Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.
TikTok food Influencers voor voedselgeletterdheid promotie?
Jongvolwassenen (18-25) consumeren veel berichten over eten en voeding op sociale media, met name op TikTok. Dit onderzoek richt zich op bron- en boodschapkenmerken van de effectiviteit van een food influencer in het bevorderen van voedselgeletterdheid bij jongvolwassenen. Meer specifiek ligt de focus op brondeskundigheid als bronkenmerk en instructies in receptvideo's als boodschapkenmerk. Een between-subjects experiment met een 2 (expert food influencer vs non-expert food influencer ) x 2 (TikTok receptvideo met instructies vs zonder instructies) design werd uitgevoerd. In totaal namen 242 Vlaamse jongvolwassenen deel aan het experimentele onderzoek. De resultaten tonen aan dat hoewel deskundige food influencers niet direct effectief waren in het bevorderen van voedselgeletterdheid en post engagement, ze wel als geloofwaardiger werden ervaren dan de niet-deskundige food influencer. Deze geloofwaardigheid van de bron bleef leiden tot een hogere intentie om gezond voedsel te kiezen en om de receptvideo leuk te vinden, te delen, te taggen, op te slaan en de influencer te volgen. Bovendien bleken instructies in receptvideo's op TikTok effectief te zijn in het bevorderen van voedselgeletterdheid en postbetrokkenheid. Deze bevindingen kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van effectieve communicatiestrategieën gericht op het bevorderen van voedingsvaardigheden onder 18- tot 25-jarigen.
Dit onderzoek verkent de implicaties van het drie-kind beleid van China voor gendergelijkheid en vrouwenemancipatie, waarbij de vorige vooruitgang die is geboekt met het één-kind beleid wordt erkend.
Experiences of group voice training in gender diverse people: a qualitative study / Ervaringen van logopedische groepstraining bij genderdiverse personen: kwalitatief onderzoek
Deze scriptie onderzoekt de ervaringen van genderdiverse personen die deelnemen aan logopedische groepstraining. De resultaten tonen aan dat de sociale aspecten van de training belangrijk zijn voor de deelnemers, die een gevoel van solidariteit en medeleven ervaren. Feedback van therapeut en mededeelnemers wordt gewaardeerd, maar sommige deelnemers ervaren voorafgaand aan de sessies stress en hebben behoefte aan duidelijke informatie over het verloop van de groepssessie. Praktische zaken zoals groepsgrootte en trainingsomgeving beïnvloeden het comfort van de deelnemers. Over het algemeen heeft logopedische groepstraining een positieve invloed op het welzijn van genderdiverse personen en bevordert het acceptatie, solidariteit en zelfvertrouwen. Deze scriptie benadrukt de relevantie van praktische overwegingen en de combinatie van individuele en groepstraining, en suggereert mogelijkheden voor toekomstig onderzoek om de training aan te passen aan de behoeften van deelnemers, en uiteindelijk ook langetermijnresultaten te verkennen.
Queer Dwelling. Mapping as a critical tool for analysing queer home-making and challenging hetero-normative dwelling cultures in Flanders and Brussels.
Deze thesis onderzoekt mapping als kritisch instrument om queer home-making te analyseren en in welke mate queer home-making heteronormatieve woonculturen in Vlaanderen en Brussel uitdaagt. Door acht queer huishoudens in kaart te brengen, wil deze thesis een bijdrage leveren aan architectuuronderzoek door inzicht te verschaffen in de manier waarop queer mensen met diverse intersectionele identiteiten (t)huis maken.
Tijdens deze bachelorproef werd onderzoek gedaan naar welk beeld de wereldbevoking heeft over het verpleegkundig beroep. Er werd gekeken of er nood is aan promotie en op welke manier dit best gebeurd. Als laatste werd een eigenhandig promotiefilmpje gemaakt.
Berekening van reactiekrachten in het schoudergewricht bij gebruikt van een exoskeleton. Deze krachten zijn berekend via een musculoskeletale modelering software, en dit voor 3 gevallen: geen assistentie, assistentie via kracht en assistentie via een koppel.
