Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Leraren opleiden voor etnisch-culturele diversiteit

Heline Van Peteghem
Hoewel de etnisch-culturele diversiteit in de maatschappij als een meerwaarde kan gezien worden, neemt de etnische ongelijkheid in het onderwijs toe. Deze etnische ongelijkheid leidt tot verschillen in schoolprestaties, en vervolgens tot de reproductie van ongelijkheid in het onderwijs. Om deze onderwijsongelijkheid te overbruggen zijn succesvolle leerkrachten, en bijgevolg succesvolle lerarenopleidingen nodig. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe lerarenopleidingen leerkrachten kunnen voorbereiden op de etnisch-culturele diversiteit onder leerlingen in het lager onderwijs, met aandacht voor de culturele competenties (attitudes, kennis en vaardigheden) van de leraar. De grote uitdaging hierbij is om de theoriepraktijkkloof te overbruggen en gelijke onderwijskansen te bieden aan alle leerlingen, ongeacht hun etnisch-culturele achtergrond. In het eerste deel van de studie werd een systematische literatuurstudie uitgevoerd van 19 literatuurreviews. De meest frequente theorieën en het belang van de culturele competenties werden toegelicht. Vervolgens werden er tien praktijken geïdentificeerd die effectief zouden zijn om leraren voor te bereiden op het omgaan met etnisch-culturele diversiteit bij leerlingen: (1) Een geïntegreerd curriculum op lange termijn, (2) De selectie van toekomstige leraren, (3) Kritische zelfreflectie, (4) Mentoring & coaching tijdens en na praktijkervaringen, (5) Community-based learning, (6) Continued professional development, (7) Voortdurende ondersteuning en samenwerking in de toekomstige praktijk, (8) Ontwikkelen van een veilige omgeving, (9) Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie, en (10) Innovatie en technologie.
In het tweede deel van de studie werd een multiple case studie uitgevoerd op twee lerarenopleidingen Lager Onderwijs in Brussel. Daarbij werd onderzocht in welke mate de tien praktijken tot curriculumdesign aan bod kwamen in het curriculum. Door triangulatie van drie soorten data (documentanalyse, interviews en online enquête) werden enkele resultaten gevonden. De praktijken die het sterkst aanwezig waren in de curricula van beide opleidingen zijn ‘Kritische zelfreflectie’ en ‘Community-based learning’. De praktijken ‘Focus op specifieke soorten behoeftes en de focus op algemene theorie’, en ‘Innovatie en technologie’ waren opvallend afwezig in het curriculum van beide opleidingen. Hoewel studenten uit beide opleidingen zich goed voorbereid voelen voor etnisch-culturele diversiteit, is er enige voorzichtigheid hieromtrent nodig. Zo kan de transitie naar het lerarenberoep als een praktijkschok aanvoelen en hun doeltreffendheidsbeleving doen dalen. Dit onderzoek is slechts een kleine stap voorwaarts in het opleiden van leerkrachten voor etnisch-culturele diversiteit. De systematische literatuurstudie, gebaseerd op reviews uit eerder internationaal onderzoek, duidt wel cruciale elementen aan die noodzakelijk zijn voor lerarenopleidingen in het opleiden van studenten voor etnisch-culturele diversiteit. Alle lerarenopleidingen zouden bijgevolg hun curriculum kunnen analyseren en evalueren in functie van de elementen geïdentificeerd uit de literatuurstudie.

Dyspareunie in de menopauze, hoe het taboe doorbreken?

Sara Corsus
Dyspareunie is een veelvoorkomend ongemak in de menopauze. Door het taboe rond dit onderwerp word het vaak niet besproken en blijft het vervolgens onbehandeld. Deze proef onderzoekt hoe we dit taboe in de maatschappij kunnen doorbreken, om vrouwen met dyspareunie vlotter bij de juiste hulpverlener te krijgen.

Rechts-nationalistische alternatieve online media in Vlaanderen

Paulien Debrie
Dit onderzoek brengt rechtse alternatieve mediaspelers in Vlaanderen in kaart, door enerzijds bronnen te raadplegen die de onderzoeker in staat stelt een lijst te maken van alle bestaande spelers en door anderzijds de kenmerken van rechtse alternatieve media te toetsen aan de gevonden mediaspelers.

