Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.
Voltooid leven in de verleden tijd? Een exploratie van levensmoeheid bij Belgische ouderen vanaf 1850
Deze masterproef is in de eerste plaats een begripsgeschiedenis van levensmoeheid. Door de vermeldingen van levensmoeheid in historische bronnen vanaf 1850 onder de loep te nemen en deze historisch te kaderen wil dit onderzoek de totstandkoming van het huidige fenomeen verklaren. Daarnaast krijgen ook onderwerpen als zelfdoding, psychiatrische diagnostiek en ouderdom een historische uitdieping. Het huidige concept voltooid leven is immers een clusterbegrip, wat de complexiteit van de problematiek mee verklaart.
Voorliggend kwalitatief onderzoek heeft getracht aan de hand van semigestructureerd diepte-interviews de noden en behoeften van seksuele dienstverleners, die werkzaam zijn binnen de forensische psychiatrie, in kaart te brengen. Deze resultaten bieden een (mogelijke) weg naar een geïntegreerd seksualiteitsbeleid in de forensische psychiatrie.
Echte mannen huilen niet. Kwalitatief onderzoek naar de ervaring van psycho-educatie omtrent gendernormen en emotionele expressie bij een groep mannen tijdens een psychiatrische opname.
Psycho-educatieve groepssessies rond gendernormen en het uiten van emoties werden georganiseerd in een psychiatrische instelling in Vlaanderen. Hieraan namen enkel mannelijke patiënten deel. Onder andere de vaak negatieve impact van gendernormen op het mentaal welzijn van mannen werd besproken.
Deze scriptie brengt noden en pijnpunten rond geestelijke gezondheidszorg voor minderjarigen in kaart. Aan de hand van wetenschappelijke onderzoeken, beleidsdocumenten en getuigenissen wordt nagegaan hoe zorg en beleid verbeterd kunnen worden. Het onderzoek start met een centrale onderzoeksvraag en enkele deelvragen, gevolgd door een literatuurstudie en veranderingsstrategieën. De scriptie focust zich op drie brede domeinen: laagdrempelige geestelijke gezondheidszorg en preventie, crisis- en spoedeisende psychische hulpverlening, en kwaliteit van zorg.
In deze scriptie ben ik op zoek gegaan naar een antwoord op volgende onderzoeksvraag: 'Hoe kunnen we autisme bij meisjes sneller (h)erkennen?'. Ik bedacht deze vraag vanuit
mijn eigen interesse, ervaring en diagnose. Antwoorden vond ik in heel wat literatuur én in interviews met meisjes met ASS en een expert. Uit al die verzamelde informatie bleek dat ASS bij meisjes vaak moeilijker en later (h)erkend wordt, wat mede komt doordat zij goed kunnen camoufleren en compenseren. Dit kan wel degelijk tot problemen leiden. Hierdoor ging ik op zoek naar kenmerken waaraan we autisme kunnen herkennen. Eerst
schets ik een algemeen beeld, waarna ik dieper in ga op ASS bij meisjes. Het resultaat van deze bachelorproef is een ontwerp, zijnde een infoboekje, dat gebaseerd is op de
informatie uit mijn onderzoek. Dit boekje is bedoeld voor professionals en bij uitbreiding kan het ook relevant zijn voor iedereen die meer over ASS te weten wil komen in het
algemeen en/of over hoe dit zich specifiek kan uiten bij meisjes. Met dit ontwerp hoop ik bij te dragen aan een autismevriendelijkere wereld en een correcter, minder stereotiep beeld van ASS (bij meisjes).
Dit werk handelt over de internering van geesteszieken die een strafbaar feit hebben gepleegd. Er wordt ingegaan op de ontwikkeling van de wetgeving, de problemen in gevangenissen, psychiatrische expertises en beslissingen tot opname. Tenslotte wordt in een hoofdstuk ingegaan op de recente FPC's, centra die voor dit doel zijn ontworpen.
De geestelijke gezondheid van en de psychische hulpverlening aan gedetineerden van Marokkaanse en Algerijnse origine vanuit het perspectief van psychosociale hulpverleners en gevangenisimams
Deze masterscriptie betreft een verkennend onderzoek naar de geestelijke gezondheid van en de psychische hulpverlening aan gedetineerden van Marokkaanse en Algerijnse origine vanuit het perspectief van psychosociale hulpverleners en gevangenisimams werkzaam in de Vlaamse en Brusselse gevangenissen. De onderzoeksbevindingen kunnen mogelijk nieuwe inzichten bieden aan zowel praktijkwerkers als beleidsactoren en zo bijdragen aan een verbetering van de psychologische en psychiatrische begeleiding en omkadering binnen detentie.
