Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

BETEKENISVOLLE TRANSPARANTIE BIJ DE TOEPASSING VAN AI-SYSTEMEN EEN ANALYSE VAN DE TRANSPARANTIEVERPLICHTINGEN IN DE ALGEMENE VERORDENING GEGEVENSBESCHERMING EN HET VOORSTEL VOOR EEN VERORDENING BETREFFENDE ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE

Annelore Mattart
Deze masterproef analyseert de mate waarin de transparantieverplichtingen in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en het Voorstel voor een Verordening betreffende Artificiële Intelligentie (Voorstel) samen betekenisvolle transparantie bieden ten aanzien van de aan het AI-systeem onderworpen personen bij de toepassing van artificiële intelligentie (AI). Deze analyse gebeurt aan de hand van een zelf ontwikkeld transparantiekader, gebaseerd op (en in lijn met) de reeds bestaande academische literatuur hieromtrent. Dit kader wordt op beide wetgevende instrumenten toegepast, op grond waarvan de juridische uitdagingen in de AVG en het Voorstel met betrekking tot het bereiken van betekenisvolle transparantie visueel kunnen worden waargenomen. Uit de integratie van beide transparantiekaders, wordt de mate waarin de AVG en het Voorstel betekenisvolle transparantie bieden ten aanzien van de aan het AI-systeem onderworpen personen, visueel geïllustreerd.

The Politicisation of Powering Change: Unravelling the Effect of Politicisation on Policy Responsiveness in European Renewable Energy Policy

Jonas Meuleman
Politisering wordt vaak in een negatief daglicht gesteld als een barrière in effectieve beleidsvorming, maar dit onderzoek bewijst het tegendeel binnen het Europees hernieuwbaar energiebeleid. Gebaseerd op een innovatieve dataset voor alle EU-lidstaten, draagt dit onderzoek bij aan het begrip van hoe politisering duurzame energietransities kan versterken.

Strategic Autonomy in the European Union’s Energy Policy: Enabling and Restraining factors

Jana Caulier
Deze masterproef biedt een antwoord op de onderzoeksvraag: "Wat zijn faciliterende en beperkende factoren voor strategische autonomie in het EU-energiebeleid?". Dit is een verkennend kwalitatief onderzoek naar de parameters die de strategische autonomie in het EU-energiebeleid vormgeven.

Blended learning geïntegreerd binnen de economische component van het vak maatschappelijke, economische en artistieke vorming (MEAV)

Britt De Neve Annelore Goessens Yanaika De Spiegeleer Celien Devenyns
Maatschappelijke, economische en artistieke vorming (MEAV) is een nieuw vak dat geïntroduceerd werd naar aanleiding van de onderwijshervormingen in de tweede graad secundair onderwijs. Samen met de omschakeling naar afstandsonderwijs kwam er een noodkreet uit het werkveld naar aangepast en uitdagend lesmateriaal. Wij wilden inspelen op deze nood door didactisch materiaal te ontwikkelen dat ook ingezet kan worden voor blended learning.

SDG's realiseren/concretiseren in de basisschool

Axel Callens
Zoals Martin Šimek het zou citeren: “Als de vervuiling van de zee zo doorgaat, kunnen de vissen beter aan land komen”. Een mooi citaat om te verwijzen naar de hedendaagse afvalproblematiek. Want de mens consumeert veel, te veel. Al wat geconsumeerd wordt, moet bijgevolg ook ergens naartoe. Veel van het afval en plastic komen in oceanen en zeeën terecht. Dit geeft een negatief effect met zich mee tegenover mens, dier en planeet. Deze bachelorproef biedt systematische activiteiten aan waarbij leerlingen uit de derde graad basisonderwijs mee kunnen denken aan mogelijke oplossingen. Op die wijze werken ze constructief, kennis- en actiegericht én wordt het bewustzijn van het kind mee vormgegeven.

