Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Invloed van de eindelevensduurbehandeling op de milieu-impact van betonnen constructies

Suzanne Kelem
Wat is het belang om de eindelevensduurimpact uitgebreid mee te nemen in de berekening van de milieu-impact van betonnen constructies? Zijn er methoden om het recyclageproces van beton te optimaliseren en zo de milieu-impact te verlagen? Wat wordt als optimaal eindelevensduurscenario naar voor geschoven bij een gebouw?

Long-term dynamics in ruderal plant communities through climate and land use change in the Scandinavian mountains

Dymph Wiegmans
Klimaatopwarming, veranderingen in landgebruik en ruderalen. Een onderzoek naar de langetermijndynamiek in vegetatiesamenstelling in de Scandinavische bergen

De herlancering van een online horlogemerk - Wat kan horlogemerk Fjordson doen om online succesvol op te vallen met zijn aanbod?

Jeremie Boissevain
Fjordson is een online horlogemerk waarin al enige tijd weinig beweging zit. De bedoeling was om dit merk opnieuw in de markt te zetten. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Wat kan horlogemerk Fjordson doen om online succesvol op te vallen met zijn aanbod?’

Renewable Power to the People?

Ellen De Wit
Deze scriptie onderzoekt de invloed van ecologisch gezinde NGOs op Europese besluitvorming. Specifieker wordt de invloed va deze niet-statelijke actoren in het eerste stadium van de herziening van de Richtlijn Hernieuwbare Energie bekeken.

Ontwikkeling van een STEM-project voor de 3de graad TSO: onderzoek naar de effecten van grondwaterwinning op verdroging en vegetatie.

Noah Fuhrmann
Onze natuur redden en intussen wetenschappen en wiskunde leren? Het kan! In STEM-lessenpakketten gebruiken leerlingen wetenschappelijke en technische kennis om maatschappelijke problemen op te lossen. De educatieve masterscriptie onderzoekt de criteria voor doeltreffende STEM-projecten en ontwikkelt een lessenpakket over een brandend actueel milieuprobleem: verdroging.

Darwins Democratie: hoe piekolie de politieke context van het wereld-systeem hertekent

Bob D'Haeseleer
Is het toeval dat ten midden van een volle energietransitie democratie overal ter wereld onder druk komt te staan? Het samengaan van de opkomst en verval van fossiele brandstoffen en democratie in de wereldgeschiedenis doen vermoeden van niet. Via een link tussen individuele energiebudgetten en waardenpatronen wordt de beschikbare hoeveelheid energie en de verdeling hiervan als de nodige en voldoende voorwaarde onderscheiden waarin democratie een mogelijkheid wordt. Óf, net zoals in de evolutieleer een niet-deterministisch voordeel krijgt. Aan de hand hiervan zijn de grote trends in de wereld te vatten in vier toekomstscenario's.

Darwins Democratie: hoe piekolie de politieke context van het wereld-systeem hertekentverandert

Bob D'Haeseleer
Opkomst en verval van fossiele brandstoffen en democratie gaan samen in de wereldgeschiedenis. Met energieoverschot als nodige, en de verspreiding van dit overschot als voldoende voorwaarde lijkt biedt dit een nieuw politiek perspectief op de transitie.

Ratten trainen als detectiedier Detecteren van Mycobacterium avium subsp. paratuberculosis in geitenbiest

Manon De Meester
Het trainen van tamme ratten om MAP bacteriën - de veroorzaker van paratuberculose bij herkauwers - op te sporen in geitenbiest en de ratten dus aan te leren om positieve stalen van negatieve stalen te discrimineren.

Het hergebruikpotentieel van constructiematerialen in het naoorlogs UGent-patrimonium: casus 'Paddenhoek' en 'UZ Blok B'

Julie Van Raemdonck Elena Dhondt
Het naoorlogs UGent-patrimonium is tot een punt gekomen waarop renovaties en hergebruik van
constructiematerialen een prangend onderwerp zijn geworden. Deze thesis onderzoekt hoe men
hergebruik naar de toekomst toe aan UGent kan organiseren en toepassen.

In welke mate zijn de (internationale) scheepvaart en offshore windmolenparken verzoenbaar in het Belgische deel van de Noordzee?

