Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Gender en Strafrecht, implicaties van het nieuwe Geslacht X

Cyrine M'Sadek
Scriptie inzake de impact van een derde geslacht (X) op de Belgische strafwetgeving.
In hoeverre zal een genderneutraal strafrecht wenselijk worden?

Een studie van remigratiemotieven van tweede en derde generatie hoogopgeleide Belgen met Turkse roots

Elif Lootens
Het migratiedebat verhit in West-Europa sinds de laatste decennia van de twintigste eeuw de gemoederen. Het debat is vooral gericht op instroom en integratie. Daarbij is emigratie een onderbelicht aspect. Zo is er weinig onderzoek gedaan naar de remigratie van migranten naar het land van herkomst.

Bij remigratie is het opleidingsniveau een relevante factor. Anders dan soms vermoed wordt, zijn het niet kansarme, laaggeschoolde jongeren die remigreren, maar eerder hoogopgeleide jonge migranten. Omdat net zij in Turkije een gedegen opleiding, meertaligheid en nuttige beroepservaring kunnen inbrengen als troef op de arbeidsmarkt.

Deze hoogopgeleiden ervaren in West-Europa beperkte vooruitzichten op zowel sociaal, persoonlijk als professioneel gebied. Hoogopgeleiden met Turkse roots hebben het gevoel dat zij in Turkije hun kansen beter kunnen benutten en zijn daardoor eerder geneigd te vertrekken.

Daarnaast wijzen onderzoekers erop dat de uitstroom van jonge hoogopgeleiden in tijden van vergrijzing en de daarmee samenhangende schaarstes op de arbeidsmarkt, nadelig kan zijn voor West-Europese economieën. Het vertrek van hoogopgeleide Turken is een ‘braindrain’ en een ‘verlies van menselijk kapitaal’. Dit veroorzaakt een onevenwicht tussen hoog- en laagopgeleiden migranten in Europa.

Wat opvalt is dat ondanks hun studies en diploma, deze hoogopgeleiden geconfronteerd worden met discriminatie op de arbeidsmarkt. Deze pessimistische toekomstperspectieven in Belgie voeden de drang tot remigratie. Etnische minderheden scoren beduident lager op vlak van jobtevredenheid. Volgens Vandevenne & Lenaers (2007) geeft ongeveer 64% van de hoogopgeleide etnische minderheden in Vlaanderen aan minder kans te hebben om door te stromen naar hogere functies en 61% meent zich door zijn afkomst extra te moeten bewijzen.

Hierbij komen we tot de integratieparadox die als een pushfactor meespeelt voor remigratie: hoogopgeleide Belgische Turken komen meer in aanraking met autochtonen, waardoor ze hun eigen posities op de arbeidsmarkt vergelijken en bijgevolg een ‘relatieve deprivatie’ ervaren waardoor hun eigen jobtevredenheid afneemt. Deze hooggeschoolden met een migratieachtergrond hebben immers vaak een baan onder hun opleidingsniveau, ervaren meer moeite om werk te vinden en krijgen minder promotiekansen. Hoogopgeleide en ondernemende migranten ervaren deze discriminatie intenser en zijn daarom sterker geneigd om elders het geluk te zoeken.

Bovendien hebben deze hoogopgeleiden de perceptie, met hun verworven competenties, betere jobkansen en doorgroeimogelijkheden te kunnen krijgen in Turkije. Vrouwen bevinden zich in een extra benadeelde positie doordat ze dubbel gediscrimineerd worden: naast het behoren tot een etnische minderheid, behoren ze ook tot de symbolische minderheid op vlak van gender. Hierdoor zou de wil om te migreren bij vrouwen eveneens hoger liggen, in de hoop op een gunstiger positie in het land van herkomst.

Uit resultaten van het onderzoek dat uitgevoerd werd bij kandidaat remigranten in België en effectieve remigranten in Turkije is er een duidelijke discrepantie te vinden in hun motivaties. Uit het onderzoek blijkt dat de economische factoren minder belangrijk geacht worden als drijfveer bij de hoogopgeleide aspirant-remigranten dan bij de effectieve remigranten, omdat ze min of meer tevreden zijn met hun huidige arbeidsmarktpositie in België. Bij aspirant-remigranten draait het vooral rond maatschappelijke beweegredenen. Ten eerste zijn er gevoelens van frustratie doordat de participanten zich aanvankelijk als deel van de Belgische samenleving beschouwen, maar anderzijds continu geconfronteerd worden met hun ‘anders’ zijn en steeds het gevoel kregen niet volledig aanvaard te worden als deel van de Belgische samenleving. De negatieve beeldvorming over etnische minderheden en moslims in de media lijkt hierin een katalysator te zijn.

