Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Als ongekwalificeerde uitstroom dreigt: een kwalitatief onderzoek naar hoe betrokkenen de impact van naadloze flexibele trajecten (NAFT) ervaren

Gail Deboeuf
De thematiek betreffende vroegtijdig schoolverlaten wordt belicht. Hierbij wordt via kwalitatief onderzoek de impact gemeten van naadloze flexibele trajecten (NAFT). Deze trajecten worden ingezet om ongekwalificeerde uitstroom tegen te gaan.

Dit zijn de middeleeuwen: Het oude Champarijk. Een multiperspectief educatief pakket wereldoriëntatie, historische tijd

Indra Van Loock
In dit onderzoek kan u lezen waarom het belangrijk is om het verleden vanuit verschillende perspectieven te bekijken en hoe u hiermee in de klas aan de slag kan. U vindt eveneens een educatief pakket terug dat u zelf kan gebruiken voor de les wereldoriëntatie, historische tijd voor de derde graad van het lager onderwijs.

BOEM! PAUKESLAG! Daar ligt alles PLAT. Verpleegkundige zorg voor Oekraïense vluchtelingen met PTSS in België

Sita Impens
Hoe moeten verpleegkundige omgaan met de behandeling van PTSS bij Oekraïense vluchtelingen die in België aankomen?

Queer Dwelling. Mapping as a critical tool for analysing queer home-making and challenging hetero-normative dwelling cultures in Flanders and Brussels.

Erinn De Waele
Deze thesis onderzoekt mapping als kritisch instrument om queer home-making te analyseren en in welke mate queer home-making heteronormatieve woonculturen in Vlaanderen en Brussel uitdaagt. Door acht queer huishoudens in kaart te brengen, wil deze thesis een bijdrage leveren aan architectuuronderzoek door inzicht te verschaffen in de manier waarop queer mensen met diverse intersectionele identiteiten (t)huis maken.

Welke factoren hebben een impact op het studiesucces van deelnemers aan het tweedekansonderwijs? Een survey-onderzoek bij cursisten aanvullende algemene vorming in West-Vlaanderen.

Eline Raes
Wat verhinderd het behalen van goede resultaten in het tweedekansonderwijs? Wat zorgt ervoor dat cursisten in het tweedekansonderwijs betere resultaten kunnen behalen? In deze masterproef werden 407 cursisten uit het tweedekansonderwijs in West-Vlaanderen bevraagd.

De rol van ruimtelijke vaardigheden en de ruimtelijke representatie van getallen voor onze wiskundige vaardigheden, een vergelijking tussen theoretische en praktische opleidingen

Laura Soen
Uit deze studie blijkt dat leerlingen die wiskunde aanleren in een theoretische en abstracte context beter scoren op algemene wiskundige taken en een beter ruimtelijk inzicht hebben dan leerlingen uit een praktische context, ondanks een gelijk lessenpakket wiskunde. Bovendien scoren leerlingen beter op wiskunde indien ze ook betere ruimtelijke vaardigheden hebben.

"Ge weet niet waar ge recht op hebt": trajecten van jongeren in dak- en thuisloosheid in Gent

Hebe Van Laethem
Dak- en thuisloosheid bij jongeren is nog steeds erg aanwezig in Gent. Dit onderzoek vertrekt vanuit de ervaring van deze jongeren om de kennis te verzamelen die nodig is voor het uitwerken van een sterk beleid op maat van jongeren en hun noden.

Liefde maakt blind

Michelle Janssen
Hoe groot is de invloed van loyaliteit op minderjarige slachtoffers van tienerpooiers? En hoe ga je hiermee als praktijkgerichte orthopedagoog aan de slag? Liefde maakt blind biedt hier een antwoord op.

