Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Met de loep op onderzoek in de groene buitenruimte - Het kinderlabo in actie

Sarah Kestemont
Als kleuterleerkracht openstaan voor de ruimte die een kind nodig heeft om op onderzoek uit te gaan en vragen te stellen in de groene buitenruimte, blijkt soms makkelijker gezegd dan gedaan. Het is overduidelijk een proces waar je ook als professional in moet groeien.
Iedere kleuterleerkracht wil uiteraard die onderzoekende houding stimuleren bij deze leeftijdsgroep, maar meer dan anders betekent het afstappen van het traditionele uitwerken van thema’s en vooral durven openstaan voor het onbekende...

De samenvloeiing van mythologie en allegorie in het oeuvre van Anthony Van Dyck

Rebecca Gheyssens
We leven in een beeldende cultuur die voortdurend evolueert en verandert. Mythologie en allegorie maken sinds de klassieke oudheid deel uit van deze wereld. Deze masterproef heeft als doel de materie rond mythologie en allegorie te verduidelijken en een antwoord te bieden op de vraag of er een samenvloeiing van deze elementen is in de barok van de Zuidelijke Nederlanden. Om vervolgens te achterhalen hoe dit tot uiting kwam in het werk van Anthony Van Dyck.

De kunst van creatief onderwijs

Sarah Awad
Dit praktijkonderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de wijze waarop het Steineronderwijs in Vlaanderen volgens hun pedagogie en filosofie hun ASO-leerlingen voorbereidt op het leven. Hierin staat de vraag centraal: wat is de meerwaarde van kunstzinnigheid en creativiteit in het secundair onderwijs en hoe vertaalt zich dat in het Steineronderwijs. Aansluitend hierop worden de sterktes en de zwaktes van dit type onderwijs verder onderzocht. Naast een uitgebreide literatuurstudie werden er diepte-interviews afgenomen van oud-leerlingen van MSV en Werner Govaerts, coördinerend directeur van de Federatie Steinerscholen. Deze scriptie werd geschreven naar aanleiding van een politieke tendens waarbij kunstzinnige vakken in het secundair onderwijs sterk worden teruggeschroefd. Er wordt geconcludeerd dat kunst een noodzaak is voor een brede, optimale ontwikkeling van een jongere. Hierdoor krijgen jongeren de kans om hun eigen stem te laten horen, hun eigen talenten te ontdekken, hun eigen creativiteit te ontwikkelen en hun eigen unieke identiteit tot uitdrukking te brengen. Binnen het Steineronderwijs wordt sterk de nadruk gelegd op die persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen. Ze worden niet klaargestoomd om zich aan te passen aan de huidige maatschappelijke verwachtingen maar ondersteund in het groeien naar wie ze in wezen al zijn. Zo kunnen jongeren op een eigen unieke en creatieve wijze een meerwaarde bieden aan de maatschappij.

‘In de naam van de vader: Katholieke ideeën over vaderschap in de jaren 1950’

Rebecca Segers
Een geschiedenis van de katholieke vaderschapsidealen in het België van de jaren 1950. De thesis staat stil bij de opkomst van teder en aanwezig vaderschap in België. Hoe werden vaders geportretteerd in katholieke tijdschriften tijdens het hoogtepunt van de verzuiling? En waar komen dus sommige van onze mannelijkheidsidealen vandaag vandaan?

The interface question of Science Diplomacy: How do science and diplomacy interact? A case study into the internationalization of Flemish, academic research

Philippe Van Gerwen
Analyse van de internationalisatie van het academische onderzoek aan de Vlaamse universiteiten. Analyse vanuit het Science Diplomacy/wetenschapsdiplomatie domein.

“We are all different but the same.” Een sprookje, fantasieverhaal of juist een echt hier-en-nu-verhaal?

Lore Koopmans
In deze bachelorproef wordt uitgegaan van een allesomvattende definitie van diversiteit en ga ik samen met de medewerkers van Narrata vzw op zoek naar een manier om voorlezen en de kracht van verhalen in te zetten om kinderen voor te bereiden op het leven in een steeds veranderende en diverse samenleving.

