Scriptiebank is een vrij toegankelijke online databank. Deze bevat alle artikels en full text scripties van deelnemende bachelors en masters aan de Vlaamse Scriptieprijs.

Actuele trends in de fysieke vergaderomgeving: een interpretatie binnen Honda Motor Europe Logistics NV

Serge Ribas
Deze bachelorproef gaat na of de vergaderlocatie en haar fysieke eigenschappen een positieve impact kunnen hebben op de efficiëntie en rendabiliteit van een vaak gebruikt bedrijfsproces als vergaderen in het algemeen en op de vergaderbeleving en fysiek of mentale gezondheid van elke deelnemer in het bijzonder

Unrepressing Fundamental Questions

Laura Van Reet
Deze scriptie bespreekt experimentele strategieën in hedendaagse Ierse fictie en meer bepaald in drie romans van Sara Baume, Eimear McBride en Claire-Louise Bennett. Het analyseert in hoeverre de auteurs modernistische, postmodernistische dan wel hedendaagse technieken aanwenden en voor welke doeleinden ze de literaire experimenten inzetten.

Refugee Existence in Lawrence Hill's 'The Illegal'

Lena Raeymaekers
Een literaire analyse van de dystopische roman van Canadees auteur Lawrence Hill waarbij getracht wordt het verband te vinden tussen tussen de roman en de actuele vluchtelingencrisis.

Het boek als krachtig medium in zakformaat. De drukkersstrategieën van Joannes Grapheus, Antwerpen 1527-1569

Maite De Beukeleer
De vormgeving van boek zoals we het vandaag kennen, werd grotendeels ontwikkeld in de vroege zestiende eeuw, toen drukkers nieuwe manieren zochten om hun boeken aantrekkelijk te maken. Deze scriptie onderzoekt hoe de vormgeving in deze periode veranderde aan de hand van de casus van één drukkers: de Antwerpenaar Joannes Grapheus.

Burn-out, depressie en CVS bij advocaten. Een onderzoek naar de huidige situatie in het socialezekerheidsrecht en oplossingen voor de toekomst.

Kirsten Van de Steen
Deze scriptie onderzoekt in welke mate burn-out en depressie zich daadwerkelijk voordoen in de advocatuur. Vervolgens wordt de socialezekerheidspositie van de advocaat in geval van burn-out, depressie of CVS onder de loep genomen. Het onderzoek heeft geleid tot de vaststelling van enkele knelpunten in het huidige systeem. Zij vormen de basis voor de formulering van zes aanbevelingen aan de beroepsorganisatie voor advocaten, namelijk de Orde van Vlaamse Balies.

The Contribution of a Study Exchange to Students’ Intercultural Competence as Measured by the MPQ: A Mixed-Methods Study on the Intercultural Development of Erasmus Students

Joni Reygaerts
Een onderzoek naar het effect van een Erasmuservaring op de persoonlijkheid en het gedrag van studenten, aan de hand van de Multicultural Personality Questionnaire (MPQ, Van der Zee & Van Oudenhoven) voor het kwantitatieve onderzoekluik en diepte-interviews voor het kwalitatieve onderzoeksluik.

De politieke dimensie in P.-P. Verbeeks techniekfilosofie. Een kritische dialoog met A. Feenberg

Thomas Vleeshouwers
Vertrekkend vanuit het belang van democratie, ook op het domein van de techniek, bekijk ik in deze thesis twee belangrijke stromingen binnen de techniekfilosofie. De postfenomenologische benadering van Verbeek probeer ik zo te verbinden met de politieke techniekfilosofie van Feenberg. Dit biedt een vruchtbare wisselwerking die het maatschappelijk debat over techniekontwikkeling kan voeden en aanmoedigen.

Manama in Succes

Elise Daemen
Welke zijn vanuit socio-cultureel perspectief de emotionele noden van studenten in het hoger onderwijs en welke vormen van gezondheidspromotie komen hieraan tegemoet? -
Gezondheidspromotie voor de moderne student in het hoger onderwijs.

