Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.
Menstruatie?! De schaamte voorbij, verhoog de kennis.
Dit onderzoek baseert zich voornamelijk op de ervaringen van vrouwelijke Inheemse Witoto leiders afkomstig uit het Amazonewoud in Colombia. Hiervoor verrichtte ik een etnografisch veldwerkonderzoek tijdens de maanden februari, maart en april in 2022. Door de visie van deze vrouwen omtrent vrouwelijk leiderschap, de territoriale strijd en vrouwelijke versterking in beeld te brengen, tracht ik bij te dragen aan de dekolonisatie van de relatie tussen vrouwelijke leiders en hun bondgenoten. Daarnaast integreerde ik ook de visie van de socio-ecologische NGO 'Proterra' die als eerste een genderbenadering hanteerde in de samenwerking met deze gemeenschap.
Onderzoek naar de subalterne ervaring van de aidscrisis in België bij homomannen, zowel hivpositief als negatief, en de manier waarop zij hun herinneringen vorm geven.
Onderzoek naar de subalterne ervaring van de aidscrisis in België en de manier waarop homomannen, zowel hivpositief als negatief, hun herinneringen vorm geven.
Deze scriptie onderzoekt de motivaties en praktijken van jongeren op de Brusselse tweedehandsmarkt voor kledij. Waarom (ver)kopen jongeren kledij op de tweedehandsmarkt? Deze scriptie gaat eerst en vooral in op de algemene betekenis van kledij in het leven van jongeren. Daarna toont ze aan dat de twintig geïnterviewde jongeren vooral uit recreatieve en duurzame overwegingen naar de tweedehandsmarkt trekken. Economische motieven schuiven naar de achtergrond. Tot slot wordt de aandacht gevestigd op de eventuele gentrificatie van de tweedehandsmarkt.
Diversiteit in Sociale Huisvesting: Een analyse van de potentiële impact van de patrimoniumstrategie ten gevolge van de fusie tot de ééngemaakte woonmaatschappij op de renovatie van de sociale huisvestingsstock (Case Nieuw Gent)
Deze masterproef werd geschreven in samenwerking met de Stadsacademie. Binnen de groep ‘Wonen in diversiteit’ werd de individuele focus gelegd op sociaal energetisch renoveren. Deze masterproef onderzoekt de koppeling van elkaar beïnvloedende onderwerpen die het sociaal betaalbaar, maar ook duurzaam wonen omvatten. Deze thematieken worden gekoppeld aan de éénmaking van de sociale huisvestingsmaatschappijen en verhuurkantoren tot de woonmaatschappij. Het onderzoek wordt gevoerd aan de hand van een dubbele invalshoek. Enerzijds wordt een kwalitatief onderzoek uitgewerkt. Hierin worden actoren binnen verschillende niveaus, gelinkt aan de éénmaking, bevraagd naar de vooropgestelde onderwerpen. De focus wordt daarbij gelegd op de Gentse situatie. Anderzijds wordt een kwantitatief onderzoek gevoerd waarin een referentiewoning en -bewoners als leidraad gebruikt worden. De doelgroep maakt deel uit van het huidig patrimonium van Volkshaard in Nieuw Gent. Het geldend sociaal beleid wordt hierbij in vraag gesteld. Er wordt gekeken naar alternatieve woonmodellen en de manier waarop deze hun eventueel sociaal en betaalbaar karakter verkrijgen. Dit onderzoek wordt gehanteerd om een toetsing te maken van de betaalbaarheid van het wonen en de renovatie binnen deze verschillende woonmodellen. Tot slot wordt een koppeling gemaakt van de dubbele onderzoeksstrategie waarbij een adviesrapport opgesteld wordt. De conclusies worden hierin opgenomen en gehanteerd om een opzet te maken van alternatieve scenario’s voor de toekomst. Het eerste alternatieve scenario geeft antwoord op de resultaten uit de onderzoeken. Dit geeft meer bepaald aan dat het huidig sociaal woonmodel als het enige haalbare middel naar voren geschoven kan worden. Daarnaast worden ook de bedenkingen en opportuniteiten omtrent de renovatie en de éénmaking verwerkt. Het tweede scenario geeft antwoord op het stigmaprobleem van het sociaal wonen en het contrasterende woonrecht voor iedereen. Dit wordt opgezet, niet als inzetbaar scenario, maar als aanleiding voor een gesprek binnen de gehele maatschappij.
De motivaties om eigen kinderen - biologische kinderen van pleegzorgers - te betrekken in het pleegzorgproces, zijn steeds geformuleerd in functie van het welzijn van het pleegkind. Nochtans hebben eigen kinderen als een volwaardige groep ook recht op inspraak en participatie, zoals verankerd in het IVRK en door onderzoek benadrukt. Deze scriptie gaat dieper in op hoe pleegzorgers die een verschil maken in het leven van kwetsbare pleegkinderen ook het belang van hun eigen kinderen invullen.
Probleemstelling: Multi-articulaire prothesehanden maken een snelle ontwikkeling door. Door deze
snelle vooruitgang in de technologie is het waarschijnlijk dat de vraag naar de toepassing van multi-
articulaire handen, die een kopie zullen zijn van de menselijke hand, verder toeneemt.
