Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Emergent collective motion from local interactions

Corneel Casert
Collectieve beweging is een alomtegenwoordig en fascinerend fenomeen in de natuur en onze maatschappij. Een voorbeeld ervan is de vorming van zwermen bij vogels, waarbij groepen — in aantal soms groter dan tienduizenden — spectaculaire patronen creëren. Wat zijn nu net de noodzakelijke omstandigheden voor het ontstaan van zulke groepen?

Wie digitaal wil zijn, moet leiden

Natasja Van Buggenhout
Een kwalitatief gebruikersonderzoek naar de attitude en verwachtingen ten aanzien van de betekenis, karakteristieken, rol en noodzaak van leiderschap tijdens de digitale transformatie van organisaties in België. In het bijzonder is de studie een exploratie, beschrijving en profilering van digitaal leiderschap.

ONTWERP EN BOUW VAN EEN ZONNECEL TESTOPSTELLING

Tim Spit Niels Vedekens
Om beter inzicht te krijgen in de werking en de opbrengst van een klein zonnepaneel - of zelfs een zonnecel (de kleinste bouwsteen van een zonnepaneel) - is het vrij eenvoudig om een compacte testopstelling te bouwen. Het doel van zo een testopstelling is om de reeds bestaande bevindingen en studies over zonnecellen op een didactische wijze te visualiseren.

Het langetermijneffect van logopedie bij transvrouwen

Lore Plantefève-Castryck Elia Vermeulen
Met dit onderzoek zijn we nagegaan of logopedie zorgt voor een stijging van de spreektoonhoogte bij transvrouwen en of deze stijging blijvend is.

Implementing Scientific Experiments in the Content and Language Integrated Learning (CLIL) Methodology

Flor Maes
CLIL is een innovatieve onderwijsmethodologie die een vreemde taal gebruikt om inhoud aan te leren, maar ook de inhoud om taalvaardigheid te verbeteren. Desondanks de het potentieel is de transitie naar de praktijk niet altijd gemakkelijk door het gebrek aan aangepast didactisch materiaal en voldoende 'know how' om CLIL succesvol te implementeren. Deze scriptie biedt een referentiekader waarop wetenschapsleerkrachten zich kunnen baseren bij het ontwerpen van CLIL-lessen.

Terraforming Mars: The Role of Pioneer Organisms and the Possibility of a Biologically Driven Nitrogen Cycle

Paulus Laanen
Onderzoek naar de mogelijkheid voor het terravormen van Mars en de rol die pionier organismen kunnen spelen in dit proces.

De ziekenhuisomgeving door de ogen van adolescenten met een langdurige patiëntenervaring. Jongeren getroffen door kanker aan het woord

Kimberly Peeters
De ziekenhuisomgeving wordt vandaag steeds meer ontworpen vanuit het perspectief van patiënten. De adolescent als patiënt wordt daarbij echter vaak over het hoofd gezien. In dit kwalitatief onderzoek werd getracht een idee te vormen van de behoeften van deze patiëntengroep in een ziekenhuis.

The effect of hypoxia on epithelial-to-mesenchymal transition and microbiome composition in the invertebrate model organism Daphnia magna

Emile Clappaert
Het uitzaaien van kankercellen in het lichaam van de patiënt gaat nog steeds gepaard met een lage levensverwachting. Eén van de eerste stappen is het loskomen van de cellen uit de tumor (de epitheliale-naar-mesenchymale transitie) en wordt vaak geactiveerd door het gebrek aan zuurstof (hypoxie). Omdat een goed modelorganisme om deze transitie te bestuderen ontbreekt, introduceren we hier Daphnia magna, een invertebrate kreeftachtige, als nieuw model in kankeronderzoek.

KMO’S, Let's get circular! Hoe kan een KMO circulaire economie integreren door middel van design thinking?

Eva Degryse
In deze bachelorproef probeer ik interesse op te wekken bij KMO's over circulaire economie. Dit door een aantrekkelijke tool aan te bieden met beknopte duidelijke informatie en gerichte stappen om aan de slag te gaan. Ik toon hen wat de mogelijkheden zijn en hoe zij dit zelf kunnen doen door de methodische aanpak van circulaire economie.

