Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

De Euthanasiewet: een lange lijdensweg naar levensnoodzakelijke onderscheiden strafmaten

Claudia Vermeirsch
De oorspronkelijke Euthanasiewet is door het Grondwettelijk Hof ongrondwettig bevonden. Ook uit de zaak Tine Nys voor het Hof van Assisen bleek dat er tekortkomingen waren aan de Euthanasiewet. Deze Masterproef geeft een voorstel tot wetswijziging.

De strafrechtelijke sanctionering van euthanasie: een zoektocht naar billijke evenwichten

Elise Rynwalt
Hoe wordt een illegale uitvoering van euthansie bestraft en gecontroleerd vandaag de dag? Wat zijn de problemen met deze wetgeving en hoe kan dit potentieel worden verbeterd ?

Werknemers zonder wettig verblijf: een verblijfsrecht tijdens de procedure tot erkenning van een ernstig arbeidsongeval?

Katinka Verbeken
Werknemers zonder wettig verblijf in België kunnen én worden soms slachtoffers van ernstige arbeidsongevallen. Hoewel men na dit ongeval dezelfde rechten heeft als werknemers mét wettig verblijf, blijkt het verzilveren van deze rechten uitermate moeilijk. Deze scriptie onderzoekt waarom al dan niet een verblijfsrecht moet worden verleend tijdens de procedure tot erkenning van het ernstig arbeidsongeval, en hoe dit eventuele recht ingevuld kan worden.

Qualifying the European Carbon Border Adjustment Mechanism: a preliminary but necessary step in assessing its WTO-legality

Laure Hendrickx
Deze thesis gaat over het Commissievoorstel voor een mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (de EU CBAM). Meer bepaald wordt in deze thesis onderzocht of het voorstel niet in strijd is met de regels opgelegd in het kader van de Wereldhandelsorganisatie. Daarbij wordt in het bijzonder ingegaan op de vraag naar de kwalificatie van het mechanisme. Om een nauwkeurige legaliteitsbeoordeling van het voorgestelde mechanisme te voeren, moet immers eerst worden bepaald of het mechanisme een belastingmaatregel of een gewone wetgevingsmaatregel uitmaakt.

Geldt een pandemie als overmacht in het verbintenissenrecht

Caro Stuer
1. Het uitgangspunt is dat een overeenkomst die geldig wordt aangegaan, de partijen tot wet strekt. Een pandemie kan daar een voorbeeld van zijn een omstandigheid die het moeilijk of onmogelijk maakt een verbintenis na te komen. Overmacht zou ervoor kunnen zorgen dat een schuldenaar wordt bevrijd van zijn contractuele verbintenis.
2. Om na te gaan of er in de context van de coronacrisis sprake is van overmacht, dient in de eerste plaats te worden nagegaan of er sprake is van een toestand waarbij de schuldenaar kampt met een financieel onvermogen. In de meeste gevallen is dit in het kader van een handelshuurovereenkomst.
Luidt het antwoord positief, dan kan men er kort over zijn. De kans is groot dat de rechter de rechtsgrond overmacht niet zal aanvaarden. De meerderheid en de meest recente rechtspraak verwijst naar het cassatiearrest van 28 juni 2018. Het Hof van Cassatie aanvaardt namelijk niet dat financieel onvermogen een kwalificatie tot overmacht rechtvaardigt. Het Franse Hof van Cassatie aanvaardt dit evenmin.
Luidt het antwoord daarentegen negatief en is er geen sprake van een financieel onvermogen in hoofde van de schuldenaar, dan dient te worden nagegaan of aan de toepassingsvoorwaarden van overmacht is voldaan.
3. Er moet bij elke met corona verband houdende situatie geval per geval, sector per
sector, contract per contract worden nagegaan of er sprake is van overmacht.
Een schuldenaar moet zich ingevolge de coronacrisis in de onmogelijkheid bevinden de verbintenis na te komen en de contractuele fout dient ontoerekenbaar te zijn. Er is nog discussie over de vraag of het nu gaat om een absolute of een relatieve onmogelijkheid. De contractuele wanprestatie dient onvoorzienbaar en onvermijdbaar te zijn.
Indien aan de toepassingsvoorwaarden van overmacht niet voldaan is, dan is er geen sprake van overmacht. Er kan dan worden onderzocht of er beroep kan worden gedaan op de alternatieven van overmacht: de wijziging van de overeenkomst, de ontbinding, contractuele clausules of de uitvoering te goeder trouw.

