Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

De digitale nalatenschap: inpassing in het huidige recht of tijd voor wetgevende initiatieven?

Jonas Monsieur
Een onderzoek naar de digitale nalatenschap. Voornaamste focus van deze masterproef was gericht op de vraag of het Belgisch recht in staat is om over te gaan tot een efficiënte afwikkeling van deze nieuwe nalatenschap. De wetgever lijkt op vandaag verschillende mogelijkheden te hebben om het recht aan te passen.

De seksuele autonomie als leidinggevend principe in het nieuwe seksueel strafrecht? Een analyse van de hervormde wetgeving.

Maxime Castermans
In mijn masterproef onderzocht ik of het door de wetgever geproclameerde principe van de seksuele autonomie als basis voor de hervorming van het seksueel strafrecht ook als dusdanig neerslag vindt in de concreet ingevoerde wetteksten. Het onderzoek toont aan dat dit toch enige nuance verdient.

Stimulans voor meer maatschappelijk bewustzijn: Binnen de dynamiek van een partnerrelatie kunnen zowel mannen als vrouwen zowel slachtoffer als pleger van partnergeweld worden

Ruth Anthuenis
Kwetsbaarheid is een moeilijk gegeven in onze samenleving. Laat staan mannelijke kwetsbaarheid, dat is al helemaal taboe. Mannelijk slachtofferschap en vrouwelijk daderschap blijken nog steeds onbekende fenomenen te zijn. Omdat dit tot veel onzichtbare ellende leidt, is er dringend meer maatschappelijk bewustzijn nodig:
Binnen de dynamiek van een partnerrelatie kunnen zowel mannen als vrouwen zowel slachtoffer als pleger van partnergeweld worden.

Qualifying the European Carbon Border Adjustment Mechanism: a preliminary but necessary step in assessing its WTO-legality

Laure Hendrickx
Deze thesis gaat over het Commissievoorstel voor een mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (de EU CBAM). Meer bepaald wordt in deze thesis onderzocht of het voorstel niet in strijd is met de regels opgelegd in het kader van de Wereldhandelsorganisatie. Daarbij wordt in het bijzonder ingegaan op de vraag naar de kwalificatie van het mechanisme. Om een nauwkeurige legaliteitsbeoordeling van het voorgestelde mechanisme te voeren, moet immers eerst worden bepaald of het mechanisme een belastingmaatregel of een gewone wetgevingsmaatregel uitmaakt.

Inbreng en waardering van schenkingen: impact wet 31 juli 2017

Fien Geuten Fien Geuten
Wie een schenking wil doen, kan best rekening houden met de hervorming van de erfwet van 31 juli 2017, indien er reeds eerdere rechtsfeiten hebben plaatsgevonden vóór de inwerkingtreding. Bij mijn stageplaats kreeg ik te maken met een situatie waarbij de doorwerking in tijd van de regelgeving omtrent de inbreng van zeer groot belang was. De situatie had betrekking op de vereffening van een huwgemeenschap, alsook de vereffening van een opengevallen nalatenschap van vóór de inwerkingtreding in 2018 en één van na de inwerkingtreding. De echtgenoten hadden bij leven samen schenkingen gedaan aan de kinderen, waardoor zowel het oude als het nieuwe erfrecht van toepassing is.

De voormelde situatie komt vaker voor en met mijn bachelorproef poog ik een oplossing aan te reiken voor notarissen die met dergelijke situaties geconfronteerd worden. Het onderscheid tussen de oude en nieuwe inbrengregeling is namelijk in de eerste plaats voor hen van groot belang.

Ik leg een bijzondere focus op de knelpunten die ontstaan door de oude en nieuwe regelgeving wat betreft de regels omtrent inbreng. Vervolgens ga ik over tot het bespreken waarom de wet van 31 juli 2017 is doorgevoerd en wat de wetswijziging nu precies inhoudt.