Hoe kunnen speelgoedbedrijven rekening houden met de effecten van gendermarketing op kleuters

Lis Van Herck
In deze scriptie wordt het probleem met genderstereotypen uitgelegd, specifiek met betrekking tot kleuters en speelgoed. Deze worden vaak versterkt door marketing. Er worden ook tips en adviezen gegeven voor speelgoedwinkels, gebaseerd op kwalitatieve en kwantitatieve research.

STEM-koffers in de 3e graad basisonderwijs

Joke Truyts
Techniek/ STEM/ STEAM wordt te beperkt geïntegreerd in het basisonderwijs. Dit is heel jammer, want leerlingen kunnen hun verborgen talenten niet ontdekken. Hier wil ik verandering in brengen door STEM-koffers te ontwikkelen voor het basisonderwijs.

Solliciteren in het Cités? De impact van etnisch en regionaal gekleurde taalvariëteiten in formele contexten: een experimentele studie

Laurens Biesmans
In dit onderzoek focust op de invloed van Citétaal in sollicitatiegesprekken. Resultaten tonen aan dat Citétaal consequent een lagere status dan het Limburgs wordt toegekend en dat sprekers ervan worden gekoppeld aan functies als arbeider.

Welbevinden! De kracht van het onderwijs

Peggy Casus
Teamteaching, met twee voor een klas staan van 30 leerlingen of toch liever parallelle klassen, twee aparte klassen met elk 15 leerlingen? Waar zou het welbevinden het hoogst zijn bij de leerkrachten? Wat zijn de conclusies van dit vergelijkend onderzoek?

Solliciteren bij een algoritme: De perceptie van waargenomen eerlijkheid, betrouwbaarheid en emotionele beleving van sollicitanten op algoritmische beslissingen binnen een wervingsprocedure.

Lisa Willems
Kunstmatige intelligentie (AI) is niet weg te denken uit de moderne bedrijfswereld. Binnen werving en selectie wordt algoritmische besluitvorming gebruikt om nieuwe kandidaten sneller op te sporen en te selecteren. Ondanks deze effectieve prestaties van AI, is het niet duidelijk hoe sollicitanten deze beslissing percipiëren. Om dit verder te exploreren werd er een online experiment uitgevoerd, waarbij de deelnemers (fictieve sollicitanten) een scenario te lezen kregen waarin de verzamelaar van de informatie (HR medewerker of algoritme) en de besluitvormer (HR medewerker of algoritme) binnen het wervingsproces werden gemanipuleerd. De uitkomst van de beslissing was telkens negatief, namelijk de sollicitant werd niet geschikt bevonden voor de job. Daarna volgde een vragenlijst die de perceptie van de deelnemers op het gebied van waargenomen eerlijkheid, betrouwbaarheid en emotionele beleving bij het besluit onderzocht. Uit de resultaten bleek dat de deelnemers de informatieverzameling die voor de beslissing gebruikt werd belangrijker vonden dan hoe het besluit zelf tot stand kwam. Zolang het verzamelen van informatie door een HR medewerker gebeurde, ervaarden de deelnemers het besluit eerlijker, betrouwbaarder en emotioneel positiever.
De beslissing is minder relevant, zolang de gegevens geanalyseerd en verwerkt werden door een HR medewerker. Zo is er geen verschil in eerlijkheid, betrouwbaarheid en emotionele reacties gevonden tussen een algoritmische of een menselijke beslissing. Deze studie onthult de perceptie van algoritmische versus menselijke beslissingen binnen het wervingsproces en suggereert dat het verzamelen van informatie sterker doorweegt op de perceptie van sollicitanten dan de uiteindelijke beslissing.

EEN EXPLORATIEF ONDERZOEK NAAR DE BELEVING VAN BRUSSEN VAN KINDEREN/JONGEREN MET EEN PSYCHISCHE KWETSBAARHEID

Emily Ceenaeme
Een groeiende aandacht voor de omgeving van personen met een psychische kwetsbaarheid resulteert in onderzoek dat zich toespitst op wat het in een gezin teweeg brengt. Onderzoek naar brussen in het bijzonder focust voornamelijk op de negatieve impact van de psychische kwetsbaarheid op het emotioneel en/of psychische welbevinden. Hierbij wordt veelvuldig over de brussen gesproken, maar hun beleving komt amper aan bod. Deze masterproef tracht de perspectieven van brussen in beeld te brengen met betrekking tot hun brussenrelatie, hun zelfbeeld en de manier waarop ze zich het best ondersteund voelen.

