Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Herinneringen verwoord Een ervaringsgeschiedenis van de aidscrisis in Vlaanderen (1981-1996)

Viktor Flamand
Onderzoek naar de subalterne ervaring van de aidscrisis in België bij homomannen, zowel hivpositief als negatief, en de manier waarop zij hun herinneringen vorm geven.

Herinneringen verwoord: Een ervaringsgeschiedenis van de aidscrisis in Vlaanderen (1981-1996)

Viktor Flamand
Onderzoek naar de subalterne ervaring van de aidscrisis in België en de manier waarop homomannen, zowel hivpositief als negatief, hun herinneringen vorm geven.

Het Nationaal Congres versus de assisenjury: achterhaald of relevant?

Benoît Van Cauwenberghe
De bevoegdheid van het hof van assisen inzake misdaden doorheen de Belgische geschiedenis sinds 1831.

Inburgeren in Vlaanderen: op grond van welk verleden? De rol van geschiedenis, erfgoed en herinneringseducatie in Vlaamse inburgeringstrajecten van meerderjarige nieuwkomers in Antwerpen (2004-heden)

Anthe Baele
De meeste volwassen nieuwkomers in Vlaanderen moeten verplicht een cursus Maatschappelijke Oriëntatie volgen in het kader van hun inburgeringstraject. Deze scriptie onderzoekt wat de rol is van geschiedenis, erfgoed en herinneringseducatie in deze lessenreeks en in welke mate dit mee vormgeeft aan een burgerschap.

The Knowledge and Practical Use of Thoracic Manipulations by Manual Therapists in Belgium

Andrei Sokolov
De aangetoonde voordelen van midden rug manipulaties hebben therapeuten geholpen in hen therapeutisch handelen. Desondanks, een gebrek aan duidelijkheid over de kennis en gebruik hiervan visualiseert de nood aan aanvullend onderzoek. Het doel van de huidige studie was het nagaan van de kennis en gebruik van midden rug manipulaties onder erkende manuele therapeuten in België.

Memories of congo: An autoethnographic exploration of how my grandparents’ generation in my Belgian family negotiate colonial memories using photo-elicitation

Luka Vandebroek
Een auto-etnografische verkenning van hoe mijn grootouders' generatie in mijn Belgische familie koloniale herinneringen onderhandelen met behulp van foto's.

Abortus: een grondrecht of een vergiftigd geschenk? Een juridische evaluatie van de Belgische abortuswetgeving vanuit rechtsvergelijkend perspectief

Daisy Szulc
Het onderwerp van deze masterscriptie kadert in het teken van het recht op abortus. Concreet wordt het zelfbeschikkingsrecht inzake abortus bestudeerd met een focus op de evolutie ervan sinds de ontstaansgeschiedenis van de Belgische, Nederlandse en Poolse abortuswetgeving. Deze benadering maakt het mogelijk om te komen tot een verklarende analyse van de verschillen en gelijkenissen in de abortusregelgeving van de drie vergeleken landen. Hieruit kan zowel de huidige als toekomstige positie van België op het vlak van de abortusrechten in Europa worden afgeleid.

Justus Lipsius als vaderlander: De beeldvorming van Justus Lipsius in België van 1853 tot 1947

Joachim Hoste
Deze masterproef gaat over de beeldvorming van de humanist Justus Lipsius van 1853 tot 1947. Hij paste binnen de herdenking van grote historische figuren om de natiestaat te legitimeren. Voor Leuven, Overijse en Ath riep hij lokale trots op. Lipsius werd vooral geëerd als groots wetenschapper. Maar in 1909 vond de liberale pers hem helemaal niet erenswaardig en bekritiseerde zijn intolerantie.

De Sint-Rochuskerk (1925-1928) te Halle: een innovatieve betonbouw

Bart Pierreux
Deze masterproef onderzoekt de Sint-Rochuskerk in Halle (Vlaams-Brabant), een innovatieve betonbouw in België, gerealiseerd in 1928. De kerk werd met een complexe genese opgetrokken in het interbellum door de samenwerking van drie architecten. Ondanks haar innovatieve karakter werd de kerk nog niet eerder wetenschappelijk bestudeerd.