Effect van de epidurale anesthesie op borstvoeding

Nisrine Amrani
Effect van de epidurale anesthesie op borstvoeding na een vaginale bevalling
Auteur: Amrani Nisrine
Interne promotor: Vermeulen Joeri
Externe promotor: Debonnet Serena
Introductie:
Het doel van deze bachelor proef is om na te gaan welk effect de epidurale anesthesie heeft
op de start van de borstvoeding na een vaginale bevalling. Het praktijkdeel richt zich op wat
de ervaringen zijn van zorgverleners die dagdagelijks met de materniteit in aanraking komen.
Methode:
Om dit literatuuronderzoek uit te voeren werd beroep gedaan op Pubmed en EhBIB Search.
De artikels werden op basis van abstractie en “levels van evidence” gekozen. Voor het
praktijkdeel werden er zes interviews afgenomen bij zorgverleners.
Resultaten:
Door de epidurale anesthesie te gebruiken als interventie op de baringspijn, zien we dat dit
een effect heeft op het opstarten van de borstvoeding. Eveneens gaat de epidurale anesthesie
ook de Fergussonreflex negatief beïnvloeden. De epidurale anesthesie in combinatie met
synthetische oxytocine gaat ook het gedrag van de pasgeborene beïnvloeden.
Discussie/besluit:
Om het effect van de epidurale anesthesie beter te begrijpen zouden er meer studies moeten
plaatsvinden. Ook is het niet altijd duidelijk of de gevolgen plaatsvinden omwille van de
epidurale anesthesie of door de synthetische oxytocine, die tegelijkertijd aanwezig is.
Sommige artikels spreken elkaar tegen of geven tegenstrijdige informatie.
Er wordt evenwel geconstateerd dat de epidurale anesthesie een effect zou hebben op de
start van de borstvoeding.

Zelfmanagement bij hartfalen

Sophie Geens
Hartfalen is een klinisch syndroom waarbij de pompfunctie van het hart van de patiënt tekort gaat schieten. Door de vergrijzing van de bevolking zal de prevalentie van deze aandoening alleen maar stijgen. In België lijdt naar schatting 4% van de bevolking hieraan. Er lijden 200.000 mensen aan hartfalen. De levenskwaliteit zal dalen op verschillende vlakken, zowel op het sociale aspect als op het psychisch en lichamelijke aspect. Leefstijlinterventies zijn cruciaal om de impact van hartfalen op het dagelijkse leven en complicaties van de ziekte te verminderen. Deze interventies gaan over de inname van medicatie, het aanpassen van de voeding en het opvolgen van het gewicht. Bij therapieontrouw van medicatie gaan de klachten verergeren. Als de patiënt zich niet houdt aan de vochtbeperking, zal de vochtretentie en stuwing niet minderen. De lichamelijke activiteit gaat zorgen voor een betere inspanningstolerantie. Het is van groot belang dat de kortademigheid en de vermoeidheid afnemen. Er moet ingezet worden op therapietrouw van zowel medicatie als dieet. Vaak is dit voor patiënten zeer complex en gebeuren hier regelmatig fouten op. Dit kan verklaard worden doordat in de medische zorg de focus ligt op de farmacologische therapieën in plaats van op het ondersteunen van de patiënten bij gedragsverandering.

Vraagstelling: Literatuurstudie naar hoe zelfmanagement bij patiënten met hartfalen in de thuissituatie door eerstelijnsverpleegkundigen bevorderd kan worden.

Zoekstrategie: Tussen 4 oktober en 7 mei werd er een literatuurstudie uitgevoerd met behulp van volgende gecomputeriseerde databanken: PubMed, UpToDate, Google Scholar, Nature, ScienceDirect en Springerlink. De zoektocht leverde in totaal 41 artikels op waaronder 26 reviews, 5 richtlijnen, 1 secundaire kwalitatieve analyse, 1 kwalitatieve studie en 8 tijdschriften.

Resultaten: Uit een literatuurstudie is gebleken dat mHealth-apps een positieve invloed hebben in de eerstelijnszorg, de zorgkosten en de levenskwaliteit. Patiënten gaan op een actievere manier hun gezondheid in eigen handen nemen. Zelfmanagementgedrag wordt beïnvloed door de leeftijd, de comorbiditeit, de functionele/emotionele en economische status. Het prototype HeartCheck wil de competenties van de zorgvragers verhogen door op verschillende factoren in te spelen. Deze competenties gaan over communicatie, aandacht voor de mentale en fysieke toestand, adaptatie aan ziektesymptomen en integratie in de maatschappij. Wederzijds vertrouwen tussen de patiënt en zorgverlener is hierbij essentieel.