Preventief versterken van de zelfwaardering van 6-8 jarigen in Child Action Lanka via dans en beweging

Maxime Van Hoof
In deze bachelorproef wordt de toepassing van dans -en bewegingstherapie voor Child Action Lanka in Sri Lanka, besproken. Via het gebruik van een laagdrempelige vorm van dans -en bewegingstherapie wordt de zelfwaardering van kinderen preventief versterkt. Om het bovenstaande doel te bereiken is de methode ‘Dance-esteem’ tot stand gekomen.

De invloed van muzikaliteit bij simultaantolken Is er een verband tussen tolkvaardigheid en aanleg voor muziek? Een exploratie

Diane M. Andries
De muzikaliteit van de simultaantolk kan haar/zijn werk vergemakkelijken. In bijzonder wanneer zij/hij levenslang een muziekinstrument bespeelt. Vandaag kennen we de vele voordelen van cognitieve flexibiliteit die in het bijzonder het moeilijke mentale werk van de tolk kunnen ondersteunen.
Bovendien hebben muzikale vaardigheden overdraagbare competenties in tal van andere domeinen. Onderzoek is tamelijk recent en moet worden uitgebreid gezien de talrijke aspecten rond muziek.

Is verengelsing necessary in Flanders? Waarom verengelsen Vlaamse universiteiten weinig tot niet in vergelijking met Nederlandse universiteiten?

Yvonne Kuiken
Deze scriptie onderzoekt waarom het hoger onderwijs in Vlaanderen minder snel verengelst dan in Nederland. Daarbij wordt ook dieper ingegaan op de voor- en nadelen die verengelsing met zich meebrengt.

Wat groei in visie bracht voor de professionele leerKRACHT

Kylie Pinceel
Een onderzoek naar de de twee fundamenten van kwaliteitsvol onderwijs: visieontwikkeling en samen professionaliseren. Een waarderende en duurzame verandering door in te zetten op talenten van collega's.

Peerlearning from different perspectives

Sharon Huysmans
Deze scriptie is geschreven in het kader van een stage in ICBIE te Salvador, Brazilië en behandelt hoe een cultureel centrum kwetbare jongeren tracht te ondersteunen in hun strijd tegen de maatschappelijke ongelijkheden.

This is me!

Lise Claes
Het doel van mijn scriptie is het welbevinden van kinderen bevorderen a.d.h.v. talentontwikkeling in Zuid-Afrika. Om een antwoord te bieden op mijn onderzoeksdoel heb ik de leerlijn 'This is me!' ontwikkeld. Deze leerlijn helpt leerkrachten om in te zetten op talentontwikkeling in de klas, om zo het welbevinden van hun leerlingen te vergroten.

Assessment of biological activity along a metal pollution gradient applying diatoms and macroinvertebrates

Stijn Van de Vondel
De impact van hedendaagse en historische metaalverontreiniging in de Dommel rivier werd onderzocht met behulp van macro-invertebraten en diatomeeën. Een klein effect van deze verontreiniging werd gevonden in beide groepen, maar was het meest uitgesproken voor de diatomeeën.

Why SMEs should consider collaboration with other profit firms in order to improve sustainability innovation

Emma Van Coillie
Elk bedrijf moet innoveren in termen van zowel processen als producten om relevant te blijven en winstgevend. Bedrijven kunnen er ook voor kiezen om ecologische innovatie te verkrijgen door samen te werken met andere bedrijven. Het onderzoek naar de specifieke combinatie hiervan onderwerpen is schaars. Het doel van deze bachelorproef is om de nodige inzichten te verschaffen voor (Vlaamse) Kleine en Middelgrote Ondernemingen (kmo's) om samenwerking met andere bedrijven op het gebied van duurzaamheidsinnovatie aan te gaan.

