Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Sexual and Reproductive Rights on the Flemish Political Agenda: A Case Study of Menstrual Health

Anneleen De Cuyper
Deze thesis identificeert de standpunten van de verschillende Vlaamse politieke partijen omtrent additionele politieke actie tegen menstruatiearmoede. Het onderzoekt of er gelijkenissen bestaan met de narratieven van de extreemrechtse, anti-gender beweging in Europa.

PlantAARDIGopgroeien een gift... op weg naar een betere wereld met de eiwitshift

marijke Goeman
Een praktijkgericht onderzoek naar een duurzame implementatie van de eiwitshift in kinderdagverblijven waarbij pedagogische en gedragsveranderende factoren worden verkent.

Kracht of macht? Een verkennend onderzoek naar de effecten van het GPMI op leefloongerechtigden

Rianne Hermans
Ik heb mij verdiept in de leefwereld van (ex)leefloongerechtigden. Daarvoor heb ik tijdens het onderzoek gefocust op de gevoelsbeleving die het GPMI (geïndividualiseerd project maatschappelijke integratie) bij hen oproept op diverse vlakken. Het GPMI is een contract tussen het OCMW en de leefloongerechtigde met doelstellingen om de leefloongerechtigde te stimuleren naar de arbeidsmarkt.

DOES CRITICAL MASS LEAD TO CRITICAL ACTION? Impact of female parliamentarians on climate policymaking in EU Member States

Precious Unegbu
Deze scriptie onderzoekt de samenhang tussen twee grote wereldwijde problemen: gendergelijkheid en klimaatbeleid. Het gaat echter verder dan het verband tussen beide concepten en onderzoekt hoe gendergelijkheid in parliamenten, een belangrijk maar weinig onderzocht element kan zijn om het klimaat problematiek op te lossen. Uit de resultaten van mijn onderzoek blijkt er een belangrijk positief verband te bestaan tussen het aantal vrouwen in het parliament van Europese lidstaten en hun score op de klimaatsbeleidsindex.

PARENTALE BURN-OUT VANUIT EEN SOCIAAL WERK PERSPECTIEF: KWALITATIEF ONDERZOEK NAAR DE BETEKENISGEVING VAN HET BEGRIP IN PRAKTIJKEN VOOR OPVOEDINGS- EN/ OF GEZINSONDERSTEUNING

Yasmine Espeel
Parentale burn-out wordt dikwijls vanuit een (ontwikkelings)psychologische invalshoek benaderd, waarbij onderzoek vanuit een sociaal werk perspectief schaars is. Dit onderzoek zet hierop in door het concept en zijn hoge prevalentie kritisch te bekijken en maatschappelijke tendensen die hierop een invloed uitoefenen in kaart te brengen. Verschillende medewerkers uit organisaties voor opvoedings- en gezinsondersteuning werden hiervoor bevraagd. Deze masterproef legde zowel implicaties voor de praktijk bloot als voor het beleid.

Goed genoeg is ook oké

Hanne De Bruyne
De transitie naar het ouderschap is één van de grootste gebeurtenissen in een mensenleven. Het is een levenslang groeiproces dat een wisselend verloop kent. Het gaat vaak over de roze wolk of de donderwolk. Ouders zitten niet altijd op die veelbesproken roze wolk. Het is ook oké om je als ouder tussen deze twee uiterste wolken te bewegen. Goed genoeg is ook oké, maar wat houdt dit in?

HOE KUNNEN WE TAALSTIMULATIE BEVORDEREN BIJ MINDERJARIGE VIB’S, MET OOG VOOR EEN HOGE OUDERLIJKE BETROKKENHEID, IN HET ASIELOPVANGCENTRUM IN HOUTHALEN-HELCHTEREN? ONTWIKKELING VAN THEMATISCHE TAALBOXEN VOOR HET GEZIN

Annika Steensels
Deze scriptie focust op de doelgroep van anderstalige gezinnen die verblijven in een asielopvangcentrum. Met deze scriptie wil ik anderstalige ouders ondersteunen en aansporen om samen met hun kinderen met taal bezig te zijn. De taalboxen die ik ontwikkelde, hebben als doel de gezinnen educatief materiaal aan te bieden dat ze samen met hun kinderen kunnen ontdekken ter bevordering van taalstimulatie.

