Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Prestatiedruk op de werkvloer bij 18- tot 30-jarigen in HR-functies

Ianne Verbeke Julie Allemeersch Rebecca Demunter Charlotte Verckens
Prestatiedruk, het is iets waar bijna iedereen last van heeft. Hier lees je meer over de oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen.

"Zonder tolk is het onbegonnen werk." Een exploratieve studie naar het sociaal tolken in het OCMW Gent

Laura Robaey
Tolken slaan een brug tussen anderstaligen en medewerkers, maar vaak worden ze niet ingezet. Onterecht, want daardoor ontstaan misverstanden en een gebrekkige communicatie.

Anti-factcheckdiscours in Facebookreacties op factchecks van Vlaamse kwaliteitskranten

Eline Broeckx
Deze masterproef bestudeert de anti-factcheckkritiek van nieuwsconsumenten in de Facebookcomments onder factchecks van de Vlaamse kwaliteitskranten De Morgen en De Standaard.

Hoe staan burgers in Vlaanderen tegenover stemmen via het internet?: Een casestudie bij jonge, Vlaamse universiteitsstudenten

Loranne Janssens
Hoe staan burgers in Vlaanderen tegenover stemmen via het internet?: Een casestudie bij jonge, Vlaamse universiteitsstudenten

Tik tok, 18 op de klok!

Cipriana Hoekx
In deze bachelorproef zochten we via kwalitatief onderzoek een antwoord op de vraag: “Hoe ervaren 17-jarigen, die worden opgevolgd door het OCJ Brugge, de ondersteuning en voorbereiding op hun (zorg)traject naar volwassenheid?”.
Om onze onderzoeksvraag te beantwoorden en de doelstellingen te bereiken namen we tijdens de maanden maart en april 2022 interviews af bij 17-jarigen die opgevolgd worden door het OCJ Brugge.
Uiteindelijk bracht ons dit tot een tool en aanbevelingen om in te zetten in het werkveld.

Ik heb je geweld(dad)ig lief

Stien Van Damme
Aanbevelingen voor de aanpak van partnergeweld door politiediensten in Oost-Vlaanderen.

Inequality in scarcity: A quantitative study investigating unequal difficulties on the student housing market in Ghent

Sara-Lynn Milis
Een kwantitatief onderzoek naar de moeilijkheden die internationale studenten ondervinden tijdens de zoektocht naar een kot in Gent.

Met de hand op het hart, zo leer je reanimeren!

Leen Luts
Reanimeren in het onderwijs is een thema dat de laatste jaren meer en meer aan bod komt. Leerkrachten vinden het echter moeilijk om reanimatielessen te geven aan hun leerlingen. In dit Actie-Onderzoek is een basisles rond reanimatie ontworpen van waaruit leerkrachten kunnen vertrekken.

'De mondhygiënist: Een nieuwe (tot nu toe onbekende) essentiële zorgverlener binnen het interdisciplinair team bij personen met multiple sclerose'

Louise Fouyn Emma Pareng
Inclusie van de mondhygiënist in het interdisciplinair team bij personen met multiple sclerose. Effecten van deze aandoening op de (mond)gezondheid van de personen en hoe de mondhygiënist hierop kan inspelen.

Understanding the role of customer inertia in the B2B service context

Thomas Landuyt
Dit onderzoek herdefineert consumenteninertie in de B2B context van een unidimensionaal consturct tot een 3 dimensionaal construct. Dit onderzoek concludeert dat consumenteninertie kan voortvloeien uit gedragspatronen, cognitieve processen en affectieve attitudes van de klant.

Visualisatie en de Bevallingservaring

Louise Cremers
Visualisatie is een ontspanningstechniek die ingezet kan worden tijdens de zwangerschap en de bevalling. In deze paper wordt de werking van visualisatie en de invloed ervan op de bevallingservaring uitgediept.

