Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

De mier Crematogaster scutellaris als biologische bestrijders van Spodoptera littoralis en haar interactie met de gaasvlieg Chrysoperla carnea

Mathijs Hast
Mieren als innovatief bestrijdingsmiddel van plagen in kasteelten.

Optimization of the optoelectrical properties and sputtering damage of ITO and ZnO in CIGS solar cells

Frederik Vanherf
Energyville verricht onderzoek op het gebied van dunne-film fotovoltaïsche cellen, waarbij Copper
Indium Gallium Selenide (CIGS) één van de huidige onderwerpen is. Indiumtinoxide (ITO) en
zinkoxide (ZnO) films, de toplagen van CIGS-zonnecellen, werden gedeponeerd met een lineair
RF-sputtersysteem. Dit werd gedaan om de geleidbaarheid en de transmissie van deze vensterlagen te optimaliseren en de schade aan de onderliggende lagen, geïnduceerd door het sputteren, te verminderen.

Geldt een pandemie als overmacht in het verbintenissenrecht

Caro Stuer
1. Het uitgangspunt is dat een overeenkomst die geldig wordt aangegaan, de partijen tot wet strekt. Een pandemie kan daar een voorbeeld van zijn een omstandigheid die het moeilijk of onmogelijk maakt een verbintenis na te komen. Overmacht zou ervoor kunnen zorgen dat een schuldenaar wordt bevrijd van zijn contractuele verbintenis.
2. Om na te gaan of er in de context van de coronacrisis sprake is van overmacht, dient in de eerste plaats te worden nagegaan of er sprake is van een toestand waarbij de schuldenaar kampt met een financieel onvermogen. In de meeste gevallen is dit in het kader van een handelshuurovereenkomst.
Luidt het antwoord positief, dan kan men er kort over zijn. De kans is groot dat de rechter de rechtsgrond overmacht niet zal aanvaarden. De meerderheid en de meest recente rechtspraak verwijst naar het cassatiearrest van 28 juni 2018. Het Hof van Cassatie aanvaardt namelijk niet dat financieel onvermogen een kwalificatie tot overmacht rechtvaardigt. Het Franse Hof van Cassatie aanvaardt dit evenmin.
Luidt het antwoord daarentegen negatief en is er geen sprake van een financieel onvermogen in hoofde van de schuldenaar, dan dient te worden nagegaan of aan de toepassingsvoorwaarden van overmacht is voldaan.
3. Er moet bij elke met corona verband houdende situatie geval per geval, sector per
sector, contract per contract worden nagegaan of er sprake is van overmacht.
Een schuldenaar moet zich ingevolge de coronacrisis in de onmogelijkheid bevinden de verbintenis na te komen en de contractuele fout dient ontoerekenbaar te zijn. Er is nog discussie over de vraag of het nu gaat om een absolute of een relatieve onmogelijkheid. De contractuele wanprestatie dient onvoorzienbaar en onvermijdbaar te zijn.
Indien aan de toepassingsvoorwaarden van overmacht niet voldaan is, dan is er geen sprake van overmacht. Er kan dan worden onderzocht of er beroep kan worden gedaan op de alternatieven van overmacht: de wijziging van de overeenkomst, de ontbinding, contractuele clausules of de uitvoering te goeder trouw.