Welbevinden van cognitief sterke leerlingen in het basisonderwijs. Bevindingen in gespecialiseerd lager onderwijs tegenover traditioneel onderwijs

Kathleen Vander Cruyssen
Er werd een online cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd naar het welbevinden bij 187 leerlingen in het Vlaamse basisonderwijs met een vermoeden of diagnose van hoogbegaafdheid en hun ouders.
Onderzoeksvraag: “Is het welbevinden van cognitief sterke leerlingen die naar een gespecialiseerde lagere school (GS) gaan hoger dan dat van vergelijkbare leerlingen in traditionele scholen?” Aanvullend werd het verschil onderzocht in een gewone school: zonder extra ondersteuning (GO), individueel aangepast moeilijker leeraanbod (IA), deeltijds les met ontwikkelingsgelijken (‘peer grouping’) (PG) en individueel leeraanbod met ook ‘peer grouping’ (IP). Ten slotte werden leerlingen die één of meer leerjaren overgeslagen hebben vergeleken met niet-versnelde leerlingen.
Deze studie toont d.m.v. ANOVA en contrasten grote en positieve effecten aan van ondersteuningsmaatregelen (GS+IA+PG+IP) aan cognitief sterke leerlingen (versus GO) op algemeen welbevinden (d=2.369), tevredenheid algemeen (d=2.819), dingen die je hebt (d=1.825), waar je goed in wil zijn (d=2.616), die je dagelijks doet (d=1.42), relaties (d=1.589)) en schools welbevinden (welbevinden (d=2.977), tevredenheid (d=2.72), betrokkenheid (d=2.472), sociale relaties (d=1.823), pedagogisch klimaat (d=2.906)) en prestaties op rekenen (d=2.638). Volgens de ouders gaat meer aandacht naar kennis verwerven (d=1.623), sociaal emotioneel welzijn (d=3.187), differentiatie en persoonlijke aanpak (d=5.369) en creativiteit (d=2.179) dan in andere scholen.
Wanneer cognitief sterke leerlingen in een gespecialiseerde school (GS) les volgen, zijn er bijkomende positieve en grote effecten tegenover ondersteuning in gewone school (IA+PG+IP) op totaal schools welbevinden (d=.983), schoolse tevredenheid (d=.98), betrokkenheid (d=.994), sociale relaties (d=2.177) en pedagogisch klimaat (d=.98). Op academisch zelfconcept, prestaties voor rekenen (d=-1.354) en begrijpend lezen (d=-1.048) is er een negatief effect (referentiegroep verschilt). Er gaat meer aandacht naar kennis verwerven (d=3.402), sociaal emotioneel welzijn (d=3.916), differentiatie en persoonlijke aanpak (d=3.464) en creativiteit (d=2.820).
Er werden geen significante verschillen aangetoond tussen leerlingen in een gewone school met beide maatregelen versus één maatregel (IP vs IA+PG) en tussen versnelde leerlingen versus niet-versnelde leerlingen.

Hebben economieleerlingen een minder positieve attitude t.o.v. duurzaamheid dan niet-economieleerlingen?

Laurence Ryckaert
Binnen de modernisering van het secundair onderwijs en de daarbij horende zestien sleutelcompetenties zien we dat duurzaamheid een prominente(re) rol krijgt toebedeeld. Hoe zit het precies met de duurzaamheidsattitude van onze Vlaamse scholieren in het algemeen en met onze toekomstige economen in het bijzonder?

OUT IN FRONT? EEN ONDERZOEK NAAR ZICHTBAARHEIDSMANAGEMENT BIJ VLAAMSE HOLEBILEERKRACHTEN IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS.

yente vercauteren
Dit onderzoek bij Vlaamse holebileerkrachten in het secundair onderwijs gaat dieper in op hun betekenisgeving aan zichtbaarheidsmanagement.