HERVORMING PWA-STELSEL NAAR WIJK-WERK: ONDER DE LOEP

Jolien De Hertog
Een hervorming van het PWA-stelsel naar wijk-werk, een transitie met vele gevolgen voor zowel de doelgroep, de PWA-beambten en de gebruikers. Met deze scriptie haalde ik de stem van de PWA-beambten, een belangrijke groep mensen die niet gehoord werden gedurende deze langdurige transitie naar boven.

Sociale ongelijkheid: een kritiek op de verdeelde stad

Daan Sillen
Sociale ongelijkheid is het grootste dogma van onze tijd, maar hoe ongelijkheid zich in de gebouwde omgeving vertaalt, is echter onontgonnen terrein gebleven. Het onderzoek van deze scriptie betreft de wijze waarop vanuit de optiek van architectuur de mondiale toename van ongelijkheid, en haar ideologie en economisch systeem, kritisch kan worden benaderd binnen het blikveld van een democratische visie op het metabolisme en de architectuur van de stad.

Het belang van de media als informatie- en representatiebron voor transgender personen

Cato Samyn
Aan de hand van kwalitatieve diepte-interviews met vijftien Vlaamse transgender personen wordt onderzocht in welke mate de media worden gezien als accurate informatie- en representatiebron voor transgenders.

Dissecting Alignment in South America. Hierarchical Cross-Referencing Systems in the Guaykuruan Languages.

Jens Van Gysel
Deze scriptie onderzoekt de verschillende alignmentsystemen die aanwezig zijn in de Zuid-Amerikaanse Guaykurútalen (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Paraguay), met speciale aandacht voor "hierarchical alignment."

Ervaringsdeskundigheid als middel om herstelgericht te werken op een residentiële afdeling

Jurgen Cardon
Het doel van deze bachelorproef is om een antwoord te krijgen op de vraag wat herstel betekent voor een persoon met een psychiatrische kwetsbaarheid. Of er een verschil is op vlak van psychisch welbevinden bij psychiatrische patiënten na het volgen van een WRAP programma. En tenslotte: het belang van ervaringsdeskundigheid nagaan als middel om herstelgericht te werken op een residentiële afdeling.
Probleemstelling: Het spanningsveld tussen het herstelgericht denken en handelen. De ervaringsdeskundigheid staat centraal in het herstelgericht denken, maar hoe dragen ervaringsdeskundigen bij aan een herstel?

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Karolien Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.

Modelling of geomechanical performance of underground compressed air energy storage

Niels Tommelein
Modelleren van een ondergrondse opslagruimte voor gecomprimeerde lucht voor energieopslag. Het onderzoekt focust op het thermo-hydraulisch gedrag en de lekkage van lucht naar de omgeving. Het doel bestond erin een set van optimale condities te definiëren voor dergelijke installatie.

Dirty Antwerp. Re-engineering flows, editing the 20th century belt

Carmen Maercke & Caterina Rosso Caterina Rosso
Dirty AntwerpA transition to a more qualitative way of life is made possible by technological solutions and behavioural changes, but an effective change is possible only if they are led by a transformation of the physical characteristics of the city through urban design (Frey, 1999).Zoals Hildebrand Frey schrijft in ‘Designing the city: towards a more sustainable form’ (1999) kan de overgang naar een meer kwalitatieve manier van leven mogelijk gemaakt worden door technologie, verandering van gedrag, maar voornamelijk door het ontwerpen van onze stedelijke omgeving.

Northern Uganda’s formerly recruited youth in detention: A qualitative study of their transition process and imprisonment

Yamina Marzougui
 “Vergeten verhalen: ex-kindsoldaten in de gevangenis”“Het misdrijf waarvan ik verdacht word, is gebaseerd op een leugen. Mensen in m’n gemeenschap beschuldigden mij ervan omdat ik vroeger bij de rebellen leefde. Vandaag ben ik erg ongelukkig door de grote onzekerheid… hoe lang zal ik hier nog opgesloten zitten?” Jack is één van de tienduizenden jongeren die in Noord-Oeganda ontvoerd werd door de rebellen van het Lord’s Resistane Army (LRA) om hen in te zetten als kindsoldaat.

Ontwikkelingsstrategieën voor thermofiele nitrificatie ter behandeling van warm afvalwater

Delphine Prat
Waterzuiverende biotechnologie: Some like it hotEen ideale zomerdag heeft voor vele mensen een temperatuur van 25 tot 30 °C. In de microbiële wereld zijn er echter gemeenschappen die houden van 45 °C en meer. Deze micro-organismen worden onder meer gevonden in natuurlijke warmwaterbronnen of composthopen. Door gelijkaardige processen in deze natuurlijke omgevingen en in waterzuiveringsinstallaties, kunnen deze thermofiele micro-organismen ook voor de laatstgenoemde toepassing gebruikt worden.