4. Het eerste alternatief voor overmacht is de wijziging van de overeenkomst.
Een contract kan alleen gewijzigd of opgezegd worden mits wederzijdse toestemming van de partijen of op grond van de wet. Dit standpunt wordt gevolgd in het Franse recht en in het nieuwe Burgerlijk Wetboek.
5. Het tweede alternatief is de ontbinding van de overeenkomst. Wanneer de gedwongen uitvoering niet mogelijk is, kan er een keuze gemaakt worden tussen: de gerechtelijke ontbinding, de ontbinding op kennisgeving of het uitdrukkelijk ontbindend beding.
De ontbinding op kennisgeving werd recentelijk erkend door cassatierechtspraak en zal in het nieuwe Burgerlijke Wetboek een wettelijke grondslag krijgen. De ontbinding op kennisgeving is wellicht geïnspireerd op het Franse recht. Er dient bij een ontbinding op kennisgeving sprake te zijn van een wederkerig contract, een voldoende gekwalificeerde schending, een ingebrekestelling en een kennisgeving van de beslissing van de schuldeiser aan de andere contractspartij. Het klassieke voorbeeld van een wanprestatie is de niet-betaling van de huurgelden. Wanneer overmacht kan worden vastgesteld, zal er niet aanvaard worden dat er sprake is van een wanprestatie die de ontbinding rechtvaardigt.
6. Het derde alternatief voor overmacht zijn de contractuele clausules. Deze clausules zijn mogelijk nu het verbintenissenrecht van aanvullend recht is. Enerzijds zijn er de overmachtsclausules en anderzijds de imprevisieclausules. In zo een clausule kunnen contractspartijen bedingen welke omstandigheden in aanmerking komen als overmacht of imprevisie en wat de gevolgen zijn van deze kwalificatie op hun contract. Partijen kunnen dus zelf overeenkomen in welke mate een pandemie een impact zal hebben op hun overeenkomst.
In Frankrijk zijn contractuele clausules eveneens mogelijk.
7. Het vierde en laatste alternatief dat in deze thesis wordt voorgesteld voor overmacht, is de uitvoering te goeder trouw.
Er kunnen op grond van de aanvullende werking van de goede trouw bijkomende verbintenissen worden opgelegd aan partijen. Zo dienen de contractspartijen er zich van te onthouden de nakoming van de verbintenis door de wederpartij te bemoeilijken in de context van een pandemie. Er kan ook de verplichting worden afgeleid om bijkomende contractuele regelingen te treffen met het oog op de goede afloop van de basisovereenkomst. Ook het Franse recht en het nieuw Burgerlijk Wetboek geven deze betekenis aan de aanvullende werking van de goede trouw. Een contractspartij die zich in een situatie van overmacht bevindt, kan worden verhinderd zijn verplichtingen te goeder trouw na te komen. Vaak is een onderhandelde oplossing wel opportuun. Zo kan een betalingsuitstel, afbetalingsregeling of een prijsvermindering worden voorgesteld.
Het is bij de matigende werking en bij rechtsmisbruik aan een contractpartij verboden de haar uit de overeenkomt voortvloeiende rechten uit te oefenen op een manier die in strijd is met wat van een redelijke contractpartij mag worden verwacht. Wie in het kader van de coronacrisis de nakoming zou blijven eisen van een ingrijpend gewijzigde overeenkomst, kan zich schuldig maken aan rechtsmisbruik. De schuldenaar dienst daarnaast loyaal redelijke maatregelen te nemen die de schade van de niet-nakoming kunnen matigen of beperken. Deze redenering is in het Franse recht en het nieuw Burgerlijk Wetboek terug te vinden. Het ontbreken van een onderhandelde oplossing, zoals een betalingsuitstel, een afbetalingsregeling of een prijsvermindering, kan leiden tot rechtsmisbruik. De matigende werking staat de toepassing van de risicotheorie in geval van overmacht echter niet in de weg.
8. Imprevisie kan niet als alternatief worden gebruikt voor overmacht in het Belgische recht. Bij imprevisie is er, in tegenstelling tot bij overmacht, sprake van omstandigheden die de uitvoering van de overeenkomst bijzonder moeilijk of aanzienlijk zwaarder maken voor (één van) de partijen. De coronacrisis kan daar een voorbeeld van zijn. De imprevisieleer beoogt een heronderhandeling van de overeenkomst tussen de partijen. Noch het Burgerlijk Wetboek, noch het Hof van Cassatie en noch andere (corona)rechtspraak aanvaarden de imprevisieleer.
De bindende kracht van een overeenkomst blijft het uitgangspunt. Het Franse recht en het nieuwe Burgerlijk Wetboek aanvaarden de imprevisieleer wel.
Partijen kunnen wel steeds een contractuele imprevisieclausule opnemen. De imprevisieleer kan ook min of meer het recht binnensluipen via enerzijds de matigende werking van de goede trouw en de leer van het verbod op rechtsmisbruik en anderzijds door een soepele invulling van het overmachtsbegrip.
We hebben de imprevisieleer niet kunnen gebruiken tijdens de coronapandemie.
Mocht het nieuw Burgerlijk Wetboek al van kracht zijn geweest, had dit een grote invloed gehad op verschillende contracten en zou de rechtspraak vandaag anders luiden.
De aanvaarding van de imprevisieleer tijdens de coronacrisis had er wellicht toe geleid dat overmacht minder snel werd aanvaard.