Het meeroudergezin binnen het huidig recht: sturingsmogelijkheden inzake het ouderlijk gezag en het erfrecht en de giften

Anna Wilmot
Het meeroudergezin, waarbij meer dan twee personen actief instaan voor de opvoeding van het kind, staat in deze masterproef centraal. Daarbij werd onderzocht wat de sturingsmogelijkheden zijn die meeroudergezinnen toelaten enige juridische verankering en bescherming te bekomen, rekening houdende met de afwezigheid van een algemeen wettelijk kader.

Leopold II, het ultieme taboe? De lessen over de Belgische koloniale geschiedenis in GO!-scholen in Brussel en de Vlaamse Rand

Julie Hardy
Een onderzoek naar de inhoudelijke en didactische keuzes die geschiedenisleerkrachten maken rond de lessen over de Belgische koloniale geschiedenis in GO!-scholen in Brussel en de Vlaamse Rand.

In dialoog tijdens detentie

Shanti Heijkants
Deze studie brengt in kaart hoe de communicatie met anderstalige gedetineerden in Vlaamse en Brusselse gevangenissen tot stand komt. Daarnaast peilt het onderzoek naar de gevoelens en perceptie die taalbarrières bij de gevangenisdirectie en het gevangenispersoneel teweegbrengen. Hiervoor werden semi-gestructureerde interviews gehouden, dewelke aan de hand van de kwalitatieve inhoudsanalyse geanalyseerd werden.

Are out-of-school exposure, motivation, and anxiety related to English listening and reading proficiency?

Michiel Wouters
Deze studie onderzocht of er een verband is tussen buitenschoolse blootstelling aan Engels en luister- en leesvaardigheid. Daarvoor werden er gegevens verzameld bij 108 leerlingen uit het basis- en secundair onderwijs. Daarnaast werd er nagegaan of motivatie en spreekangst gecorreleerd waren met de luister- en leesvaardigheid van 72 leerlingen uit het secundair onderwijs.

Tekenen van banaal nationalisme in het televisieformat SKAM: comparatieve studie van de Lage Landen

Linde Bossuyt
In deze kwalitatieve tekstuele analyse wordt gezocht naar verschillen en gelijkenissen in banaal nationalisme en dit binnen de context van formatadaptatie en de Lage Landen. Hiervoor wordt het Vlaamse wtFOCK en het Nederlandse SKAMNL met elkaar worden vergeleken.

Beeldend communiceren met anderstalige ouders

Emma Naudts
Dit onderzoek heeft als hoofdthema ‘taal in de kleuterklas’ en verdiept zich verder in de schriftelijke communicatie met anderstalige ouders. De ontwerpvraag luidde als volgt: hoe kunnen de leerkrachten ondersteund worden om de schriftelijke communicatie van de school aan te passen zodat de communicatie verstaanbaar en begrijpelijk overgebracht wordt naar alle ouders en zeker de ouders die de Nederlandse taal (nog) niet machtig zijn?
Hieruit ontstonden ook nog enkele deelvragen waar een antwoord werd op geformuleerd aan de hand van een schriftelijke bevraging, interviews, het bestuderen van de literatuur en het observeren en bevragen van een OKAN-leerkracht.
Het ontwerp van deze bachelorproef bestaat uit een pictogrammenlijst voor leerkrachten, een pictogrammenboekje met vertalingen voor de ouders en standaardsjablonen voor de brieven van de leerkrachten. Er zijn vijf verschillende standaardsjablonen waar de leerkrachten enkel nog de nodige informatie in moeten aanpassen met als thema’s: uitstap, meebrengen, informatie, uitnodiging en toneel. De lay-out van deze brieven is steeds hetzelfde om herkenbaarheid door uniformiteit te bekomen. De pictogrammenlijst en het pictogrammenboekje zijn met dezelfde structuur en pictogrammen gemaakt. Het enige verschil tussen de twee is dat de pictogrammenlijst enkel bestemd is voor de leerkrachten en uitsluitend digitaal beschikbaar is en het pictogrammenboekje vertalingen bevat in zeven verschillende thuistalen en voor de ouders op A5-formaat zal afgedrukt worden in zwart wit.
Het ontwerp werd getest door de leerkrachten en de directeur van de school. Beide waren zeer enthousiast over het ontwerp omdat het alle verwachtingen inlost. Ze zullen de standaardsjablonen en pictogrammen volgend schooljaar ook gebruiken in de hoofdschool. Hierdoor zal de school op een eenvoudige en voor de leerkrachten gemakkelijke wijze een duidelijke uniforme schriftelijke communicatie kennen die voor de ouders herkenbaar en begrijpelijk zal zijn.