4. Het eerste alternatief voor overmacht is de wijziging van de overeenkomst.
Een contract kan alleen gewijzigd of opgezegd worden mits wederzijdse toestemming van de partijen of op grond van de wet. Dit standpunt wordt gevolgd in het Franse recht en in het nieuwe Burgerlijk Wetboek.
5. Het tweede alternatief is de ontbinding van de overeenkomst. Wanneer de gedwongen uitvoering niet mogelijk is, kan er een keuze gemaakt worden tussen: de gerechtelijke ontbinding, de ontbinding op kennisgeving of het uitdrukkelijk ontbindend beding.
De ontbinding op kennisgeving werd recentelijk erkend door cassatierechtspraak en zal in het nieuwe Burgerlijke Wetboek een wettelijke grondslag krijgen. De ontbinding op kennisgeving is wellicht geïnspireerd op het Franse recht. Er dient bij een ontbinding op kennisgeving sprake te zijn van een wederkerig contract, een voldoende gekwalificeerde schending, een ingebrekestelling en een kennisgeving van de beslissing van de schuldeiser aan de andere contractspartij. Het klassieke voorbeeld van een wanprestatie is de niet-betaling van de huurgelden. Wanneer overmacht kan worden vastgesteld, zal er niet aanvaard worden dat er sprake is van een wanprestatie die de ontbinding rechtvaardigt.
6. Het derde alternatief voor overmacht zijn de contractuele clausules. Deze clausules zijn mogelijk nu het verbintenissenrecht van aanvullend recht is. Enerzijds zijn er de overmachtsclausules en anderzijds de imprevisieclausules. In zo een clausule kunnen contractspartijen bedingen welke omstandigheden in aanmerking komen als overmacht of imprevisie en wat de gevolgen zijn van deze kwalificatie op hun contract. Partijen kunnen dus zelf overeenkomen in welke mate een pandemie een impact zal hebben op hun overeenkomst.
In Frankrijk zijn contractuele clausules eveneens mogelijk.
7. Het vierde en laatste alternatief dat in deze thesis wordt voorgesteld voor overmacht, is de uitvoering te goeder trouw.
Er kunnen op grond van de aanvullende werking van de goede trouw bijkomende verbintenissen worden opgelegd aan partijen. Zo dienen de contractspartijen er zich van te onthouden de nakoming van de verbintenis door de wederpartij te bemoeilijken in de context van een pandemie. Er kan ook de verplichting worden afgeleid om bijkomende contractuele regelingen te treffen met het oog op de goede afloop van de basisovereenkomst. Ook het Franse recht en het nieuw Burgerlijk Wetboek geven deze betekenis aan de aanvullende werking van de goede trouw. Een contractspartij die zich in een situatie van overmacht bevindt, kan worden verhinderd zijn verplichtingen te goeder trouw na te komen. Vaak is een onderhandelde oplossing wel opportuun. Zo kan een betalingsuitstel, afbetalingsregeling of een prijsvermindering worden voorgesteld.
Het is bij de matigende werking en bij rechtsmisbruik aan een contractpartij verboden de haar uit de overeenkomt voortvloeiende rechten uit te oefenen op een manier die in strijd is met wat van een redelijke contractpartij mag worden verwacht. Wie in het kader van de coronacrisis de nakoming zou blijven eisen van een ingrijpend gewijzigde overeenkomst, kan zich schuldig maken aan rechtsmisbruik. De schuldenaar dienst daarnaast loyaal redelijke maatregelen te nemen die de schade van de niet-nakoming kunnen matigen of beperken. Deze redenering is in het Franse recht en het nieuw Burgerlijk Wetboek terug te vinden. Het ontbreken van een onderhandelde oplossing, zoals een betalingsuitstel, een afbetalingsregeling of een prijsvermindering, kan leiden tot rechtsmisbruik. De matigende werking staat de toepassing van de risicotheorie in geval van overmacht echter niet in de weg.
8. Imprevisie kan niet als alternatief worden gebruikt voor overmacht in het Belgische recht. Bij imprevisie is er, in tegenstelling tot bij overmacht, sprake van omstandigheden die de uitvoering van de overeenkomst bijzonder moeilijk of aanzienlijk zwaarder maken voor (één van) de partijen. De coronacrisis kan daar een voorbeeld van zijn. De imprevisieleer beoogt een heronderhandeling van de overeenkomst tussen de partijen. Noch het Burgerlijk Wetboek, noch het Hof van Cassatie en noch andere (corona)rechtspraak aanvaarden de imprevisieleer.
De bindende kracht van een overeenkomst blijft het uitgangspunt. Het Franse recht en het nieuwe Burgerlijk Wetboek aanvaarden de imprevisieleer wel.
Partijen kunnen wel steeds een contractuele imprevisieclausule opnemen. De imprevisieleer kan ook min of meer het recht binnensluipen via enerzijds de matigende werking van de goede trouw en de leer van het verbod op rechtsmisbruik en anderzijds door een soepele invulling van het overmachtsbegrip.
We hebben de imprevisieleer niet kunnen gebruiken tijdens de coronapandemie.
Mocht het nieuw Burgerlijk Wetboek al van kracht zijn geweest, had dit een grote invloed gehad op verschillende contracten en zou de rechtspraak vandaag anders luiden.
De aanvaarding van de imprevisieleer tijdens de coronacrisis had er wellicht toe geleid dat overmacht minder snel werd aanvaard.