Actieve openbaarmaking van de inspectieverslagen als stimulans tot kwaliteitsverbetering in de Vlaamse voorschoolse kinderopvang.

Kevin De Gruyter
Met de actieve openbaarmaking van de inspectieverslagen van de Vlaamse kinderopvang in het vooruitzicht, gaat de masterproef na hoe de kwaliteitsverbeterende eigenschap van de online publicatie van de verslagen wordt beschreven in de literatuur en welke praktische lessen hieruit kunnen worden getrokken voor het team kinderopvang van Zorginspectie..

De leaky pipeline: een blijvend fenomeen in de academische wereld. Een onderzoek naar de ondervertegenwoordiging van vrouwen in hogere posities in de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van UGent.

Ine Van Balen
Een onderzoek naar de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de hogere posities in de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen UGent. Er werd een kwalitatieve studie uitgevoerd met semigestructureerde vragen bij postdoctorale onderzoekers en professor. De resultaten tonen dat barrières voorkomen op verschillende niveaus in de faculteit.

Er zit meer in een liedje dan je denkt: muzikaal activiteitenpakket voor taalverwerving bij anderstalige peuters samen met hun ouders

Tine Vanhaevre
De ontwikkeling van een muzikaal activiteitenpakket om kinderdagverblijven te ondersteunen in de taalverwerving van anderstalige peuters en hun ouders.

De box op weg naar ontmoeting. Ontmoeting stimuleren tussen ouders in de kinderopvang.

Romy Vanderheeren Lauren Roelens Fran Goetghebeur Elise Trotta Ann-Gaëlle Dejonghe Lisa Gysel Tine Devreker Mayke Desal
In kinderopvang vzw Wieltjeshove hebben wij, acht studenten uit het studiegebied Sociaal Agogisch Werk uit Vives Hogeschool Kortrijk, onze bachelorproef uitgewerkt. Ons doel was om ontmoeting tussen ouders in de kinderopvang te stimuleren. Het proces en de resultaten kan u hier uitgeschreven terugvinden.

Praatgroepen en plezierreisjes: De vrouwenhuizen van Brussel en Amsterdam in vergelijkend perspectief (1972-1982)

Els Vochten
De vrouwenbeweging van de jaren zeventig werd gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan initiatieven. Deze masterscriptie vergelijkt de standpunten van het vrouwenhuis in Brussel met die van het vrouwenhuis in Amsterdam aan de hand van de tijdschriften die de groepen uitgaven.

Screening cervixkanker. Barrières doorbreken aan de hand van een informatiefilm

Wendy Speleman Veerle Stappers
Cervixkanker behoort wereldwijd tot de top drie van de meest voorkomende kankers bij vrouwen. Jaarlijks sterven wereldwijd ongeveer 270.000 vrouwen tussen de 35 en 50 jaar aan invasieve cervixkanker. In 50% van de gevallen waarbij cervixkanker wordt gediagnosticeerd, blijkt dat deze vrouwen nog nooit deelnamen aan screening. Een andere 10% werden de laatste vijf jaar voor diagnose niet gescreend.
In België neemt cervixkanker de negende plaats in op de lijst van meest voorkomende kankers bij vrouwen. Dagelijks krijgen twee vrouwen in België de diagnose van cervixkanker
en elke twee dagen overlijdt één vrouw aan deze ziekte.
In 2016 onderging in het Vlaams Gewest 62% van de doelgroep (25 tot en met 64-jarigen) een screening via het Vlaams Bevolkingsonderzoek naar Cervixkanker. Deze dekkingsgraad is stabiel gebleven gedurende de laatste 15 jaar. Toch is dit nog steeds ver onder het doel van
85% dat werd vooropgesteld door de European Guidelines in 1994. Indien men de bovenstaande doelgroep om de drie à vijf jaar zou screenen, kan bij vier op de vijf vrouwen
cervixkanker voorkomen worden. Met andere woorden is het bij een participatiegraad van 100% mogelijk om de incidentie van cervixkanker met 80% te reduceren.