Effect van de epidurale anesthesie op borstvoeding

Nisrine Amrani
Effect van de epidurale anesthesie op borstvoeding na een vaginale bevalling
Auteur: Amrani Nisrine
Interne promotor: Vermeulen Joeri
Externe promotor: Debonnet Serena
Introductie:
Het doel van deze bachelor proef is om na te gaan welk effect de epidurale anesthesie heeft
op de start van de borstvoeding na een vaginale bevalling. Het praktijkdeel richt zich op wat
de ervaringen zijn van zorgverleners die dagdagelijks met de materniteit in aanraking komen.
Methode:
Om dit literatuuronderzoek uit te voeren werd beroep gedaan op Pubmed en EhBIB Search.
De artikels werden op basis van abstractie en “levels van evidence” gekozen. Voor het
praktijkdeel werden er zes interviews afgenomen bij zorgverleners.
Resultaten:
Door de epidurale anesthesie te gebruiken als interventie op de baringspijn, zien we dat dit
een effect heeft op het opstarten van de borstvoeding. Eveneens gaat de epidurale anesthesie
ook de Fergussonreflex negatief beïnvloeden. De epidurale anesthesie in combinatie met
synthetische oxytocine gaat ook het gedrag van de pasgeborene beïnvloeden.
Discussie/besluit:
Om het effect van de epidurale anesthesie beter te begrijpen zouden er meer studies moeten
plaatsvinden. Ook is het niet altijd duidelijk of de gevolgen plaatsvinden omwille van de
epidurale anesthesie of door de synthetische oxytocine, die tegelijkertijd aanwezig is.
Sommige artikels spreken elkaar tegen of geven tegenstrijdige informatie.
Er wordt evenwel geconstateerd dat de epidurale anesthesie een effect zou hebben op de
start van de borstvoeding.

De kwalitatieve omgevingsvergunningverlening in Vlaanderen. Van ‘complex’ naar ‘harmonieus’ proces.

Annelies Maes
Het proces van de omgevingsvergunningverlening staat vandaag de dag erg onder druk.

Omgevingsambtenaren die de vergunningsaanvraag bestuderen en een advies voor het politieke beslissingsorgaan voorbereiden, krijgen steeds meer taken en verantwoordelijkheden op hun bord, en blijken stilaan ‘onvindbaar’ te zijn. Politici die in het kader van het ‘politiek dienstbetoon’ hun nuttigheid willen bewijzen als ‘veredelde maatschappelijk werker’ doorkruisen het besluitvormingsproces, wat een aanzienlijke impact heeft op de werking van de dienst Omgeving. En dan is er nog de burger die vindt dat alles té traag gaat… en verontwaardigt reageert wanneer zijn droomproject uiteindelijk niet wordt vergund.

In mijn masterproef ging ik op zoek naar de beslissende factoren die het ‘complex’ proces van de omgevingsvergunningverlening verklaren…. om finaal enkele aanbevelingen te formuleren die moeten toelaten om het ‘complex’ proces om te buigen tot een ‘harmonieus’ proces, waarbij onderlinge spanningen, frustraties en teleurstellingen in hoofde van ambtenaren, politici en derden voortaan tot een ver verleden behoren.

Doelmatigheidsbeleving en attitudes ten aanzien van inclusief onderwijs.

Annelies De Meulenaere
De voordelen van inclusief onderwijs voor leerlingen met een beperking, maar ook voor hun medeleerlingen en de maatschappij, zijn groot. Aan de hand van een enquête werd nagegaan hoe student-leraren hiernaar kijken en hoe zij hun capaciteiten inschatten. Op basis van de resultaten werd een brochure gemaakt, om beginnende leraren met veel positiviteit en zelfvertrouwen op weg te zetten.

Naar een geïntegreerde aanpak van het vak MEAV - Van disclaimer naar schoolvoorbeeld

Free Dries
Met dit onderzoek wordt er onderzocht hoe het vak MEAV geïntegreerder aangepakt kan worden en wat de voordelen daarvan zijn. Dit werd aan de hand van een bevraging bij de huidige MEAV leerkrachten onderzocht. Er werd ook een aanvullende literatuurstudie gedaan om de meerwaarde van artistieke vorming in dit vak te onderzoeken. Ten slotte bevat de thesis een uitgewerkt voorbeeld van een MEAV les volgens een geïntegreerde aanpak.

Fact or fake? Een kwantitatief online survey onderzoek naar het vertrouwen in online nieuwsberichten

Stephanie D'haeseleer
The question of what constitutes truth today is in debate. In particular, young people seem to have difficulties in verifying the information they encounter online. The digitization means an increasing prevalence of fake news on digital media platforms. This becomes a problem because research has shown that young people mainly consume news that they find online. Fake news raises questions concerning the extent to what young adults trust news online. With this in mind, this master’s thesis focuses on: ’What role do fake news production and dissemination have on trust in news on digital media platforms among Flemish young adults?’