Kinderen van de dekolonisatie: DE POSTKOLONIALE BENADERING IN HET VLAAMSE LITERATUURONDERWIJS

Amanda Adam
We merken een steeds grotere belangstelling op voor onderwerpen als de postkoloniale benadering, dekolonisatie en antiracisme in het Vlaamse culturele en academische milieu. Enkel met betrekking tot het Vlaams secundair (literatuur)onderwijs weten we niet in hoeverre de postkoloniale benadering reeds een plaats heeft kunnen opeisen. Om die reden onderzoek ik in deze scriptie in hoeverre de postkoloniale blik is doorgedrongen in het Vlaams secundair literatuuronderwijs, en dat op drie vlakken: op het vlak van (1) de behandelde literatuur, (2) de benadering van de literatuur en (3) de functies van het postkoloniale literatuuronderwijs. Enkel door de huidige stand van zaken over postkolonialisme in het secundair onderwijs na te gaan, kunnen we het postkoloniale literatuuronderwijs systematisch verbeteren en leerkrachten aanmoedigen om de voorgenoemde ideeën en voordelen in te zetten in hun lessen.

Het Belgisch bosbeleid in Koloniaal Congo : de bescherming van bossen in het Nationaal Albert Park (Virunga Nationaal Park) in de jaren 1930

Seppe Dewulf
In mijn masterproef heb ik me verdiept in het koloniaal natuurbeleid dat in Belgisch Congo werd gevoerd. Specifiek kijk ik naar de motieven voor en de werking van het bosbeschermingsbeleid dat in de jaren 1930 in het Nationaal Albert Park (Virunga Nationaal Park) werd gevoerd. Speciale aandacht gaat naar de sociale - en waar mogelijk ecologische - implicaties van dit beleid.

Living through the crisis - Exploring a victim-oriented approach to crisis communication theory

Laurence Balliu
Dit onderzoek belicht het perspectief van het betrokken publiek binnen crisiscommunicatie. In februari en maart 2022, werden 31 inwoners van Zwijndrecht geïnterviewd over hun ervaringen met de PFOS-crisis en de communicatie van 3M. Op die manier werd er nagegaan wat ideale crisiscommunicatie ten opzichte van het betrokken publiek inhoudt.

Voltooid leven in de verleden tijd? Een exploratie van levensmoeheid bij Belgische ouderen vanaf 1850

Stefanie Meul
Deze masterproef is in de eerste plaats een begripsgeschiedenis van levensmoeheid. Door de vermeldingen van levensmoeheid in historische bronnen vanaf 1850 onder de loep te nemen en deze historisch te kaderen wil dit onderzoek de totstandkoming van het huidige fenomeen verklaren. Daarnaast krijgen ook onderwerpen als zelfdoding, psychiatrische diagnostiek en ouderdom een historische uitdieping. Het huidige concept voltooid leven is immers een clusterbegrip, wat de complexiteit van de problematiek mee verklaart.

Grensverleggende zorg: Ervaringen van Vlaamse transgender personen met medische zorg, 1950 tot heden.

Esther Lamberts
Deze thesis focust op de ervaringen van Vlaamse transgender personen met de medische zorg, 1950 tot heden. Het duikt in een tot nu toe onbeschreven verleden van de transgender geschiedenis van België.

Gender(on)gelijkheid in de sportwereld (1950-1980) "Moet hen onmiddellijk voldoening worden geschonken?" Belgische sportvrouwen en de instituties van het wielrennen, de atletiek en het voetbal

Maura De Troyer
Belgische sportbonden weigerden voor een lange tijd om vrouwensport te erkennen. In 1950 mochten vrouwen voor het eerst officieel aan atletiek doen. Wielrennen kon pas in 1959 en voetbal in 1970. Op welke manier werden deze sporten georganiseerd? Wie waren de vrouwelijke pioniers in deze sporten en wat waren hun ervaringen met de sportbonden, feminisme, en de bredere samenleving?

