“Sportminnend Sint-Pietersveld”: Lichamelijke opvoeding in de heropvoedingspraktijk van het Rijksopvoedingsgesticht te Ruiselede, 1912-1965.

Hannah Carnier
Persbericht

“Sportminnend Sint-Pietersveld”: Lichamelijke opvoeding in het Rijksopvoedingsgesticht Ruiselede

 

“(…) na een verblijf in ons gesticht van 1 jaar tot 18 maanden van hier vertrekken [ze] als flinke, kloeke jongelingen met breede borst en gezonde harteklop! Is het niet dank aan het benijdenswaardig regiem, met de talrijke gelegenheden tot openluchtspel, voetballen, zwemmen en de menigvuldige wandelingen.” Nee, dit is geen verkooppraatje voor een kuuroord. Wel een lyrische beschrijving van lichamelijke opvoeding in het rijksopvoedingsgesticht van Ruiselede, beter bekend als de huidige Gemeenschapsinstelling ‘De Zande’. Maar wat was nu de exacte betekenis, functie en invulling van lichamelijke opvoeding in de heropvoedingspraktijk in dit rijksopvoedingsgesticht in de periode tussen 1912 en 1965? Dit wordt in deze masterproef onderzocht.

Het huidige decreet Integrale Jeugdhulp stelt dat jeugdhulp laagdrempelig, maximaal opgenomen door de samenleving en met volwaardige participatie van ouders en cliënten moet zijn. Organisaties van bijzondere jeugdzorg moeten dus op zoek naar methodieken om hun pedagogisch project te realiseren, rekening houdend met deze centrale principes. Een ‘innovatieve’ methodiek, waarmee wordt geëxperimenteerd, is de implementatie van -jawel- sport in de bijzondere jeugdzorg. Deze tendens is echter helemaal niet zo revolutionair, maar wel het gevolg van historische ontwikkelingen, waar ik u graag doorheen gids.

Op 8 maart 1849 werd in Ruiselede de ‘heropvoedingschool’ voor jongeren ‘in gevaar’ opgericht. De doelstelling was ‘criminele of verwaarloosde jeugd’ herop te voeden tot goede, hardwerkende burgers. Omdat heropvoeding van kinderen in problematische opvoedingssituaties essentieel werd geacht voor de bescherming van de maatschappij, lag de klemtoon in het pedagogisch project van deze voorzieningen sterk op beroepsopleiding, discipline en lichamelijke opvoeding. Wat precies onder de generieke term ‘lichamelijke opvoeding’ werd verstaan, en wat de opvattingen erover en de concrete invulling ervan waren, staat centraal in deze thesis. Dit onderzocht ik via een studie van ongepubliceerde, historische bronnen uit het instellingsarchief, zoals dagboeken van opvoeders, instellingstijdschriften en verslagen van pedagogische vergaderingen.

Lichamelijke opvoeding: what’s in a name?

Lichamelijke opvoeding, vandaag slechts een ‘twee-uursvakje’ in het onderwijs, was in het toenmalige pedagogisch project van de rijksopvoedingsinstelling alom aanwezig. Jongeren werden niet enkel lichamelijk (her-)opgevoed tijdens daartoe voorziene lesmomenten, maar evengoed tijdens vrijetijdsmomenten. Wie onvoldoende lichamelijk ontwikkeld was, moest zelfs zijn jaar overdoen. De opvattingen over de praktische invulling van lichamelijke opvoeding varieerden doorheen de tijd. In de vroeg-twintigste eeuw genoot Zweedse gymnastiek het absolute monopolie. Die strakke, afgelijnde, haast militaire oefeningen werden vanaf de jaren 1930 echter langzamerhand verlaten en ruimden plaats voor sport en spelen. Na Wereldoorlog II was het rijk der Zweedse gymnastiek onherroepelijk voorbij en raakten de ‘populaire’ sporten en spelen, zoals voetbal, basketbal, zwemmen, maar ook paardensport en volksdans definitief verankerd in het heropvoedingsproject.