Als eindproduct van deze bachelorproef werd er een kinderboek uitgewerkt. Dit product is een hulpmiddel dat ingezet kan worden als een aangepaste en kindvriendelijke informatiebron voor de voorbereiding van 6 tot 8 jarige kinderen op het MRI-proces. Het doel is om stress en angst
te verminderen door een goede voorbereiding aan te bieden. Zo wil men ook het sederen bij kinderen verminderen voor de afname van een MRI. Het boek telt in totaal 15 pagina’s, waarin het volledige proces wordt uitgelegd en afgebeeld aan de hand van tekeningen.
Voor de uitwerking van het boek werd er in de eerste plaats informatie verzameld over de doelgroep en over de procedure van een MRI-onderzoek. Om een beter beeld te krijgen over het proces van een kind in de praktijk, vonden er een aantal observatiemomenten plaats.
Beperkt onderzoek aangevuld met literatuurstudie rond pathogenen aanwezig bij een specifieke kolonie vleermuizen, met doel hen in te zetten als insectenbestrijders in varkensstallen met buitenbeloop.
Vanuit deze invalshoek ontwierp ik een spel – ‘Veilig thuis!’ – ‘Bonne route!’ – ‘Get home safe!’ – dat ik inzet als instrument om te sensibiliseren, ruimte te geven aan persoonlijke ervaringen en voornamelijk het gesprek aan te gaan met elkaar om verschillende ruimtelijke situaties te analyseren en vergelijken. Het spel maakt het mogelijk om zelf -als architect- geen bepaalde normen of ideeën op te leggen maar eerder een hand toe te reiken aan de spelers.
Vanuit deze invalshoek ontwierp ik een spel – ‘Veilig thuis!’ – ‘Bonne route!’ – ‘Get home safe!’ – dat ik inzet als instrument om te sensibiliseren, ruimte te geven aan persoonlijke ervaringen en voornamelijk het gesprek aan te gaan met elkaar om verschillende ruimtelijke situaties te analyseren en vergelijken. Het spel maakt het mogelijk om zelf -als architect- geen bepaalde normen of ideeën op te leggen maar eerder een hand toe te reiken aan de spelers. Ik zet in op participatie
Via een methodologie van herinneringseducatie wordt via een literatuuronderzoek naar de geschiedenis van roofkunst een concreet voorstel geformuleerd met vakoverschrijdende lesinhouden voor de sleutelcompetenties burgerschap, historisch bewustzijn en vooral cultureel bewustzijn en expressie.
Een onderzoek naar de digitale nalatenschap. Voornaamste focus van deze masterproef was gericht op de vraag of het Belgisch recht in staat is om over te gaan tot een efficiënte afwikkeling van deze nieuwe nalatenschap. De wetgever lijkt op vandaag verschillende mogelijkheden te hebben om het recht aan te passen.
Het stimuleren van patroonvaardigheden bij kleuters is belangrijk, omdat dit een basis vormt voor hun wiskundige ontwikkeling. Recent onderzoek stelt voor om verder te onderzoeken of een combinatie van patroonactiviteiten en -prentenboeken de patroonvaardigheden van jonge kinderen beter stimuleert, dan wanneer enkel patroonprentenboeken worden voorgelezen. Deze masterproef heeft als doel om na te gaan of het dialogisch lezen van patroonprentenboeken in combinatie met patroonactiviteiten een effectieve manier is om de patroonvaardigheden van kleuters te stimuleren en in het bijzonder de uitdagendere patroonvaardigheden.
Deze thesis onderzocht op welke leeftijd en op welke manier meisjes het best in contact gebracht worden met techniek en wetenschap. Hiervoor werd een gezelschapsspel ontwikkeld met de bedoeling om meisjes warm te maken voor een technische opleiding of een technisch beroep.
We onderzoeken hoe wetenschappelijk bewijs van het verband tussen drivers van klimaatverandering en de impact en schade die ze veroorzaken, vertaald wordt naar juridisch bewijs van causaliteit in de rechtzaal. De wetenschap is in staat is om met hoge betrouwbaarheid causale verbanden aan te tonen. Samen met nieuwe juridische benaderingen vergroot dat de kansen op succes voor eisers in klimaatzaken.
Deze scriptie bundelt de bestaande literatuur over het Jackiw-Teitelboim zwaartekrachtmodel, met een bijzondere focus op de groepentheoretische behandeling. Deze achtergrond dient als basis voor een alternatieve beschrijving van de kwantumoplossingen van zwarte gaten, evenals de incorporatie van supersymmetrie in deze context.
