Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

The Motivations of Witoto Women to Become a Leader, Their Vision on Women Reinforcement and How Allies Can Support Them

Luca Verhaeghe
Dit onderzoek baseert zich voornamelijk op de ervaringen van vrouwelijke Inheemse Witoto leiders afkomstig uit het Amazonewoud in Colombia. Hiervoor verrichtte ik een etnografisch veldwerkonderzoek tijdens de maanden februari, maart en april in 2022. Door de visie van deze vrouwen omtrent vrouwelijk leiderschap, de territoriale strijd en vrouwelijke versterking in beeld te brengen, tracht ik bij te dragen aan de dekolonisatie van de relatie tussen vrouwelijke leiders en hun bondgenoten. Daarnaast integreerde ik ook de visie van de socio-ecologische NGO 'Proterra' die als eerste een genderbenadering hanteerde in de samenwerking met deze gemeenschap.

Life in Limbo: A spatial analysis of the Brussels reception centres and the lived experiences of their residents

Sarah ten Berge Joëlle Spruytte
In deze scriptie wordt het ruimtelijk kader en de menselijke beleving van de architectuur van de Brusselse asielcentra geanalyseerd aan de hand van veldwerk en getuigenissen. De analyse beperkte zich niet tot de sites van de opvangcentra, maar bracht ook in kaart welke sociale voorzieningen - zoals winkels, sport, cultuur en transport - in de omgeving beschikbaar zijn en hoe deze gebruikt worden door asielzoekers.

Strategic Autonomy in the European Union’s Energy Policy: Enabling and Restraining factors

Jana Caulier
Deze masterproef biedt een antwoord op de onderzoeksvraag: "Wat zijn faciliterende en beperkende factoren voor strategische autonomie in het EU-energiebeleid?". Dit is een verkennend kwalitatief onderzoek naar de parameters die de strategische autonomie in het EU-energiebeleid vormgeven.

De herlancering van een online horlogemerk - Wat kan horlogemerk Fjordson doen om online succesvol op te vallen met zijn aanbod?

Jeremie Boissevain
Fjordson is een online horlogemerk waarin al enige tijd weinig beweging zit. De bedoeling was om dit merk opnieuw in de markt te zetten. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag opgesteld: ‘Wat kan horlogemerk Fjordson doen om online succesvol op te vallen met zijn aanbod?’

Over de Integratie van het Wilde in het Temmende

Bert Crabbé
De voorbije eeuwen temde de mens wilde natuur tot wereld. Maar door klimaatverandering, alomtegenwoordige micro-plastics, technologie, migratiestromen en bijvoorbeeld de ongelijke verdeling van welvaart is die wereld op haar beurt wild, onvoorspelbaar en oncontroleerbaar geworden. Het doel van mijn thesis is om na te gaan hoe de mens zich kan aanpassen aan die steeds wilder wordende wereld.

Het hergebruikpotentieel van constructiematerialen in het naoorlogs UGent-patrimonium: casus 'Paddenhoek' en 'UZ Blok B'

Julie Van Raemdonck Elena Dhondt
Het naoorlogs UGent-patrimonium is tot een punt gekomen waarop renovaties en hergebruik van
constructiematerialen een prangend onderwerp zijn geworden. Deze thesis onderzoekt hoe men
hergebruik naar de toekomst toe aan UGent kan organiseren en toepassen.

Can circular building solutions provide a positive impact? Determining the environmental and financial impact of internal walls.

Jade Claes
In deze scriptie wordt een evaluatiemethode onderzocht om de duurzaamheid van circulaire bouwoplossingen te kwantificeren. Daarna wordt deze evaluatiemethode toegepast op een case studie, namelijk de circulaire pilootwoning in Berchem van het CBBW project. De milieu-impact en kost van circulaire JUUNOO wanden wordt vergeleken met vaak gebruikte binnenwanden in de Belgische bouwsector.