Zelfmanagement bij hartfalen

Sophie Geens
Hartfalen is een klinisch syndroom waarbij de pompfunctie van het hart van de patiënt tekort gaat schieten. Door de vergrijzing van de bevolking zal de prevalentie van deze aandoening alleen maar stijgen. In België lijdt naar schatting 4% van de bevolking hieraan. Er lijden 200.000 mensen aan hartfalen. De levenskwaliteit zal dalen op verschillende vlakken, zowel op het sociale aspect als op het psychisch en lichamelijke aspect. Leefstijlinterventies zijn cruciaal om de impact van hartfalen op het dagelijkse leven en complicaties van de ziekte te verminderen. Deze interventies gaan over de inname van medicatie, het aanpassen van de voeding en het opvolgen van het gewicht. Bij therapieontrouw van medicatie gaan de klachten verergeren. Als de patiënt zich niet houdt aan de vochtbeperking, zal de vochtretentie en stuwing niet minderen. De lichamelijke activiteit gaat zorgen voor een betere inspanningstolerantie. Het is van groot belang dat de kortademigheid en de vermoeidheid afnemen. Er moet ingezet worden op therapietrouw van zowel medicatie als dieet. Vaak is dit voor patiënten zeer complex en gebeuren hier regelmatig fouten op. Dit kan verklaard worden doordat in de medische zorg de focus ligt op de farmacologische therapieën in plaats van op het ondersteunen van de patiënten bij gedragsverandering.

Vraagstelling: Literatuurstudie naar hoe zelfmanagement bij patiënten met hartfalen in de thuissituatie door eerstelijnsverpleegkundigen bevorderd kan worden.

Zoekstrategie: Tussen 4 oktober en 7 mei werd er een literatuurstudie uitgevoerd met behulp van volgende gecomputeriseerde databanken: PubMed, UpToDate, Google Scholar, Nature, ScienceDirect en Springerlink. De zoektocht leverde in totaal 41 artikels op waaronder 26 reviews, 5 richtlijnen, 1 secundaire kwalitatieve analyse, 1 kwalitatieve studie en 8 tijdschriften.

Resultaten: Uit een literatuurstudie is gebleken dat mHealth-apps een positieve invloed hebben in de eerstelijnszorg, de zorgkosten en de levenskwaliteit. Patiënten gaan op een actievere manier hun gezondheid in eigen handen nemen. Zelfmanagementgedrag wordt beïnvloed door de leeftijd, de comorbiditeit, de functionele/emotionele en economische status. Het prototype HeartCheck wil de competenties van de zorgvragers verhogen door op verschillende factoren in te spelen. Deze competenties gaan over communicatie, aandacht voor de mentale en fysieke toestand, adaptatie aan ziektesymptomen en integratie in de maatschappij. Wederzijds vertrouwen tussen de patiënt en zorgverlener is hierbij essentieel.

Conclusie: Zonder effectief management zal de levenskwaliteit van de patiënt met hartfalen verslechteren. Voor de zorgverleners bieden mHealth-interventies de mogelijkheid om bijwerkingen te monitoren en verbeterpunten te identificeren. Ook de vrijheid en draagbaarheid van mobiele apparaten bieden een enorm potentieel aan patiënten en zorgverleners. Er kan gesteld worden dat gepersonaliseerde zorg door de app een meerwaarde vormt voor patiënten met hartfalen binnen een bestaand zorgplan. Elke patiënt heeft specifieke zorgvragen die niet alleen bepaald worden door de mate van de ernst en het type van HF maar ook door de individuele vaardigheden en context van de patiënt.


Does size matter? Een vergelijkende studie van de economie, economisch beleid en kansen in de Benelux

Michiel Deprez
Een vergelijkende studie van de institutionele Benelux-Unie: haar economieën, economisch beleid en economische kansen voor de regio.

Ouderschap en ontwikkeling van kinderen in niet-traditionele gezinnen.