Ik haal aan wat de meest belangrijke wijzigingen zijn geweest met betrekking tot de inbreng en waardering van schenkingen. Dan ga ik over tot de inbreng in het algemeen. Hierin vermeld ik wat de inbreng is, wie tot de inbreng gehouden is en wie de inbreng kan vorderen alsook de uitzonderingen hierop. Bovendien bespreek ik de waardering van in te brengen schenkingen. Hier zal ik een onderscheid tussen de oude regelgeving en de nieuwe regelgeving maken. Dit laatste punt vormt de kern van mijn bachelorproef en hier zal ik dus uitgebreid op in gaan. Ten slotte ga ik nog wat dieper in op de informatie -en adviesplicht van de notaris bij een vereffening-verdeling.

Om mijn paper te ondersteunen, heb ik de visie van een aantal notarissen en medewerkers gevraagd. Ik heb hun mening gevraagd omtrent de indexering die geldt onder de nieuwe waarderingsregeling en of dit de waardeschommelingen wel voldoende compenseert. Bovendien heb ik de vraag gesteld hoe ver hun informatieplicht gaat ten opzichte van de cliënt.

Robotic-Assisted Surgery: Key Aspects on Liability in the EU and the US

Jan-Willem Page
Een analyse van de aansprakelijkheid bij robotchirurgie in de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika.

De BTW-hervormingen in het vastgoedlandschap: de concurrentiële handicap weggewerkt?

Charlotte Eraly
Deze scriptie biedt een overzicht van de BTW-aspecten inzake onroerende verhuur. Hierbij wordt ingegaan op de betekenis van onroerende verhuur voor de toepassing van de BTW, de hervormingen van de wet van 14 oktober 2018 (BS 25 oktober 2018, 81448) en hun impact.

Want al ben ik zwart als roet, 'k meen het wel goed. De evoluerende representatie van de knecht van Sinterklaas in Belgische kranten (1850-1970).

Anke Van den Broek
De scriptie gaat in op de evolutie van de Belgische knecht van Sinterklaas. De Belgische Zwarte Piet kwam anders tot stand dan de Nederlandse. Bovendien geeft de scriptie inzichten in de weergave en toenemende racialisering van Zwarte Piet.

Slachtoffers van onwetendheid: de kennisverspreiding van het DES-hormoon in België sinds 1971

Antje Van Kerckhove
In 1947 veroverde het DES-hormoon de wereld. Het middel had als doel om miskramen te voorkomen en werd wereldwijd voorgeschreven aan miljoenen zwangere vrouwen. In 1971 werd echter aangetoond dat DES schadelijk was voor de baby’s – zogenaamde DES-kinderen – die als foetus werden blootgesteld aan het hormoon. Vooral DES-dochters liepen ernstige medische risico’s. Bovendien bleek jaren later dat ook DES-kleinkinderen vatbaar zijn voor de gevolgen van DES. Dat het middel in België nog zeker tot 1977 – zes jaar nadat de schadelijkheid formeel werd bewezen – is toegediend aan zwangere vrouwen, doet onderzoeksjournaliste Greet Pluymers en enkele DES-dochters vermoeden dat er sprake is van een dofpotoperatie. Een mogelijke doofpotaffaire zou inderdaad verklaren waarom DES op de markt bleef tussen 1971 en 1977, maar het vormt geen antwoord op de vraag waarom er vandaag in België – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Nederland – nog steeds weinig kennis bestaat of circuleert over de schadelijke gevolgen van het hormoon. Dit onderzoek gaat daarom na hoe de late en gebrekkige kennisverspreiding van DES binnen de Belgische context verklaard kan worden. Daarbij neemt deze studie afstand van een mogelijke doofpotaffaire door op zoek te gaan naar een lange termijn verklaring voor de relatieve onwetendheid over DES in België. Om een licht te werpen op het gebrek aan kenniscirculatie vanaf 1971 steunt dit onderzoek op inzichten uit de agnotologie, een theorie die ervan uitgaat dat onwetendheid het gevolg is van culturele constructies.
Zo bood deze studie – aan de hand van interviews met DES-dochters en gynaecologen – inzicht in de langdurige mechanismen en processen die aan de basis liggen van de gebrekkige kennisverspreiding van het DES-hormoon in België. De rol van ouders en artsen – die golden als de belangrijkste informatieverstrekkers in het kennisproces van DES-dochters – bleek daarbij cruciaal. Indien zij niet optraden als kennisverspreiders, bleven DES-dochters vaak jarenlang in het ongewisse over hun DES-identiteit. Verder wees de analyse uit dat DES-dochters in grote mate afhankelijk waren van toeval voor een juiste diagnostisering. Daarnaast bleek dat de schuldgevoelens van sommige DES-moeders – zeker in huishoudens waar een sterk taboe rustte op infertiliteit – het stilzwijgen van DES in de hand werkte. Op die manier toonde ik aan dat het stigma rond onvruchtbaarheid bijdroeg aan de onwetendheid over DES en niet alle ouders zomaar fungeerden als doorgeefluiken van kennis. Tot slot toonde dit onderzoek aan dat ook gynaecologen hun rol als informatieverstrekkers niet systematisch opnamen. Zo bleek dat artsen – ondanks het feit dat ze sinds het begin van de jaren 1970 geïnformeerd waren over de schadelijkheid van DES – het probleem leken te onderschatten. Deze onderschatting was het gevolg van de overtuiging dat het DES-probleem vanaf het einde van de jaren 1980 verleden tijd was. Maar deze opvatting alleen kon het kennistekort niet verklaren. Andere redenen waren de onzichtbaarheid van het DES-probleem in combinatie met de moeilijkheid om congenitale afwijkingen te linken met het hormoon, de exclusieve focus op fertiliteitsproblemen, het gebrek aan ondervraging
94
en de mogelijk nauwe relaties tussen UCB en de medische wereld. Op die manier ontstond er een algemeen gebrek aan belangstelling voor het DES-probleem in medische kringen in België waar DES-dochters tot op heden het slachtoffer van zijn.