Why would you ever study French?! Language Learning Motivation of Secondary-School Pupils in Belgium: A Comparison between Flemish and Walloon Last-Grade Pupils

Charlotte Kinable
Deze masterproef onderzoekt en vergelijkt de taalmotivatie van Vlaamse en Waalse jongeren in de laatste graad secundair onderwijs. Wat is het motivatieprofiel van de Belgische leerling? Zijn er verschillen in de taalmotivatie
van Vlaamse en Waalse leerlingen? Zijn er verschillen tussen jongens en meisjes? Heeft CLIL een
effect op de taalmotivatie van Belgische leerlingen? Deze onderzoeksvragen komen uitgebreid aan bod in deze masterthesis.

‘how to identify and contribute to a strategy that will help achieving and maintaining the goals of the new digital library of the SEAS-project?’

Klarremieken Van Vooren
Kan een online bibliotheek
voor het delen van lesmaterialen bijdragen aan het behalen van het doel van het tijdelijke Europees onderzoeksproject ‘SEAS’: de samenwerking tussen scholen en lokale gemeenschappen te vereenvoudigen om actuele duurzaamheidsvraagstukken te proberen oplossen? Deze thesis zoekt als antwoord op de onderzoeksvraag een strategie voor de nieuwe online SEAS-bibliotheek,
en baseert zich daarbij op ‘het strategisch marketingplan’ (SMP) .

De culturele praktijk van gayface in film: een interpretatief publieksonderzoek met Vlaamse holebi-jongeren

Anke Baert
Onderzoek naar de culturele praktijk van gayface in film door middel van interpretatief publieksonderzoek met Vlaamse holebi-jongeren.

De geestelijke gezondheid van en de psychische hulpverlening aan gedetineerden van Marokkaanse en Algerijnse origine vanuit het perspectief van psychosociale hulpverleners en gevangenisimams

Ellen Vermet
Deze masterscriptie betreft een verkennend onderzoek naar de geestelijke gezondheid van en de psychische hulpverlening aan gedetineerden van Marokkaanse en Algerijnse origine vanuit het perspectief van psychosociale hulpverleners en gevangenisimams werkzaam in de Vlaamse en Brusselse gevangenissen. De onderzoeksbevindingen kunnen mogelijk nieuwe inzichten bieden aan zowel praktijkwerkers als beleidsactoren en zo bijdragen aan een verbetering van de psychologische en psychiatrische begeleiding en omkadering binnen detentie.

Hoe kunnen we netwerkeconomie operationaliseren binnen de Vlaamse kmo markt? - Een onderzoek bij Vlaamse middelgrote ondernemingen.

Stef Rutsaert
In dit onderzoek operationaliseren we netwerkeconomie door deze term doorheen de tijd te onderzoeken en tot een nieuwe, moderne definitie te komen. De drie onderdelen van deze definitie, namelijk technologie, change management en niet-financiële waardecreatie, worden aan de hand van literatuur onderzocht en onderling gelinkt. De interviews uit dit onderzoek maken duidelijk dat er nog te weinig kennis is over netwerkeconomie binnen de bedrijfswereld.

CINEFILIE 2.0 & DE ARTHOUSE CINEMA: Een exploratief onderzoek naar de filmbeleving van jonge stadscinefielen en Gentse arthouse cinema’s

Salma Mediavilla Aboulaoula
De cinema als exclusief filmplatform is verleden tijd. Wie vandaag een film wil zien, heeft 1001 online opties om uit te kiezen. Deze masterproef wil nagaan in hoeverre de arthouse cinema in deze context nog een rol speelt in de filmbeleving en sociaal leven van jonge stadscinefielen.