Rechtspersoonlijkheid voor robots: een rechtsfilosofische afweging vanuit Belgisch juridisch perspectief

Victor Schollaert
Robots zijn in ons recht vandaag niets meer dan voorwerpen. Het wordt tijd om te overwegen of ze de status van personen verdienen in ons recht. Door middel van een rechtsfilosofische afweging wordt in dit onderzoek een voorzichtig positieve balans opgemaakt.

COMPARISON OF DIFFERENT STATIONARY PHASES IN SUPERCRITICAL FLUID CHROMATOGRAPHY TO PREDICT THE SKIN PERMEABILITY OF PHARMACEUTICAL COMPOUNDS

Rosemarie Verellen
De vergelijking van meerdere stationaire fasen in superkritische vloeistofchromatografie om de huidpermeabiliteit te voorspellen.

CTG misinterpretatie: Sneller gebeurd dan je denkt!

Lore Schurgers Jelina Baute Caro Merckx
Literatuuronderzoek dat nagaat hoe CTG misinterpretatie ontstaat, wat de gevolgen zijn (zowel voor het verloop van de arbeid en bevalling, als voor de neonaat) en aanbevelingen om de misinterpretatie tegen te gaan.

Een nieuwe blik op CPR in tijden van COVID-19: CPR in de prone positie op intensieve zorgen.

Angela Janssen
Op welke manier kan een (COVID-19) patiënt in buikligging (de prone positie) op intensieve zorgen worden gereanimeerd?

Tweedehandskleding, tweede kans mindset? Een analyse van tweedehandskledingpraktijken bij Vlaamse studenten aan de hand van Wardrobe Studies

Elena Pease
Het tempo waarmee we kledij kopen, dragen en weer weggooien blijft versnellen. Dat heeft een verwoestende impact op het gebruik van grondstoffen, afvalproductie en arbeidsomstandigheden. Het kopen van tweedehandskleding zou een alternatief kunnen zijn. Mijn onderzoek bestudeerde waarom studenten, bij wie de populariteit van tweedehandskledij toeneemt, tweedehands kopen. Door hen te interviewen bij hun kleerkast kwamen drie groepen naar voren: studenten die op koopjes jagen, tweedehands kopen om ethische en ecologische redenen, en unieke stukken zoeken. Tegen de verwachtingen in blijven al deze groepen in een hoog tempo tweedehandskledij consumeren, net omdat ze dat als een ecologisch neutraal alternatief beschouwen. Hoe dan onze kledingstijl uitdrukken zonder de massaconsumptiepraktijken die de mode-industrie typeren? Voor tot een aankoop over te gaan kan men kleding hergebruiken, aanpassen, lenen of ruilen. De herinneringen die onze kledingstukken oproepen kunnen daarbij hun levensduur verlengen.

Robotic-Assisted Surgery: Key Aspects on Liability in the EU and the US

Jan-Willem Page
Een analyse van de aansprakelijkheid bij robotchirurgie in de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika.

In silico and in vitro estimation of the displacement of an implanted electrode in rat brain

Brecht Lenaerts Jeroen Samoey
De langdurige werking van hersenelektroden wordt gelimiteerd door de comptabiliteit tussen de elektrode en het hersenweefsel. Om de verplaatsing van een geïmplanteerde elektrode in rattenhersenen te voorspellen werd een computermodel ontwikkeld en nadien gevalideerd tijdens een experimentopstelling.

Zuurstof maakt het verschil - Veilig zuurstofgebruik bij de gehospitaliseerde COPD-patiënt met risico op respiratoir falen

Merel Grieten
Voor de bachelor verpleegkundigen of andere werkenden binnen de zorgen die interessen hebben in correct zuurstofgebruik bij de gehospitaliseerde COPD-patiënt.

Safety and feasibility of S‐Caine patch use in children under the age of three: a pilot study

Britt Anciaux
Kinderen jonger dan drie jaar die pijnlijke prikken of procedures moeten ondergaan zouden baat hebben bij adequate pijnverlichting, zoals de opwarmende S-Caine pleister die lidocaïne en tetracaïne bevat.