NAAR EEN SOCIOLOGISERING VAN DUURZAAMHEIDSTRANSITIES - Een exploratieve studie naar de potentiële waarde van de sociale praktijkenbenadering voor Vlaams beleid inzake duurzaamheidstransities -

Noëmie Abts
Een (socio)logischere invulling van noodzakelijke duurzaamheidstransities?Een leefbare maatschappij staat op ieders verlanglijstje naar geluk. Om dat na te streven worden denken en handelen in termen van duurzaamheid en duurzame ontwikkeling met de seconde crucialer. Het is daarom hoog tijd om intensief te investeren in structurelere wijzigingen die een langetermijnvisie uitdragen. Dat kan doorheen duurzaamheidstransities met systeeminnovaties.  Inzichten uit de sociologie kunnen heel wat bijdragen om deze te optimaliseren.

Transitional Amnesties: Footsteps to Change

Lies Van Welde
Zonder pardon?!Het frustreert ons allemaal. Conflicten, burgeroorlogen en dictaturen waarbij talloze mensenrechten worden geschonden. Achteraf lopen de schuldigen ongestraft weg omdat hen amnestie wordt verleend voor hun daden. Hoe onrechtvaardig het verlenen van amnestie ook mag lijken, de zaken zijn veel complexer dan men zou vermoeden.Amneswattie?Wanneer amnestie wordt verleend, worden degenen die bepaalde misdaden hebben gepleegd hiervoor niet strafrechtelijk vervolgd in een proces en dus niet veroordeeld. In Zuid-Afrika werd na de apartheid amnestie verleend.

Outplacement: een wet in transitie

Shana Dekeukeleire
Niet van toepassing

Opwaardering van snelle pyrolyse olie afgeleid van lignine derivaten

Alexandra Bouriakova
I.     IntroductieDe toenemende wereldpopulatie, gecombineerd met een stijgende levenswelvaart, zorgt voor een exponentiële groei van de wereldwijde energiebehoefte. De milieuproblematiek die fossiele brandstoffen zoals olie, kolen en gas met zich meebrengen, heeft het onderzoek naar hernieuwbare energiebronnen een enorme stimulans gegeven. Aangezien de transportsector sterk afhankelijk is van aardolie, is de interesse in alternatieven voor vloeibare transportbrandstoffen sterk gegroeid. Biomassa wordt beschouwd als een veelbelovend alternatief voor traditionele transportbrandstoffen1, 2.

Aanbevelingen aan Transitie UGent ter versterking van het draagvlak voor een duurzame vleesconsumptie. Een literatuurstudie en empirisch onderzoek bij studenten.

Benjamin De Groeve Benjamin De Groeve
Onze vleesconsumptie is niet duurzaamEen hoge vleesconsumptie zit ingebakken in onze westerse eetcultuur. Velen beschouwen het als een belangrijke bron van culinair genot en een vanzelfsprekend onderdeel van de maaltijd. Steeds meer mensen zijn zich echter bewust van de talrijke duurzaamheidsproblemen die vlees met zich meebrengt. Benjamin De Groeve, masterstudent in de Milieusanering en het Milieubeheer aan de Universiteit Gent, stelde in zijn masterproef de vanzelfsprekendheid van vlees in vraag.Een felbegeerd goedDe centrale positie van vlees in ons westerse dieet is vrij recent.

Mobiliteitsdeelsystemen in Antwerpen: Een onderzoek naar ruimtelijke succesfactoren

Jordi De Coster & Emiel Schiepers Jordi De Coster Emiel Schiepers
MET ZIJN ALLEN OP DE BAAN? DAT IS BLIJVEN STILSTAAN!Iedereen komt dezer dagen in aanraking met de huidige mobiliteitsproblemen, men kan er dan ook niet omheen. Problemen zoals congestie, luchtvervuiling en het tekort aan parkeerplaatsen zijn hier enkele van. Centraal binnen deze problematiek staat de auto. Laat dit nu net het vervoersmiddel zijn waar we in Vlaanderen zo hard op vertrouwen mede door het versnipperde ruimtelijke landschap.