Sanne Goossen
In deze systematic review willen we een overzicht geven van alle bestaande literatuur rond opgroeien in een niet-traditioneel gezin en hoe afwijken van traditionele gezinsvormen de (ervaren) opvoedingscompetentie, ouder-kindrelatie en het welzijn en de ontwikkeling van kinderen (fysiek, emotioneel en gedragsmatig) kan beïnvloeden.

Ver van thuis? Hoe sociale NGO’s veerkracht opbouwen in post-crisis aankomststeden door sociale innovatie en integratie

Alicia Van der Stighelen
In de context van migratie en de Europese vluchtelingencrisis beproeft deze masterproef het potentieel tot veerkracht van zowel de aankomststad met een eigen crisishistorie als van haar nieuwkomers. Een netwerk van ngo’s (afkorting voor ‘non-gouvernementele organisaties’) spelen hierin een essentiële rol via hun sociale zorg en huisvesting als substituut voor een (tot nog toe) weinig responsieve overheid. De thesis steunt in concreto op onderzoek van en vrijwilligerswerk met de ngo ARSIS die werkt rond opvang en integratie van niet-begeleide minderjarige migranten in Athene, Griekenland.

Language Learning Motivation of Flemish Secondary-School Students

Aaricia Herygers
Motivatie is een belangrijke factor voor het leren van een vreemde taal. Deze masterproef vergelijkt daarom de motivatie van Vlaamse leerlingen in de derde graad om Duits en Engels te leren. Bovendien wordt de invloed van gender, socio-economische status en onderwijstype op de motivatie bekeken.

VERA: een integratieworkshop om maatschappelijk verantwoord ondernemen en consumeren aan te leren binnen het vak Mens en Samenleving

Ulrike Van Coppernolle Laura De Backer Lien Hoornaert Jonna De Schryver
'VERA' is een integratieworkshop om maatschappelijk verantwoord ondernemen en consumeren aan te leren binnen het vak Mens en Samenleving. De workshop komt tegemoet aan de noden van leerkrachten en leerlingen door de implementatie van activerend, gestructureerd, bewegingsrijk en differentiërend lesmateriaal, dat online tools integreert.

Op zoek naar de elite: Hooggeschoolde immigranten aantrekken via het Belgische migratiebeleid.

Claire Nardon
Hooggeschoolde immigranten vormen een belangrijke troef voor een groeiende economie. In tegenstelling tot Canada en Australië, slaagt België er echter niet in om deze gegeerde groep aan te trekken. Via een comparatieve analyse tussen het Belgische, Canadese en Australische migratiebeleid gaat deze masterproef na hoe België hier verandering in kan brengen.

Een studie van remigratiemotieven van tweede en derde generatie hoogopgeleide Belgen met Turkse roots

Elif Lootens
Het migratiedebat verhit in West-Europa sinds de laatste decennia van de twintigste eeuw de gemoederen. Het debat is vooral gericht op instroom en integratie. Daarbij is emigratie een onderbelicht aspect. Zo is er weinig onderzoek gedaan naar de remigratie van migranten naar het land van herkomst.

Bij remigratie is het opleidingsniveau een relevante factor. Anders dan soms vermoed wordt, zijn het niet kansarme, laaggeschoolde jongeren die remigreren, maar eerder hoogopgeleide jonge migranten. Omdat net zij in Turkije een gedegen opleiding, meertaligheid en nuttige beroepservaring kunnen inbrengen als troef op de arbeidsmarkt.

Deze hoogopgeleiden ervaren in West-Europa beperkte vooruitzichten op zowel sociaal, persoonlijk als professioneel gebied. Hoogopgeleiden met Turkse roots hebben het gevoel dat zij in Turkije hun kansen beter kunnen benutten en zijn daardoor eerder geneigd te vertrekken.

