Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.
The Motivations of Witoto Women to Become a Leader, Their Vision on Women Reinforcement and How Allies Can Support Them
Dit onderzoek baseert zich voornamelijk op de ervaringen van vrouwelijke Inheemse Witoto leiders afkomstig uit het Amazonewoud in Colombia. Hiervoor verrichtte ik een etnografisch veldwerkonderzoek tijdens de maanden februari, maart en april in 2022. Door de visie van deze vrouwen omtrent vrouwelijk leiderschap, de territoriale strijd en vrouwelijke versterking in beeld te brengen, tracht ik bij te dragen aan de dekolonisatie van de relatie tussen vrouwelijke leiders en hun bondgenoten. Daarnaast integreerde ik ook de visie van de socio-ecologische NGO 'Proterra' die als eerste een genderbenadering hanteerde in de samenwerking met deze gemeenschap.
Dit thesisonderzoek gaat over het effect van maternal separation op chemotherapiegeïnduceerde cognitieve beperkingen tijdens de kindertijd, uitgewerkt in een muizenmodel. Chemotherapie in de kindertijd heeft een grote neurobiologische impact en kinderen zijn voor de behandeling vaak lang gescheiden van hun ouders, wat een extra invloed kan uitoefenen. De resultaten in deze studie zijn subtiel maar beschrijven een eerste muizenparadigma (met toediening van chemo en maternal separation) voor de gevolgen van kinderkanker.
Onderzoek naar de impact van de coronacrisis en de daarmee gepaard gaande maatregelen op het recht op gezondheid en het recht op privé-, gezins- en familieleven van gedetineerden.
Een scriptie over financiële educatie voor cursisten Ligo en leerlingen derdegraad PAV. De twee bijbehorende lesbundels omvatten oefeningen rond 'Omgaan met administratie' en 'Budget beheren'.
Tegen 2050 wil de Vlaamse overheid dat alle woningen de energieprestatie hebben van een nieuwbouwwoning. Door verschillende scenario's te simuleren wordt onderzocht welke invloed het huidige renovatiebeleid heeft op de vermogensongelijkheid in Vlaanderen.
Het doel van deze scriptie is om de complexiteit en systematische structuur van een verborgen type huisvesting in het complexe stadslandschap van New York City bloot te leggen.
Deze studie is ontwikkeld als een grafische atlas om te laten zien hoe een verborgen daklozeninfrastructuur is ingekapseld in de ruimtelijke anatomie van New York City.
De grafische atlas illustreert zowel historische als huidige lagen van deze infrastructuur om aan te tonen hoe de opvang van daklozen verankerd is in de geschiedenis van de stad, hoe deze zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld en hoe deze heeft gereageerd op de COVID-19 pandemie.
New York, als één van de meest ongelijke en gesegregeerde metropolitane gebieden van het Westen, geeft een unieke inkijk in de daklozenproblematiek als een pertinente uitdaging voor steden wereldwijd.
Nu ook in Vlaanderen de ene crisis de andere opvolgt, en sociale ongelijkheid elke dag verder de pan uit swingt, is deze scriptie ook een parabel voor de gevolgen van toenemende neoliberalisering en sociale verloedering in de eigen nabije omgeving.
Het is dan ook een appèl aan de architectuur en stedenbouw om (opnieuw) een voortrekkersrol op te nemen in het debat rond huisvesting en mensenrechten in het algemeen.
Deze scriptie onderzoekt de invloed van ecologisch gezinde NGOs op Europese besluitvorming. Specifieker wordt de invloed va deze niet-statelijke actoren in het eerste stadium van de herziening van de Richtlijn Hernieuwbare Energie bekeken.