Priming for induced resistance in rice

Iris Pottie
In mijn scriptie deed ik onderzoek naar hoe het immuunsysteem van planten kan gestimuleerd worden, om zo opbrengstverliezen in de landbouw te verminderen.

Verdeel en heers: polarisatie op sociale media

Lukas Lecluyse
Deze scriptie behandelt hoe frequent Vlaamse politieke partijen polariseren op sociale media. Het focust hierbij op discursieve en retorische technieken die in sociale mediaberichten gebruikt kunnen worden.

Leven met dementie

Lisa Christiaens Roxanne Pensaert
Het belang van kwaliteitsvolle zorg in de gezondheidszorg neemt toe, ook in de woonzorgcentra. In deze bachelorproef komen de factoren aan bod die een invloed hebben op de kwaliteit van leven voor bewoners met dementie en op de kwaliteit van het werk van zorgverleners.

“We don't eat batteries. Without water there is no life". A queer-ecology approach to lithium extractivism in the context of the energy transition: the case of South America.

Ian Enriquez
De verborgen kosten van onze groene energietransitie zijn niet gender neutraal.

Milieuvriendelijk Gedrag en de Perceptie van Free-riders

Marthe Walgrave
Uit een experimentele survey blijkt dat mensen zich laten beïnvloeden door het gedrag van anderen bij de keuze zich al dan niet klimaatvriendelijk te gedragen. De schrik voor 'freeriders' vormt zo een extra barrière voor mensen om zich in te spannen voor het klimaat.

HOW DOES MCCOPE HELP PLANTS TO COPE WITH NEMATODES?

Jasper Matthys
Planten parasiterende nematoden vormen een groeiende bedreiging voor de rijstteelt. Geïnduceerde resistentie kan een duurzaam alternatief vormen voor chemische pesticiden door het planten-immuunsysteem te activeren. Deze thesis bestudeert het effect van een plantenafval gebaseerde stimulus, mCCOPE.

REBORN - Cocooning in karton

Katrien De Keyser
In deze bachelorproe is een tijdelijke noodwoning ontworpen voor slachtoffers van mensenhandel. De bewoner zelf heeft dankzij het ontwerp helemaal niet het gevoel in een noodwoning te wonen en verblijft in een ruimte die welbevinden, zelfredzaamheid en verbinding stimuleert. Het ontwerp nodigt uit tot cocooning zonder volledig afgescheiden te zijn van de wereld. Het geeft mensen maximale kans op een nieuwe toekomst.

Evaluating the effects of TiO2 as a photocatalytic material in pavement engineering in terms of pollutant degradation and bitumen performance

Arne Chantrain
Luchtkwaliteit is internationaal gezien een zeer groot probleem met ernstige gezondheidsschade als gevolg. Om dit aan te pakken, hebben wij de mogelijkheid om TiO2 toe te voegen aan asfalt onderzocht. Het gebruik van TiO2 in asfaltmengsels kan zonne-energie omzetten in chemische energie die op zijn beurt gebruikt kan worden om allerlei afvalstoffen af te breken.

Nuttige bacteriën en insecten bundelen hun krachten in de strijd tegen plantpathogenen

Jari Temmermans
Aardbeitelers wereldwijd hebben te lijden onder grijsrot. Hommels en gunstige bacteriën worden samen ingezet om deze schadelijke schimmel te bestrijden. Dit systeem kan een duurzaam alternatief vormen voor het sproeien van chemische fungiciden.

Pre-eclampsie en het ontwikkelen van een autisme spectrum stoornis bij het kind: een systematische review.

Celine Vlerick Lana Hoebeke
Door middel van een literatuuronderzoek werd er onderzocht of vrouwen met pre-eclampsie tijdens de zwangerschap een verhoogde kans hebben op het krijgen van een kind met autismespectrumstoornis. Het werkingsmechanisme op de hersenontwikkeling wordt bondig uitgelegd. Bovendien kon de masterproef aantonen dat er een verhoogd risico op autismespectrumstoornis is.

To CRISPR or not to CRISPR? Ethische bezwaren tegen het CRISPRen van mensen

Julie Muller
In deze scriptie bespreek ik vier van de meest voorkomende ethische bezwaren tegen de nieuwe revolutionaire techniek CRISPR.