Maar slechts een klein aantal personen, die in zeer gespecialiseerde eenheden werken, bezitten een
diepgaande kennis van dit gebied binnen de geneeskunde.
Onderzoeksvraag: Hoe beïnvloedt een innovatieve multi-articulaire hand de functionele outcome en
levenskwaliteit van een persoon met een transradiale amputatie die opnieuw actief is in het dagelijkse
leven?
“Een alcoholprobleem is je eigen schuld, en andere mythes” – Destigmatisering van personen met een alcoholprobleem bij jongvolwassenen via het mythe-feitformat en geloofwaardige bronnen
Alcoholgebruiksstoornissen behoren tot de meest prevalente, ernstige en gestigmatiseerde psychische aandoeningen. Ondanks het feit dat de media kunnen bijdragen aan het stigma van de aandoening, toont deze masterproef dat ze ook een destigmatiserend effect kunnen uitoefenen. Meer bepaald werd aangetoond dat corrigerende informatie die ingaat op het verantwoordelijkheidsaspect van alcoholproblemen met succes het publieke stigma van de aandoening kan verminderen bij jongvolwassenen.
In 1947 veroverde het DES-hormoon de wereld. Het middel had als doel om miskramen te voorkomen en werd wereldwijd voorgeschreven aan miljoenen zwangere vrouwen. In 1971 werd echter aangetoond dat DES schadelijk was voor de baby’s – zogenaamde DES-kinderen – die als foetus werden blootgesteld aan het hormoon. Vooral DES-dochters liepen ernstige medische risico’s. Bovendien bleek jaren later dat ook DES-kleinkinderen vatbaar zijn voor de gevolgen van DES. Dat het middel in België nog zeker tot 1977 – zes jaar nadat de schadelijkheid formeel werd bewezen – is toegediend aan zwangere vrouwen, doet onderzoeksjournaliste Greet Pluymers en enkele DES-dochters vermoeden dat er sprake is van een dofpotoperatie. Een mogelijke doofpotaffaire zou inderdaad verklaren waarom DES op de markt bleef tussen 1971 en 1977, maar het vormt geen antwoord op de vraag waarom er vandaag in België – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Nederland – nog steeds weinig kennis bestaat of circuleert over de schadelijke gevolgen van het hormoon. Dit onderzoek gaat daarom na hoe de late en gebrekkige kennisverspreiding van DES binnen de Belgische context verklaard kan worden. Daarbij neemt deze studie afstand van een mogelijke doofpotaffaire door op zoek te gaan naar een lange termijn verklaring voor de relatieve onwetendheid over DES in België. Om een licht te werpen op het gebrek aan kenniscirculatie vanaf 1971 steunt dit onderzoek op inzichten uit de agnotologie, een theorie die ervan uitgaat dat onwetendheid het gevolg is van culturele constructies.
Zo bood deze studie – aan de hand van interviews met DES-dochters en gynaecologen – inzicht in de langdurige mechanismen en processen die aan de basis liggen van de gebrekkige kennisverspreiding van het DES-hormoon in België. De rol van ouders en artsen – die golden als de belangrijkste informatieverstrekkers in het kennisproces van DES-dochters – bleek daarbij cruciaal. Indien zij niet optraden als kennisverspreiders, bleven DES-dochters vaak jarenlang in het ongewisse over hun DES-identiteit. Verder wees de analyse uit dat DES-dochters in grote mate afhankelijk waren van toeval voor een juiste diagnostisering. Daarnaast bleek dat de schuldgevoelens van sommige DES-moeders – zeker in huishoudens waar een sterk taboe rustte op infertiliteit – het stilzwijgen van DES in de hand werkte. Op die manier toonde ik aan dat het stigma rond onvruchtbaarheid bijdroeg aan de onwetendheid over DES en niet alle ouders zomaar fungeerden als doorgeefluiken van kennis. Tot slot toonde dit onderzoek aan dat ook gynaecologen hun rol als informatieverstrekkers niet systematisch opnamen. Zo bleek dat artsen – ondanks het feit dat ze sinds het begin van de jaren 1970 geïnformeerd waren over de schadelijkheid van DES – het probleem leken te onderschatten. Deze onderschatting was het gevolg van de overtuiging dat het DES-probleem vanaf het einde van de jaren 1980 verleden tijd was. Maar deze opvatting alleen kon het kennistekort niet verklaren. Andere redenen waren de onzichtbaarheid van het DES-probleem in combinatie met de moeilijkheid om congenitale afwijkingen te linken met het hormoon, de exclusieve focus op fertiliteitsproblemen, het gebrek aan ondervraging
94
en de mogelijk nauwe relaties tussen UCB en de medische wereld. Op die manier ontstond er een algemeen gebrek aan belangstelling voor het DES-probleem in medische kringen in België waar DES-dochters tot op heden het slachtoffer van zijn.