Het doel van deze studie is om de barrières, die vrouwen ervaren om over te gaan tot
screening, enerzijds te identificeren en anderzijds mee te helpen doorbreken aan de hand van
een informatievideo. In de video wordt een realistisch beeld geschetst van het onderzoek en
zijn er bijkomend getuigenissen in verwerkt. Het is een visueel hulpmiddel om vrouwen te overtuigen van het belang van screening en de drempel om te participeren aan screening te verlagen.

Fairmont Rey Juan Carlos I Barcelona: How can the hotel help its employees to find a good balance between their personal and professional lives?

Naiké Delferrière
Een scriptie over wat een goede work-life balans inhoudt, waarom deze belangrijk is voor zewel werknemers als werkgevers en hoe deze balans te verkrijgen is.

Wenbeleid in de occasionele kinderopvang: Praktische en haalbare handvatten voor een wetenschappelijk onderbouw wenbeleid

Nancy Goossens
Op initiatief van en ondersteund door stad Antwerpen startte in 2003 de “Occasionele Kinderopvang Is DroomOpvang”(OKiDO). Deze opvang is ontstaan als buurt- en nabijheidsdienst project naast de andere opvangvormen door onthaalouders, kinderdagverblijven en buitenschoolse kinderopvang. De doelgroep van OKiDO zijn kwetsbare gezinnen. Buiten de functie van occasionele kinderopvang is OKiDO ook een tewerkstellingsproject voor doelgroepmedewerkers in opleiding. Zo combineren deze doelgroepmedewerkers hun opleiding Kinderzorg met hun werk bij OKiDO. Elke OKiDO zet heel erg in op ouderparticipatie en buurtparticipatie. Dat zijn de pijlers van hun lokale dienst buurtgerichte kinderopvang.

De occasionele opvang speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de kinderen. Door kennis over de verschillende ontwikkelingsfasen van een kind en over bijzondere aandachtspunten voor kwetsbare gezinnen werkt de opvang preventief en ondersteunend. Dat draagt bij tot een kwaliteitsvolle opvang. Volgens het referentiekader van Kind en Gezin maakt wennen deel uit van een kwaliteitsvolle opvang en is het een recht van de ouders en de kinderen. Het starten in de kinderopvang is een ingrijpende gebeurtenis voor kinderen en ouders. Ingrijpende gebeurtenissen brengen angst en stress met zich mee en hebben een invloed op de ontwikkeling van het kind. Dit kan voor een, meestal tijdelijke, terugval in de ontwikkeling zorgen. In het bijzonder voor kwetsbare kinderen (bv. uit migratiegezinnen, in een armoedesituatie) vormt dat een risico. Het is belangrijk daarmee rekening te houden in de opvang.

Wennen kan niet losgekoppeld worden van ouderparticipatie. Ouderparticipatie is belangrijk voor het kind, de ouders en de begeleiders. Voor de medewerkers in de kinderopvang is er een belangrijke rol weggelegd bij het wennen en bij de ouderparticipatie. Indien er een goede samenwerking is tussen de verschillende actoren, verloopt de overgang van thuis naar opvang ook vlotter. Een vlotte samenwerking is een belangrijke basis voor een kwaliteitsvolle kinderopvang. Kwaliteitsvolle kinderopvang kan zo voor een verbindende werking zorgen.

In de occasionele opvang OKiDO zagen we dat de ondersteunende mogelijkheden om te wennen niet altijd in de praktijk worden omgezet. Deze eindproef heeft mij toegelaten om het belang van wennen theoretisch te onderbouwen en om OKiDO een aantal mogelijkheden aan te reiken die hun wenbeleid versterken.