De invloed van de COVID-19 crisis op de modewereld: een jaar in beeld

Bas Verwaetermeulen
Een overzichtswerk van de mode industrie tijdens de COVID-19 crisis. Aan de hand hiervan worden de grote tendensen van het afgelopen jaar geschetst. Deze worden aangevuld met informatie van experten binnen deze industrie.

De uitzonderingen op auteursrecht in de EU en copyright in de VS: De implementatie van en overeenstemming met de internationaalrechtelijke driestappentoets

Paulien Wymeersch
De driestappentoets is een rechtsnorm die de uitzonderingen op het auteursrecht reguleert. Ondanks vele vermeldingen in internationale en EU-rechtsinstrumenten, is er nog onduidelijkheid over de precieze inhoud en draagwijdte van de driestappentoets.

Offline Dieptebeeld-Gebaseerd Renderen voor Immersieve Ervaringen

Julie Artois
De thesis beschrijft een methode om een omgeving in de echte wereld te bekijken in virtual reality. Hierbij wordt de omgeving gecapteerd door camera's en diepte sensoren, zodat een 3D reconstructie gemaakt kan worden.

De verdeling na faillissement: een empirisch onderzoek

Angélique Daponte
In deze masterproef onderzoek ik de werkelijke verdeling na het faillissement. Dit deed ik aan de hand van een empirisch onderzoek aan de Ondernemingsrechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen. Het doel is te kijken welke zakelijke zekerheidsrechten de beste bescherming bieden aan schuldeisers.

The Role of the CJEU in Ensuring that the Principles of Mutual Trust and Recognition Enshrined in the FDEAW Stay in Line with the CFR

Rodrigo Belle Gubbins
Een analyse van de ontwikkeling van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie met betrekking tot het mechanisme van het Europees arrestatiebevel om te bepalen of de justitiële samenwerking tussen de lidstaten voorrang krijgt boven de bescherming van de grondrechten of omgekeerd.

“Darling Dexter’s Dark Schemata”: The Impact of Readers’ Education Level on Storyworld Possible Selves Projection in Jeff Lindsay’s "Darkly Dreaming Dexter"

Lara Delacourt
Een kwalitatieve studie in het domein van de cognitieve narratologie die onderzoekt of het concept van Storyworld Possible Selves (Martínez, 2014; 2018) een verklaring kan bieden voor literaire immersie. Dat gebeurt via een case study van de Engelstalige roman "Darkly Dreaming Dexter" van Jeff Lindsay.

