Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

HET HOF VAN CASSATIE OVER HET LOT VAN ONRECHTMATIG BEWIJS IN CIVIELE ZAKEN: MISSION ACCOMPLISHED?

Jory Brabants D'Hooghe
Het Hof van Cassatie heeft zich in 2021 gebogen over het lot van onrechtmatig (verkregen) bewijs in zuiver privaatrechtelijke zaken (civiel recht). Net zoals in het strafrecht, besluit het Hof dat bewijsuitsluiting de uitzondering wordt en de feitenrechter met verschillende criteria en omstandigheden rekening moet houden.

Het recht op persoonlijk contact van het kind. Een analyse van het wetgevend kader vanuit mensenrechtelijk en rechtsvergelijkend perspectief. Is het Burgerlijk Wetboek aan een update toe?

Amber Jans
Het recht op persoonlijk contact is het recht om op regelmatige wijze contact te hebben met een minderjarig kind. Omwille van de mondige positie van het kind lijkt het vanzelfsprekend dat het kind contacten mag houden met wie en wanneer hij of zij dat wil. Toch is dat vandaag niet het geval. Het IVRK plaatst het kind in de hoofdrol door het als rechtssubject te beschouwen. Dat wil zeggen dat het kind zelf in de mogelijkheid moet zijn om zijn rechten te kunnen invullen, uitoefenen en afdwingen. Tot op heden is het oud BW echter ingebed in het idee dat enkel volwassenen dat kunnen, ook wanneer het om het recht op persoonlijk contact gaat. Deze masterscriptie gaat na op welke manier dit recht op persoonlijk contact van het kind wordt ingevuld in de mensenrechtelijke, Belgische, Nederlandse en Duitse regelgeving. Hierbij wordt een antwoord geformuleerd op de centrale onderzoeksvraag hoe de Belgische regelgeving betreffende het recht op persoonlijk contact van het kind in overeenstemming gebracht kan worden met de mensenrechtelijke verplichtingen uit artikel 9.3 IVRK en artikel 8.1 EVRM.

Abortus: een grondrecht of een vergiftigd geschenk? Een juridische evaluatie van de Belgische abortuswetgeving vanuit rechtsvergelijkend perspectief

Daisy Szulc
Het onderwerp van deze masterscriptie kadert in het teken van het recht op abortus. Concreet wordt het zelfbeschikkingsrecht inzake abortus bestudeerd met een focus op de evolutie ervan sinds de ontstaansgeschiedenis van de Belgische, Nederlandse en Poolse abortuswetgeving. Deze benadering maakt het mogelijk om te komen tot een verklarende analyse van de verschillen en gelijkenissen in de abortusregelgeving van de drie vergeleken landen. Hieruit kan zowel de huidige als toekomstige positie van België op het vlak van de abortusrechten in Europa worden afgeleid.

BDSM: De dominerende macht van de strafwet

Louise Ippel
Er moet worden tegemoet gekomen aan de strafbaarstelling van BDSM. In deze scriptie is er daarom ook gezocht naar mogelijke regelingen, zowel juridisch als niet-juridisch, die BDSM'ers in staat zouden stellen om straffeloos hun activiteiten te kunnen uitoefenen.

Locked Up, Logged Off: A closer look at protection and provision of Internet access for prisoners within the ECHR framework

Felix Blommaert
Deze masterproef analyseert en bekritiseert de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens inzake internettoegang voor gevangenen op een grondige wijze. Daarenboven trekt het werk een link tussen deze bevindingen en een gelijkaardige zaak hangende voor Belgische rechtbanken.

HOW DOES MCCOPE HELP PLANTS TO COPE WITH NEMATODES?

Jasper Matthys
Planten parasiterende nematoden vormen een groeiende bedreiging voor de rijstteelt. Geïnduceerde resistentie kan een duurzaam alternatief vormen voor chemische pesticiden door het planten-immuunsysteem te activeren. Deze thesis bestudeert het effect van een plantenafval gebaseerde stimulus, mCCOPE.

