitbreiding en nog lang nadien. Binnen de begeleiding staat het (toekomstige) kind en zijn belangen centraal.

Horen, zien en praten. "Een gezinswetenschappelijke visie op hoe we het welbevinden kunnen bewaken/verhogen van zowel de nieuwe bewoner als zijn familie bij een verhuis naar een wzc"

Nyiraneza Callaerts
Deze scriptie behandelt de vraag: 'Wat dient te worden aangepast aan de benadering van een wzc naar een nieuwe bewoner toe en hoe kunnen we ervoor zorgen dat de kwaliteit van leven van die persoon gewaarborgd blijft of verhoogd wordt? Vanuit drie theoretische invalshoeken (zorgethiek, psychologie en sociologie) wordt getracht de onderzoeksvraag te verhelderen. Goede communicatie is de rode draad doorheen de scriptie, drie veranderingsstrategieën wordt beschrijven hoe de communicatie verbeterd kan worden.

De waarde van ervaren leraren in Brussel

Robin Van der Cammen
Door ervaren leraren uit de Brusselse context te bevragen, is er een brochure ontworpen die als doel heeft
startende leraren te ondersteunen bij de aanvangsbegeleiding. Via diepte-interviews, die zijn opgesteld
a.d.h.v. een literatuuronderzoek, wordt gericht bevraagd welke factoren ervaren leraren motiveren en hoe
deze startende leraren kunnen inspireren.

De Troubadours: ‘Welke strategieën kan een MO-leerkracht inzetten om moeilijkheden tijdens het vocaal musiceren in de eerste graad te verhelpen en de kwaliteit van het zingen te bevorderen?’

Martijn Storme Myrthe Van Steenlandt Jonas Van De Velde Martijn Storme
Een onderzoek naar de moeilijkheden die opduiken tijdens het vocaal musiceren in de eerste graad secundair onderwijs met als doel de kwaliteit van het zingen te bevorderen. Om dit te verwezenlijken maakten we een website vol concrete tips om succesvolle resultaten te boeken. Hiervoor gingen we ten rade bij allerlei vakexperts en verdiepten we ons in vakliteratuur. We finaliseerden dit onder de naam “De Troubadours” met als doel de zangproblemen in de klas op te lossen.

Measuring employment precariousness among platform-based food couriers in Brussels. A pilot study combining fieldwork with survey data.

Elief Vandevenne
De jobs van maaltijdkoeriers doen heel wat vragen rijzen: Zijn het nu werknemers of zelfstandigen? Behandelen de digitale platforms als Deliveroo, Take-Away en Uber-Eats hen rechtvaardig? En hoe zit dat met hun pensioen? Een term die binnen dat debat ook wel eens valt is ‘precariteit’. In deze studie wordt de mate van precariteit in hun jobs aan de praktijk getoetst.

Ouderschap en ontwikkeling van kinderen in niet-traditionele gezinnen.

Sanne Goossen
In deze systematic review willen we een overzicht geven van alle bestaande literatuur rond opgroeien in een niet-traditioneel gezin en hoe afwijken van traditionele gezinsvormen de (ervaren) opvoedingscompetentie, ouder-kindrelatie en het welzijn en de ontwikkeling van kinderen (fysiek, emotioneel en gedragsmatig) kan beïnvloeden.

Distance learning: how to improve students' wellbeing and learning progress

Amal El Harrak De Moor Emmy Van Ysacker Mabel Van de Perre Yannick
De coronacrisis trof vele sectoren, ook het onderwijs. Wij onderzochten de impact hiervan op de leerprogressie en het welzijn van leerlingen. Vervolgens ontwierpen we een tool die alle leerlingen, leerkrachten én ouders kan helpen tijdens afstandsonderwijs.

Ze heeft het zelf gezocht: de grijze zone van seksueel grensoverschrijdend gedrag vanuit genderrolperspectief

Marjan Suffys
Genderrolstereotypen spelen een belangrijke rol in de perceptie van toestemming, het kernelement in de strafbaarstelling van seksueel gedrag. Het begrip "toestemming" is echter complex en soms zeer dubbelzinnig, waardoor we ons in het vaarwater van een soort grijze zone bevinden waar toestemming niet altijd duidelijk aanwezig is en voor interpretatie vatbaar is. Aangezien bepaalde aspecten, zoals alcohol, ook de tolerantie voor seksueel geweld verhogen, probeert deze studie te beantwoorden of deze stereotypen dan samenhangen met factoren die de tolerantie verhogen voor meer ambigue vormen van seksueel geweld. In een online vragenlijst die aan studenten werd voorgelegd, werden enkele sociodemografische
kenmerken gevraagd, werd een genderschaal afgenomen en werden vijf vignetten gepresenteerd. In de vignetten werden kenmerken die de tolerantie voor seksueel geweld kunnen verhogen, willekeurig gevarieerd
en werd gevraagd hoe aanvaardbaar het scenario werd geacht. Op deze manier maakt de studie gebruik van een factorial survey design. Verschillende lineaire regressieanalyses werden uitgevoerd op
de dataset met behulp van SPSS. De resultaten tonen aan dat wie meer genderstereotiep denkt, meer
toleranter staat tegenover ambigue vormen van seksueel geweld. Bovendien is deze tolerantie groter wanneer het
vrouwelijk slachtoffer aandacht besteedt aan de man die haar probeert te verleiden en wanneer deze dubbelzinnige
vormen van aanranding in de huiselijke sfeer plaatsvinden. Deze aspecten maken de interpretatie van toestemming moeilijker en vaak wordt het verkeerd geïnterpreteerd. Daarom is het nodig aandacht te besteden aan de bewustwording van gendervraagstukken en van de verstrekkende gevolgen die genderstereotypering
kunnen hebben.