Conclusie: Zonder effectief management zal de levenskwaliteit van de patiënt met hartfalen verslechteren. Voor de zorgverleners bieden mHealth-interventies de mogelijkheid om bijwerkingen te monitoren en verbeterpunten te identificeren. Ook de vrijheid en draagbaarheid van mobiele apparaten bieden een enorm potentieel aan patiënten en zorgverleners. Er kan gesteld worden dat gepersonaliseerde zorg door de app een meerwaarde vormt voor patiënten met hartfalen binnen een bestaand zorgplan. Elke patiënt heeft specifieke zorgvragen die niet alleen bepaald worden door de mate van de ernst en het type van HF maar ook door de individuele vaardigheden en context van de patiënt.


Academisch optimisme door de bril van de attributietheorie

Ruben Vanrusselt
Kwalitatief onderzoek naar de manier waarop leerkrachten een hoge of lage mate van academisch optimisme verklaren en hoe zij deze oorzaken attribueren.

Hoe kunnen leraren kinderen met gescheiden ouders helpen op school?

Yvonne Wanders
Een scheiding is voor elk kind een ingrijpende gebeurtenis en vindt vooral plaats tijdens de basisschoolleeftijd van kinderen. Leraren op basisscholen zijn veelal, buiten de ouders natuurlijk, de personen die een kind het meeste ziet. In dit eindwerk worden scheidingssituaties op basisscholen vanuit drie invalshoeken onderzocht met als resultaat drie verbetervoorstellen. Schoolreglementen en
scheidingsprotocollen werden vergeleken, resultaten op basis van een vragenlijst onder
zorgcoördinatoren in de provincie Antwerpen werden verzameld en gesprekken met het Nederlandse
Expertisebureau Kind | School | Scheiding en een scheidingsexpert werden gevoerd.

Impact van psychosociale determinanten op de mondhygiënegewoonten bij adolescenten. Een literatuurstudie.

Saskia Sertyn
In deze literatuurstudie wordt onderzocht wat de invloed is van omgevingsfactoren op mondhygiënegewoonten bij adolescenten. Deze kennis kan gebruikt worden bij het ontwikkelen van preventieprogramma’s ter bevordering van de mondgezondheid bij deze doelgroep.

Achter iedere prothesedrager schuilt een “sterke persoonlijkheid”

Lisa Ronse
Probleemstelling: Multi-articulaire prothesehanden maken een snelle ontwikkeling door. Door deze
snelle vooruitgang in de technologie is het waarschijnlijk dat de vraag naar de toepassing van multi-
articulaire handen, die een kopie zullen zijn van de menselijke hand, verder toeneemt.
Maar slechts een klein aantal personen, die in zeer gespecialiseerde eenheden werken, bezitten een
diepgaande kennis van dit gebied binnen de geneeskunde.
Onderzoeksvraag: Hoe beïnvloedt een innovatieve multi-articulaire hand de functionele outcome en
levenskwaliteit van een persoon met een transradiale amputatie die opnieuw actief is in het dagelijkse
leven?

Kinderbuddy's

Elien van Veen Kaat De Saegher
Het uiteindelijke doel van dit praktijkonderzoek bestond erin om de kennis bij kinderen rond het
ouder worden te verruimen en de huidige stereotypering te achterhalen. Om hier een antwoord op
te kunnen geven werd er gebruik gemaakt van de literatuurstudie, enkele opdrachten, het gezelschapsspel
‘Geborgen Zorgen’ en de aanvullende “inleefdag”. De onderzoekers fungeerden als coördinatoren
tijdens een opgedragen samenwerkingssessie of spelsituatie met kinderen en ouderen.