In the literature review, the context is given in which fake news could occur. Understanding this media phenomenon has become more important because denoting everything as fake news can cause potential implications such as damage to the reputation of people, obscuring public debate, or influencing political decisions.

For this master’s thesis, an online quantitative survey was conducted. The attitude of 279 respondents aged between 18-34 in Flanders was measured by a multiple regression analysis. The results show that age and social media contacts play a significant role in the trust of young adults in online news.

Furthermore, the study finds significant correlations between social media features and trust in online news as well as between trust and the extent they interact with online news.

Discriminatie en vertrouwen van de LGBTQ+-community in de politiek: een internationaal perspectief

Krusha Mae Timmermans
Er is weinig informatie over de LGBTQ+-community en hun politiek vertrouwen. Meer specifiek is er weinig tot geen onderzoek gedaan naar de vraag of hun politiek wantrouwen wordt beïnvloed door de discriminatie die zij ervaren. Deze masterproef analyseert de mogelijke verschillen tussen het politiek vertrouwen, de discriminatie en de politieke participatie van de Belgische en de Hongaarse LGBTQ+-community, en of deze met elkaar verband houden. Uit de analyse van de ESS-enquêtegegevens blijkt dat dat niet het geval is voor al deze factoren. Discriminatie en politiek vertrouwen correleren over het algemeen wel, maar dat lijkt niet hetzelfde te zijn voor discriminatie en politiek vertrouwen van de Belgische en Hongaarse LGBTQ+-gemeenschap specifiek. Deze thesis laat zien hoe de LGBTQ+-community duidelijk niet kan worden veralgemeend naar andere minderheidsgroepen. Deze masterproef bevordert inzicht in hoe politiek wantrouwen, specifiek voor de LGBTQ+-community, kan voortkomen uit verschillende situaties en ervaringen, niet alleen uit de discriminatie die zij ervaren.

Nee is Nee

Dahlia De Winter Jana Dekeyser Febe Janssens Iggy Vancraeyveldt Laïsa Wyseur Manon Cloet Laura Platteeuw Axana Thybaut
Ons eindrapport gaat over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Hier zijn we aan de slag gegaan met literatuurstudie, kwalitatief onderzoek en het uitwerken van de toolbox.

Zelfmanagement bij hartfalen

Sophie Geens
Hartfalen is een klinisch syndroom waarbij de pompfunctie van het hart van de patiënt tekort gaat schieten. Door de vergrijzing van de bevolking zal de prevalentie van deze aandoening alleen maar stijgen. In België lijdt naar schatting 4% van de bevolking hieraan. Er lijden 200.000 mensen aan hartfalen. De levenskwaliteit zal dalen op verschillende vlakken, zowel op het sociale aspect als op het psychisch en lichamelijke aspect. Leefstijlinterventies zijn cruciaal om de impact van hartfalen op het dagelijkse leven en complicaties van de ziekte te verminderen. Deze interventies gaan over de inname van medicatie, het aanpassen van de voeding en het opvolgen van het gewicht. Bij therapieontrouw van medicatie gaan de klachten verergeren. Als de patiënt zich niet houdt aan de vochtbeperking, zal de vochtretentie en stuwing niet minderen. De lichamelijke activiteit gaat zorgen voor een betere inspanningstolerantie. Het is van groot belang dat de kortademigheid en de vermoeidheid afnemen. Er moet ingezet worden op therapietrouw van zowel medicatie als dieet. Vaak is dit voor patiënten zeer complex en gebeuren hier regelmatig fouten op. Dit kan verklaard worden doordat in de medische zorg de focus ligt op de farmacologische therapieën in plaats van op het ondersteunen van de patiënten bij gedragsverandering.

Vraagstelling: Literatuurstudie naar hoe zelfmanagement bij patiënten met hartfalen in de thuissituatie door eerstelijnsverpleegkundigen bevorderd kan worden.

Zoekstrategie: Tussen 4 oktober en 7 mei werd er een literatuurstudie uitgevoerd met behulp van volgende gecomputeriseerde databanken: PubMed, UpToDate, Google Scholar, Nature, ScienceDirect en Springerlink. De zoektocht leverde in totaal 41 artikels op waaronder 26 reviews, 5 richtlijnen, 1 secundaire kwalitatieve analyse, 1 kwalitatieve studie en 8 tijdschriften.