Crowdfunding: een alternatieve financieringsmethode voor de Belgische bouwpromotor

Maxim De Ganck
Crowdfunding wint anno 2021 niet alleen aan belang bij innovatieve start-ups en scale-ups, maar ook in de vastgoedsector. Gelet op de jonge bestaansgeschiedenis, de in het verleden heersende rechtsonzekerheid en het toekomstpotentieel van crowdfunding wordt de lezer een actuele blik geboden in de verscheidene financieel, juridische en fiscaalrechtelijke aspecten van crowdfunding. Daarnaast wordt tevens de nadruk gelegd op crowdfunding in het vastgoedontwikkelingsproces.

Het recht op zelfbeschikking na Dekolonisatie: Feit of fictie?

Mathieu Fiers
Het recht op zelfbeschikking van volkeren. De vraag blijft: wanneer spreekt men van een volk? Deze scriptie gaat dieper in op het volksbegrip, en vaart over de verschillende kanalen die bijdragen tot het afbakenen van dit begrip.

Erkenning (in België) van verstotingen in islamitische landen: een hedendaagse evaluatie

Tom Lenaerts
Gendergelijkheid en non-discriminatie. Aan beide begrippen wordt steeds meer belang gehecht. Zelfs het hagelnieuw Belgische regeerakkoord heeft er de mond van vol.

Ook wanneer twee getrouwde partners uit elkaar willen gaan, wordt verwacht dat zij elk evenveel recht hebben om hun relatie te beëindigen. Wat indien dit in andere landen niet het geval is, en de macht om het huwelijk te beëindigen enkel aan de man toekomt? Hoe moet België met dergelijke situaties omgaan wanneer een buitenlands koppel besluit om naar België te komen?

'Maar meiske, ik was hier toch ook maar halsoverkop': Dwelling als world-building door ouderen in het milieu van een gesloten afdeling voor personen met de diagnose dementie.

Christine Verbruggen
Om de dementie-epidemie te beteugelen en het lijden in dementeren te verzachten, stelt de persoonsgerichte lens, moeten we leren 'dementen' als 'personen met dementie' te zien en de relaties rond hen professionaliseren. Deze problematisering en de ontwikkeling van expertise hebben ertoe geleid dat meer banale, alledaagse maar existentiële processen van samenleven en voortleven ongezien en ongehoord blijven. Dit onderzoek is het resultaat van een intieme samenwerking met ouderen in de leefomgeving van een gesloten afdeling voor personen met de diagnose dementie die een stem geeft aan de creativiteit en onvoorspelbaarheid van hun alledaagse waar het lang niet altijd duidelijk is hoe herinneringen werken, wat zorg betekent of wie er nu eigenlijk ziek is.

Verzekering en het gezin

Cédric Vaes
Deze masterproef handelt over het onderwerp ‘Verzekering en het gezin’ en heeft specifiek betrekking op de aansprakelijkheidsverzekering privéleven.