(On)zichtbaar autisme; Een eindwerk over autisme en over hoe dit sneller (h)erkend kan worden bij meisjes

Lien Van Hoydonck
In deze scriptie ben ik op zoek gegaan naar een antwoord op volgende onderzoeksvraag: 'Hoe kunnen we autisme bij meisjes sneller (h)erkennen?'. Ik bedacht deze vraag vanuit
mijn eigen interesse, ervaring en diagnose. Antwoorden vond ik in heel wat literatuur én in interviews met meisjes met ASS en een expert. Uit al die verzamelde informatie bleek dat ASS bij meisjes vaak moeilijker en later (h)erkend wordt, wat mede komt doordat zij goed kunnen camoufleren en compenseren. Dit kan wel degelijk tot problemen leiden. Hierdoor ging ik op zoek naar kenmerken waaraan we autisme kunnen herkennen. Eerst
schets ik een algemeen beeld, waarna ik dieper in ga op ASS bij meisjes. Het resultaat van deze bachelorproef is een ontwerp, zijnde een infoboekje, dat gebaseerd is op de
informatie uit mijn onderzoek. Dit boekje is bedoeld voor professionals en bij uitbreiding kan het ook relevant zijn voor iedereen die meer over ASS te weten wil komen in het
algemeen en/of over hoe dit zich specifiek kan uiten bij meisjes. Met dit ontwerp hoop ik bij te dragen aan een autismevriendelijkere wereld en een correcter, minder stereotiep beeld van ASS (bij meisjes).

Beeldend communiceren met anderstalige ouders

Emma Naudts
Dit onderzoek heeft als hoofdthema ‘taal in de kleuterklas’ en verdiept zich verder in de schriftelijke communicatie met anderstalige ouders. De ontwerpvraag luidde als volgt: hoe kunnen de leerkrachten ondersteund worden om de schriftelijke communicatie van de school aan te passen zodat de communicatie verstaanbaar en begrijpelijk overgebracht wordt naar alle ouders en zeker de ouders die de Nederlandse taal (nog) niet machtig zijn?
Hieruit ontstonden ook nog enkele deelvragen waar een antwoord werd op geformuleerd aan de hand van een schriftelijke bevraging, interviews, het bestuderen van de literatuur en het observeren en bevragen van een OKAN-leerkracht.
Het ontwerp van deze bachelorproef bestaat uit een pictogrammenlijst voor leerkrachten, een pictogrammenboekje met vertalingen voor de ouders en standaardsjablonen voor de brieven van de leerkrachten. Er zijn vijf verschillende standaardsjablonen waar de leerkrachten enkel nog de nodige informatie in moeten aanpassen met als thema’s: uitstap, meebrengen, informatie, uitnodiging en toneel. De lay-out van deze brieven is steeds hetzelfde om herkenbaarheid door uniformiteit te bekomen. De pictogrammenlijst en het pictogrammenboekje zijn met dezelfde structuur en pictogrammen gemaakt. Het enige verschil tussen de twee is dat de pictogrammenlijst enkel bestemd is voor de leerkrachten en uitsluitend digitaal beschikbaar is en het pictogrammenboekje vertalingen bevat in zeven verschillende thuistalen en voor de ouders op A5-formaat zal afgedrukt worden in zwart wit.
Het ontwerp werd getest door de leerkrachten en de directeur van de school. Beide waren zeer enthousiast over het ontwerp omdat het alle verwachtingen inlost. Ze zullen de standaardsjablonen en pictogrammen volgend schooljaar ook gebruiken in de hoofdschool. Hierdoor zal de school op een eenvoudige en voor de leerkrachten gemakkelijke wijze een duidelijke uniforme schriftelijke communicatie kennen die voor de ouders herkenbaar en begrijpelijk zal zijn.

Welbevinden bij jongeren met autisme op school en het gebruik van de Junior-auti-goed-gevoel vragenlijst

Elise Walschap
De slaagkansen op school van leerlingen met autisme zijn sterk afhankelijk van het autismevriendelijk leerklimaat. Het is dus belangrijk om na te gaan welke aspecten het gevoel van welbevinden van leerlingen met autisme op school of in de klas positief beïnvloeden. We ontwikkelden een instrument om tijdens een gesprek met de jongere na te gaan wat hem of haar een goed gevoel geeft op school of in de klas: de Junior-Auti-Goed-Gevoel vragenlijst. Deze vragenlijst is een aangepaste variant van de bestaande Auti-Goed-Gevoel vragenlijst van Autisme Centraal. De inhoud werd beter afgestemd op de doelgroep en op de specifieke schoolcontext.