Daarnaast wijzen onderzoekers erop dat de uitstroom van jonge hoogopgeleiden in tijden van vergrijzing en de daarmee samenhangende schaarstes op de arbeidsmarkt, nadelig kan zijn voor West-Europese economieën. Het vertrek van hoogopgeleide Turken is een ‘braindrain’ en een ‘verlies van menselijk kapitaal’. Dit veroorzaakt een onevenwicht tussen hoog- en laagopgeleiden migranten in Europa.

Wat opvalt is dat ondanks hun studies en diploma, deze hoogopgeleiden geconfronteerd worden met discriminatie op de arbeidsmarkt. Deze pessimistische toekomstperspectieven in Belgie voeden de drang tot remigratie. Etnische minderheden scoren beduident lager op vlak van jobtevredenheid. Volgens Vandevenne & Lenaers (2007) geeft ongeveer 64% van de hoogopgeleide etnische minderheden in Vlaanderen aan minder kans te hebben om door te stromen naar hogere functies en 61% meent zich door zijn afkomst extra te moeten bewijzen.

Hierbij komen we tot de integratieparadox die als een pushfactor meespeelt voor remigratie: hoogopgeleide Belgische Turken komen meer in aanraking met autochtonen, waardoor ze hun eigen posities op de arbeidsmarkt vergelijken en bijgevolg een ‘relatieve deprivatie’ ervaren waardoor hun eigen jobtevredenheid afneemt. Deze hooggeschoolden met een migratieachtergrond hebben immers vaak een baan onder hun opleidingsniveau, ervaren meer moeite om werk te vinden en krijgen minder promotiekansen. Hoogopgeleide en ondernemende migranten ervaren deze discriminatie intenser en zijn daarom sterker geneigd om elders het geluk te zoeken.

Bovendien hebben deze hoogopgeleiden de perceptie, met hun verworven competenties, betere jobkansen en doorgroeimogelijkheden te kunnen krijgen in Turkije. Vrouwen bevinden zich in een extra benadeelde positie doordat ze dubbel gediscrimineerd worden: naast het behoren tot een etnische minderheid, behoren ze ook tot de symbolische minderheid op vlak van gender. Hierdoor zou de wil om te migreren bij vrouwen eveneens hoger liggen, in de hoop op een gunstiger positie in het land van herkomst.

Uit resultaten van het onderzoek dat uitgevoerd werd bij kandidaat remigranten in België en effectieve remigranten in Turkije is er een duidelijke discrepantie te vinden in hun motivaties. Uit het onderzoek blijkt dat de economische factoren minder belangrijk geacht worden als drijfveer bij de hoogopgeleide aspirant-remigranten dan bij de effectieve remigranten, omdat ze min of meer tevreden zijn met hun huidige arbeidsmarktpositie in België. Bij aspirant-remigranten draait het vooral rond maatschappelijke beweegredenen. Ten eerste zijn er gevoelens van frustratie doordat de participanten zich aanvankelijk als deel van de Belgische samenleving beschouwen, maar anderzijds continu geconfronteerd worden met hun ‘anders’ zijn en steeds het gevoel kregen niet volledig aanvaard te worden als deel van de Belgische samenleving. De negatieve beeldvorming over etnische minderheden en moslims in de media lijkt hierin een katalysator te zijn.

Een tweede, opvallend resultaat, is dat de angst voor assimilatiedruk en het risico op verlies van de Turkse cultuur bij hun kinderen een veel gebruikt argument vormt om te overwegen om naar Turkije te verhuizen.

Het ervaren van een identiteitsconflict maakt de aantrekkingskracht van Turkije als toevluchtsoord bovendien groter. Remigratie biedt de mogelijkheid om voortaan tot de meerderheid te behoren. Door remigratie heft de remigrant zijn minderheidsstatus op.