The impact of sharing business dimensions on user engagement: A conjoint analysis in the fashion industry

Marie-Julie De Bruyne
In de overgang naar een circulaire economie, spelen deelinitiatieven een belangrijke rol. In deze masterproef worden vijf dimensies vastgesteld waarbinnen deelbedrijven kunnen variëren: (1) de mate van betrokkenheid van professionele gebruikers, (2) de mate van eigendomsoverdracht van aanbieder naar consument, (3) de mate van vergoeding voor aanbieders, (4) de mate van digitalisering van interacties tussen consumenten en aanbieders, en (5) de mate van openheid van de gemeenschappen. Vervolgens onderzoekt deze masterproef door middel van een conjoint analyse hun invloed op het engagement van gebruikers in de textiel- en modewereld.

DE ‘ANDER’ DOOR DE OGEN VAN DE ANDER: Een exploratief onderzoek naar de morele en emotionele reacties van Vlamingen met een Marokkaanse migratieachtergrond op gemediatiseerd lijden

Nadia El Bakkali
In dit exploratief onderzoek bestuderen we de morele en emotionele reacties van Vlamingen met een Marokkaanse migratieachtergrond op gemediatiseerd lijden. Een korte literatuurstudie naar het onderzoeksveld van mediated distant suffering, een etnisch-divers publiek en het concept 'proper distance' leidt de masterproef in. Wat volgt, is een analyse van 5 focusgroepen die onthult hoe de etnisch-culturele achtergrond van de respondenten een belangrijke rol speelt in het ontstaan en de motivatie van hun reacties.

Een wereld naar Gods plan. Duurzaamheid in een religieuze ontwikkelings-ngo, 1968-1994

Hanne-Lise Frateur
Deze masterproef onderzocht hoe een religieuze inspiratie een impact had op de betekenisgeving van duurzaamheid in het ontwikkelingsdiscours van de Vlaamse ngo Broederlijk Delen (1968-1994). Verschillende betekenissen van duurzaamheid werden onderscheiden en telkens werd gereflecteerd in welke mate de christelijke religie een struikel- of startblok vormde om die duurzaamheid na te streven.

‘Ze willen over ons spreken, maar niet met ons’: Of hoe een gebrek aan media-inclusie de genderexpressie van non-binaire jongeren stigmatiseert

Florian Saerens
In deze scriptie wordt onderzocht in hoeverre dat non-binaire personen geaccepteerd of juist
gemarginaliseerd worden in Vlaanderen. Aan de hand van diepte-interviews met een uitgelezen
steekproef van de doelgroep in combinatie met een schare aan wetenschappelijke bronnen en
nieuwsartikels kunnen we een belangrijk besluit trekken: het gebrek aan media-inclusie stigmatiseert
de genderexpressie van non-binaire jongeren

Nood aan creatieve instappen in de wiskundeles in de eerste graad A-stroom

Cinder Neyens
Onderzoek naar het gebruik van creatieve instappen in de eerste graad A-stroom dat resulteerde in het creëren van een website vol leuke inleidingen.

Internet in de gevangenis: risico of opportuniteit?

Anouchka Cool
Deze masterproef onderzoekt of een toelating van internet in de Vlaamse gevangenissen een risico of opportuniteit betreft. Hiervoor werden 29 interviews afgenomen met gedetineerden en personeelsleden. Daarnaast werden ook nog gekeken welke beperkingen mogelijk waren, zoals tijdsbeperkingen, afstemming per gedetineerde.

TRASH TENSIONS. AFVALVERWERKING ALS FRONTIER IN HET STEDELIJK METABOLISME VAN DE GENTSE AGGLOMERATIE IN DE PERIODE 1960 – 1980.

Kobe Tilley
Hoe ging Gent tussen 1960 en 1980 met haar afval om? Als een groeiende afvalstroom van meer divers afval, de stad voor problemen op ecologisch, ruimtelijk en maatschappelijk vlak stelde?