Het doel van deze thesis was een algemeen beeld te scheppen over het belang van creativiteit binnen de psychische gezondheidszorg. Een literatuurstudie en veel gesprekken met allerhande mensen met veel kennis binnen hun vakgebied, vormen de basis voor mijn thesis.
Hoe kan je als orthopedagogische hulpverlener een jongere in een residentiële psychiatrische context tussen de 12 en 25 jaar en zijn directe omgeving helpen bij een depressie?
Wat heeft een jongere nodig als hij of zij is opgenomen in een residentiële psychiatrische context met klachten van depressiviteit? Wat kan een hulpverlener doen en wie moet hij/zij betrekken in het traject?
Het Individuele Plaatsing & Steun (IPS) Model is een wetenschappelijk onderbouwde methodiek om mensen met een psychische kwetsbaarheid te ondersteunen in hun zoektocht naar werk. Dit onderzoek gaat dieper in op twee IPS-basisprincipes: (1) De inbedding van de IPS-coach in de zorgsector (2) Het place-then-train principe. Dit betekent meteen een job zoeken op de reguliere arbeidsmarkt, zonder langdurige training vooraf. Uit voorgaand onderzoek is gebleken dat deze twee principes cruciaal zijn voor een succesvolle IPS-implementatie, maar dat beiden beperkt toegepast worden in Vlaanderen. De bedoeling van dit onderzoek is om een eerste verkennende studie uit te voeren naar de percepties van de zorgsector (psychologen, psychiaters, sociaal werkers, …) en ervaringsdeskundigen (mensen met een psychische kwetsbaarheid) omtrent deze twee IPS-principes.
In dit onderzoek wordt gefocust op een persoonlijke ervaring met angst en depressie, welke in dit werk wordt benoemd als het ‘monster’. Via een auto-etnografisch onderzoek worden de persoonlijke ervaringen beschreven aan de hand van key incidents, die systematisch geanalyseerd worden om zo de sociale en culturele ervaringen van de betrokkene beter te begrijpen, alsook de lezers te sensibiliseren om zich dieper in te leven in mensen die anders zijn.
Euthanasie in de geestelijke gezondheidszorg is geen eenvoudige problematiek. Zowel juridisch als ethisch is er veel ruimte voor twijfel. De wet zegt over vele zaken niets, ook niet voor de arts. Anderzijds is er wel één puntje in de wet met betrekking tot overleg van de verpleegkundige.
Deze literatuur- en kwalitatieve onderzoeksstudie reikt enkele handvaten aan aan verpleegkundigen in de geestelijke gezondheidszorg die in aanraking komen met de vraag naar euthanasie. Handvaten met betrekking tot de begeleiding van de patiënt, maar ook naar jezelf als verpleegkundige.
Door de restrictieve wetgeving en het gewelddadige politieoptreden tegen (on)aangekondigde demonstraties, wordt de protestruimte van Russische opposanten steeds verder ingeperkt. De opstandig stemming die de repressie wist te overleven, vond steeds meer verklanking in kleine, symbolische eenpersoonsacties. In het onderzoek gaan we op zoek hoe het eenmansprotest in de voorbije tien jaar de tactiek bij uitstek werd van vreedzaam, anti-regime protest.
Deze masterproef is de eerste die de attitudes van Vlaamse artsen, masterstudenten geneeskunde en -verpleegkunde heeft nagegaan met betrekking tot gezamenlijke besluitvorming.
Troep (www.troep.link) is een website met getuigenissen over depressie. Zeven jongvolwassenen delen hun ervaring met depressie, met extra aandacht voor hun nabije omgeving. Samen stelden we de vraag op welke manier de steun van vrienden en familie cruciaal was, hoe ze het best geholpen hebben en wat minder effect had. Op die manier willen we een instrument creëren waarmee andere jongvolwassenen én hun omgeving steun kunnen vinden. We willen hun situatie erkennen, herkenbaar maken en nieuwe inzichten geven over hoe ze de depressie kunnen aanpakken. In het bijzonder willen we depressie via zoveel mogelijk diverse frames benaderen, zodat er een genuanceerder beeld ontstaat. Dat is essentieel om het onderwerp meer begrijpbaar én bespreekbaar te maken. De persoonlijke verhalen van de zeven getuigen worden in tekstvorm verteld. Daarnaast hebben we hun ervaringen gebundeld in zes thematische podcasts, waarin we via experts ook medische en maatschappelijke context bieden. Dankzij illustraties komt alles samen tot een mooi geheel.