Goed genoeg is ook oké

Hanne De Bruyne
De transitie naar het ouderschap is één van de grootste gebeurtenissen in een mensenleven. Het is een levenslang groeiproces dat een wisselend verloop kent. Het gaat vaak over de roze wolk of de donderwolk. Ouders zitten niet altijd op die veelbesproken roze wolk. Het is ook oké om je als ouder tussen deze twee uiterste wolken te bewegen. Goed genoeg is ook oké, maar wat houdt dit in?

De opportuniteit van meertaligheid

Fien Lauwereins
In de klaspraktijk komen we steeds meer diverse klasgroepen tegen die ook op vlak van thuistaal van elkaar verschillen. Hiervoor heb ik een schooltaalwoordenboek ontworpen dat voor ondersteuning op vlak van instructietaal zal zorgen. Dit woordenboek is op mijn zelfontworpen site te vinden samen met enkele andere tools en niet-talige bewegingstussendoortjes en wachtplaten.

Werkhervatting na kanker bij zelfstandigen

Veronique Vandeloo
Deze masterproef onderzoekt de impact van kanker op zelfstandigen en de daaruitvoortkomende noden bij werkhervatting.

"Ge weet niet waar ge recht op hebt": trajecten van jongeren in dak- en thuisloosheid in Gent

Hebe Van Laethem
Dak- en thuisloosheid bij jongeren is nog steeds erg aanwezig in Gent. Dit onderzoek vertrekt vanuit de ervaring van deze jongeren om de kennis te verzamelen die nodig is voor het uitwerken van een sterk beleid op maat van jongeren en hun noden.

Een woonzorgcentrum in 2040: Hoe oudere volwassenen willen wonen in toekomstige Vlaamse woonzorgcentra

Charlotte Wong
Een woonzorgcentrum bestaat gewoonlijk uit grote leefgroepen, een sober niet huiselijk interieur, weinig mogelijkheden in de privé- en gemeenschappelijke ruimtes en er wordt weinig rekening gehouden met de buiten- en buurtomgeving. Hierdoor groeit de nood aan een nieuw woonconcept. Dit project beoogt een leidraad te ontwikkelen aangaande de wensen en behoeften van oudere volwassenen, met de leeftijd tussen 60 en 75 jaar. Er wordt een antwoord gezocht op de vraag: “hoe willen oudere volwassen wonen in toekomstige Vlaamse woonzorgcentra binnen de 20 jaar, rekening houdend met hun wensen en behoeften?”.

Kritiek ziek, obees en toch ondervoed?

Sylvie Heyvaert
Een rode draad binnen de hoeveelheid aan informatie beschreven in de literatuur. Het brengt kennis bij over de ontwikkeling van ondervoeding bij kritiek zieke obese patiënten en de gevolgen ervan. Een overzicht van de bestaande screeningstools en formules in kader van ondervoeding en voedingstherapie wordt weergegeven. Verder werd een hulpmiddel ontwikkeld voor verpleegkundigen in de screening, beoordeling en voedingstherapie.

Doelmatigheidsbeleving en attitudes ten aanzien van inclusief onderwijs.

Annelies De Meulenaere
De voordelen van inclusief onderwijs voor leerlingen met een beperking, maar ook voor hun medeleerlingen en de maatschappij, zijn groot. Aan de hand van een enquête werd nagegaan hoe student-leraren hiernaar kijken en hoe zij hun capaciteiten inschatten. Op basis van de resultaten werd een brochure gemaakt, om beginnende leraren met veel positiviteit en zelfvertrouwen op weg te zetten.

Een duik in de leeswereld van 1B. Hoe kunnen we zorgen voor een stimulerende leeswereld, op maat van de leerling uit 1B?

Fien Van Raemdonck Fleur De Poorter Rayke Mannaert Ine Van Haevermaete
We namen een duik in de leeswereld van 1B en ontwikkelden een leesetiket dat specifiek gericht is op de huidige noden en behoeften van deze leerlingen.

Blended Food. Where food and social life blend together.

