Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

De digitale nalatenschap en het testamentenrecht: noopt het digitale tijdperk tot een wetsherziening tegen het strenge formalisme? Een wake-up call voor de digital natives

Mariëlle Ruell
Naast de klassieke nalatenschap is er in toenemende mate ook sprake van een digitale nalatenschap. In deze masterscriptie wordt het testamentsrecht via een rechtsvergelijkend onderzoek tussen België, Nederland en Oklahoma afgetoetst aan de eigenheid van een digitale nalatenschap. Er zal een analyse gemaakt worden van de verdiensten of tekortkomingen van de in de bestudeerde rechtsstelsels reeds bestaande laatste wilsbeschikkingsmechanismen binnen de context van een digitale nalatenschapsplanning.

Mister President, Where Are Your Citizens? Statecraft and Citizen-State Relations in Post-Conflict Bosnia-Herzegovina

Leander Papagianneas
Een interdisciplinaire analyze van de relatie tussen burgers en de staat in de post-conflict context van Bosnië-Herzegovina, waarbij specifieke aandacht wordt besteed aan de invloed van politiek en sociaal activisme

The Tourism System of a Secondary Destination and its Challenges to Achieve Collective Action towards International Markets. Case-study: Cajas Massif Biosphere Reserve, Ecuador.

Lynse Vermeulen
Onderzoek naar sociaal kapitaal-gerelateerde problemen die secundaire toeristische bestemmingen ondervinden in hun pogingen om internationale markten te bereiken. Casestudy: biosfeerreservaat Cajas Massief in het zuiden van Ecuador.

Adolescente verkrachtingsslachtoffers: Ontwerp van een brochure ter bevordering van veerkracht

Bieke Longeville
In deze bachelorproef wordt een brochure ontworpen voor adolescente verkrachtingsslachtoffers waarvan op basis van wetenschappelijk vooronderzoek kan worden verwacht dat deze het herstel van jongeren na een eenmalige verkrachting stimuleert. Dergelijke informatie op maat van adolescenten bleek tot op heden immers te ontbreken, terwijl zij bijzonder kwetsbaar zijn voor secundaire victimisatie en de ontwikkeling van psychische klachten na verkrachting.

De Techniekrace, een educatief bordspel voor het vak techniek

Kris Wuyts
Dit is een verhaal over techniek. Over de gereedschappen en materialen die je gebruikt, de beroepen in de verschillende gebieden, de veiligheid die je steeds in acht dient te nemen en de kennis om een project te realiseren.
Onderweg los je vragen op die je punten opleveren. Dompel je onder in de wereld van de techniekgebruiker en win de race!
Materiaal tot 24 spelers is aanwezig in de speldoos waardoor gedifferentieerd kan gespeeld worden.

SPINit! ... Omdat netwerk(t)

Jody Wynants
Hoe kunnen startende leraren worden ondersteund in het integreren binnen het team van de school waarin ze terecht komen met het spel 'SPINit'?

Maritiem District Oostende

Sylvia Roelens
Stedenbouwkundig ontwerp van de Churchillkaai in Oostende tot een volwaardig nieuw stadsdistrict.

Nieuwsconsumptie en de responses op terrorisme

Lennart Tobback
De invloed van nieuwsconsumptie op een cognitieve en emotionele respons op terrorisme, namelijk de angst voor terrorisme en het catastroferen van terrorisme en het verband van die responsen op de attitude ten opzichte van moslims en vluchtelingen.

Naar een ouderwijs onderwijs: "een gezinswetenschappelijke reflectie over ouderbetrokkenheid bij kwetsbare gezinnen".

Elisabeth van Daele
Ouderbetrokkenheid is een hot item tegenwoordig. Ondanks alle bestaande methodieken zijn sommige gezinnen niet bereikbaar. In mijn eindproef bekijk ik de mogelijke redenen en stel ik het concept van een "ouderwijzer" voor.

Samenwerkingsverbanden in de strijd tegen sociale dumping in de transportsector: een evaluatie

Cathy Steelandt
Deze masterproef onderwerpt het fenomeen sociale dumping aan een uitvoerige analyse, met bijzondere aandacht voor het fenomeen binnen de transportsector. Het inventariseert alle betrokken spelers binnen het fraudebestrijdingslandschap en omvat tevens de resultaten van een kwalitatief empirisch onderzoek naar de huidige aanpak binnen de provincie West-Vlaanderen.