In deze masterscriptie wordt de huidige regelgeving, rechtspraak en rechtsleer betreffende de aansprakelijkheidsverzekering privéleven uiteengezet om vervolgens de volgende centrale onderzoeksvraag te beantwoorden: ‘Biedt de huidige wettelijke regeling en polispraktijk inzake de aansprakelijkheidsverzekering privéleven voldoende bescherming voor ‘nieuwe gezinssamenstellingen/gezinssituaties’ en ‘nieuwe risico’s’ in het privéleven?’.

Het principe van "common but differentiated responsibilities" in het internationaal milieurecht.

Ségolène de Borchgrave
Analyse en vergelijking van de toepassingen van het "common but differentiated responsibilities" principe in het internationaal milieurecht. Onderzoek naar een mogelijke kwalificatie als algemeen principe van internationaal milieurecht.

Uber en het statuut van de Uber drivers

Lise-Marie Platteau
Juridische analyse van Uber aan de hand van drie deelvragen:
- Doet Uber aan car-sharing?
- Is Uber een transportbedrijf of technologiebedrijf?
- Wat is het sociaal statuut van de Uber drivers?
En tot slot: Heeft de kwalificatie van Uber als bedrijf een invloed op de kwalificatie van de Uber drivers?

Schikken en schuldig pleiten als belastingplichtige. Rechtsbescherming uit art. 6 EVRM bij het afsluiten van een minnelijke schikking of het erkennen van schuld bij het openbaar ministerie

Eva Nackaerts
Deze masterscriptie onderzoekt of er voldoende rechtsbescherming aanwezig is voor de belastingplichtige verdachte die een minnelijke schikking afsluit of zijn schuld erkent bij het parket. Hierbij wordt er getoetst aan de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Individueel Aangepast Curriculum in het Secundair Onderwijs

Eva Vanneste
Door het M-decreet zullen meer en meer jongeren met een beperking schoollopen in het gewoon onderwijs. Het is echter niet voor al die jongeren haalbaar om het gemeenschappelijk curriculum te volgen en de leerplandoelstellingen te behalen. Als er ondanks de redelijke aanpassingen geen mogelijkheid bestaat om het gemeenschappelijk curriculum te volgen, kan de leerling overschakelen naar fase 3 binnen het zorgcontinuüm, het individueel aangepast curriculum of IAC. Dit houdt echter zowel kansen als knelpunten in.

CYBERPESTEN TUSSEN MINDERJARIGE LEERLINGEN IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS. FENOMEENANALYSE, JURIDISCHE KWALIFICATIE EN DE PREVENTIEVE WERKING VAN MAATREGELEN OP HET NIVEAU VAN HET JEUGDPARKET. EEN CASESTUDIE BIJ HET PARKET HALLE-VILVOORDE

David Hublé
Een studie van vijftig dossiers over cyberpesten toont aan dat de online-verwensingen bijzonder ver gaan tot het bevel tot zelfdoding toe. Het federaal parket steunt onze vraag om dat laatste strafbaar te stellen. De jeugdparketten dienen meer in te zetten op herstelbemiddeling, het versturen van waarschuwingsbrieven en het uitnodigen van minderjarige daders om hen te herinneren aan de wetgeving die op hun gedrag van toepassing is.

De erkenning in België van buitenlandse akten/vonnissen in verband met de zorg aan kinderen door middel van de kafala

Yasmine Haelemeersch
Deze masterproef handelt over de erkenning en de kwalificatie van een Maghrebijnse kafala-akte in de Belgische rechtsorde en de (on)mogelijkheid tot omzetting ervan in een Belgische adoptie.

Hoe lerarenopleiders van STEM-richtingen hun studenten een onderzoekende houding bijbrengen.

Bart Huyghe
In onze maatschappij is er nood aan afgestudeerden met een STEM-profiel en een sterk onderzoekende houding. Het spreekt dus voor zich dat STEM-leerkrachten in secundaire scholen van grote invloed zijn en daarmee dus hun opleiding. In deze scriptie onderzocht men hoe lerarenopleiders van STEM vakken invulling geven aan deze specifieke taak en of er beïnvloedende factoren zijn.

'Rode Duivel of voetballer zonder land?'

Godfried Roelant Dries Mombert
Tussen 2002 en 2014 veranderde de etnische samenstelling van de Belgische nationale voetbalploeg grondig. In 2002 waren er slechts twee spelers met een migratieachtergrond die geselecteerd werden voor het WK voetbal in Japan en Zuid-Korea. Een minderheid in vergelijking met de elf Rode Duivels van vreemde origine die veertien jaar later deel uitmaakten van de spelerskern voor datzelfde toernooi in Brazilië. In deze masterscriptie vindt de lezer de resultaten terug van een onderzoek over hoe deze spelers werden geframed in de Belgische Nederlandstalige geschreven pers, meer bepaald in De Standaard en Het Laatste Nieuws.