Lena Jacobs Lena Jacobs Sofie Van Beek Lotte Verhoeven
We focuste ons tijdens onze bachelorproef op het onderwerp blended food. Dit is gewone voeding die gebeld wordt tot een consistentie die door een sonde te spuiten is. Deze manier van voeding blijkt verschillende gezondheidsvoordelen met zich mee te brengen. We ontwikkelden hierbij ook twee tools.

Een concrete en werkbare visie voor DiverGENT die betekenis geeft aan het leren van onze inclusieve leerling

Julie Van Hoorde
In onze organisatie vernieuwen we samen de visie naar een concrete én doorleefde visie volgens de richtlijnen van schoolontwikkeling. Ons veranderingsproces kan een voorbeeld zijn voor wie zoekt naar een meer inclusieve en diversiteitgerichte visie voor zijn organisatie.

Hoe kunnen leraren kinderen met gescheiden ouders helpen op school?

Yvonne Wanders
Een scheiding is voor elk kind een ingrijpende gebeurtenis en vindt vooral plaats tijdens de basisschoolleeftijd van kinderen. Leraren op basisscholen zijn veelal, buiten de ouders natuurlijk, de personen die een kind het meeste ziet. In dit eindwerk worden scheidingssituaties op basisscholen vanuit drie invalshoeken onderzocht met als resultaat drie verbetervoorstellen. Schoolreglementen en
scheidingsprotocollen werden vergeleken, resultaten op basis van een vragenlijst onder
zorgcoördinatoren in de provincie Antwerpen werden verzameld en gesprekken met het Nederlandse
Expertisebureau Kind | School | Scheiding en een scheidingsexpert werden gevoerd.

Hoe kan een kleuteronderwijzer(es) kanker een plaats geven in de klas wanneer hij/zij hiermee te maken krijgt?

Sarah Bovens
Juf Griet staat al 30 jaar in het kleuteronderwijs. Ze kreeg in haar loopbaan meermaals te maken met kanker. Doorgaans betrof het familieleden van kleuters, maar tijdens de schooljaren 2013-2014 en 2014-2015 had ze een kleuter met kanker in de klas. Het verhaal van juf Griet is helaas geen alleenstaand geval.

Virtuele kinderpornografie door de lens van pedofielen: Een verkennend onderzoek

Charlotte Mertens
Verschillende onderzoekers hebben gewezen op de mogelijkheden die virtuele kinderpornografie kan bieden in de hulpverlening. Deze hypothese is onlosmakelijk verbonden met het debat omtrent de invloed van kinderpornografie op seksueel kindermisbruik, dat al vele jaren aan de gang is. Tot nu toe is er geen sluitend bewijs gevonden. Het doel van dit onderzoek is om de mening van pedofielen zelf over virtuele kinderpornografie en de relatie met seksueel kindermisbruik in kaart te brengen. Dit onderzoek werd gevoerd vanuit het perspectief dat pedofielen die leiden onder hun pedofiele gevoelens professionele hulp verdienen. De resultaten zijn verkregen door kwalitatieve interviews met pedofielen enerzijds en een klinisch psychotherapeut anderzijds. De pedofielen werden anoniem bevraagd via een online chatforum. Uit dit onderzoek blijkt dat de meeste pedofielen positief staan ​​tegenover virtuele kinderpornografie en de mogelijkheden ervan voor bepaalde groepen. Daarnaast denken zij dat virtuele kinderpornografie de meeste pedofielen niet zal aanzetten tot seksueel misbruik van kinderen. Het is heel belangrijk om te vermelden dat ze alleen potentieel zien voor een zeer specifieke doelgroep van pedofielen. De resultaten van dit onderzoek zijn niet representatief voor de gehele populatie. Nader onderzoek naar welke doelgroepen en situaties geschikt zouden zijn voor het gebruik van virtuele kinderpornografie, en vooral welke niet, is aanbevolen.

This is ME traject -Preventieve holistische workshops op de werkvloer voor medewerkers van ZNA met verhoogde stress en/of angst en/of spierpijnen in tijden van COVID- 19

Marie Ernalsteen
Preventieve holistische workshops op de werkvloer voor medewerkers van ZNA met verhoogde stress en/of angst en/of spierpijnen in tijden van Covid-19.