Camille Meyhui
In deze scriptie wordt onderzocht op welke manier de scheepvaart en offshore windmolenparken op het Belgische deel van de Noordzee met elkaar verzoend kunnen worden. De Noordzee omvat de drukst bevaren vaarroute ter wereld, waardoor de scheepvaartdensiteit op het Belgische deel van de Noordzee niet te onderschatten is. De scheepvaart is daarenboven al jarenlang een belangrijke bron voor de Belgische economie. Vandaag wordt offshore windenergie aanzien als de oplossing voor het energievraagstuk en de klimaatproblematiek. België beschikt reeds over 399 operationele offshore windturbines, die ook een grote economische impact met zich meebrengen. Aangezien het Belgische deel van de Noordzee zeer klein is qua oppervlakte, stelt zich de vraag of beide activiteiten verzoenbaar zijn. Hinderen ze elkaar? Sluiten ze bij elkaar aan? Kan het Belgische deel van de Noordzee een verdere groei van deze activiteiten nog meester?

Tuinieren voor de toekomst

Sarah Wauters
Volks- en buurttuinen zijn gegeerd in de stad en alomtegenwoordig in het academisch onderzoek. In deze masterproef willen we de stedelijke moestuinen koppelen aan het al even actuele onderwerp van een rechtvaardige transitie: een transitie naar een duurzame samenleving die niemand achterlaat. Ingebed in dit concept is het idee dat sociale en ecologische duurzaamheid samen behandeld moeten worden. Gemeenschappelijke moestuinen of volkstuintjes raken aan zowel sociale als ecologische bezorgdheden, dus is het zinvol om te bekijken in hoeverre ze zich positioneren binnen een rechtvaardige transitie. De masterproef focust op de stedelijke context van Gent,

Het Belgisch bosbeleid in Koloniaal Congo : de bescherming van bossen in het Nationaal Albert Park (Virunga Nationaal Park) in de jaren 1930

Seppe Dewulf
In mijn masterproef heb ik me verdiept in het koloniaal natuurbeleid dat in Belgisch Congo werd gevoerd. Specifiek kijk ik naar de motieven voor en de werking van het bosbeschermingsbeleid dat in de jaren 1930 in het Nationaal Albert Park (Virunga Nationaal Park) werd gevoerd. Speciale aandacht gaat naar de sociale - en waar mogelijk ecologische - implicaties van dit beleid.

CubeSat H2O2 Propulsion Demonstrator

Niels Baele Quinten Allemeersch Bram Samyn
In deze bachelorproef vindt u een traject die het begin tot het einde beschrijft voor het ontwerpen en uitwerken van een satelliet op zuurstofwater.

The Language of Trauma in Ken Saro-Wiwa's "Sozaboy"

Christopher Hebert
De experimentele taal “Rotten Engels” die Ken Saro-Wiwa creëert in zijn veelgeprezen anti-oorlogsroman 'Sozaboy' is een bijzonder effectief middel om het trauma van oorlog en de ecologische impact van oorlog weer te geven.

SDG's realiseren/concretiseren in de basisschool

Axel Callens
Zoals Martin Šimek het zou citeren: “Als de vervuiling van de zee zo doorgaat, kunnen de vissen beter aan land komen”. Een mooi citaat om te verwijzen naar de hedendaagse afvalproblematiek. Want de mens consumeert veel, te veel. Al wat geconsumeerd wordt, moet bijgevolg ook ergens naartoe. Veel van het afval en plastic komen in oceanen en zeeën terecht. Dit geeft een negatief effect met zich mee tegenover mens, dier en planeet. Deze bachelorproef biedt systematische activiteiten aan waarbij leerlingen uit de derde graad basisonderwijs mee kunnen denken aan mogelijke oplossingen. Op die wijze werken ze constructief, kennis- en actiegericht én wordt het bewustzijn van het kind mee vormgegeven.