Diversiteit in Sociale Huisvesting: Een analyse van de potentiële impact van de patrimoniumstrategie ten gevolge van de fusie tot de ééngemaakte woonmaatschappij op de renovatie van de sociale huisvestingsstock (Case Nieuw Gent)
Deze masterproef werd geschreven in samenwerking met de Stadsacademie. Binnen de groep ‘Wonen in diversiteit’ werd de individuele focus gelegd op sociaal energetisch renoveren. Deze masterproef onderzoekt de koppeling van elkaar beïnvloedende onderwerpen die het sociaal betaalbaar, maar ook duurzaam wonen omvatten. Deze thematieken worden gekoppeld aan de éénmaking van de sociale huisvestingsmaatschappijen en verhuurkantoren tot de woonmaatschappij. Het onderzoek wordt gevoerd aan de hand van een dubbele invalshoek. Enerzijds wordt een kwalitatief onderzoek uitgewerkt. Hierin worden actoren binnen verschillende niveaus, gelinkt aan de éénmaking, bevraagd naar de vooropgestelde onderwerpen. De focus wordt daarbij gelegd op de Gentse situatie. Anderzijds wordt een kwantitatief onderzoek gevoerd waarin een referentiewoning en -bewoners als leidraad gebruikt worden. De doelgroep maakt deel uit van het huidig patrimonium van Volkshaard in Nieuw Gent. Het geldend sociaal beleid wordt hierbij in vraag gesteld. Er wordt gekeken naar alternatieve woonmodellen en de manier waarop deze hun eventueel sociaal en betaalbaar karakter verkrijgen. Dit onderzoek wordt gehanteerd om een toetsing te maken van de betaalbaarheid van het wonen en de renovatie binnen deze verschillende woonmodellen. Tot slot wordt een koppeling gemaakt van de dubbele onderzoeksstrategie waarbij een adviesrapport opgesteld wordt. De conclusies worden hierin opgenomen en gehanteerd om een opzet te maken van alternatieve scenario’s voor de toekomst. Het eerste alternatieve scenario geeft antwoord op de resultaten uit de onderzoeken. Dit geeft meer bepaald aan dat het huidig sociaal woonmodel als het enige haalbare middel naar voren geschoven kan worden. Daarnaast worden ook de bedenkingen en opportuniteiten omtrent de renovatie en de éénmaking verwerkt. Het tweede scenario geeft antwoord op het stigmaprobleem van het sociaal wonen en het contrasterende woonrecht voor iedereen. Dit wordt opgezet, niet als inzetbaar scenario, maar als aanleiding voor een gesprek binnen de gehele maatschappij.
In de masterproef ‘Ongelijkheid in tijden van cholera’ wordt onderzoek gevoerd naar de cholera-epidemie in Antwerpen in 1866. Het onderzoek stelt de vraag of en op welke manier het sociaal-economische profiel een invloed had op een besmetting met of sterfte aan cholera. Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van een gedetailleerd, comparatief onderzoek in tijd en ruimte tussen twee wijken in Antwerpen, de tweede en vijfde wijk.
Kwalitatief onderzoek over digitale deconnectie bij jonge werknemers. Dit onderzoek gaat de strategieën na die gebruikt worden om te ontkoppelen (fysiek en mentaal) van ICT tijdens en na de werkuren en de redenen hiervoor.
Het is onbekend in hoeverre bewoners van Nieuw-Gent en Ledeberg de toegankelijkheid van mondzorg ervaren. Aan de hand van deze bachelorproef werden de baseline gegevens verzameld.
Partnergeweld is per definitie een gezinsprobleem. Zelfs als kinderen geen directe getuige zijn, weten en voelen zij maar al te goed wat er gebeurt. Het spreekt voor zich dat deze ervaringen hun ontwikkeling verstoren. Wat nog dramatischer is: vaak zijn deze slachtoffers de daders van later. Het is dus van cruciaal belang om een gezin waarin partnergeweld gepleegd wordt ook als gezin te begeleiden.
“Ik had heel iemand anders kunnen zijn” Een kwalitatief onderzoek naar het welzijn van mannelijke slachtoffers van seksueel kindermisbruik in Vlaanderen
De scriptie omvat een kwalitatief onderzoek naar de kenmerken van hands-on seksueel kindermisbruik bij tien mannelijke slachtoffers en de impact ervan op hun welzijn.