Over patriotse smoelhelden en huilende hyena's: Het verzet tijdens WO II in de spiegel van het Vlaams-nationalistische weekblad 't Pallieterke (1945-2015)

Amber Snauwaert
Beeldvorming over het verzet tijdens WO II in de spiegel van het Vlaams-nationalistische en satirische weekblad 't Pallieterke vanaf 1945 tot 2015. Aan de hand van een discoursanalyse werd nagegaan welk beeld 't Pallieterke na de oorlog creëerde over het verzet en welke strategieën het daarvoor gebruikte.

Wat zijn de Belgische SEM-trends voor Belgische bedrijven in 2020?

Bert Bossier
In samenspraak met enkele toonaangevende Belgische ondernemingen werd onderzocht hoe zoekmachinemarketing kan helpen om zich te onderscheiden van buitenlandse concurrentie.

Afwegingskader voor het herstel en de versteviging van houten vloeren in historisch waardevolle gebouwen.

Jana De Borger
Historisch waardevolle gebouwen moeten in veel gevallen aangepast worden aan ons hedendaags gebruik en levenswijze, om hun voortbestaan te garanderen. Veranderd gebruik en daarmee vaak ook veranderde lasten op de vloeren hebben een invloed op de draagstructuur van deze erfgoedgebouwen.

Gender en sport: Een exploratief onderzoek naar de sportparticipatie van transgender personen in Vlaanderen

Sien Heirweg
Een mixed methods onderzoek, bestaande uit een online survey en diepte-interviews, dat een eerste blik werpt op de sportervaringen van transgender personen in Vlaanderen.

Gevaar voor openbare orde en nationale veiligheid als weigeringsgronden voor verblijf in de Vreemdelingenwet

Ellen Vandennieuwenhuysen
Naar aanleiding van twee ophefmakende wetswijzigingen aan de Vreemdelingenwet werd onderzocht in welke mate deze nog in overeenstemming is met enkele fundamentele mensenrechten en algemene rechtsbeginselen. Meer concreet werd dieper ingegaan op de verwijderingsbeslissingen om redenen van openbare orde en nationale veiligheid.

Models of Corporate Supply Chain Liability

Penelope Aurelia Bergkamp
Dit proefschrift onderzoekt de blootstelling van in de EU gevestigde multinationale ondernemingen aan ketenaansprakelijkheid (supply chain liability) onder buitencontractuele, burgerlijke aansprakelijkheid. De verschillende theoretische modellen en rechtspraak worden geanalyseerd.

The ambiguous relationship between air transport services and the World Trade Organization (WTO)? Is there a place for air transport in the WTO?

Julie Van Coillie
Deze scriptie onderzoekt de relatie tussen luchtvaartdiensten en de Wereldhandelsorganisatie.

Ondanks herhaaldelijke pogingen is de Wereldhandelsorganisatie er nog steeds niet in geslaagd om een integraal multilateraal liberaal economisch regime voor luchtvaartdiensten te creëren. De vraag kan gesteld worden of de Wereldhandelsorganisatie wel een geschikt kader kan bieden voor de volledige implementatie van luchtvaartdiensten, rekening houdend met de eigenheid van deze sector.

De evolutie van het hiernamaals. De onderwereld in het antieke jodendom.