De politieke dimensie in P.-P. Verbeeks techniekfilosofie. Een kritische dialoog met A. Feenberg

Thomas Vleeshouwers
Vertrekkend vanuit het belang van democratie, ook op het domein van de techniek, bekijk ik in deze thesis twee belangrijke stromingen binnen de techniekfilosofie. De postfenomenologische benadering van Verbeek probeer ik zo te verbinden met de politieke techniekfilosofie van Feenberg. Dit biedt een vruchtbare wisselwerking die het maatschappelijk debat over techniekontwikkeling kan voeden en aanmoedigen.

Vluchtelingengezinnen in vrijwillige terugkeer- Een exploratie van de beleefde ervaring van ouders in de context van terugkeer naar hun herkomstland

Lio Kaeblen Hanne Hoet
Deze masterproef ontstond vanuit vijf interviews met ouders die vrijwillig terugkeren naar hun herkomstland. Deze keuze toont zich als een keuze voor opvang, die hun ervaring vormgeeft tussen machteloosheid en veerkracht, thuis en thuisloosheid.

THE RIGHT TO PRIVACY IN THE DIGITAL AGE. A Facebook case study on the impact of the 2016 data protection reform

Charlotte De Cort
Evaluatie van de nieuwe databeschermingsregelgeving aan de hand van de gebruikersovereenkomst van Facebook.

Eigen Kracht-conferenties in de Geestelijke Gezondheidszorg: voldoende kracht van het netwerk?

Kristine Donche
.Krachtgerichte en netwerkversterkende methodieken zoals Eigen Kracht-conferenties worden vaak toegepast in de jeugdhulpverlening maar vinden tot op vandaag weinig ingang in de Geestelijke Gezondheidszorg. Stigmatisering en vooroordelen maken dat sommige hulpverleners te weinig geloven in de kracht en competenties van hun cliënt en zijn netwerk. Wil men streven naar een meer herstelgerichte zorg waar de cliënt zijn leven en zorg in eigen hand heeft dan kan EK-c een positieve aanvulling zijn op het bestaande aanbod.

Vermaatschappelijking van de zorg. Kansen en uitdagingen vanuit het perspectief van steunfiguren. Een verkennend onderzoek in de zorg voor personen met een beperking in West-Vlaanderen.

Vanessa Dermaut
Met het beleidsplan 'Perspectief 2020' wordt het principe van volwaardig burgerschap van personen met een beperking aangegrepen om de zorg te 'vermaatschappelijken'. Een literatuurstudie en een kwalitatief onderzoek bij 14 familieleden belichten een aantal kritische bedenkingen.

Het sociaal netwerk in relatie tot het professioneel zelfverstaan van beginnende leraren lager onderwijs: Een exploratief onderzoek

Elise Ameloot
Dit onderzoek gaat na in welke mate het sociaal netwerk van beginnende leraren lager onderwijs ondersteunend is en hoe het in relatie staat tot hun professioneel zelfverstaan. Deze scriptie bevat belangrijke aandachtspunten voor iedereen die met leraren in contact komt, waardoor beginnende leraren beter begeleid kunnen worden.

Sociale media tijdens selectieprocedure.s Informatiebronnen versus verificatiebronnen en de invloed van kwaliteit en hoeveelheid gepresenteerde informatie.

Stephanie Schellens
In deze masterproef werd de invloed van sociale media tijdens selectieprocedures nagegaan. Uit de verschillende analyses bleek dat het beschikken over een uitgebreid LinkedIn-profiel voor positieve resultaten kan zorgen tijdens het sollicitatieproces. Daarnaast zou ook het bestuderen van de sociale media voor het jobinterview een positievere invloed hebben op het proces dan wanneer dit na het jobinterview zou plaatsvinden.

Van Opstandeling tot Stadsmagistraat. Verenigingen en de socio-politieke rol van haar leden: een vergelijkende studie tussen de Romeinse collegia en de 14de eeuwse ambachten in Ieper, Gent en Brugge

Fons Verheyde
Een vergelijkende studie die de politieke rol van verenigingen onderzoekt in de leefwereld van Rome (1ste eeuw v.C. - 3de eeuw n.C.) en Vlaanderen (14de eeuw).

Sociaal Werk? - Een filosofische zoektocht naar de (on)mogelijkheid van hedendaagse hulpverlening

Jonas Vanbrabant
In mijn scriptie ga ik uit van 'de mens' in de rol van hulpverlener of -vrager binnen de maatschappelijke context. Ik onderscheid drie mensbeelden; economisch, biologisch en relationeel. De dominantie van de twee eerstgenoemde op de laatste is daarbij een hindernis voor hedendaagse hulpverlening.