Gevaar voor openbare orde en nationale veiligheid als weigeringsgronden voor verblijf in de Vreemdelingenwet

Ellen Vandennieuwenhuysen
Naar aanleiding van twee ophefmakende wetswijzigingen aan de Vreemdelingenwet werd onderzocht in welke mate deze nog in overeenstemming is met enkele fundamentele mensenrechten en algemene rechtsbeginselen. Meer concreet werd dieper ingegaan op de verwijderingsbeslissingen om redenen van openbare orde en nationale veiligheid.

De Belgische regeling van het hoorrecht van de minderjarige in burgerrechtelijke procedures onder druk van het EVRM en het IVRK

Laurence Jacquet
Deze masterscriptie gaat na hoe de regeling van het hoorrecht van de minderjarige in België in burgerrechtelijke procedures aangepast kan worden om in overeenstemming te zijn met het EVRM en het IVRK. De Belgische regeling bevat immers knelpunten in vergelijking met wat het EVRM en het IVRK vereisen. De scriptie geeft verschillende opties om deze knelpunten aan te pakken .

An eye in the sky is watching you Een rechtsvergelijkend onderzoek tussen België en Nederland over het politioneel gebruik van drones op evenementen, na een plots incident of voor langdurige surveillance ter preventie van criminaliteit en de verhouding v

Lara Boonen
Drones zijn onbemande vanop afstand bestuurde luchtvaartuigen. Deze toestellen kunnen een payload dragen waaronder camera’s met een zeer hoge resolutie. In dit onderzoek wordt gefocust op het houden van cameratoezicht door de politie met behulp van drones in drie situaties, namelijk voor crowd control-doeleinden op evenementen, om situational awareness te verkrijgen na een plots onvoorzienbaar incident en als langdurig surveillancemiddel ter preventie van criminaliteit. De beelden die de politie hierbij verzamelt kunnen persoonsgegevens zijn. Daarom kan het gebruik van drones een inbreuk uitmaken op het recht op privacy in de zin van artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit artikel stelt minimumvoorwaarden waaraan het gerechtvaardigd gebruik van een drone moet voldoen. De inbreuk mag enkel uitgaan van een openbaar gezag, zoals de politie, voor bepaalde doelstellingen waaronder het waarborgen van de nationale of openbare veiligheid en het voorkomen van strafbare feiten of ordeverstoringen. De inbreuk moet een nationale wettelijke basis kennen, in verhouding zijn tot één van deze doelstellingen, die niet met minder ingrijpende middelen te bereiken zijn.
In deze scriptie is ervoor gekozen om een functionele microrechtsvergelijking uit te voeren tussen de Belgische en Nederlandse wetgeving die het politioneel gebruik van drones omkadert voor de drie bovenstaande situaties. Er wordt nagegaan aan welke voorwaarden voldaan moet zijn, welke procedure gevolgd moet worden en impliciet welke actoren hierbij komen kijken. Hierbij wordt gefocust op de nationale rechtsgronden en de bepalingen met betrekking tot de privacy. Het luchtverkeersrecht wordt buiten beschouwing gelaten.
Uit dit onderzoek kwam naar voren dat wetstechnisch gezien zowel de Belgische als de Nederlandse politie drones kunnen inzetten op evenementen en na een plots incident, maar dat België hiervoor slechts één rechtsgrond kent en Nederland meerdere. Een belangrijk verschil is dat sinds een wetswijziging van 2016 de Nederlandse burgemeester ook kan beslissen om vaste straatcamera’s te vervangen door drones om langdurig toezicht te houden in probleemgebieden, terwijl dit in België niet toegestaan is. In Nederland werd tot op het heden nog geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Het is belangrijk om te benadrukken dat zowel op nationaal vlak in België als op Europees vlak het toepasselijk wettelijk kader onder hervorming is.