De Positie van Vlaanderen in de PISA-Ranglijsten van Onderwijsongelijkheid: Andere Maatstaven, Andere Waarheden?

Silke Scheepmans
Deze scriptie neemt het Vlaamse onderwijs onder loep op vlak van sociale ongelijkheid. Eerst zoomt het in op de manier waarop het onderwijs georganiseerd is door stil te staan bij het meritocratische gedachtegoed dat een sterke invloed heeft op het Vlaamse onderwijs. Tot slot brengt het aan de hand van verschillende maatstaven de sociale ongelijkheid in kaart en vergelijkt die met de sociale ongelijkheid in de andere Europese lidstaten.

De begeleiding van ouders bij thuisonderwijs aan jongeren: een kwalitatieve analyse gerelateerd aan de Zelfdeterminatietheorie

Farah Rais
Dit onderzoek peilt door middel van individuele interviews naar motieven om voor thuisonderwijs te kiezen en naar factoren uit de begeleidingsstijl van huisonderwijzers die bijdragen tot de zelfdeterminatie van jongeren die thuisonderwijs krijgen.

Start to co-teach: een handleiding om leerkrachten in het kleuteronderwijs te ondersteunen bij het opstarten van co-teaching

Fien Leenaerts
Het onderwijs komt steeds meer in contact met onderwijsvernieuwing. Co-teaching kent op dit moment een opmars maar wat is co-teaching? Hoe ga je hier als school/directie en leerkracht mee aan de slag?

Welke verwachtingen stellen pleinverantwoordelijken naar hun animatoren op Vlaamse Gemeentelijke vakantiespeelpleinen?

Celien Goyvaerts
Dit onderzoek gaat over de werkdruk bij animatoren op Vlaamse Gemeentelijke speelpleinen. Vanwaar komt de werkdruk en hoe kunnen we hier als organisatie of als gemeenten mee omgaan?

Een studie van remigratiemotieven van tweede en derde generatie hoogopgeleide Belgen met Turkse roots

Elif Lootens
Het migratiedebat verhit in West-Europa sinds de laatste decennia van de twintigste eeuw de gemoederen. Het debat is vooral gericht op instroom en integratie. Daarbij is emigratie een onderbelicht aspect. Zo is er weinig onderzoek gedaan naar de remigratie van migranten naar het land van herkomst.

Bij remigratie is het opleidingsniveau een relevante factor. Anders dan soms vermoed wordt, zijn het niet kansarme, laaggeschoolde jongeren die remigreren, maar eerder hoogopgeleide jonge migranten. Omdat net zij in Turkije een gedegen opleiding, meertaligheid en nuttige beroepservaring kunnen inbrengen als troef op de arbeidsmarkt.

Deze hoogopgeleiden ervaren in West-Europa beperkte vooruitzichten op zowel sociaal, persoonlijk als professioneel gebied. Hoogopgeleiden met Turkse roots hebben het gevoel dat zij in Turkije hun kansen beter kunnen benutten en zijn daardoor eerder geneigd te vertrekken.

Daarnaast wijzen onderzoekers erop dat de uitstroom van jonge hoogopgeleiden in tijden van vergrijzing en de daarmee samenhangende schaarstes op de arbeidsmarkt, nadelig kan zijn voor West-Europese economieën. Het vertrek van hoogopgeleide Turken is een ‘braindrain’ en een ‘verlies van menselijk kapitaal’. Dit veroorzaakt een onevenwicht tussen hoog- en laagopgeleiden migranten in Europa.

Wat opvalt is dat ondanks hun studies en diploma, deze hoogopgeleiden geconfronteerd worden met discriminatie op de arbeidsmarkt. Deze pessimistische toekomstperspectieven in Belgie voeden de drang tot remigratie. Etnische minderheden scoren beduident lager op vlak van jobtevredenheid. Volgens Vandevenne & Lenaers (2007) geeft ongeveer 64% van de hoogopgeleide etnische minderheden in Vlaanderen aan minder kans te hebben om door te stromen naar hogere functies en 61% meent zich door zijn afkomst extra te moeten bewijzen.