Asprianten blijven in België tot zich een krachtige combinatie van negatieve en positieve acute gebeurtenissen voordoet die een kentering in hun leven te weeg brengt. Acute pushfactoren zoals ontslag, gemiste promotiekansen of een relatiebreuk stimuleren de aspirant-remigrant om de remigratiewens om te zetten in concrete plannen. Van zodra acute pullfactoren zich aandienen, zoals een aantrekkelijke werkaanbieding of een huwelijk, wordt het voornemen waargemaakt.

Bij de effectieve regimgranten zien we wel jobgerelateerde motieven zoals de ongunstige posities op de Belgische arbeidsmarkt en de ruimere carrièremogelijkheden in het land van origine. Het was voor hen niet evident om een job te vinden op het niveau van hun behaalde diploma, en ze maakten zich zorgen over hun loopbaanperspectieven. Daarenboven uiten deze hoogopgeleide participanten die op de sociale ladder willen opklimmen een gevoel van onbehagen. Vandaar dat deze groep zich niet langer uitsluitend op de Belgische arbeidsmarkt focuste en na ontslag of gefnuikte carrièrekansen tot het besef kwam dat ze beschikt over een alternatief, namelijk de arbeidsmarkt in Turkije. Na het maken van een kostenbatenanalyse verkoos deze groep te verhuizen naar Turkije, omdat zij daar een beter perspectief op werk en carrière zage. Een aantrekkelijke jobaanbieding in Turkije zorgde er uiteindelijk voor dat men daadwerkelijk de stap onderneemt.

Kleine verbindingen - een open visie voor Borgerhout intra muros

Kate, Pieterjan Kerkhofs, Maes
‘Kleine verbindingen’ toont een strategie als antwoord op ruimtelijke, sociaal-economische en ecologische uitdagingen van de stad in de 21ste eeuw. Om een potentiële postcorona stadsvlucht tegen te gaan, is het cruciaal om aan te tonen dat meer kwalitatieve open ruimte kan samengaan met de verdichting van de stads- en dorpskernen. Het onderzoeksgebied bevindt zich in het dense Borgerhout intra muros (Antwerpen).

Hoe passen de preferentiële oorsprongsregels in ASEAN en de EU binnen zijn multilaterale omkadering in de WHO?

Louise Delforge
Oorsprongsregels zijn 'the next frontier'. Globale tariefverminderingen en toenemende complexiteit van de internationale handel zorgen voor een onderbenutting van tariefverminderingen, waartoe oorsprongsregels de sleutel zijn. Op multilateraal vlak kan hieraan tegemoet gekomen worden door transparantie te verhogen, harmonisatie en overleg te stimuleren.

Statistische fysica van economische ongelijkheid en segregatie

Lennart Fernandes
Geïnspireerd door de fysica van veeldeeltjes-systemen worden agent-gebaseerde modellen voor economische uitwisselingen ontwikkeld. Segregatie tussen economische klassen wordt hierin geïntroduceerd naar analogie met modellen voor magnetisme. De gesegregeerde toestand wordt gekarakteriseerd door een grotere ongelijkheid en een groter onderscheid tussen lokale en globale maatregelen om deze tegen te gaan. Bij toevoeging van thermische fluctuaties (Metropolis algoritme) in de segregatie-dynamica blijkt bovendien een scherpe faseovergang naar lagere ongelijkheid.

Grexit voor Brexit

Emilie Légère
Bachelor Journalistiek - Erasmushogeschool Brussel.
Als afstudeerproject schreef ik een achtergrondartikel over Grexit, Groenlands vertrek uit de EU (toen nog de Europese Economische Gemeenschap) in 1985.
In de scriptie zelf wordt mijn journalistieke proces geanalyseerd en uit de doeken gedaan.

Verpleegkundigen en eerstelijns spirituele zorg: een harmonieuze combinatie binnen de hedendaagse zorgcontext?