Kerk&* : De herwaardering van de Sint-Ritakerk

Quinten Malfait
De projectnota is opgesteld in het kader van de masterproef OMG! Van God Los en bundelt het onderzoekend en ontwerpend werk, opgebouwd uit drie blokken, opeenvolgend onderzoek, scenario’s en ontwerp. De masterproef spitst zich toe op het relevant en hedendaags vraagstuk rond de herbestemming van het kerkelijk erfgoed in Vlaanderen. Door de groeiende secularisering lopen de kerken, vaak gelegen in het centrum van een wijk of dorp, stilaan leeg. Toch zien architecten, stedenbouwkundigen en erfgoedspecialisten verschillende opportuniteiten ontstaan voor de gebouwen omwille van hun specifieke typologie, strategische ligging en publieke schaal. De casestudies richten zich specifiek toe op kerken gebouwd na de Tweede Wereldoorlog. De modernistische architectuur zowel in plan als opbouw verschilt fenomenaal van de kerken gebouwd voor de oorlog.
De vooropgestelde case van deze nota is de Sint-Ritakerk in Harelbeke van de Belgische architect Léon Stynen. De kerk staat als een losstaand sculpturaal artefact in een generische Vlaamse context. “Dit is een tent waar men God vindt”, concludeerde de pastoor bij de inwijding in 1966. De architectuur is een zoektocht naar de essentie van deze typologie waarin de sacraliteit wordt uitgedrukt in de piramidale oervorm en puurheid tussen het materiaal en structuur. Sinds 2016 is de kerk een beschermd monument.
De aanwezigheid van de Sint-Ritakerk laat zich gelden in de ruimte waarmee dit heilige object een spanningsveld creëert als monument op zijn omgeving. Hierom luidt de onderzoeksvraag als volgt: “Wat is de impact van een ‘beschermd monument’ op zijn omgeving op korte en lange termijn?”. De Sint-Ritakerk wordt hiermee niet enkel een ‘heilige’ plek voor christenen, maar ook voor architecten en erfgoedspecialisten.
Het uitgewerkte scenario is een masterplan dat de zones en perimeters die voortkomen uit de gedefinieerde spanningsvelden eerst gaat optekenen om ze vervolgens te gaan herformuleren in een groter netwerk. De intentie is om de kerk van zijn banale omgeving te onttrekken en hem een centrale rol als monument en kerk te geven in de nieuwe gecontroleerde stedelijke ruimte waar zowel de lokale als de globale actoren in en rond de kerk samenkomen. Het web van de kerk biedt zo een omkadering op uiteenlopende schaalniveaus dat de impact van de Sint-Ritakerk op zijn omgeving op korte en lange termijn kan meten.

Van dorpen van de dood naar leerscholen voor het leven: De evolutie van drie katholieke leprozerieën in Belgisch-Congo onder invloed van de sulfonentherapie tussen 1940 en 1960

Felix Deckx
1950 was een belangrijk jaartal in de geschiedenis van de lepraverzorging in de voormalige Belgische kolonie Congo. Rond die tijd werd de sulfonenbehandeling in 's lands leprozerieën gemeengoed. Voor het eerst was de westerse geneeskunde in staat lepra volledig te genezen. Deze masterproef onderzoek de impact van deze behandeling op de Belgisch-Congolese lepraverzorging. In het bijzonder wordt stilgestaan bij de religieuze, medische en sociale omgang met de Congolese patiënten.

Slachtoffers van onwetendheid: de kennisverspreiding van het DES-hormoon in België sinds 1971

Antje Van Kerckhove
In 1947 veroverde het DES-hormoon de wereld. Het middel had als doel om miskramen te voorkomen en werd wereldwijd voorgeschreven aan miljoenen zwangere vrouwen. In 1971 werd echter aangetoond dat DES schadelijk was voor de baby’s – zogenaamde DES-kinderen – die als foetus werden blootgesteld aan het hormoon. Vooral DES-dochters liepen ernstige medische risico’s. Bovendien bleek jaren later dat ook DES-kleinkinderen vatbaar zijn voor de gevolgen van DES. Dat het middel in België nog zeker tot 1977 – zes jaar nadat de schadelijkheid formeel werd bewezen – is toegediend aan zwangere vrouwen, doet onderzoeksjournaliste Greet Pluymers en enkele DES-dochters vermoeden dat er sprake is van een dofpotoperatie. Een mogelijke doofpotaffaire zou inderdaad verklaren waarom DES op de markt bleef tussen 1971 en 1977, maar het vormt geen antwoord op de vraag waarom er vandaag in België – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Nederland – nog steeds weinig kennis bestaat of circuleert over de schadelijke gevolgen van het hormoon. Dit onderzoek gaat daarom na hoe de late en gebrekkige kennisverspreiding van DES binnen de Belgische context verklaard kan worden. Daarbij neemt deze studie afstand van een mogelijke doofpotaffaire door op zoek te gaan naar een lange termijn verklaring voor de relatieve onwetendheid over DES in België. Om een licht te werpen op het gebrek aan kenniscirculatie vanaf 1971 steunt dit onderzoek op inzichten uit de agnotologie, een theorie die ervan uitgaat dat onwetendheid het gevolg is van culturele constructies.
Zo bood deze studie – aan de hand van interviews met DES-dochters en gynaecologen – inzicht in de langdurige mechanismen en processen die aan de basis liggen van de gebrekkige kennisverspreiding van het DES-hormoon in België. De rol van ouders en artsen – die golden als de belangrijkste informatieverstrekkers in het kennisproces van DES-dochters – bleek daarbij cruciaal. Indien zij niet optraden als kennisverspreiders, bleven DES-dochters vaak jarenlang in het ongewisse over hun DES-identiteit. Verder wees de analyse uit dat DES-dochters in grote mate afhankelijk waren van toeval voor een juiste diagnostisering. Daarnaast bleek dat de schuldgevoelens van sommige DES-moeders – zeker in huishoudens waar een sterk taboe rustte op infertiliteit – het stilzwijgen van DES in de hand werkte. Op die manier toonde ik aan dat het stigma rond onvruchtbaarheid bijdroeg aan de onwetendheid over DES en niet alle ouders zomaar fungeerden als doorgeefluiken van kennis. Tot slot toonde dit onderzoek aan dat ook gynaecologen hun rol als informatieverstrekkers niet systematisch opnamen. Zo bleek dat artsen – ondanks het feit dat ze sinds het begin van de jaren 1970 geïnformeerd waren over de schadelijkheid van DES – het probleem leken te onderschatten. Deze onderschatting was het gevolg van de overtuiging dat het DES-probleem vanaf het einde van de jaren 1980 verleden tijd was. Maar deze opvatting alleen kon het kennistekort niet verklaren. Andere redenen waren de onzichtbaarheid van het DES-probleem in combinatie met de moeilijkheid om congenitale afwijkingen te linken met het hormoon, de exclusieve focus op fertiliteitsproblemen, het gebrek aan ondervraging
94
en de mogelijk nauwe relaties tussen UCB en de medische wereld. Op die manier ontstond er een algemeen gebrek aan belangstelling voor het DES-probleem in medische kringen in België waar DES-dochters tot op heden het slachtoffer van zijn.