Game Based Learning

Eline Stuer Eline Stuer Amber Hermans Xamira Haeck Ine Hapers Evelien Hermans
In ons onderzoek gingen we na wat leerkrachten nodig hebben om game-based learning in te zetten in de klas.
We kwamen hieraan tegemoet door hen gebruiksklare sjablonen aan te bieden.

Leven met dementie

Lisa Christiaens Roxanne Pensaert
Het belang van kwaliteitsvolle zorg in de gezondheidszorg neemt toe, ook in de woonzorgcentra. In deze bachelorproef komen de factoren aan bod die een invloed hebben op de kwaliteit van leven voor bewoners met dementie en op de kwaliteit van het werk van zorgverleners.

ASS in het kleuteronderwijs: Ondersteuningsnoden binnen de klascontext

Johan D'hooge
Onderzoek naar de noden en draagkracht in de kleuterklas met een kleuter met al dan niet vastgestelde ASS.

Welbevinden van cognitief sterke leerlingen in het basisonderwijs. Bevindingen in gespecialiseerd lager onderwijs tegenover traditioneel onderwijs

Kathleen Vander Cruyssen
Er werd een online cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd naar het welbevinden bij 187 leerlingen in het Vlaamse basisonderwijs met een vermoeden of diagnose van hoogbegaafdheid en hun ouders.
Onderzoeksvraag: “Is het welbevinden van cognitief sterke leerlingen die naar een gespecialiseerde lagere school (GS) gaan hoger dan dat van vergelijkbare leerlingen in traditionele scholen?” Aanvullend werd het verschil onderzocht in een gewone school: zonder extra ondersteuning (GO), individueel aangepast moeilijker leeraanbod (IA), deeltijds les met ontwikkelingsgelijken (‘peer grouping’) (PG) en individueel leeraanbod met ook ‘peer grouping’ (IP). Ten slotte werden leerlingen die één of meer leerjaren overgeslagen hebben vergeleken met niet-versnelde leerlingen.
Deze studie toont d.m.v. ANOVA en contrasten grote en positieve effecten aan van ondersteuningsmaatregelen (GS+IA+PG+IP) aan cognitief sterke leerlingen (versus GO) op algemeen welbevinden (d=2.369), tevredenheid algemeen (d=2.819), dingen die je hebt (d=1.825), waar je goed in wil zijn (d=2.616), die je dagelijks doet (d=1.42), relaties (d=1.589)) en schools welbevinden (welbevinden (d=2.977), tevredenheid (d=2.72), betrokkenheid (d=2.472), sociale relaties (d=1.823), pedagogisch klimaat (d=2.906)) en prestaties op rekenen (d=2.638). Volgens de ouders gaat meer aandacht naar kennis verwerven (d=1.623), sociaal emotioneel welzijn (d=3.187), differentiatie en persoonlijke aanpak (d=5.369) en creativiteit (d=2.179) dan in andere scholen.
Wanneer cognitief sterke leerlingen in een gespecialiseerde school (GS) les volgen, zijn er bijkomende positieve en grote effecten tegenover ondersteuning in gewone school (IA+PG+IP) op totaal schools welbevinden (d=.983), schoolse tevredenheid (d=.98), betrokkenheid (d=.994), sociale relaties (d=2.177) en pedagogisch klimaat (d=.98). Op academisch zelfconcept, prestaties voor rekenen (d=-1.354) en begrijpend lezen (d=-1.048) is er een negatief effect (referentiegroep verschilt). Er gaat meer aandacht naar kennis verwerven (d=3.402), sociaal emotioneel welzijn (d=3.916), differentiatie en persoonlijke aanpak (d=3.464) en creativiteit (d=2.820).
Er werden geen significante verschillen aangetoond tussen leerlingen in een gewone school met beide maatregelen versus één maatregel (IP vs IA+PG) en tussen versnelde leerlingen versus niet-versnelde leerlingen.