Bij mijn veranderingsvoorstellen heb ik gekozen om te vertrekken vanuit het aanzetten tot empowerment van ouders en kinderbegeleiders. Deze vertalen zich in praktische handvatten zoals:

• Een vast afscheidsritueel aan een familieboom, die dienst doet als ankerpunt voor kind en ouders en zorgt voor vertrouwen, verbondenheid en actieve betrokkenheid van de ouders.
• Een stappenplan dat zorgt voor een visuele overdracht van informatie tussen opvangverantwoordelijke en kinderbegeleiders.
• Het aanstellen van een wenbegeleider en deze actief laten participeren tijdens het intakegesprek en bij de wenmomenten, zorgt voor meer zin tot verantwoordelijkheid bij de betreffende kinderbegeleider en het schept vertrouwen bij ouders en kind. Bovendien zijn alle praktische voorbereidingen getroffen voor de opstart in de opvang waardoor ouders en kind zich welkom voelen.

De voorstellen zijn implementeerbaar in alle kinderdagverblijven, mits het creëren van bewustwording rond het belang van wennen binnen de organisaties en bij de opvangverantwoordelijken. Om hiertoe te komen is er nood aan een professional binnen de organisatie die het thema wennen opneemt, uitdraagt en opvolgt. Wennen is immers geen ‘eenmalig’ aandachtspunt, maar maakt deel uit van het pedagogische raamwerk van de kinderopvang, één van de vergunningsvoorwaarden voor alle organisatoren van kinderopvang. Het is een cruciaal onderdeel om het welbevinden van het kind in de opvang te bevorderen.

“Fier op de Fierensblokken. Een sociaal wooncomplex van de architect Gustave Fierens te Antwerpen.”

Liedewij Elsen
Wat zijn de typologische eigenschappen van de Fierensblokken en hun invloeden, en hoe kunnen deze eigenschappen, die waardevolle erfgoedelementen zijn, een kwaliteitsvolle plaats krijgen in de toekomstige herbestemming? Vanuit deze onderzoeksvraag vertrekt het onderzoek over het sociale wooncomplex de Fierensblokken, een prominent voorbeeld van een Weens hof, met als afbakening in de ruimte de stad Antwerpen, en in de tijd het interbellum. Naast de beperkte literatuur, zijn vooral bouwaanvragen, historisch fotomateriaal, en de gebouwen behorende tot deze typologie de voornaamste bouwstenen voor het onderzoek.

Uptake en effecten van kinderopvang op gezinsuitbreiding in Vlaanderen: een sociaal-economische analyse

Gert Thielemans
De lage vruchtbaarheidscijfers van vele Westerse landen heeft kwalijke gevolgen voor de vergrijzing en zet de welvaartsstaat onder druk. Deze scriptie onderzoekt de rol van kinderopvang in de keuze voor gezinsuitbreiding.

Het welbevinden van de jongste kleuters tijdens de middagpauze in het kleuteronderwijs

Imke Kint
Hoewel de laatste jaren veel aandacht uitgaat naar de kwaliteit van voorzieningen voor jonge kinderen, is de middagpauze in het kleuteronderwijs een onderwerp dat vaak onderbelicht blijft. De scriptie ging na hoe het met de jongste kleuters (2,5 – 3 jaar) gaat tijdens de middagpauze. Niet voor elke kleuter verloopt de overgang om op school te blijven eten altijd even vlot.

Duurzaam spelen: een uitdaging!

Margo Desseyn
Het eindwerk bevat een praktijkgericht onderzoek rond het integreren van duurzame materialen binnen de opvang van kinderen van nul tot drie jaar. Er werd een onderzoek gedaan naar de bevorderende en belemmerende factoren bij onthaalouders om met kosteloos materiaal aan de slag te gaan.