Kan men bloemen kweken in de hel? De Belgische kunsthandel tijdens de Eerste Wereldoorlog

Alexia Coussement
De studie gaat na hoe de Belgische kunsthandel zich tijdens de Eerste Wereldoorlog handhaafde. De verschillende oorzaken voor de heropleving van de kunsthandel worden hierbij stelselmatig toegelicht.

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Karolien Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.

Dringend hulp nodig? Vraag raad aan een toegankelijke en betrouwbare collega!

Hanne Verbraeken
Literatuur omtrent het leren van werknemers, biedt meer en meer bevestiging voor het feit dat hulpzoekgedrag een positieve invloed kan hebben op de prestaties van werknemers én dat het een sociaal proces is. Verschillende onderzoekers stellen echter dat nog te weinig geweten is over de relationele kenmerken die hulpzoekgedrag faciliteren. Met deze studie dragen we bij tot dit tekort. We onderzoeken immers het effect van een aantal relationele kenmerken op het hulpzoekgedrag van werknemers in hun netwerk. Uit voorgaand onderzoek blijkt dat ‘zicht hebben op kennis van’, ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder een positieve invloed hebben op de frequentie van het hulpzoekgedrag. Daarnaast zou het hiërarchische verschil tussen hulpzoeker en –bieder een effect hebben op de hoeveelheid hulpzoekgedrag. Daarenboven suggereert de literatuur om naast de frequentie ook de kwaliteit van de geboden hulp te monitoren. Ook op dit vraagstuk bieden we met deze studie een antwoord. We gaan na of er een positief effect is van de relationele kenmerken op de kwaliteit van de geboden hulp. De methodologie die we hierbij hanteren, is gebaseerd op de principes van de sociale netwerk analyse. We verzamelden sociale netwerk data via vragenlijsten bij 85 zorgverleners van één woonzorgcentrum. We testten de beide modellen vijf keer, op organisatie- en afdelingsniveau. Resultaten tonen aan dat collega’s inderdaad veel hulp vragen aan elkaar, maar niet zomaar bij de eerste de beste. Uit de studie blijkt immers dat de perceptie van de respondenten op ‘vertrouwen hebben in’ en ‘toegang hebben tot’ een mogelijke hulpbieder zowel de frequentie als ook de kwaliteit van het hulpzoekgedrag bevorderen. Hulp van iemand waarvan de respondent ‘weet wat hij weet’ en van iemand in een ‘hogere positie’ levert daarnaast ook meer kwaliteit op. Als werkgever investeren in werkrelaties tussen collega’s blijkt dus de moeite waard.

Georges Lorand (1860-1918): Een transnationale progressieve liberaal.

Nathan Lauwers
Deze 'intellectuele biografie' bestudeert het leven van Georges Lorand, een figuur die iets of wat in de vergetelheid is geraakt. Deze scriptie bestudeert het liberaal progressieve netwerk van Georges Lorand alsook de transnationale netwerken op het einde van de 19de eeuw.

Hoogopgeleide migranten in het volwassenenonderwijs in Vlaanderen en hun inburgeringsproces

Emel Kilic Emel Kilic
Dit onderzoek handelt over migratie- en inburgeringsprocessen bij hoogopgeleide migranten. Er wordt daarbij gekeken naar het taalverwervingsproces van het Nederlands bij hoogopgeleiden met een migratieachtergrond die ten minste een bachelordiploma hebben behaald, hun positie en hun slaagkansen in het volwassenenonderwijs en naar het verloop van hun inburgeringsproces.

Active ageing : op pensioen en ... terug op kot

Marijke Van de Velde
OP PENSIOEN EN … TERUG OP KOTCollectief wonen van ouderen in eigen dorp‘Op kot’ zegt u?Hoe zou ú het vinden om op uw oude dag te kunnen blijven wonen in uw vertrouwde dorp? Stel dat u er samenwoont met enkele leeftijdsgenoten, op uw eigen flat in een gerenoveerd pand. De sfeer is er huiselijk, uw flat is comfortabel en aangepast aan uw noden. Eten doet u op vaste tijdstippen, samen met de andere bewoners. Het menu voor de volgende week bepaalt u op een wekelijks overlegmoment. Daarnaast kiest u zelf hoe u uw dag invult. Wanneer u zin heeft in een praatje, kan u bij elkaar op bezoek.