Betrouwbaarheidsanalyse van een hogedruk waterstoftank voor brandstofcel-elektrische voertuigen

Iron Degryse
Het minimaliseren van de menselijke, ecologische voetafdruk en het behouden van
een comfortabele en betaalbare levenswijze is waarschijnlijk een van de grootste
uitdagingen van de 21e eeuw. Een van de terreinen waar op dit moment veel innovatie plaatsvindt in deze context is de auto-industrie, waar wordt gezocht naar
alternatieven voor auto’s op fossiele brandstof. Een belangrijk voorbeeld van deze
alternatieven zijn brandstofcel-elektrische voertuigen. Ze combineren een lage uitstoot met een gebruikspatroon dat vergelijkbaar is met dat van auto’s op fossiele
brandstof. Vooral voor zwaar transport lijken ze interessant.
Hoewel het fysieke concept aantrekkelijk lijkt, moet er nog veel technologische
ontwikkeling en optimalisatie plaatsvinden. Dit proefschrift richt zich op een essentieel onderdeel van het aandrijfsysteem in een brandstofcel elektrisch voertuig: het
drukvat waar de waterstof (en dus de energie) wordt opgeslagen. Het is verreweg het
zwaarste onderdeel van het aandrijfsysteem en verhoogt dus de vermogensbehoefte
van het voertuig aanzienlijk. Als oplossing om het gewicht van de constructie te
beperken, wordt gezocht naar alternatieve materialen ter vervanging van staal. Een
materiaalgroep met een zeer hoge specifieke sterkte en stijfheid zijn de vezelcomposieten.
Hoewel ze technisch beter presteren, blijven er enkele problemen. Vezelcomposieten
zijn minder matuur en hun mechanisch gedrag is inherent moeilijker te modelleren.
Hierdoor hebben bedrijven tegenwoordig de keuze tussen twee onaantrekkelijke opties: grote tijdrovende en dure experimentcampagnes uitvoeren of een zeer grote
veiligheidsfactor gebruiken. De industriestandaard voor de veiligheidsfactoren van
composiet drukvaten ligt nu rond de 2,25.
Dit proefschrift behandelt een alternatieve benadering om de structurele betrouwbaarheid van een composiet drukvat te beoordelen, een zogenaamde ringtest. Hier
wordt de hydraulische druk van de waterstof nagebootst door een radiaal contactmechanisme jegens een ringmonster. Op deze manier kan veel materiaal worden
bespaard. De ambitie is om een template te ontwikkelen waarin de ringtest wordt
gecombineerd met een uitgebreide virtuele testcampagne (= eindige elementenmodel).
Deze combinatie zou de kosten van de testcampagne kunnen beperken, terwijl de
veiligheidsfactor redelijk laag blijft.
In dit proefschrift worden modellen voor de ringtest ontwikkeld en geverifieerd.
Relaties tussen de ontwerpvariabelen, andere gegevens en de barstdruk worden
bestudeerd. Op deze manier wordt een objectieve en cijfermatige inschatting gemaakt
van de (na)delen van de ring test.

Optimization of the optoelectrical properties and sputtering damage of ITO and ZnO in CIGS solar cells

Frederik Vanherf
Energyville verricht onderzoek op het gebied van dunne-film fotovoltaïsche cellen, waarbij Copper
Indium Gallium Selenide (CIGS) één van de huidige onderwerpen is. Indiumtinoxide (ITO) en
zinkoxide (ZnO) films, de toplagen van CIGS-zonnecellen, werden gedeponeerd met een lineair
RF-sputtersysteem. Dit werd gedaan om de geleidbaarheid en de transmissie van deze vensterlagen te optimaliseren en de schade aan de onderliggende lagen, geïnduceerd door het sputteren, te verminderen.

Tweedehandskleding, tweede kans mindset? Een analyse van tweedehandskledingpraktijken bij Vlaamse studenten aan de hand van Wardrobe Studies