Resultaten: Uit een literatuurstudie is gebleken dat mHealth-apps een positieve invloed hebben in de eerstelijnszorg, de zorgkosten en de levenskwaliteit. Patiënten gaan op een actievere manier hun gezondheid in eigen handen nemen. Zelfmanagementgedrag wordt beïnvloed door de leeftijd, de comorbiditeit, de functionele/emotionele en economische status. Het prototype HeartCheck wil de competenties van de zorgvragers verhogen door op verschillende factoren in te spelen. Deze competenties gaan over communicatie, aandacht voor de mentale en fysieke toestand, adaptatie aan ziektesymptomen en integratie in de maatschappij. Wederzijds vertrouwen tussen de patiënt en zorgverlener is hierbij essentieel.

Conclusie: Zonder effectief management zal de levenskwaliteit van de patiënt met hartfalen verslechteren. Voor de zorgverleners bieden mHealth-interventies de mogelijkheid om bijwerkingen te monitoren en verbeterpunten te identificeren. Ook de vrijheid en draagbaarheid van mobiele apparaten bieden een enorm potentieel aan patiënten en zorgverleners. Er kan gesteld worden dat gepersonaliseerde zorg door de app een meerwaarde vormt voor patiënten met hartfalen binnen een bestaand zorgplan. Elke patiënt heeft specifieke zorgvragen die niet alleen bepaald worden door de mate van de ernst en het type van HF maar ook door de individuele vaardigheden en context van de patiënt.


Academisch optimisme door de bril van de attributietheorie

Ruben Vanrusselt
Kwalitatief onderzoek naar de manier waarop leerkrachten een hoge of lage mate van academisch optimisme verklaren en hoe zij deze oorzaken attribueren.

Een concrete en werkbare visie voor DiverGENT die betekenis geeft aan het leren van onze inclusieve leerling

Julie Van Hoorde
In onze organisatie vernieuwen we samen de visie naar een concrete én doorleefde visie volgens de richtlijnen van schoolontwikkeling. Ons veranderingsproces kan een voorbeeld zijn voor wie zoekt naar een meer inclusieve en diversiteitgerichte visie voor zijn organisatie.

Kleuters met weinig sociale wederkerigheid: van inzicht naar uitzicht (praktijkonderzoek in het ondersteuningsnetwerk Oost-Brabant)

Eleonora Tilkin-Franssens
Steeds meer kleuters worden bij het ondersteuningsnetwerk aangemeld met een (gemotiveerd) verslag type 9 of doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Het ondersteuningsnetwerk waar ik voor werk, is een inclusiemotor die tracht zoveel mogelijk kinderen binnen het gewoon onderwijs tot leren te laten komen binnen het draagvlak van de school.
In dit onderzoek wordt onderzocht hoe ondersteuners leerkrachten beter kunnen begeleiden bij het creëren van een klasomgeving waarin kleuters met weinig sociale wederkerigheid wel tot ontwikkeling kunnen komen en waarbij de leerkracht minder gevoelens van onmacht, stress en handelingsverlegenheid ervaart.
Door uit te zoeken hoe de normale ontwikkeling van een kleuter er uitziet op het domein van sociaal-emotionele ontwikkeling, sociaal-communicatieve ontwikkeling, taalontwikkeling en spelontwikkeling probeert dit onderzoek een manier te vinden om leerkrachten en ondersteuners meer inzicht in de ontwikkeling van hun specifieke kleuter te bieden. Vanuit dat inzicht wordt getracht om te komen tot een beter afgestemde omgeving, aanpak en aanbod naar de kleuter toe.
Dit onderzoek tracht hierbij een antwoord te geven op wat ondersteuners en leerkrachten nodig hebben om dit te kunnen verwezenlijken en wat het gevolg is van een korte interventie op de beleving van de band tussen de leerkracht en de kleuter.
Overkoepelende conclusies trekken was niet mogelijk, aangezien de steekproef te klein was. Er kan wel afgeleid worden dat het inzetten van ondersteuners om de ontwikkeling van het jonge kind beter te begrijpen een meerwaarde kan betekenen.
Daarnaast is het aanreiken van een manier om kinderen te observeren en zo hun ontwikkelingsniveau te bepalen in combinatie met het bepalen van hun beleving van en door anderen een manier om te weten te komen waar net op kan ingezet worden om hun ontwikkeling te stimuleren.
Het opstellen van kleine, haalbare activiteiten om aan de band tussen kleuter en leerkracht te werken terwijl er naar een duidelijk doel wordt toegewerkt, kan ondersteuners helpen om gerichter de leerkrachten te ondersteunen zodat de kleuter zijn/haar ontwikkeling ook wordt gestimuleerd buiten ondersteuningstijd.