Slachtoffers van onwetendheid: de kennisverspreiding van het DES-hormoon in België sinds 1971

Antje Van Kerckhove
In 1947 veroverde het DES-hormoon de wereld. Het middel had als doel om miskramen te voorkomen en werd wereldwijd voorgeschreven aan miljoenen zwangere vrouwen. In 1971 werd echter aangetoond dat DES schadelijk was voor de baby’s – zogenaamde DES-kinderen – die als foetus werden blootgesteld aan het hormoon. Vooral DES-dochters liepen ernstige medische risico’s. Bovendien bleek jaren later dat ook DES-kleinkinderen vatbaar zijn voor de gevolgen van DES. Dat het middel in België nog zeker tot 1977 – zes jaar nadat de schadelijkheid formeel werd bewezen – is toegediend aan zwangere vrouwen, doet onderzoeksjournaliste Greet Pluymers en enkele DES-dochters vermoeden dat er sprake is van een dofpotoperatie. Een mogelijke doofpotaffaire zou inderdaad verklaren waarom DES op de markt bleef tussen 1971 en 1977, maar het vormt geen antwoord op de vraag waarom er vandaag in België – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Nederland – nog steeds weinig kennis bestaat of circuleert over de schadelijke gevolgen van het hormoon. Dit onderzoek gaat daarom na hoe de late en gebrekkige kennisverspreiding van DES binnen de Belgische context verklaard kan worden. Daarbij neemt deze studie afstand van een mogelijke doofpotaffaire door op zoek te gaan naar een lange termijn verklaring voor de relatieve onwetendheid over DES in België. Om een licht te werpen op het gebrek aan kenniscirculatie vanaf 1971 steunt dit onderzoek op inzichten uit de agnotologie, een theorie die ervan uitgaat dat onwetendheid het gevolg is van culturele constructies.
Zo bood deze studie – aan de hand van interviews met DES-dochters en gynaecologen – inzicht in de langdurige mechanismen en processen die aan de basis liggen van de gebrekkige kennisverspreiding van het DES-hormoon in België. De rol van ouders en artsen – die golden als de belangrijkste informatieverstrekkers in het kennisproces van DES-dochters – bleek daarbij cruciaal. Indien zij niet optraden als kennisverspreiders, bleven DES-dochters vaak jarenlang in het ongewisse over hun DES-identiteit. Verder wees de analyse uit dat DES-dochters in grote mate afhankelijk waren van toeval voor een juiste diagnostisering. Daarnaast bleek dat de schuldgevoelens van sommige DES-moeders – zeker in huishoudens waar een sterk taboe rustte op infertiliteit – het stilzwijgen van DES in de hand werkte. Op die manier toonde ik aan dat het stigma rond onvruchtbaarheid bijdroeg aan de onwetendheid over DES en niet alle ouders zomaar fungeerden als doorgeefluiken van kennis. Tot slot toonde dit onderzoek aan dat ook gynaecologen hun rol als informatieverstrekkers niet systematisch opnamen. Zo bleek dat artsen – ondanks het feit dat ze sinds het begin van de jaren 1970 geïnformeerd waren over de schadelijkheid van DES – het probleem leken te onderschatten. Deze onderschatting was het gevolg van de overtuiging dat het DES-probleem vanaf het einde van de jaren 1980 verleden tijd was. Maar deze opvatting alleen kon het kennistekort niet verklaren. Andere redenen waren de onzichtbaarheid van het DES-probleem in combinatie met de moeilijkheid om congenitale afwijkingen te linken met het hormoon, de exclusieve focus op fertiliteitsproblemen, het gebrek aan ondervraging
94
en de mogelijk nauwe relaties tussen UCB en de medische wereld. Op die manier ontstond er een algemeen gebrek aan belangstelling voor het DES-probleem in medische kringen in België waar DES-dochters tot op heden het slachtoffer van zijn.

The anti-inflammatory effect of mesenchymal stem cell-derived extracellular vesicles in Niemann-Pick disease type C1 pathology

Jonas Castelein
De ziekte van Niemann-Pick type C1 is een ziekte waarvoor tot op heden enkel symptomatische behandelingen beschikbaar zijn. In deze scriptie wordt een behandeling gebaseerd op mesenchymale stamcel-afgeleide extracellulaire vesikels getest.