Elena Pease
Het tempo waarmee we kledij kopen, dragen en weer weggooien blijft versnellen. Dat heeft een verwoestende impact op het gebruik van grondstoffen, afvalproductie en arbeidsomstandigheden. Het kopen van tweedehandskleding zou een alternatief kunnen zijn. Mijn onderzoek bestudeerde waarom studenten, bij wie de populariteit van tweedehandskledij toeneemt, tweedehands kopen. Door hen te interviewen bij hun kleerkast kwamen drie groepen naar voren: studenten die op koopjes jagen, tweedehands kopen om ethische en ecologische redenen, en unieke stukken zoeken. Tegen de verwachtingen in blijven al deze groepen in een hoog tempo tweedehandskledij consumeren, net omdat ze dat als een ecologisch neutraal alternatief beschouwen. Hoe dan onze kledingstijl uitdrukken zonder de massaconsumptiepraktijken die de mode-industrie typeren? Voor tot een aankoop over te gaan kan men kleding hergebruiken, aanpassen, lenen of ruilen. De herinneringen die onze kledingstukken oproepen kunnen daarbij hun levensduur verlengen.

Inzet van zoekhonden op detectie van wolven: ontwikkelen certificeringsmethode

Katrien Vrijdag
Speurhonden in het algemeen en ecologische zoekhonden in het bijzonder worden ook in Europa steeds vaker ingezet bij wetenschappelijk onderzoek naar beschermde en zeldzame fauna en flora. Ze inzetten in het onderzoek naar de wolf, een soort die sinds kort opnieuw zijn intrede deed in Vlaanderen, lijkt dus een logische stap. Aangezien de wolf een beschermde diersoort is, is het immers noodzakelijk om de soort op een niet-invasieve manier te bestuderen. Aangezien de zoekhond al succesvol werd ingezet bij het zoeken naar andere beschermde diersoorten in Vlaanderen, is het interessant om te bekijken of hij er ook in slaagt om wolvenmest te vinden. Maar hoe kan men bepalen of een hond in staat is om ingezet te worden als ecologische zoekhond voor het speuren naar wolvenmest? In deze bachelorproef wordt een gemotiveerd antwoord geformuleerd op die vraag. Er worden vier soorten praktijktesten georganiseerd binnen en buiten, zowel in een gecontroleerde omgeving als in een gebied waar effectief wilde wolven leven. Enerzijds wordt aangetoond dat een ecologische zoekhond efficiënter is in het zoeken naar wolvenmest dan de mens. Anderzijds worden de tests zelf kritisch bekeken om zo tot een ultieme testmethode te komen die zal bepalen of een hond kan gecertificeerd worden als ‘ecologische zoekhond voor wolvenmest’.

“We don't eat batteries. Without water there is no life". A queer-ecology approach to lithium extractivism in the context of the energy transition: the case of South America.

Ian Enriquez
De verborgen kosten van onze groene energietransitie zijn niet gender neutraal.

HOW DOES MCCOPE HELP PLANTS TO COPE WITH NEMATODES?

Jasper Matthys
Planten parasiterende nematoden vormen een groeiende bedreiging voor de rijstteelt. Geïnduceerde resistentie kan een duurzaam alternatief vormen voor chemische pesticiden door het planten-immuunsysteem te activeren. Deze thesis bestudeert het effect van een plantenafval gebaseerde stimulus, mCCOPE.

REBORN - Cocooning in karton

Katrien De Keyser
In deze bachelorproe is een tijdelijke noodwoning ontworpen voor slachtoffers van mensenhandel. De bewoner zelf heeft dankzij het ontwerp helemaal niet het gevoel in een noodwoning te wonen en verblijft in een ruimte die welbevinden, zelfredzaamheid en verbinding stimuleert. Het ontwerp nodigt uit tot cocooning zonder volledig afgescheiden te zijn van de wereld. Het geeft mensen maximale kans op een nieuwe toekomst.

Slachtoffers van onwetendheid: de kennisverspreiding van het DES-hormoon in België sinds 1971