Bijten blaffende honden niet? De informatiepositie van de burgemeester bij de bestuurlijke aanpak van gewelddadige radicalisering en terrorisme in België en Nederland

Robin Dreesen
De masterscriptie gaat na of en hoe Belgische en Nederlandse burgemeesters geïnformeerd kunnen worden opdat ze bestuurlijke maatregelen zouden kunnen treffen en motiveren. De problematiek rond de informatiepositie van de burgemeester staat daarbij centraal. De focus ligt op de problematiek van gewelddadige radicalisering en terrorisme.

EHRM en bewijs. Terreurbestrijding als opstap naar vernieuwd digitaal speurwerk: de gespannen verhouding tussen nieuwe bewijsgaringsinstrumenten in het Belgisch strafonderzoek en artikel 6 en 8 EVRM.

Feia Deltour
De recente Wet Digitaal Speurwerk heeft ten voordele van de justitiële actoren een aantal nieuwe en verregaande onderzoeksbevoegdheden in de digitale sfeer in het leven geroepen. Deze staan echter op gespannen voet met de artikelen 6 en 8 EVRM. Deze thesis analyseert kritisch de wetgevende en beleidsmatige aspecten in de materie.

Kindhuwelijken en het internationaal privaatrecht

Frederik Welvaert
Deze masterproef bespreekt de problematiek van kindhuwelijken vanuit internationaal privaatrechtelijk perspectief. Hierbij wordt een rechtsvergelijkende analyse gemaakt van de regelgevingen in België, Zweden en Duitsland. Deze regelgevingen worden daarna getoetst aan enkele fundamentele rechtsbeginselen, zoals het belang van het kind (art. 3 IVRK) en het recht op familieleven (art. 8 EVRM) om finaal tot een eigen, weloverwogen visie te komen betreffende de aanpak van deze problematiek.

Schikken en schuldig pleiten als belastingplichtige. Rechtsbescherming uit art. 6 EVRM bij het afsluiten van een minnelijke schikking of het erkennen van schuld bij het openbaar ministerie

Eva Nackaerts
Deze masterscriptie onderzoekt of er voldoende rechtsbescherming aanwezig is voor de belastingplichtige verdachte die een minnelijke schikking afsluit of zijn schuld erkent bij het parket. Hierbij wordt er getoetst aan de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

De rechtsbescherming van de belastingplichtige in het kader van de huidige 'una via'-regeling

Stevo Gatsos
In de strijd tegen fiscale fraude heeft de federale wetgever anno 2008 een parlementaire
onderzoekscommissie opgericht. De belangrijkste aanbeveling van deze parlementaire
onderzoekscommissie handelde over het instellen van een una via-regeling in fiscale
strafzaken. Dit heeft finaal geleid tot de wet 20 september 2012 tot instelling van het ‘una
via’-principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging
van de fiscale penale boetes, oftewel de Una Via-wet.
Dit una via-principe houdt in dat slechts één weg kan ingeslagen worden in de beteugeling
van inbreuken op de fiscale wetten, hetzij strafrechtelijk met strafsancties, hetzij fiscaaladministratief
met fiscaal-administratieve sancties. De federale wetgever had met de
ontdubbeling van parallelle procedures een efficiënter fraudebeleid voor ogen. Concreet werd
dit gerealiseerd door het una via-overleg tussen de fiscale administraties, het Openbaar
Ministerie en de bevoegde politionele overheden, hetgeen de betrokken actoren in staat
diende te stellen uit te maken wat de meest adequate afhandelingswijze van het concreet
dossier zou zijn.
De federale wetgever heeft met de Una Via-wet eveneens gepoogd het non bis in idembeginsel,
zoals geïnterpreteerd door de Europese rechtscolleges, wettelijk te verankeren. Dit
beginsel belet dat eenzelfde persoon, die reeds het voorwerp heeft uitgemaakt van een
definitieve beslissing, opnieuw voor dezelfde feiten wordt berecht of bestraft. In dit opzicht is
het relevant om ook het strafrechtelijk karakter van administratieve sancties onder de loep te
nemen. Wanneer blijkt dat zowel een strafrechtelijke sanctie als een administratieve sanctie
met een strafrechtelijk karakter in de zin van artikel 6 EVRM voor dezelfde feiten worden
opgelegd, zal het non bis in idem-beginsel toepassing vinden. Vóór de intrede van de Una
Via-wet voorzagen de fiscale wetboeken expliciet de mogelijk om strafrechtelijke sancties en
administratieve sancties met een strafrechtelijk karakter te cumuleren. De Una Via-wet, met
respect voor het non bis in idem-beginsel, dient tegemoet te komen aan deze problematiek
door een decumul te voorzien, waarbij dezelfde rechtsonderhorige hetzij strafrechtelijk, hetzij
fiscaal-administratief gesanctioneerd wordt.