sociaal werker als brug tussen de oudere en het woonzorgcentrum

Greet Leemans
Ouder worden heeft een enorme impact op het leven. Verhuizen naar een woonzorgcentrum is een ingrijpende beslissing waarbij verschillende factoren een effect hebben. Thuiszorgdiensten, sociaal werkers en onthaalmedewerkers van een woonzorgcentrum zijn een eerste aanspreekpersoon bij de beslissing en hebben dan ook een belangrijke functie in de begeleiding naar de nieuwe leefomgeving. Voor dit onderzoek werd door middel van enquêtes aan sociaal werkers van ziekenhuizen en opnameverantwoordelijken van woonzorgcentra gevraagd hoe een opname naar een woonzorgcentrum verloopt en hoe men de ouderen bij een opname ondersteunt. Daarnaast werd ook de tuiszorgdiensten bevraagd om de ervaringen van deze dienst mee te nemen in de conclusies. De thuiswonende ouderen werd door middel van een enquête gevraagd naar de beeldvorming van woonzorgcentra en wat men belangrijk vindt. Daarnaast werd via interviews nagevraagd aan bewoners hoe men de opname heeft ervaren. Vanuit het literatuur- en praktijkonderzoek zijn er goede zaken naar boven gekomen maar vooral ook zeer veel tekortkomingen in de ondersteuning van ouderen bij de beslissing naar een woonzorgcentrum te verhuizen. Iedere dienst wil zich inzetten om ouderen de juiste ondersteuning te bieden om het welzijn te verbeteren maar krijgen vooral door beleidsmatige druk en veel administratief werk, veelal in functie van de financiering van de organisaties vanuit de overheid, hiervoor te weinig mogelijkheden. Om als sociaal werker de oudere zorgvrager beter te kunnen ondersteunen in het opnameproces door middel van psychosociale en praktische begeleiding is het belangrijk dat er een andere beeldvorming ontstaat over woonzorgcentra en deze beter aansluiten bij de leefwereld en zorgvragen van de ouderen. Daarnaast is het ook belangrijk dat deze betaalbaar worden en er meer werkmiddelen zijn in organisaties om tijd te kunnen vrij maken voor het welzijn van de ouderen. Hierdoor kan er op zoek gegaan worden naar mogelijkheden om de oudere zorgvrager beter te ondersteunen van thuis uit of vanuit het ziekenhuis en revalidatiecentrum naar het woonzorgcentrum. De sociaal werker wordt daardoor de vertrouwenspersoon van de oudere die beslissingsrecht heeft over zijn eigen leven.

De waarde van ervaren leraren in Brussel

Robin Van der Cammen
Door ervaren leraren uit de Brusselse context te bevragen, is er een brochure ontworpen die als doel heeft
startende leraren te ondersteunen bij de aanvangsbegeleiding. Via diepte-interviews, die zijn opgesteld
a.d.h.v. een literatuuronderzoek, wordt gericht bevraagd welke factoren ervaren leraren motiveren en hoe
deze startende leraren kunnen inspireren.

Werkgerelateerde Telepressure en Affectieve Ruminatie na de Werkuren: de Mediërende rol van Digitaal Communicatiegedrag

Sien Himpe
De drang/druk om werkgerelateerde berichten te lezen of beantwoorden na het werk, ook wel telepressure genoemd, leidt tot negatieve gezondheidsuitkomsten. Mensen die de grens tussen werk en privé moeilijk kunnen stellen, die het werk na de werkuren niet kunnen los laten, ontwikkelen hogere burn-out kansen.

Jongvolwassenen na de jeugdzorg: Een onderzoek naar wat zij zelf (zouden) ervaren als hulp om sterk genoeg in het volwassen leven te staan

Nele Geysels
De overgang naar volwassenheid is voor jonge jeugdzorgverlaters een sprong in het onbekende mét een veel te zware rugzak. De moeilijke thuissituatie, maar zeker ook het gebrek aan houvast en continuïteit in het jeugdhulptraject, dragen hiertoe bij.
Voorbereidingstrajecten zijn beperkt in tijd en de overgang moet gemaakt worden ongeacht men hier klaar voor is.
De Gezinsbenaderende Werking toont aan dat continuïteit in zorg en loslaten in verbondenheid mogelijk zijn in de jeugdhulpverlening en bijdragen aan een brug tussen jeugdzorg en het volwassen leven.

Ondersteuning van gezinnen met een depressieve ouder met het oog op een veerkrachtige ontwikkeling van de kinderen.