Beyond refugee protection: me, myself and I? Een multimethodisch onderzoek naar de publieke communicatie van internationale vluchtelingenorganisaties over de Syrische vluchtelingencrisis

David Ongenaert
Deze thesis bestudeert de discursieve strategieën binnen de publieke communicatie van vluchtelingenorganisaties en de achterliggende, verklarende productie- en bredere maatschappelijke context. Gebruikmakend van een kritische discoursanalyse (Fairclough, 1995), onderzoeken we de persberichten van 2014 tot en met 2015 over de Syrische vluchtelingencrisis van drie internationale vluchtelingenorganisaties. Semi-gestructureerde diepte-interviews met pers- en regioverantwoordelijken van de onderzochte vluchtelingenorganisaties vormen aanvullend onderzoeksmateriaal. We komen tot de conclusie dat vluchtelingen binnen de onderzochte persberichten ontmenselijkt worden en ondergeschikt zijn aan de zelfontplooiing van het brede publiek en nationale staatsbelangen.

Plea bargaining in het Belgisch strafprocesrecht

Wouter Maes
Toelichting van de nieuwe procedure tot voorafgaande erkenning tot schuld (VES) in België en in verhouding tot plea bargaining in het common law, meer bepaald in Engeland en Wales.

Getolkte gesprekken met minderjarigen in strafrechtelijke context in Italië. Een vergelijkende studie van de belangrijkste uitdagingen voor tolken en de aanbevelingen en wensen voor de toekomst.

Laura Vermeylen
Wat zijn volgens tolken de belangrijkste uitdagingen tijdens getolkte verhoren van minderjarigen en hoe kan daar in de toekomst op ingespeeld worden? Het CO-Minor-IN/QUEST-project verspreidde een enquête in verschillende Europese landen. De data van die enquête bieden een antwoord op de onderzoeksvraag en zo kunnen er aanbevelingen geformuleerd worden.

Os Complexos: Spirit(s), Gangs, and D.I.Y. Prophets in a Rio de Janeiro Favela.

Simon Marijsse
Deze ethnografische studie beschrijft de historische ontwikkeling en sociale transformatie van de favela Complexo da Maré via de zwaartepunten geweld en religie. Vanuit de opkomst van Braziliaanse drugskartels, de groeiende Pinksterbeweging, en hun wederzijds stichtende relatie en tegenstrijdigheid wordt deze favela gelezen als een betekenisvolle plaats in de marge van ruimere economische, religieuze en globale processen.

Piraterijbestrijding rond Somalië: een casestudy naar de nationale verschillen van inzet (2009-2011)

Willem Matthijs Ooms
Een onderzoek naar de nationale verschillen van inzet voor Somalische piraterijbestrijding (2009-2011). Theorieën over seapower en maritieme veiligheid worden getoetst, waarbij onderzocht wordt wat de relatie is tussen maritieme veiligheid, globalisatie en nationaal belang.

De rol van de Gentse moskeeën in deradicalisering en ‘disengagement’: de vreedzame imam als wapen in de strijd tegen radicalisering?

Saïd Chioua Lekhli
Het doel van deze thesis is het verkennen van de rol die imams kunnen spelen in disengagement en deradicalisering en hun eigen visies hierop. Hiervoor werd gebruikt gemaakt van een literatuuronderzoek, een analyse van beleidsdocumenten en diepte-interviews met imams van de moskeeën in Gent. Er wordt beargumenteerd dat imams een waarde kunnen hebben in disengagement en deradicalisering.

Wiskunde toegankelijk maken voor blinde leerlingen uit de 2de graad ASO

Aziza Miled
Aangezien leerlingen met een visuele beperking meer tijd nodig hebben om de leerstof wiskunde te verwerken en in te oefenen, heb ik besloten om didactisch materiaal te onterwerpen voor blinde en slechtziende leerlingen in het vierde jaar ASO.

Hulpsystemen die sneller en economischer varen in de koopvaardij bevorderen

Elias Deleener
Theoretisch en praktisch onderzoek naar toepassing van waterweerstandsvermindering op scheepsrompen. Dit door toepassing van haaienschubbenstructuur, ribbelstructuur en micro-luchtbubbels.