De studie focust zich op functionele en moleculaire karakterisatie van de interactie tussen MeCP2 en LEDGF. Dit eiwitcomplex heeft een invloed op de LINE-1 retrotranspositie. Retrotranspositie is een proces waarbij een DNA-fragment zich verplaatst naar een andere locatie in genoom en bij een niet correcte regulatie van dit proces, kan dit de oorzaak zijn van verschillende aandoeningen.
De juridische bescherming van het ongeboren kind dat dreigt op te groeien in een verontrustende situatie: een zoektocht naar een evenwichtige, mensenrechtelijke regelgeving.
In deze masterproef werd concreet onderzocht welke mensenrechtelijke aspecten in het gedrang komen wanneer de reproductieve rechten in het kader van de menselijke voortplanting wettelijk beperkt zouden worden en welke alternatieve maatregelen het Belgische recht eventueel kan bieden om het leven van het ongeboren kind te beschermen, indien de ouder zijn belangen verwaarloost.
Derhalve werden eerst de reproductieve rechten in het kader van de menselijke voortplanting bestudeerd, waarna de eventuele beperkingsmogelijkheden van deze rechten nader onderzocht werden. Daarenboven werden ook de eventuele knelpunten van de huidige wetgeving om een ongeboren kind te beschermen, doorgelicht. Afgesloten werd uiteindelijk met de vraag hoe de prenatale kinderbeschermingsmaatregelen in de huidige Nederlandse wetgeving vormgegeven zijn.
Dit onderzoek verkent een aantal filosofische, literaire en theologische concepten in relatie tot het christelijk atheïsme, met een focus op Kant, Reve en Žižek. Het betoogt dat geloof in een dode, eenzame God essentieel is voor betekenisgeving en ethiek. Kant's ideeën worden gebruikt om de verhouding tussen God en ethiek te begrijpen, en concludeert dat de christelijke atheïst God moet erkennen in Zijn onwetendheid om betekenis en verantwoordelijkheid te behouden.
Dit artiekel verkent de fascinerende inzichten over gravitatiegolven en gravitationele lenzing veroorzaakt door cluster van sterren, gelijkaardig aan onze zon. Uit dit onderzoek blijkt dat gravitationele lenzing het geobserveeerde signaal van gravitatiegolven kan versterken.
In dit onderzoek werd voor het eerst Equine-Assisted Therapy (EAT) onderzocht als behandeling voor kinderen met leerstoornissen, aangezien de therapievorm in de praktijk al aangeboden en aangeraden wordt zonder enige wetenschappelijke onderzoek naar de effectiviteit ervan bij deze kinderen. Resultaten suggereren gemengde invloed op zelfregulatie en sociaal-emotioneel functioneren, maar geen significante verbeteringen in zelfconcept en executief functioneren. Het benadrukt het belang van meer rigoureus effectiviteitsonderzoek en voorzichtigheid bij het aanbevelen van EAT als behandeling voor leerstoornissen bij kinderen.
Grensoverschrijdend gedrag: een probleem van werknemer of werkgever? Een onderzoek naar het beleid van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer van de zorgsector
Deze scriptie handelt rond het beleid van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer binnen de zorgsector. Nog steeds worden te veel medewerkers geconfronteerd met dergelijk gedrag. Hierbij dient het beleid binnen de instelling te worden uitgebreid. Deze scriptie geeft, weliswaar op kleine schaal, een eerste aanzet tot grote veranderingen.
Weefseltechnologie is de wetenschap die zich onder andere bezighoudt met het maken van nieuwe weefsels. In de thesis van Lara Pottie wordt een nieuw model, het ei-model, verder uitgewerkt om dit te kunnen toepassen in de weefseltechnologie.
Stilte en geluid lijken wel tegenovergestelden te zijn, maar is dit zo? Er zijn enkele geluidskunstwerken - een kunstvorm waarbij het auditieve centraal staat - waarbij niet geluid maar stilte intentioneel aanwezig is. Kunnen we hier dan nog spreken van geluidskunst?
Deze masterthesis onderzoekt de ervaring van het gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan bij gemeentelijke omgevingsambtenaren en schepenen van Omgeving. Ondanks dat het ruimtelijk beleidsinstrument een kwarteeuw bestaat, werd nooit onderzocht of dit ruimtelijk beleidsinstrument de lokale goede ruimtelijke ordening ten goede komt. Deze masterthesis vult dit hiaat op door een tweejarig kwantitatief en kwalitatief onderzoek.