Evaluatie en vergelijking van vier verschillende toestellen voor de kwantificatie van HbA1c

Cedric Vandemergel Sylvie Mulliez Michel Langlois
- informatie over HbA1c als merker voor de monitoring van diabetes en de behandeling van vasculaire complicaties
- labo onderzoek voor de evaluatie van vier HbA1c analyzers
- motivatie en advies voor finale keuze analyzer

Domeingoederen: actualia inzake openbaar en privaat domein

Thomas Poppe
Bespreking van de actuele ontwikkelingen op het vlak van de leer van het domeingoederenrecht.

Het bestaan van een hiërarchie binnen de jeugdbeschermingsmaatregelen?

Yente Neelen
“Wanneer de nood het hoogst is, is de redding van het jeugdrecht helaas niet nabij.”“Therapie jonge criminelen op de lange baan geschoven”, “Geen plaats in instelling en dus blijven meisjes in cel”,…[1] Wie vandaag de dag de problematiek rond de jeugdbeschermingsmaatregelen bij jongeren die een misdrijf omschreven feit (MOF- jongeren) plegen niet onder ogen kan of wil zien, moet dringend wakker geschud worden. Het jeugdrecht valt steeds opnieuw ten prooi aan de publieke opinie.

To school or not to school: Jonge moeders over omgevingsfactoren die ertoe doen

Rigoberta Mejia Sian
“Ik gedraag me thuis als een moeder en op school als een leerling”Jonge moeders; bijna iedereen heeft er een beeld bij. Tv-programma’s over meisjes die jong zwanger zijn geraakt zoomen in op de vaak turbulente wereld van jong moederschap. De komst van een kind verandert inderdaad veel. Jonge moeders staan voor moeilijke keuzes die een grote impact kunnen hebben op de rest van hun leven. Eén van die beslissingen is het al dan niet naar school blijven gaan tijdens en na de zwangerschap. Ouders, partner en vrienden, maar ook leraren op school kunnen hen hierbij ondersteunen.

A Critical Literature Review on Home-Based Childcare Settings. The professionalisation and changing profile of childminders.

Valerie Bauters
Onthaalouders in crisis: het einde van een lange traditie of het begin van een nieuw verhaal?Eén van de oudste beroepen in de geschiedenis, de onthaalouder, is met uitsterven bedreigd. Anno 2015 lijken ze wel de Assepoesters van de kinderopvang: onthaalouders hebben een gebrekkig statuut, en kampen met een hoge werkdruk. De duurzaamheid van het beroep is quasi onbestaand en de uitval is groot.  Ook het nieuwe decreet kinderopvang van baby’s en peuters in Vlaanderen, lijkt deze teneur niet te kunnen keren. Wie wil vandaag nog onder zulke omstandigheden werken?

Crowdfunding: Regulatory overkill or flexible approach? An analysis of investor protection

Tim Petrus Tim Petrus
Crowdfunding: Alles rozengeur en maneschijn?            -Een analyse van investeerdersbescherming- In onze huidige door sociale media gedomineerde maatschappij heeft iedereen wel al eens van crowdfunding gehoord. Grote succesverhalen, talrijke liefdadigheidsacties en zelfs de ontwikkeling van een vernieuwende gadget. Maar de vraag die de meesten zich niet stellen luidt: wat als ik investeer via crowdfunding? Welke rechten heb ik en welke bescherming heb ik als er iets fout gaat?

De invloed van flexibiliteit in leertrajectorganisatie op leermotivatie van jonge cursisten in het tweedekansonderwijs

Mariska Hendrickx Mariska Hendrickx
Wat het secundair onderwijs niet kan, kan het tweedekansonderwijs wel.Steeds meer jongeren die vroegtijdig het secundair onderwijs verlaten, vinden hun weg naar het tweedekansonderwijs om alsnog een diploma te halen. De centra voor volwassenenonderwijs die tweedekansonderwijs aanbieden, zien al enkele jaren dat het aantal cursisten onder de 25 jaar alsmaar toeneemt.