Volks- en buurttuinen zijn gegeerd in de stad en alomtegenwoordig in het academisch onderzoek. In deze masterproef willen we de stedelijke moestuinen koppelen aan het al even actuele onderwerp van een rechtvaardige transitie: een transitie naar een duurzame samenleving die niemand achterlaat. Ingebed in dit concept is het idee dat sociale en ecologische duurzaamheid samen behandeld moeten worden. Gemeenschappelijke moestuinen of volkstuintjes raken aan zowel sociale als ecologische bezorgdheden, dus is het zinvol om te bekijken in hoeverre ze zich positioneren binnen een rechtvaardige transitie. De masterproef focust op de stedelijke context van Gent,
Jongeren met een ouder met kanker ervaren verschillende zorgnoden. Deze scriptie ging via semi-gestructureerde interviews met jongeren, ouders en hulpverleners op zoek naar welke zorgnoden de jongeren ervaren en hoe deze noden in de toekomst kunnen worden beantwoord.
In deze scriptie wordt een evaluatiemethode onderzocht om de duurzaamheid van circulaire bouwoplossingen te kwantificeren. Daarna wordt deze evaluatiemethode toegepast op een case studie, namelijk de circulaire pilootwoning in Berchem van het CBBW project. De milieu-impact en kost van circulaire JUUNOO wanden wordt vergeleken met vaak gebruikte binnenwanden in de Belgische bouwsector.
Virtual surgical planning of a mandibular reconstruction with a vascularized free fibula flap: feasibility comparison between open source and commercial software
Welke verplichtingen heeft de Belgische Staat ten aanzien van de Belgische kinderen die vastzitten in het (gevallen) kalifaat? Is een repatriëring de beste oplossing op lange termijn? Het zogenaamde repatriëringsdilemma rond deze ‘Belgische kinderen van het kalifaat’ leidt tot een maatschappelijk, juridisch en politiek gevoelige discussie. Door dieper in te gaan op deze gevoelige doch urgente mensenrechtenkwestie, tracht dit onderzoek een bijdrage te leveren in het formuleren van een antwoord op deze vragen.
Problematisering van het integratiediscours in Vlaanderen: Een kritische analyse van het mediadiscours over integratie en de rol van gender, van migratiestop (1974) tot Inburgeringsdecreet (2003)
Een kritische discoursanalyse over wat en wie er onder het concept 'integratie' werd gezien in Het Nieuwsblad tussen 1974 en 2003. Een speciale aandacht gaat uit naar de rol van gender in dit discours.
In dit beleidsrapport wordt genderongelijkheid achter de schermen van de Vlaamse filmwereld in beeld gebracht aan de hand van vier overkoepelende barrières. Deze barrières zijn de opleiding regie, de financiële middelen, de mannelijke/informele netwerken en de aard van het beroep. Daarnaast worden ook enkele opportuniteiten aangehaald om gendergelijkheid in de Vlaamse filmsector te bereiken zoals bewustwording, quota en mentorschap.
Kennis en doorverwijsgedrag van stotteren bij professionals uit de eerstelijnszorg: Een meta-analyse en het ontwikkelen van een website en een informatievideo
Uit eerdere bevragingen bij huisartsen, kinderartsen, kleuterleerkrachten, zorgcoördinatoren, artsen van Kind & Gezin en verpleegkundigen van Kind & Gezin in Vlaanderen blijkt dat hun kennis over stotteren bij kleuters niet up-to-date is. Bijgevolg sluit hun doorverwijsgedrag niet aan op de recente bevindingen in de literatuur. In dit onderzoek werd nagegaan waar de hiaten in hun kennis zitten. Om de kennis over stotteren in de eerstelijnszorg te vergroten werden informatiematerialen ontwikkeld.