Het taallandschap van de Duitstalige Gemeenschap in België, door de ogen van de lezer

Gaëlle Schelstraete
Onderzoek naar de taalvoorkeuren en de taalattitudes van de inwoners van de Duitstalige Gemeenschap (DG) van België, waarbij het taallandschap als stimulus voor de interviews werd gebruikt.

De ethische dimensie van shockvertising in een commerciële context

Justine Honoré
De uitgevoerde studie onderzoekt hoe mensen reageren op het gebruik van schokkende inhoud in commerciële boodschappen. De kwalitatieve resultaten zijn gebaseerd op de analyse van zes focusgroepen.

Testing of chloride penetration and carbonation of concrete with superabsorbent polymers

Laurence De Meyst
Deze scriptie handelt over zelf-helend beton door de toevoeging van superabsorberende polymeren (SAPs). Naast de zelf-heling wordt ook de invloed van de toegevoegde SAPs op de chloride-indringing en carbonatieweerstand van het beton getest.

Europese verbeelding van kannibalisme in de Nieuwe Wereld

Stéphanie Van den Eynde
Deze thesis onderzoekt de conceptualisering van de indiaan als kannibaal in prenten uit de periode 1505/1506 tot 1666. Het onderwerp is de manier waarop de indiaan steeds weer volgens West-Europese preconcepties als de 'barbaarse' en 'primitieve' Ander, de slager-kannibaal, wordt 'uitgevonden'. Het is de bedoeling een aantal paradigmashifts te onderkennen in de wijze waarop de West-Europeaan de antropofage indiaan voortdurend aan zijn eigen wereldbeeld aanpast.

Artikel 60 binnen OCMW Aalst, een goedlopende trein of een bij te sleutelen parcours?!

Karolien Devos
In dit onderzoek werd artikel 60 op mesoniveau, binnen het OCMW van Aalst, onderzocht. Dit met als doel een zo duidelijk mogelijk beeld te krijgen over hoe deze tewerkstelling loopt en waar er eventueel marge is voor verbetering.

Mijn onderzoeksopzet bestond enerzijds uit een interview met de beleidsmensen, met de ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor deze sociale tewerkstelling. Anderzijds uit een focusgesprek met ervaringsdeskundigen, met mensen die of een sociale tewerkstelling positief hebben beëindigd of nog steeds aan het werk zijn als artikel 60.

Aan de hand van mijn ervaring en mijn onderzoeksopzet heb ik mijn veranderingsdoelen opgemaakt. Gezien de ervaringsdeskundigen artikel 60 als een positieve ervaring beschouwden denk ik dat men eerst en vooral moet proberen meer tewerkstelling plaatsen te creëren. Meer plaatsen geeft ook meer kansen dus meer kwetsbare mensen die men zo kan helpen naar werkervaring of zelfs naar een doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt. Hiervoor zal de begeleiding anders moeten worden aangepakt en zal ook de bijhorende subsidiëring moeten herbekeken worden. Zowel op mesoniveau binnen het OCMW te Aalst als op macroniveau en dus op Vlaams, gezien dit recent is overgeheveld van Federaal naar Vlaams.

Een tweede veranderingsdoel, wat ik zou willen gerealiseerd zien, is het verbeteren van de sfeer op de werkvloer ten opzichte van de mensen in artikel 60. Het welbevinden op het werk draagt volgens mij ook bij naar enerzijds je goed voelen in je vel maar anderzijds ook het goed presteren op het werk zelf. Voor mensen in sociale tewerkstelling denk ik dat de motivatie om op zoek te gaan naar een job na artikel 60 groter zal zijn als men een positieve ervaring heeft mogen ervaren.

Ook na begeleiding moet volgens mij beter. In het focusgesprek gaf elke deelnemer aan dat men in het spreekwoordelijke zwarte gat valt na artikel 60. Ook hier zouden we door in te zetten op betere, intensievere begeleiding, de doorstroom naar de reguliere markt kunnen bevorderen.