Leen Michiels
In mijn bachelorproef heb ik getracht een antwoord te vinden op de vraag hoe gezinnen waarvan één van de ouders lijdt aan een psychische kwetsbaarheid kunnen ondersteund worden zodat de impact van deze problematiek op de kinderen zo beperkt mogelijk blijft. Ik heb me hierbij toegespitst op ouders die lijden aan een depressie of stemmingsstoornis.

Het Effect Van Dispenserende En Compenserende Maatregelen Op De Leesvaardigheid Van Leerlingen In Het Lager Onderwijs

Sophie De Clercq
Er werd onderzocht welk effect dispenserende en compenserende maatregelen hebben op de leesvaardigheid bij leerlingen uit het lager onderwijs. Dit onderzoek toonde aan dat er geen significant verschil is tussen leerlingen die deze maatregelen krijgen en leerlingen die dit niet krijgen op vlak van leesvaardigheid.

De vlucht naar een veilig(e) (t)huis: Op zoek naar de Balans tussen Veiligheid en Vrijheid in het vluchthuis

Camille Vanden Avenne
. Deze masterproef onderzoekt hoe interieurarchitectuur kan bijdragen in het creëren van een veilig, maar ook ontvankelijk vluchthuis voor vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Het onderzoekend ontwerp focust op vier hoofdthema’s die de ontwerpopportuniteiten tonen het vluchthuis. Aan de hand van deze vier hoofdthema’s werd gekeken hoe het vluchthuis een tijdelijke thuis kan zijn met een balans tussen veiligheid en vrijheid, binnen in de context van de Belgacomtoren te Gent.

Een hap(p) naar adem

Marie Swerts
Therapieontrouw bij COPD komt vaak voor. Dit eindwerk schetst het probleem van therapieontrouw bij deze patiëntenpopulatie. Bovendien biedt het een innovatieve, praktijkgerichte oplossing aan om dit probleem aan te pakken. Het concept heet 'Een hap(p) naar adem'.

Doe rap je verhaal!

Hannelore Mason
Vanuit de veronderstelling dat de jeugdrechter in het belang van de jongeren wil optreden, was het een uitdaging om te zoeken naar een manier dat de jongeren dit ook zo aanvoelen. Aan de hand van de onderzoeksvraag, gingen we op zoek naar de beeldvorming van de jongeren omtrent hun jeugdrechter en of deze verschilt met de intenties van de jeugdrechter en de opzet van het jeugdrecht. We gingen na waar deze verschillen zich situeren en welke aspecten of handelingen deze visies positiever op elkaar kunnen afstemmen. Naast de literatuurstudie kozen we voor een creatieve rapworkshop, om zo een methode te hanteren die dicht bij de jongeren hun leefwereld en interesses staat. We contacteerden verschillende jeugdinstellingen, waarbij vijf van deze positief reageerden. Aan de hand van deze methode schreven de jongeren, samen met een muzikant, een rap over hun beeld omtrent de jeugdrechter. Er participeerden uiteindelijk zesentwintig participanten. Zowel uit de literatuurstudie als uit het empirische gedeelte ondervonden we dat de jeugdrechter een dubbele rol heeft. Enerzijds was er de beschermende rol van de jeugdrechter, die meer tot zijn recht kwam bij de groep participanten die vanwege een problematische opvoedingssituatie bij de jeugdrechter verschenen. Anderzijds was er de bestraffende rol van de jeugdrechter, die duidelijker was bij de groep participanten die vanwege grensoverschrijdend gedrag voor de jeugdrechter verschenen. Het verschil tussen de intenties van de jeugdrechter en de beeldvorming van de jongeren reflecteert zich voornamelijk in de rol van de jeugdrechter en de context waarbinnen deze twee groepen voor de jeugdrechter moeten verschijnen. Opmerkelijk was wel dat alle participanten een vertrouwensrelatie wensten, met iemand die dichter bij hun leefwereld staat.

Extreem verlegen en toch praten in de klas.

Emma De Ras
Elke leerkracht krijgt wel eens te maken met een verlegen kind in de klas. Maar wat als de verlegenheid extreem wordt? Krijgen verlegen kinderen de hulp die ze verdienen?
Dapper helpt jou om verlegenheid beter te herkennen, te begrijpen, en om er op een positieve manier mee om te gaan in de klas.