Starten van een kinderdagverblijf

An Gargouri
Het doel van deze bachelorproef is een om een nieuwe economisch overleefbare kinderopvang op te starten, die conform is aan alle regels van het nieuwe kinderopvangdecreet van 2014. De bedoeling is dat de lezer met behulp van dit document volledig voorbereid is om een kinderopvang op te starten die voldoet aan alle regelgevingen die hiermee gepaard gaan. Met het nieuwe kinderopvangdecreet 2014 als leidraad is een stappenplan uitgeschreven. Het project steunt zich op een case study van een kinderopvang met 18 opvangplaatsen. De drie grote pilaren van het stappenplan zijn de voorstudie, vervolgens de verwerking van de voorstudie in de vorm van een financieel plan en een businessplan en tot slot wordt nagegaan of alles wel kan, rekening houdend met de vooropgestelde regels van het decreet en Kind & Gezin. In deze case study zal het openen van een rendabele kinderopvang slechts mogelijk blijken indien uitsluitend gewerkt wordt met zelfstandigen en geen personeel aangeworven wordt. Bovendien is een voldoende groot startkapitaal broodnodig.

Littekens als leidraad. Herbestemming van de abdijhoeve te Sint-Truiden

Ella Lambrechts
Littekens als leidraad. Herbesteming van de adijhoeve te Sint-Truiden.What we need is continuity. Historic preservation is not sentimentality but a psychological necessity. We must learn to cherish history and to preserve worthy old buildings. We must learn how to preserve them, not as pathetic museum pieces, but by giving them new uses (Huxtable, 1973).LittekensEen litteken is een overgebleven deel. Het is een herinnering aan een gebeurtenis en het zal altijd zichtbaar blijven.

A Critical Literature Review on Home-Based Childcare Settings. The professionalisation and changing profile of childminders.

Valerie Bauters
Onthaalouders in crisis: het einde van een lange traditie of het begin van een nieuw verhaal?Eén van de oudste beroepen in de geschiedenis, de onthaalouder, is met uitsterven bedreigd. Anno 2015 lijken ze wel de Assepoesters van de kinderopvang: onthaalouders hebben een gebrekkig statuut, en kampen met een hoge werkdruk. De duurzaamheid van het beroep is quasi onbestaand en de uitval is groot.  Ook het nieuwe decreet kinderopvang van baby’s en peuters in Vlaanderen, lijkt deze teneur niet te kunnen keren. Wie wil vandaag nog onder zulke omstandigheden werken?

Een vertaalslag van het nieuwe kaderdecreet en de uitvoeringsbesluiten van kinderopvang: over processen van in- en uitsluiting

Neelke Ferket
De test met de vijf B’sHoe toegankelijk is kinderopvang voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen?Eén van de doelstellingen van het nieuwe  decreet is de opvang meer toegankelijk maken. De studie onderzoekt of de nieuwe regels niet net het omgekeerde effect hebben. De testcase is Gent.Er bestaat een toets om na te gaan hoe toegankelijk een bepaalde dienstverlening is. Het zijn vijf richtvragen die allemaal een belangrijk woord met een B bevatten.

Onderzoek naar de kennis van ouders, medewerkers van kinderdagverblijven, onthaalouders onthaalouders en koks van cateringbedrijven over de zoutinname en het gebruik bij peuters

Eva Decock
De ongezouten waarheid: kennis zoutinname en gebruik bij peutersHet thema zout werd ons de laatste tijd al meermaals om het hoofd geslingerd, dan vooral in combinatie met ‘een teveel aan’ of ‘overmaat aan’. We eten te veel zout, ondertussen weten we het al.

Fraude binnen de Vlaamse Overheid

Steven Mulier
 Fraude binnen de Vlaamse Overheid1 InleidingFraude, niet meteen een begrip waarmee men als organisatie graag wenst geconfronteerd en/of geassocieerd te worden. Maar hoe kan een organisatie zich nu precies wapenen tegen het risico op fraude? Wat zet mensen ertoe aan om fraude te plegen? Wat zijn de meest voorkomende vormen van fraude? Hoe reageren organisaties op en communiceren ze over de binnen hun organisatie gedetecteerde fraudegevallen?