Zich eenzaam voelen in een grootstad als Shanghai, lijkt onwaarschijnlijk... of niet? Miljoenen jonge Chinezen migreren naar deze aantrekkelijke grootstad om beter werk te vinden en zo ook een beter leven te leiden. De gevolgen van een versnelde modernisering en verstedelijking voor hun mentale gezondheid worden echter verwaarloosd. In deze thesis werd de relatie tussen eenzaamheid en sociale steun onderzocht.
In deze masterscriptie wordt prevalentie van bacteriële vaginose in 2 Afrikaanse populaties (uit Etiopië & de Democratische Republiek Congo) beschreven. De rol van verschillende bacteriën, van het genus Gardnerella, Atopobium en Lactobacillus, in bacteriële vaginose en vroeggeboorte wordt ook onderzocht.
De meest populaire Beauty Gurus vandaag, maken deel uit van de LGBTQI+ community (Lesbisch, Gay, Biseksueel, Transgender, Queer & Interseks). Denk aan Jeffree Star of Nikkie Tutorials. Zij geven actief vorm aan de toekomstige beauty wereld. Toch is bestaand onderzoek naar queer Beauty Gurus zo goed als onbestaand. Daarom brengt dit onderzoek, met inclusie als focus, een meer genuanceerde benadering aan bestaand wetenschappelijk onderzoek over Beauty Gurus.
Deze studie heeft tot doel de sentimenten van het publiek ten opzichte van YouTube-video-onderwerpen van queer Beauty Gurus te bepalen. Een sentimentanalyse van 800 YouTube comments werd uitgevoerd.
De scriptie gaat over de ervaringswerker en zijn plaats in een team, werkzaam binnen de geestelijke gezondheidszorg. Meer specifiek gaat het over een werkvorm die hiervoor ontwikkeld werd, waarbij er gefocust wordt op de samenwerking binnen een team.
In deze systematic review willen we een overzicht geven van alle bestaande literatuur rond opgroeien in een niet-traditioneel gezin en hoe afwijken van traditionele gezinsvormen de (ervaren) opvoedingscompetentie, ouder-kindrelatie en het welzijn en de ontwikkeling van kinderen (fysiek, emotioneel en gedragsmatig) kan beïnvloeden.
JONG, MOSLIM EN RADICAAL? Een onderzoek naar de effecten van het discours over radicalisering en het preventingcountering-violent-extremismbeleid op hoger opgeleide Marokkaanse moslimjongeren uit de stad Antwerpen.
Hoger opgeleide Marokkaanse moslimjongeren uit de stad Antwerpen ervaren het discours over radicalisering en het preventing-countering-violent-extremism beleid (P/CVE) als stigmatiserend en extra surveillerend. De islam wordt sinds de aanslagen van 11 september gelinkt aan terrorisme en
radicalisering in het publieke discours, maar ook aan bepaalde P/CVE-beleidspraktijken. Het gevolg
hiervan is dat het thema radicalisering al snel vermengd is geraakt met het debat over de multiculturele samenleving en de plaats van de islam in de seculiere samenleving.
In deze scriptie wordt het probleem met genderstereotypen uitgelegd, specifiek met betrekking tot kleuters en speelgoed. Deze worden vaak versterkt door marketing. Er worden ook tips en adviezen gegeven voor speelgoedwinkels, gebaseerd op kwalitatieve en kwantitatieve research.
We zijn op de hoogte van de screenings- en behandelingsmethodes voor een postpartum depressie maar hoe zit het met deze voor een postpartum psychose? Deze aandoening kan tenslotte ook optreden en ook deze vrouwen hebben recht op kwaliteitsvolle zorg, zorgverlening die zich specifiek focust op hun noden en behoeften. Ik wil met andere woorden voor de vroedvrouwen van de toekomst trachten een overzicht te schetsen van hoe om te gaan met deze diagnosestelling.
In dit onderzoek focust op de invloed van Citétaal in sollicitatiegesprekken. Resultaten tonen aan dat Citétaal consequent een lagere status dan het Limburgs wordt toegekend en dat sprekers ervan worden gekoppeld aan functies als arbeider.
Diversity in social housing: a comparative research into new design strategies for collective spaces in post-war modernist social housing projects (Ghent, Watersportbaan and Milan, Gratosoglio)
Collectiviteit in modernistische sociale hoogbouw projecten. Het ontwerp van de collectieve voorzieningen, de implementatie en de realiteit vandaag. Nieuwe ontwerpstrategieën toegepast op twee case studies: Gratosoglio in Milaan en de Watersportbaan in Gent.
Hulpverleningstraject van transgenderjongvolwassenen uit België en Nederland. Een vragenlijststudie naar de belemmerende en bevorderende factoren in eerstelijns-, tweedelijns- en transgenderzorg.
Met deze masterproef wordt gepoogd om een helder beeld te schetsen van het hulpverleningstraject
zodat deze mogelijks geoptimaliseerd wordt. Meer specifiek is de onderzoeksvraag: Wat zijn de
belemmerende en bevorderende factoren in de hulpverlening (eerstelijnszorg, tweede en derdelijns
transgenderzorg) van transgenderjongvolwassenen in België en Nederland van 18-25 jaar?