Elien Rogiers
Een (ernstige) chronische ziekte of een acute, zelfs kleine ingreep kan er toe leiden dat patiënten de zin van het leven en/of hun geloof of levensbeschouwing in vraag stellen. Veel zorgvragers hebben op zo'n moment nood aan ondersteuning van degenen die het dichtst bij hen (en hun bed) staan. Uit onderzoek blijkt echter dat veel verpleegkundigen vaak niet weten hoe ze moeten omgaan met zinvragen, onmacht... binnen de zorgcontext. In deze masterproef worden drie sporen uitgetekend om verpleegkundigen hierin te ondersteunen.

Challenger-partijen: een uitdaging voor Europa

Jasper Praet
Radicale populistische partijen, ook wel challengers genoemd, worden steeds populairder. Bovendien stellen ze zich kritischer op tegenover Europees economisch beleid. Dit onderzoek gaat na of deze partijen hun opmars kunnen verzilveren door invloed uit te oefenen op het beleid.

De Tweede Tunesische Republiek en haar relaties met de Europese Unie

Willem Theus
Deze masterthesis laat zich het best samenvatten als een diepgaande briefing, een "state of the country", over de Tweede Tunesische Republiek en haar relaties met de Europese Unie. Door een unieke combinatie van inzichten en bronnen uit verschillende domeinen tracht deze masterthesis een zuivere socio-politieke, juridische of regio-studies academische paper te overstijgen en elementen uit deze studievelden te verenigen. Dit zorgt voor een masterthesis die meer de complexiteit van de werkelijkheid tracht te benaderen.

Shipbreaking and recycling industry: a qualitative research about the influence of neoliberal politics in the shipbreaking and recycling industry in Bangladesh

Sara Rita da Costa
Deze masterproef tracht inzicht te geven op de invloed van neoliberale politieke in de scheepsloop- en recyclingindustrie in Bangladesh door een kwalitatief methode. De onderzoeksvragen introduceren debatten over de samenhang tussen neoliberale politiek en menselijke ontwikkelingspatronen.

De fundamentele waarden van de Europese Unie: Een analyse van de afdwinging van de democratie en rechtsstaat door de Europese Unie ten aanzien van lidstaten, kandidaat-lidstaten en ENB-partners

Ayana Dootalieva
Een analyse van de effectiviteit van de afdwinging van de democratie en rechtsstaat door de Europese Unie ten aanzien van lidstaten en derde landen.

Perioperative rehabilitation in patients with lumbar arthrodesis: A systematic review

Charlotte Amerijckx Helena Boonen
Een systematische review over bio-psycho-sociale revalidatieprogramma's bij personen na een rugoperatie (lumbale arthrodese).

Inheemse heropleving en dekolonisatie in Canada: herbevestiging van inheemse tradities en directe landgerichte actie in de ‘Idle No More’ beweging

Juliette Billiet
In mijn onderzoek bestudeer ik de verzetsacties van inheemse activisten binnen de Idle No More beweging in Canada. Om die verzetsacties beter te begrijpen ga ik na welke de problematieken van inheemse volkeren precies zijn, waarom de strategieën van de Canadese overheid om die problematieken tegemoet te komen ontoereikend worden geacht en op welke manier inheemse theoretici hierop antwoord proberen te bieden.

Can environmental history provide a contribution to the explanation of (violent) radicalisation in Western Europe?

Paul Vossen
Milieugeschiedenis kan bijdragen tot een betere framing van (gewelddadige) radicalisering in West-Europa. Het argument is dat grieven en frustraties die als mogelijke oorzaken van radicalisering worden beschouwd, kunnen worden versterkt door een gebrek aan overeenstemming tussen hoe een (huidige) samenleving hiermee omgaat en hoe een individu of groep percipieert dat ze in een andere historische of ecologische context zouden zijn benaderd. Deze 'andere context' kan de samenleving van een persoon zijn voordat hij naar een andere samenleving migreerde, of voordat ouders of grootouders migreerden; voor een persoon die nooit migreerde maar geconfronteerd werd met een veranderende fysieke en sociale omgeving kan het de perceptie zijn van een geïdealiseerd verleden.