Ik ben dit eerst en vooral juridisch gaan bekijken, wetgeving versus toepassingen die men hanteert in het OCMW te Aalst. Daaruit bleek onder andere dat een flexibel werktraject, bijvoorbeeld deeltijds werken, wettelijk wel kan. Iets wat mogelijk zou moeten zijn voor iedereen in deze hectische maatschappij, zeker voor kwetsbare mensen die geen (groot) sociaal opvangnet hebben. Ook het loon voor de artikels 60 bepaalt men zelf als OCMW. Naar privé werkgevers toe factureert men 740 euro, openbare instanties die mensen tewerk stelt in artikel 60 betalen niets. Ook het feit dat men enkel leefloon gerechtigden in artikel 60 toelaat, is specifiek voor Aalst en zou dus ook anders kunnen. Er is dus een duidelijk verschil tussen wat er wetmatig mag en wat er in Aalst wordt toegepast. De reden hiervoor ligt meestal bij de subsidiëring die men hiervoor krijgt.

In een tweede invalshoek heb ik de psychosociale bril opgezet. Daar bleek, door de analyse van verschillende theorieën met betrekking tot het welbevinden en het hebben van een job, dat er wel effectief gevolgen kunnen zijn door het al dan niet hebben van een job. Zeker naar kwetsbare mensen toe moeten we hiermee rekening houden, zij hebben misschien bepaalde werkattitudes niet meegekregen van thuis. Doordat ze niet aan het werk zijn, worden ze uitgesloten uit de maatschappij. Men verliest zijn status en heeft niet het gevoel ergens bij te horen, ergens deel vanuit te maken. Aan het werk zijn zal hen dus empoweren, zal hun psychosociaal welzijn erop verbeteren.

Een laatste invalshoek is de hulpverlening. Doordat onze maatschappij volop in transitie is, dient de hulpverlening herbekeken te worden. Sleutelwoord bij hulpverlening is empoweren. Niet enkel doen wat wetmatig moet maar mensen helpen hun doelen te laten stellen en deze te verwezenlijken. De houding van de hulpverlener moet op voet van gelijkwaardigheid zijn en met een onvoorwaardelijke positieve houding ten opzichte van de cliënt met als doel zijn eigenwaarde te versterken.

Ik breng aan de hand van mijn onderzoeksopzet en theoretische staving vijf veranderingsstrategieën naar voor. Eerst en vooral moet artikel 60 voor iedereen kunnen en niet enkel voor mensen met een leefloon. Zo sluiten we mensen uit die ook zouden geholpen zijn door op deze manier aan het werk te kunnen. Ik denk bijvoorbeeld van een vrouw op leeftijd die van haar man is gescheiden en jaren voor de kinderen heeft gezorgd. Iemand van een iets oudere leeftijd, met een ‘black hole’ in haar CV van enkele jaren, zal niet makkelijk werk vinden.

Een tweede veranderingsstrategie is de mogelijkheid naar een flexibeler traject. Zeker nu we langer zullen moeten werken, is dit geen overbodige luxe. Zoals we ook in Finland zien, werkt zo’n systeem. Meer en meer mensen nemen ook hier ouderschapsverlof, tijdskrediet of loopbaanonderbreking om voor hun gezin of voor zichzelf te kunnen zorgen. Ook en zelfs vooral kwetsbare mensen die weinig of geen ervaring hebben en vaak niet beschikken over een sociaal opvangnet, zouden dit dus zeker moeten kunnen doen. Meer mensen zullen slagen in hun te presteren dagen in de opgegeven referteperiode en mensen gaan ook meer gemotiveerd zijn aan het werk te blijven in deze drukke geluksmaatschpapij.

Een derde strategie is de begeleiding van de mensen op de werkvloer die met mensen in artikel 60 moeten werken. Het stigmatiseren van deze groep tegen gaan door preventief de mensen op de werkvloer zelf grondig te informeren en hen te duiden wat de intentie is. Zo kunnen we taboes en vooroordelen wegwerken en eventuele pesterijen voorkomen. Een ‘workbuddy’, een gezinswetenschapper die niet alleen de mensen in sociale tewerkstelling maar ook de collega’s hierin begeleidt.