Hierbij komen we tot de integratieparadox die als een pushfactor meespeelt voor remigratie: hoogopgeleide Belgische Turken komen meer in aanraking met autochtonen, waardoor ze hun eigen posities op de arbeidsmarkt vergelijken en bijgevolg een ‘relatieve deprivatie’ ervaren waardoor hun eigen jobtevredenheid afneemt. Deze hooggeschoolden met een migratieachtergrond hebben immers vaak een baan onder hun opleidingsniveau, ervaren meer moeite om werk te vinden en krijgen minder promotiekansen. Hoogopgeleide en ondernemende migranten ervaren deze discriminatie intenser en zijn daarom sterker geneigd om elders het geluk te zoeken.

Bovendien hebben deze hoogopgeleiden de perceptie, met hun verworven competenties, betere jobkansen en doorgroeimogelijkheden te kunnen krijgen in Turkije. Vrouwen bevinden zich in een extra benadeelde positie doordat ze dubbel gediscrimineerd worden: naast het behoren tot een etnische minderheid, behoren ze ook tot de symbolische minderheid op vlak van gender. Hierdoor zou de wil om te migreren bij vrouwen eveneens hoger liggen, in de hoop op een gunstiger positie in het land van herkomst.

Uit resultaten van het onderzoek dat uitgevoerd werd bij kandidaat remigranten in België en effectieve remigranten in Turkije is er een duidelijke discrepantie te vinden in hun motivaties. Uit het onderzoek blijkt dat de economische factoren minder belangrijk geacht worden als drijfveer bij de hoogopgeleide aspirant-remigranten dan bij de effectieve remigranten, omdat ze min of meer tevreden zijn met hun huidige arbeidsmarktpositie in België. Bij aspirant-remigranten draait het vooral rond maatschappelijke beweegredenen. Ten eerste zijn er gevoelens van frustratie doordat de participanten zich aanvankelijk als deel van de Belgische samenleving beschouwen, maar anderzijds continu geconfronteerd worden met hun ‘anders’ zijn en steeds het gevoel kregen niet volledig aanvaard te worden als deel van de Belgische samenleving. De negatieve beeldvorming over etnische minderheden en moslims in de media lijkt hierin een katalysator te zijn.

Een tweede, opvallend resultaat, is dat de angst voor assimilatiedruk en het risico op verlies van de Turkse cultuur bij hun kinderen een veel gebruikt argument vormt om te overwegen om naar Turkije te verhuizen.

Het ervaren van een identiteitsconflict maakt de aantrekkingskracht van Turkije als toevluchtsoord bovendien groter. Remigratie biedt de mogelijkheid om voortaan tot de meerderheid te behoren. Door remigratie heft de remigrant zijn minderheidsstatus op.

Asprianten blijven in België tot zich een krachtige combinatie van negatieve en positieve acute gebeurtenissen voordoet die een kentering in hun leven te weeg brengt. Acute pushfactoren zoals ontslag, gemiste promotiekansen of een relatiebreuk stimuleren de aspirant-remigrant om de remigratiewens om te zetten in concrete plannen. Van zodra acute pullfactoren zich aandienen, zoals een aantrekkelijke werkaanbieding of een huwelijk, wordt het voornemen waargemaakt.

Bij de effectieve regimgranten zien we wel jobgerelateerde motieven zoals de ongunstige posities op de Belgische arbeidsmarkt en de ruimere carrièremogelijkheden in het land van origine. Het was voor hen niet evident om een job te vinden op het niveau van hun behaalde diploma, en ze maakten zich zorgen over hun loopbaanperspectieven. Daarenboven uiten deze hoogopgeleide participanten die op de sociale ladder willen opklimmen een gevoel van onbehagen. Vandaar dat deze groep zich niet langer uitsluitend op de Belgische arbeidsmarkt focuste en na ontslag of gefnuikte carrièrekansen tot het besef kwam dat ze beschikt over een alternatief, namelijk de arbeidsmarkt in Turkije. Na het maken van een kostenbatenanalyse verkoos deze groep te verhuizen naar Turkije, omdat zij daar een beter perspectief op werk en carrière zage. Een aantrekkelijke jobaanbieding in Turkije zorgde er uiteindelijk voor dat men daadwerkelijk de stap onderneemt.