Brengt de ideologie van de existentiële band tussen ouders en kinderen de jeugdhulp en jeugdbescherming in moeilijkheden?

Laetitia De Bruyn
De wet bepaalt dat een plaatsing van een kind alleen als laatste redmiddel en met het oog op gezinshereniging mag plaatsvinden, om de grondrechten van zowel ouders als kinderen te eerbiedigen. Het onderhouden van familiebanden is een gevestigde norm in de Belgische jeugdhulp en ligt aan de basis van ons jeugdbescherming systeem. Maar zou het hoofddoel van het werk van de jeugdbeschermers niet eerder moeten gesteld worden in functie van wat het kind in staat stelt zich goed te ontwikkelen, verre van pure ideologische verklaringen rond het belang van de familieband?

Een evolutief perspectief van de terrorismebestrijdingsstrategie van de Europese Unie vóór en na de aanslagen van Parijs en Brussel (2015-2016)

Yasmina Donie
De terrorismebestrijdingsstrategie van de Europese Unie voor en na de terroristische aanslagen in Parijs en Brussel (2015-2016).

Leopold II, het ultieme taboe? De lessen over de Belgische koloniale geschiedenis in GO!-scholen in Brussel en de Vlaamse Rand

Julie Hardy
Een onderzoek naar de inhoudelijke en didactische keuzes die geschiedenisleerkrachten maken rond de lessen over de Belgische koloniale geschiedenis in GO!-scholen in Brussel en de Vlaamse Rand.

Crowdfunding: een alternatieve financieringsmethode voor de Belgische bouwpromotor

Maxim De Ganck
Crowdfunding wint anno 2021 niet alleen aan belang bij innovatieve start-ups en scale-ups, maar ook in de vastgoedsector. Gelet op de jonge bestaansgeschiedenis, de in het verleden heersende rechtsonzekerheid en het toekomstpotentieel van crowdfunding wordt de lezer een actuele blik geboden in de verscheidene financieel, juridische en fiscaalrechtelijke aspecten van crowdfunding. Daarnaast wordt tevens de nadruk gelegd op crowdfunding in het vastgoedontwikkelingsproces.

'Over de vloer': een historische podcastreeks voor kinderen

Sien Demuynck
'Over de vloer' is een historische podcastreeks voor kinderen. Deze scriptie bevat een schriftelijke neerslag van het doorlopen traject.

'Processie van Echternach' naar het 'voldongen feit': België en NAVO-Dubbelbesluit, 1977-1979

Bas Spliet
Deze scriptie onderzoekt het besluitvormingsproces van de Belgische regering ten aanzien van het NAVO-Dubbelbesluit van 12 december 1979. De centrale bevinding stelt dat België een sleutelrol opnam in het doordrukken van het Dubbelbesluit op het internationale terrein.

Ethica, activisme en netwerken van de dierenbeschermers tijdens het fin de siècle: de casus van Belgisch activist Jules Rühl.

Lise Foket
Deze scriptie analyseert de geschiedenis van de Belgische dierenbeschermingsbeweging van 1897 tot 1914. De thesis focust op de casus van invloedrijk activist Jules Rühl, om zo de ethica, activisme en netwerken van de dierenbeschermers te bestuderen.