Een vierde strategie is het herbekijken van de kosten die men factureert aan privé firma’s. Zij krijgen een factuur van 740 euro per maand voor een werknemer, openbare instanties en vzw’s niet. Men hanteert dit omdat dit de kost is die het OCMW zelf zou moeten bijleggen, die men dus niet krijgt via subsidieringen. Op macroniveau zouden we dus moeten inzetten in het herbekijken van deze subsidieringen om deze gelijk te stellen. Maar ook OCMW Aalst zou zelf de beslissing kunnen nemen dit niet als grondvoorwaarde te hanteren. Zo creëren we meer tewerkstellingsplaatsen en vergroten we ook de doorstroom.

Een laatste voorstel naar verandering is de betere (na)begeleiding. Mensen in de laatste weken goed toeleiden naar het einde van hun tewerkstelling en al klaarstomen naar solliciteren op de reguliere arbeidsmarkt. Ook een betere samenwerking met onder andere VDAB is opportuun zijn. Ook hier is een rol weggelegd die perfect zou zijn voor een gezinswetenschapper.

Referentielijst:

Adriaens, C. L. (2013). Praktisch handboek voor OCMW-recht. 612 Loopbaan met zorg. (2015). Betekenis van werk. Betekenis van werk.

Tine Van Regenmortel, K. H. (2013. Het concept ‘empowerende academische werkplaats’. Een innovatieve vorm van samenwerken aan werkzame kennis. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 36-48 Van Regenmortel, S. (2015, april). Sociaal werk moet anders in de nieuwe samenleving. Entry-media

Vlieger, S. D. (2008, Juni). Schuld en schaamte: een vergelijkende studie tussen werkenden en werklozen. Gent: Universiteit Gent.

Vries, S. D. (2010). Basismethodiek psychosociale hulpverlening. In S. D. Vries, Basismethodiek psychosociale hulpverlening (p. 425). Hoten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.

Het belang van vreemde talen in Vlaamse bedrijven

Anke De Winter
Algemeen manager, financieel manager, HR-manager, … taal-manager?In veel bedrijven wordt tegenwoordig elk aspect van het werkproces gemanaged. Er is een manager voor de financiën, eentje die zich bezig houdt met het welbevinden van het personeel, een andere die zorgt voor ontwikkeling en innovatie, enzovoort. Maar managen Vlaamse bedrijven ook de taalsituatie in hun onderneming? In een open economie als de onze is export een belangrijk onderdeel van de economie.

De rol van de tolk Vlaamse Gebarentaal in 3D

Lien Soetemans
Tolken in 3D: kan het?Wie zijn ze? Wat doen ze? Wat drijft hen?Reeds in 1945 was hun aanwezigheid tijdens de Neurenberg-processen van onschatbare waarde en ook in de geglobaliseerde wereld van vandaag zijn ze een onmisbare schakel: tolken zijn de bruggenbouwers tussen mensen die elkaars taal en cultuur niet kennen.Een Europese top, een vakbondsvergadering of een consultatie bij de huisarts? Een tolk is van vele markten thuis.

Een vergelijkende studie tussen georganiseerde misdaad en terroristische groeperingen op vlak van organisatie en financiering

Nicolas Gosselin
Een vergelijkende studie tussen georganiseerde misdaad en terroristische groeperingen op vlak van organisatie en financieringWe leven in een dynamische geglobaliseerde wereld waarin criminaliteit, al dan niet grensoverschrijdend, deel van uitmaakt. Twee grensoverschrijdende criminaliteitsvormen, namelijk georganiseerde misdaad en terrorisme, bestaan al sinds mensenheugenis en komen hierbij dagelijks in beeld. In deze masterproef bekijken we georganiseerde criminaliteit en terrorisme en vergelijken we ze om te zien waar de twee overeenstemmen en juist verschillen.

Een longitudinale analyse van de invloed van jobonzekerheid op zelfgerapporteerde absenteïsmeduur en –frequentie met gepercipieerde inzetbaarheid als moderator

Niels Aper
Wie vreest zijn of haar job te verliezen, is minder afwezig van het werk.De arbeidsmarkt wordt gekenmerkt door economische recessies, herstructureringen, technologische veranderingen en globalisering met een grotere competitie. Om die redenen herstructureren, besparen, fuseren of sluiten bedrijven. Dit brengt bij werknemers een perceptie van onzekerheid over de huidige job teweeg, wat jobonzekerheid heet. Dit is een maatschappelijk relevant fenomeen.