Het opzet van dit werk bestaat erin een analyse te maken van de rechtsbescherming van de
belastingplichtige in het kader van de huidige una via-regeling. Het onderzoek naar de
tegemoetkoming aan het non bis in idem-beginsel door de federale wetgever in het una viamodel
staat centraal. Om de evaluatie te kunnen maken of de wet hieraan voldoet is een
grondige uiteenzetting van de draagwijdte van het non bis in idem-beginsel in fiscale
strafzaken vereist. Dit gebeurt aan de hand van de bespreking van de bronnen en de
jurisprudentiële invulling van dit beginsel, met inbegrip van het strafrechtelijk karakter van
administratieve sancties. Vervolgens wordt, het non bis in idem-beginsel indachtig, de Una
Via-wet besproken. De totstandkoming, de onvolmaaktheden en de gedeeltelijke vernietiging
worden hierbij toegelicht. Het sluitstuk van dit onderzoek heeft betrekking op suggesties de
lege ferenda. Hierbij wordt onderzocht of het Nederlands una via-model, het sociaal
strafrecht en het aanrekeningsprincipe soelaas kunnen bieden.

De rol van het EVRM bij gemeentelijke administratieve sancties

Marie DeCock
Is het problematisch dat een orgaan van de uitvoerende macht een gemeentelijke administratieve sanctie oplegt in plaats van een rechter? Deze scriptie onderzoekt hoofdzakelijk of GAS in strijd is met het recht op een eerlijk proces zoals vervat in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Clinical management of Staphylococcus aureus bacteremia – an updated proposal of protocol

Pieter Sinonquel Willy Peetermans
Nieuw protocolvoorstel ter management van een Stafylococcus aureus bacteriëmie

Het boek als krachtig medium in zakformaat. De drukkersstrategieën van Joannes Grapheus, Antwerpen 1527-1569

Maite De Beukeleer
De vormgeving van boek zoals we het vandaag kennen, werd grotendeels ontwikkeld in de vroege zestiende eeuw, toen drukkers nieuwe manieren zochten om hun boeken aantrekkelijk te maken. Deze scriptie onderzoekt hoe de vormgeving in deze periode veranderde aan de hand van de casus van één drukkers: de Antwerpenaar Joannes Grapheus.

Hulpsystemen die sneller en economischer varen in de koopvaardij bevorderen

Elias Deleener
Theoretisch en praktisch onderzoek naar toepassing van waterweerstandsvermindering op scheepsrompen. Dit door toepassing van haaienschubbenstructuur, ribbelstructuur en micro-luchtbubbels.

Het taallandschap van de Duitstalige Gemeenschap in België, door de ogen van de lezer

Gaëlle Schelstraete
Onderzoek naar de taalvoorkeuren en de taalattitudes van de inwoners van de Duitstalige Gemeenschap (DG) van België, waarbij het taallandschap als stimulus voor de interviews werd gebruikt.