Samuel Derous
Deze thesis onderzoekt waar het idee van het hiernamaals en de onsterfelijkheid van de ziel uit Het Nieuwe Testament vandaan komt. Het is vooral een literatuuronderzoek samen met een exegetische studie van de
verschillende verzen hieromtrent. Het vertrekpunt is dan ook de Joodse of Hebreeuwse Bijbel. Eerst wordt onderzocht of er daadwerkelijk sprake is in de Hebreeuwse Bijbel van een leven na de dood. De bedoeling is vooral dit tekstueel te onderzoeken, al kan men niet onderuit om even de archeologie van de periode aan te stippen. Daar zien we dat bepaalde gebruiken uit de omringende volkeren zich ook voordeden binnen het Judaïsme, en die een
zekere mate van geloof dat er een leven na de dood was, tentoonspreiden. Ook zien we uit bepaalde contexten, zoals de opwekking van Samuël op vraag van Saul, dat verschillende schrijvers ervan overtuigd zijn dat de schrijver van het boek Samuël die deze gebeurtenis verhaalt, ondanks de verbodsbepaling
geloofde in de effectiviteit van necromantie.
Het belangrijkste idee voor deze studie was het onderzoek naar wat Sheol nu eigenlijk betekende en wat het voorstelde voor het antieke Israël. Sommigen, zoals Harris, zien in Sheol een synoniem voor graf. Maar dat is zeker niet de algemene zienswijze. Als we de Bijbelverzen erop na slaan waar Sheol wordt gebruikt, merken we dat in verschillende van deze verzen Sheol inderdaad kan vertaald worden met graf, maar er zijn echter uitzonderingen waar Sheol niet anders kan dan Onderwereld betekenen. De manier waarop dit
vooral wordt onderzocht is een exegetische. Er wordt in de tekst ingegaan, en onderzocht wat hun context is.
In deze thesis wordt er ook bijzonder veel aandacht besteed aan de opwekking van de doden. Exegetisch wordt eerst en vooral het vers in Daniel 12,3 onderzocht waar voor het eerst hierover ondubbelzinnig lijkt
gesproken te worden. Vervolgens worden bepaalde teksten uit de Tweede Tempelperiode onder de loep genomen, waar het boek Daniël opnieuw op de voorgrond treedt omdat zijn ideeën rond de opwekking als
het ware als een begin kunnen gezien worden van hoe dit verder vorm wordt gegeven in de Tweede Tempelperiode. Als we dan ook het boek Daniël bekijken in zijn datering, dan wordt dit boek eigenlijk ook
onder de informatie uit de Tweede Tempelperiode geschaard. Verder worden ook de stukken in het boek 1 Enoch waar het over het hiernamaals en over een opwekking lijkt te gaan, exegetisch bijzonder nauw
onderzocht, omdat 1 Enoch een verwantschap met het boek Daniël lijkt te hebben. Zo worden ze tot dezelfde tijdsperiode gerekend, meer nog, sommigen geloven dat 1 Enoch vroeger is geschreven dan Daniël.
We kunnen vooral concluderen dat het idee van een hiernamaals in het antieke Jodendom, zich vooral situeert in een opwekking, laten we in het midden houden of dit een lichamelijke of geestelijke opwekking is. Ook de onsterfelijkheid van de ziel, die we tegenwoordig vooral als een Platoons idee onderkennen, moet in dit licht gezien worden binnen het antieke Jodendom.

Grafeem-naar-foneemconversie door middel van neurale netwerken

Robrecht Meersman
G2P is een belangrijke module in text-to-speech en spraakherkenning. Het doel is om de uitspraak van een zin in fonetisch schrift te vinden, gegeven de geschreven tekst. De huidige implementatie gebruikt een ketting van linguïstische regels die manueel door taalexperts ingegeven moeten worden. Dankzij de opmars van recentste technologiën, kan de volledige G2P stap in zijn geheel vervangen worden door een artificieel neuraal netwerk. Hiermee wordt de implementatietijd drastisch ingekort, in cominatie met een hogere nauwkeurigheid.

Verzekering en het gezin

Cédric Vaes
Deze masterproef handelt over het onderwerp ‘Verzekering en het gezin’ en heeft specifiek betrekking op de aansprakelijkheidsverzekering privéleven.

In deze masterscriptie wordt de huidige regelgeving, rechtspraak en rechtsleer betreffende de aansprakelijkheidsverzekering privéleven uiteengezet om vervolgens de volgende centrale onderzoeksvraag te beantwoorden: ‘Biedt de huidige wettelijke regeling en polispraktijk inzake de aansprakelijkheidsverzekering privéleven voldoende bescherming voor ‘nieuwe gezinssamenstellingen/gezinssituaties’ en ‘nieuwe risico’s’ in het privéleven?’.