Een tweede, opvallend resultaat, is dat de angst voor assimilatiedruk en het risico op verlies van de Turkse cultuur bij hun kinderen een veel gebruikt argument vormt om te overwegen om naar Turkije te verhuizen.

Het ervaren van een identiteitsconflict maakt de aantrekkingskracht van Turkije als toevluchtsoord bovendien groter. Remigratie biedt de mogelijkheid om voortaan tot de meerderheid te behoren. Door remigratie heft de remigrant zijn minderheidsstatus op.

Asprianten blijven in België tot zich een krachtige combinatie van negatieve en positieve acute gebeurtenissen voordoet die een kentering in hun leven te weeg brengt. Acute pushfactoren zoals ontslag, gemiste promotiekansen of een relatiebreuk stimuleren de aspirant-remigrant om de remigratiewens om te zetten in concrete plannen. Van zodra acute pullfactoren zich aandienen, zoals een aantrekkelijke werkaanbieding of een huwelijk, wordt het voornemen waargemaakt.

Bij de effectieve regimgranten zien we wel jobgerelateerde motieven zoals de ongunstige posities op de Belgische arbeidsmarkt en de ruimere carrièremogelijkheden in het land van origine. Het was voor hen niet evident om een job te vinden op het niveau van hun behaalde diploma, en ze maakten zich zorgen over hun loopbaanperspectieven. Daarenboven uiten deze hoogopgeleide participanten die op de sociale ladder willen opklimmen een gevoel van onbehagen. Vandaar dat deze groep zich niet langer uitsluitend op de Belgische arbeidsmarkt focuste en na ontslag of gefnuikte carrièrekansen tot het besef kwam dat ze beschikt over een alternatief, namelijk de arbeidsmarkt in Turkije. Na het maken van een kostenbatenanalyse verkoos deze groep te verhuizen naar Turkije, omdat zij daar een beter perspectief op werk en carrière zage. Een aantrekkelijke jobaanbieding in Turkije zorgde er uiteindelijk voor dat men daadwerkelijk de stap onderneemt.

Studie naar het meten van voedselintegriteit en fraudegevoeligheid van voedingsbedrijven

Pauline Spagnoli
Deze thesis is een studie naar voedselintegriteit en fraudegevoeligheid en is opgebouwd uit 2 delen: een pilootstudie en een semi-kwantitatieve bedrijvenstudie. In de pilootstudie wordt de validiteit van het VIK-instrument nagegaan. In de bedrijvenstudie wordt een opmeting gemaakt van de huidige situatie betreffende voedselintegriteit in de Belgische Voedingsindustrie.

Een vlees- en zuivelrijk eetpatroon in tijden van klimaatcrisis, een ethische analyse

Channa Cattoir
Kunnen we ons vlees- en zuivelrijk dieet vandaag nog rechtvaardigen? In tijden van klimaatverandering, overbevolking en massa-extinctie dringen ethische vragen zich op.

Digitale Controle op Migratie vs. het Recht op Privacy en Gegevensbescherming in België: De toegang tot smartphones en sociale mediaprofielen in Belgische verzoekprocedures om internationale bescherming

Lore Roels
Deze masterscriptie bewandelt, zoals de titel doet vermoeden, de grens tussen het asielrecht en het privacy- en gegevensbeschermingsrecht. De scriptie gaat meer bepaald op zoek naar het evenwicht tussen het belang van een overheid, bij het bestrijden van misbruik in procedures om internationale bescherming, en het belang van verzoekers om internationale bescherming, bij de uitoefening van hun recht op privacy en gegevensbescherming. Er wordt hierbij gefocust op de recente wetswijziging van de Belgische Vreemdelingenwet (21 november 2017), die het (onder andere) mogelijk maakt voor het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen om zich toegang te verschaffen tot smartphones en sociale mediaprofielen van verzoekers, ter beoordeling van hun verzoek om internationale bescherming.

Kleine verbindingen - een open visie voor Borgerhout intra muros

Kate, Pieterjan Kerkhofs, Maes
‘Kleine verbindingen’ toont een strategie als antwoord op ruimtelijke, sociaal-economische en ecologische uitdagingen van de stad in de 21ste eeuw. Om een potentiële postcorona stadsvlucht tegen te gaan, is het cruciaal om aan te tonen dat meer kwalitatieve open ruimte kan samengaan met de verdichting van de stads- en dorpskernen. Het onderzoeksgebied bevindt zich in het dense Borgerhout intra muros (Antwerpen).