Orate pro nostris et oravimus pro vestris. Promised prayers for an anniversary of death. The case of Elisabeth ‘sConincs’ mortuary roll (1458-1459)

Maria Mejia Sian
Deze scriptie geeft een algemeen overzicht over middeleeuwse dodenrollen, waarna de dodenrol van Elisabeth 'sConincs (1458-1459), abdis van de Benedictijner abdij te Vorst (Brussel), nader wordt bekeken wat betreft de fysieke kenmerken en commemoratieve functies. Een data-set bestaande uit 54 tituli uit de middeleeuwse provincie Vlaanderen staat toe om de gebedsuitwisseling tussen verschillende religieuze huizen in de late middeleeuwen te bestuderen. Dodenrollen worden meestal bestudeerd door historici maar verdienen de aandacht van andere disciplines.

LGBTIQ-rights are human rights: Een toetsing van de Russische antipropagandawetgeving aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens

Justine De Kerf
 Op 29 juni 2013 zette de Russische president Poetin zijn beslissende handtekening onder een nieuwe federale wet waardoor het verboden werd om in het bijzijn van minderjarigen “niet-traditionele relaties” te propageren. Kinderen zouden zowaar het idee kunnen krijgen dat dergelijke relaties sociaal gelijkwaardig zijn aan traditionele relaties. De nieuwe Russische wetgeving kreeg van de internationale media al snel de naam “antihomowet” of “antipropagandawet”.

Criminalisering van migratie. Kwalitatief onderzoek naar het verband tussen het verbieden van hulp aan mensen zonder wettig verblijf en racisme in zes Europese steden.

Anja Van den Durpel
De paradox van Europa: racisme verboden, mensen uitsluiten verplicht!Als men spreekt over mensen zonder papieren, aan wie denkt u dan? Een Syrisch gezin dat IS ontvlucht via de Middellandse Zee? Een Erasmus-studente die ‘vergeet’ terug te keren na afloop van het programma? Een Soedanese jonge man die het Kanaal probeert over te steken? Een bedelend Roma-kind in de winkelstraat?“Mensen zonder papieren” is eigenlijk een foutieve term: vaak heeft men wel documenten, maar niet de juiste. Anno 2015 herbergt elke Europese stad mensen met een onwettig of irregulier verblijf.

Rusland en de idee van de Raad van Europa; drie benaderingen van de relatie tussen Rusland en Europa

Emiel van den Toorn
Rusland en de idee van EuropaSinds het eind van de Koude Oorlog is de spanning tussen Rusland en Europa nog niet zo hoog opgelopen als nu. De huidige crisis in de relatie tussen Europa en Rusland lijkt niet uitsluitend terug te voeren tot politieke en economische geschillen maar wekt de indruk gevolg te zijn van een conflict over fundamentele waarden. Dit wordt kracht bijgezet doordat er recentelijk een trend waarneembaar lijkt waarin Rusland zichzelf nadrukkelijker presenteert met een ten opzichte van Europa alternatief waardenpatroon.

Europees Hof voor de Rechten van de Mens op de helling. De kritiek binnen de EVRM-lidstaten

Stephanie Hermant
De Toekomst van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens op de helling.Als we sommige opiniemakers, academici en politici mogen geloven zijn de mensenrechten en het Hof waarvoor we ze kunnen afdwingen een onheilspellend goed. Met krantenkopen als: “Repressie door mensenrechten”, “Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vormt een ernstige inbreuk op de democratie”, “Straatsburg schiet zijn doel voorbij” en “laten we ons bevrijden van het Europese Hof”, lijkt die visie goed ingeburgerd. David Cameron liet weten een einde te willen maken aan wat hij noemt “this human rights madness”.

The role of European consensus in the jurisprudence of the European Court of Human Rights

Athina Van Melkebeke
 Mensenrechtenwaakhond gesluierd uit angst voor muilkorfHet Europees Hof voor de Rechten van de Mens had de voorbije jaren heel wat kritiek te slikken. Zo vergat het Hof volgens critici soms de grens tussen de wetgevende macht en de rechterlijke macht te respecteren. Aan de overkant van het Kanaal vond men dat het Hof zich al te vaak moeide met zaken die reeds perfect waren afgehandeld op het nationaal niveau. Er vloeide veel inkt over het politieke debat met als onderwerp de rol en werkwijze van de mensenrechtenwaakhond.