Antje Van Kerckhove
In 1947 veroverde het DES-hormoon de wereld. Het middel had als doel om miskramen te voorkomen en werd wereldwijd voorgeschreven aan miljoenen zwangere vrouwen. In 1971 werd echter aangetoond dat DES schadelijk was voor de baby’s – zogenaamde DES-kinderen – die als foetus werden blootgesteld aan het hormoon. Vooral DES-dochters liepen ernstige medische risico’s. Bovendien bleek jaren later dat ook DES-kleinkinderen vatbaar zijn voor de gevolgen van DES. Dat het middel in België nog zeker tot 1977 – zes jaar nadat de schadelijkheid formeel werd bewezen – is toegediend aan zwangere vrouwen, doet onderzoeksjournaliste Greet Pluymers en enkele DES-dochters vermoeden dat er sprake is van een dofpotoperatie. Een mogelijke doofpotaffaire zou inderdaad verklaren waarom DES op de markt bleef tussen 1971 en 1977, maar het vormt geen antwoord op de vraag waarom er vandaag in België – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Nederland – nog steeds weinig kennis bestaat of circuleert over de schadelijke gevolgen van het hormoon. Dit onderzoek gaat daarom na hoe de late en gebrekkige kennisverspreiding van DES binnen de Belgische context verklaard kan worden. Daarbij neemt deze studie afstand van een mogelijke doofpotaffaire door op zoek te gaan naar een lange termijn verklaring voor de relatieve onwetendheid over DES in België. Om een licht te werpen op het gebrek aan kenniscirculatie vanaf 1971 steunt dit onderzoek op inzichten uit de agnotologie, een theorie die ervan uitgaat dat onwetendheid het gevolg is van culturele constructies.
Zo bood deze studie – aan de hand van interviews met DES-dochters en gynaecologen – inzicht in de langdurige mechanismen en processen die aan de basis liggen van de gebrekkige kennisverspreiding van het DES-hormoon in België. De rol van ouders en artsen – die golden als de belangrijkste informatieverstrekkers in het kennisproces van DES-dochters – bleek daarbij cruciaal. Indien zij niet optraden als kennisverspreiders, bleven DES-dochters vaak jarenlang in het ongewisse over hun DES-identiteit. Verder wees de analyse uit dat DES-dochters in grote mate afhankelijk waren van toeval voor een juiste diagnostisering. Daarnaast bleek dat de schuldgevoelens van sommige DES-moeders – zeker in huishoudens waar een sterk taboe rustte op infertiliteit – het stilzwijgen van DES in de hand werkte. Op die manier toonde ik aan dat het stigma rond onvruchtbaarheid bijdroeg aan de onwetendheid over DES en niet alle ouders zomaar fungeerden als doorgeefluiken van kennis. Tot slot toonde dit onderzoek aan dat ook gynaecologen hun rol als informatieverstrekkers niet systematisch opnamen. Zo bleek dat artsen – ondanks het feit dat ze sinds het begin van de jaren 1970 geïnformeerd waren over de schadelijkheid van DES – het probleem leken te onderschatten. Deze onderschatting was het gevolg van de overtuiging dat het DES-probleem vanaf het einde van de jaren 1980 verleden tijd was. Maar deze opvatting alleen kon het kennistekort niet verklaren. Andere redenen waren de onzichtbaarheid van het DES-probleem in combinatie met de moeilijkheid om congenitale afwijkingen te linken met het hormoon, de exclusieve focus op fertiliteitsproblemen, het gebrek aan ondervraging
94
en de mogelijk nauwe relaties tussen UCB en de medische wereld. Op die manier ontstond er een algemeen gebrek aan belangstelling voor het DES-probleem in medische kringen in België waar DES-dochters tot op heden het slachtoffer van zijn.

The Short- and Long-Term Effects of the Covid-19 Pandemic: How Consumers Changed their Purchasing Choices for Healthy and Environmentally Friendly Products

Emilie Christiaensen
This paper quantitively investigates how consumers changed their purchasing choices since the start of the COVID-19 pandemic, and how consumers plan to change their long-term purchasing choices post-pandemic. The purchasing choices investigated are firstly health-friendly food products (e.g., low sugar food), secondly environment-friendly products (e.g., sustainable products) and lastly products which are both health- and environment-friendly (e.g., locally produced food).

The role of Gardnerella and bacterial vaginosis in reproductive health of African women

Lisa Himschoot
In deze masterscriptie wordt prevalentie van bacteriële vaginose in 2 Afrikaanse populaties (uit Etiopië & de Democratische Republiek Congo) beschreven. De rol van verschillende bacteriën, van het genus Gardnerella, Atopobium en Lactobacillus, in bacteriële vaginose en vroeggeboorte wordt ook onderzocht.