Impact van Forest Stewardship Council (FSC) certificering op de levering van ecosysteemdiensten in boslandschappen van zuid-centraal Chili: een case study in het Nahuelbuta landschap

Eva Toebat
Deze scriptie ontwikkelde en testte een methode voor onderzoek naar de ecologische effectiviteit van het FSC ('Forest Stewardship Council') keurmerk voor duurzaam bosbeheer en de resulterende producten. Het onderzoek geeft ook resultaten van een studiegebied in Chili en toont hierbij ecologische belang van het FSC label.

Werkbaar werk - werk op jouw maat!

Jens Longueville
Deze bachelorproef onderzoekt de werkbaarheid van het werk binnen het bedrijf 'Thon Hotels Brussels' en biedt oplossingen aan inzake werkstress.

Een vroedvrouw die lesgeeft over relaties en seksualiteit? Dat kan toch niet!

Floor Cleuren
Relationele en seksuele vorming is een belangrijk item tijdens de verschillende levensfases van de jongeren. Jammer genoeg weten zij niet altijd bij wie ze terecht kunnen met vragen en bezorgdheden. Deze scriptie helpt hen verder op weg. Ook de vroedvrouw komt uitgebreid aan bod als mogelijke vormingsbegeleider.

Models of Corporate Supply Chain Liability

Penelope Aurelia Bergkamp
Dit proefschrift onderzoekt de blootstelling van in de EU gevestigde multinationale ondernemingen aan ketenaansprakelijkheid (supply chain liability) onder buitencontractuele, burgerlijke aansprakelijkheid. De verschillende theoretische modellen en rechtspraak worden geanalyseerd.

De Belgische regeling van het hoorrecht van de minderjarige in burgerrechtelijke procedures onder druk van het EVRM en het IVRK

Laurence Jacquet
Deze masterscriptie gaat na hoe de regeling van het hoorrecht van de minderjarige in België in burgerrechtelijke procedures aangepast kan worden om in overeenstemming te zijn met het EVRM en het IVRK. De Belgische regeling bevat immers knelpunten in vergelijking met wat het EVRM en het IVRK vereisen. De scriptie geeft verschillende opties om deze knelpunten aan te pakken .

Consumers in the Furniture Industry

Ines Pauwels
Deze studie biedt een analyse van de Amerikaanse en Belgische meubelindustrie. Meer specifiek worden de uiteenlopende behoeften en verlangens van verschillende generaties consumenten van meubels onderzocht, geëvalueerd en vergeleken. Het hoofddoel van dit artikel is om als een eerste ondersteuningsmiddel te dienen wanneer Belgische meubelbedrijven willen uitbreiden naar de Amerikaanse markt.

Chemische veiligheid in middelbaar onderwijs: ondersteunende tools voor de chemieleerkracht

Nick De Wolf
De ontwikkeling van hulpmiddelen die voorkomen dat leerlingen in het secundair onderwijs in contact komen met verboden producten.

Compassie als politieke strategie? Een kwalitatieve analyse naar het gebruik van compassie in het politiek discours rond asielzoekers en vluchtelingen.

Rhea Moonen
Aan de hand van 224 artikels toont deze masterproef dat niet alleen negatieve emoties, maar ook schijnbaar positieve emoties zoals compassie, worden gebruikt om het politiek debat rond de asiel- en vluchtelingencrisis te sturen.

De positie van de niet-begeleide minderjarige vreemdeling binnen de hervorming van het Europees asielstelsel

Caranina Colpaert
Deze masterproef gaat na hoe het Europees asielstelsel meer in overeenstemming kan worden gebracht met de rechten van de niet-begeleide minderjarige vreemdeling. Uit het onderzoek blijkt dat zowel de Europese regelgevers als het EHRM een stevig tandje bij kunnen steken. De weg naar mensenrechtenbescherming lijkt lang, maar hoeft dat niet te zijn.

VERBORGEN TALENTEN. De invloed van ouders op faalangst, gecontroleerde motivatie en onderpresteren bij (hoog)begaafde leerlingen in Vlaanderen.

Sarah Balcaen
Bij een begaafde steekproef (IQ > 120) uit het Vlaamse project TALENT, wordt er nagegaan in welke mate en waarom deze doelgroep onderpresteert. Specifiek wordt er een model getoetst, met behulp van model- en padanalyses, waarin psychologische controle van de ouders, faalangst en gecontroleerde motivatie gelinkt zijn met onderpresteren.