Probleemstelling: Spirituele verpleegkundige zorg voor zorgvragers met psychoseproblematiek wordt in de praktijk vaak genegeerd. Dit is te wijten aan het biomedische model van mentale verstoring dat doorgaans in de GGZ op de voorgrond staat. Kan er een holistisch model gevonden worden voor psychoseproblematiek, waaruit spirituele
verpleegkundige attitudes en interventies kunnen worden afgeleid?
Methode: Er werd een literatuuronderzoek uitgevoerd en informatie van een opleiding aangaande spirituele crisis werd geïmplementeerd.
Resultaten: Een psychotische episode is een crisis waarvan biologische, psychosociale en spirituele factoren aan de oorzaak kunnen liggen. Vaak is er in de crisis sprake van onverwerkt emotioneel trauma dat naar boven komt. Verpleegkundigen dienen zich een onvoorwaardelijke en niet-oordelende houding aan te meten, zodat de acute fase van een crisis kan gaan liggen en zorgvragers hun crisis kunnen evalueren en integreren.
Discussie: Er is een grote nood aan meer bewustzijn en onderzoek aangaande atypische ervaringen, aangezien deze niet noodzakelijkerwijs wijzen op pathologie.
Mijn eindwerk betreft een omkaderingsmodel voor de ervaringsdeskundige vrijwilligers van de HerstelAcademie Halle-Vilvoorde. De onderzoeksvraag is: “Welke behoeften hebben deervaringsdeskundige vrijwilligers van de HerstelAcademie Halle-Vilvoorde op vlak van omkadering en hoe kunnen deze behoeften optimaal ingevuld worden?”
De chemische stilte. Over de impact van psychofarmaca op de psychiatrie tijdens de tweede helft van de 20e eeuw, met het Gentse Guislaingesticht als casus
Dit onderzoek belicht in een eerste luik de algemene geschiedenis van de psychiatrie, met een focus op het ontstaan en de brede effecten van chemische medicatie in de geestelijke gezondheidszorg sinds midden jaren 50 van de vorige eeuw. Via een microhistorisch casusonderzoek, namelijk het Gentse Guislaingesticht, wordt vervolgens in kaart gebracht hoe de psychiatrische praktijk en het dagelijkse leven in een psychiatrisch gesticht tijdens de periode 1950-1975 concreet veranderen onder invloed van die medische vernieuwingen.
De masterproef onderzoekt de kritieken die doorheen de geschiedenis op de ontoerekeningsvatbaarheid werden geuit en toetst hoe de nieuwe interneringswet van 5 mei 2014 hieraan tegemoetkomt. Daarnaast wordt een blik geworpen op de ontoerekeningsvatbaarheid in het Nederlandse en Engelse recht.
In mijn scriptie ga ik uit van 'de mens' in de rol van hulpverlener of -vrager binnen de maatschappelijke context. Ik onderscheid drie mensbeelden; economisch, biologisch en relationeel. De dominantie van de twee eerstgenoemde op de laatste is daarbij een hindernis voor hedendaagse hulpverlening.
Psychopathie binnen de strafrechtspleging: de eeuwige vraag naar (on)toerekeningsvatbaarheid. Pijnpunten binnen de forensische psychiatrie en een blik op de Belgische wetgeving.
Het doel van mijn thesisonderzoek bestond erin het stigma uit de wereld te helpen dat psychopaten zware criminelen zijn zonder enig spijt- of genadegevoel. Aan de hand van metajuridisch onderzoek heb ik geprobeerd om aan te tonen dat psychopathie een geestesziekte is. Het gevolg hiervan is dat er toch enkele argumenten zijn die kunnen pleiten voor de ontoerekeningsvatbaarheid van deze personen hoewel dit maatschappelijk nog steeds als een taboe beschouwd wordt.