“Nee, ik hoor niet bij op school” Noden en ervaringen van ex-OKAN-leerlingen over ‘self-confidence’ en psychosociaal welzijn in het eerste reguliere schooljaar

Derrick Agyemang
Het psychosociaal welzijn en ‘self-confidence’ van anderstalige leerlingen in hun eerste schooljaar krijgt weinig aandacht in het onderwijs. Van deze jongeren verwacht men dat ze zich aanpassen aan de nieuwe schoolsituatie waarin men terecht komt en zullen presteren. Maar scholen vergeten dikwijls dat deze jongeren met verschillende, soms traumatische ervaringen naar België komen die niet verwerkt zijn in OKAN. Dit heeft dan mogelijk een effect op hun zelfvertrouwen, waardoor ze zich niet goed voelen of niet het gevoel hebben erbij te horen en dit dan mogelijk een impact heeft op de academische prestaties. Dit proces wordt bemoeilijkt door de sociale uitsluiting waarmee veel anderstalige jongeren geconfronteerd worden in hun eerste schooljaar in de vervolgschool.

Het doel van dit onderzoek is achterhalen hoe ‘self-confidence’ en psychosociaal welzijn op school ondersteund kan worden. Van daaruit kunnen suggesties gedaan worden hoe scholen deze jongeren kunnen benaderen, vooral in hun eerste schooljaar in de vervolgschool. Door het gebruik maken van een semigestructureerd interview wordt getracht mogelijke antwoorden te vinden wat de noden zijn van deze jongeren. Op grond van de informatie die verkregen is, wordt een brochure gemaakt voor scholen en meer bepaald hoe leerkrachten deze elementen van ex-OKAN-leerlingen kunnen ondersteunen. De participanten (ex-OKAN-leerlingen) worden gerekruteerd op KTA OKAN Brugge.

Uit dit onderzoek blijkt dat de overgang qua schoolervaring van moederland naar België soms onzekerheden met zich meebrengen bij nieuw ingestroomde ex-OKAN-leerlingen. Het verschil tussen het schoolsysteem kan ervoor zorgen dat ze twijfels krijgen over hun eigen bekwaamheid. Ook speelt het Nederlands een rol bij de schoolse omgang met klasgenoten en leerkrachten. Ze vertellen dat ze vaak niet te durven praten omdat ze uitgelachen worden om hun Nederlands. Daarnaast geven ze aan dat ze soms het gevoel hebben er niet bij te horen omdat leerkrachten soms dialect spreken in de les en geen rekening houden met hen. Er werd ook over hun traumatische gebeurtenis, de last en de verwerking ervan gepraat. Zo vertellen de meeste participanten dat ze geen vertrouwensgevoel hebben in de vervolgschool en dat ze het gevoel hebben niet terecht te kunnen op school voor hulp.

The relationship between daily job crafting and daily intrinsic motivation among app-workers

Otto Rommens
De verregaande integratie van technologie in platformorganisaties maakt de top-down verrijking van het werkontwerp uitdagend en beperkt bijgevolg de mogelijkheden om werknemers intrinsiek te motiveren. Daarom onderzocht deze masterproef de relatie tussen dagelijkse job crafting (d.w.z. dagelijkse taak, dagelijkse relationele, dagelijkse cognitieve, en dagelijkse tijd-ruimtelijke job crafting) en dagelijkse intrinsieke motivatie door dagelijkse jobverrijking, aan de hand van een algemene vragenlijst en een vierdaagse dagboekstudie (N = 196 dagen genest binnen 51 individuen). Daarnaast onderzochten we of de persoonlijke behoefte aan groei en ontwikkeling van platformwerkers het effect van dagelijkse jobverrijking op dagelijkse intrinsieke motivatie modereerde.

Circus Therapy: Research into the use of Circus as a Therapeutic Medium in Child and Adolescent Psychiatry.

Victoria Pompe
Kan circus gebruikt worden als therapie? Wat houdt dat in en waar schuilt de therapeutische waarde?