2 vliegen in 1 klap: depressie behandelen en therapietrouw verbeteren bij personen met hiv of aids

Eva De Vis
Literatuurstudie naar de determinanten van depressie en therapietrouw bij personen met hiv of aids. Via analyse van onderlinge relaties in beide systemen onderzochten we welke factoren best als doelwit voor een antidepressieve therapie gekozen worden, om tegelijk een verbetering te krijgen in de therapietrouw. Zo willen we bijdragen aan de strijd tegen groeiende resistentie van het virus.

Checklist: Hoe veilig is jouw evenement?

Cato Thommis
Veiligheid op evenementen is (onterecht!) vaak geen prioriteit van organisaties. Een van de belangrijkste oorzaken hiervoor is de onduidelijke wetgeving rond veiligheid op evenementen. Om organisatoren toch een leidraad te bieden, creëerde ik deze whitepaper. Een soort van checklist om vooral minder ervaren organisatoren te helpen, hun pijnpunten in kaart te brengen en tips te geven over hoe ze hun events beter kunnen beveiligen.

Click it, like it, share it? De ervaring met risico’s en opportuniteiten van sociale media in termen van sociale mediawijsheid. Een kwalitatief onderzoek bij scholieren tussen 16 en 18 jaar.

Marie-Julie Heugens
Deze masterproef gaat via kwalitatief onderzoek na hoe jongeren tussen 16 en 18 jaar de risico's en opportuniteiten van sociale media ervaren in termen van sociale mediawijsheid.

Engagement op het werk en in de vrije tijd: hebben vrijetijdsfactoren invloed op de relatie tussen arbeidsfactoren en de mentale gezondheid van Europese werknemers?

Karel Van Parys
We stellen vast dat de mentale gezondheid van de Europeanen het laatste decennium is afgenomen. Hoewel diverse onderzoeken verschillende oorzaken zoals werk- en persoonlijke factoren aanhalen, wordt vaak de invloed van de vrijetijdsactiviteiten niet geanalyseerd. In dit onderzoek leggen we de invloed van vrijetijdsfactoren op de relatie tussen de werkfactoren en de mentale gezondheid bloot m.b.v. de meest recente survey van het ECWS.

Informatiestroom vanuit HOGENT rond reisbijstand voor outgoing studenten

Hanne Ballegeer
Outgoing HOGENT studenten zijn door HOGENT verzekerd als ze naar het buitenland gaan voor studie of stage. Toch zijn heel wat studenten hiervan niet op de hoogte. De informatiestroom vanuit HOGENT rond reisbijstand bij een buitenlandse mobiliteit verloopt ineffectief en vereist optimalisatie.

De invloed van het internationale en Europese recht op de ontwikkeling van de hobbyluchtvaart

Sus Dierckx
Het recht dat de hobbyluchtvaart beheerst is in volle ontwikkeling. Deze ontwikkeling heeft grote gevolgen voor de hobbyluchtvaart en gaat gepaard met opportuniteiten en risico's welke nader bestudeerd en gekaderd worden in een internationaal en Europees kader.

Onderzoek naar de voedingstoestand van oncologische patiënten – De energie- en eiwitinname en het effect op de lichaamssamenstelling

Emmy Van Troys
Nemen kankerpatiënten voldoende energie en eiwitten in? Hoeveel kankerpatiënten hebben last van ondervoeding? En wat is nu juist de relatie tussen de energie- en eiwitinname en de lichaamssamenstelling? Op deze vragen werd tijdens het onderzoek getracht een antwoord te vinden.

Basisgeletterdheid in de eerste graad van het secundair onderwijs

Marlies Tuttens Sarah Sap
In deze scriptie voerden we een kritische analyse uit van de nieuwe eindtermen die op 1 september 2019 werden ingevoerd in de eerste graad van het secundair onderwijs. Daarnaast schreven we op basis van het literatuuronderzoek en de kritische analayse enkele mogelijke scenario’s bij het doorvoeren van de eindtermen basisgeletterdheid.

Buurtgericht samenleven in een gemeenschappelijke wooncultuur

Kristien Michiels
In deze masterscriptie wordt er gezocht naar een manier om gemeenschappelijke woonvormen zodanig in te passen in de huidige individualistische wooncultuur dat ze een sociale meerwaarde bieden binnen een stedelijke omgeving. Gemeenschappelijke woonvormen zijn namelijk bekend om hun sociale meerwaarde binnen de projectgrenzen, maar hoe kunnen gemeenschappelijke woonprojecten een meerwaarde bieden voor de bredere omgeving en op deze manier een ware trendbreuk realiseren?