image-20211003224758-1

Zwemplaats

De multi-inzetbaarheid van lichamelijke opvoeding

Het belang van lichamelijke opvoeding kan ons verbazen, zeker omdat ze vandaag grotendeels als ‘bijvak’ naast ‘belangrijke’ vakken, zoals wiskunde, wordt gezien. Historisch gezien had lichamelijke opvoeding in de rijksopvoedingsinstelling echter zo veel functies, dat haar belang niet hoeft te verwonderen. Op basis van mijn onderzoek onderscheidde ik er vier, die elkaar niet vervingen doorheen de tijdsperiode, maar in meer of mindere mate op de voorgrond stonden. Ten eerste bevorderde lichamelijke opvoeding de fysieke gezondheid van jongeren. Tot rond 1920 stond vooral deze functie voorop. Lichamelijke opvoeding werd ingezet als preventieve én curatieve component in hun behandeling. Enerzijds moest ze ‘kloeke’ jongeren vormen. Anderzijds werden turnoefeningen voorgeschreven om ‘lichaamsgebreken of zwakheden te herstellen’. Na de jaren ’20 primeerde een tweede functie en diende lichamelijke opvoeding hoofdzakelijk de karaktervorming en ‘geestelijke gezondheid’ van jongeren, of, zoals een onderwijzer het tijdens een pedagogische vergadering zei: “(…) een gezonde ziel in een gezond lichaam”. Lichamelijke opvoeding bewerkstelligde dus de ‘wederopvoeding’, het sportterrein was de plaats om die te realiseren, zo werd gedacht. Spelen, zoals voetbal, moesten egoïstische jongeren bijvoorbeeld collectief leren spelen. “Goed opgevat spel ontwikkelt de aandacht en redeneringskracht”, maar diende daarnaast een disciplinerende doelstelling. Na het interbellum wonnen twee andere functies van lichamelijke opvoeding, namelijk de socialiserende en de recreatieve functie, aan belang. Om leerlingen klaar te stomen -te socialiseren- voor hun toekomstige maatschappelijke rol als arbeider of soldaat werd lichamelijke opvoeding als het middel bij uitstek beschouwd. Door krachtige oefeningen werd de uitmuntende fysieke conditie die deze beroepen vereisten, nagestreefd. Bovendien boden sport(terrein)en jongeren de mogelijkheid om met de ‘echte’ wereld te connecteren via het beoefenen van hobby’s buiten de instellingsmuren. Daarnaast werden burgers systematisch betrokken bij sportactiviteiten binnen de instelling. Sport en spelen mochten niet als straf beschouwd worden, maar eerder als belonende uitlaatklep voor jongeren. Kortom, ze hadden een recreatieve functie. Daarom hield het bestuur rekening met voorkeuren van jongeren en koos het lichamelijke activiteiten waarin ze zich het meest konden ‘verlustigen’.

image-20211003224758-2

Optocht naar de sportpleinen

(Gr)at(t)itude ten opzichte van lichamelijke opvoeding?

De voordelen van lichamelijke opvoeding waren dus talrijk. Ongetwijfeld kon dat echter ook gezegd worden van de vele gebods- en verbodsregels in bijzondere jeugdzorgvoorzieningen, die door jongeren wellicht eerder gehaat dan geliefd werden. Daarom rijst de vraag: wat waren de attitudes tegenover lichamelijke opvoeding van zowel het personeel als de jongeren zelf? De uitvoerige aandacht voor sport in pedagogische verslagen verraadt de erg positieve attitudes van het instellingspersoneel ertegenover. Maar ook de jongeren zelf droegen sport en spel een warm hart toe, zoals blijkt uit enkele bronnen, bijvoorbeeld wedstrijdverslagen: “Dat was het einde van een mooie wedstrijd, die door III/3 [voetbalploeg] verdiend gewonnen werd, alhoewel III/1 verdiend had minstens de eer te redden.”

Dat theorie en praktijk soms echter ver uit elkaar liggen, blijkt ook uit deze casus. Hoewel het ministerie bijvoorbeeld openlijk het belang van lichamelijke opvoeding binnen de rijksopvoedingstelling erkende, weigerde het geld vrij te maken om een gediplomeerde turnleerkracht aan te stellen. Heel wat opvattingen en ideeën over lichamelijke opvoeding zouden in de praktijk dus dode letter blijven, onder meer door financiële problemen, personeelstekort en een gebrek aan moderne infrastructuur.

 

Tijden veranderen: het rijksopvoedingsgesticht in Ruiselede heet tegenwoordig ‘Gemeenschapsinstelling De Zande’ en het vocabularium van jongeren en personeel is gemoderniseerd, maar lichamelijke opvoeding wordt op heden nog steeds beschouwd als een methodiek met toekomst. De ‘geschiedenis’ is dus nooit echt volledig verleden tijd.

Bibliografie

GERAADPLEEGDE ARCHIEFBRONNEN

Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 130 ‘Dienstorders voor de opvoeders van Groep II’, 1945-1946 en 1951-1963.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 403 ‘Stukken betreffende de pedagogische conferenties georganiseerd voor het onderwijzend personeel’, 1919-1953.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 579 ‘Notulen van de vergaderingen van het onderwijzend personeel’, 1918 februari – 1927 juni.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 580 ‘Notulen van de vergaderingen van het onderwijzend personeel’, 1927 juli – 1931 januari.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 600 ‘Psychologische dossiers van minderjarigen’, 1962-1972.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 588 ‘Rapport betreffende het systeem van (her)opvoeding’, 1912.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 1910 ‘Rapport sur le service de l’enseignement’, z.d. [1890-1920].
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 1911 ‘Stukken betreffende de lessen lichamelijke opvoeding in de instelling’, 1909-1958.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 1926 ‘Stukken betreffende de door de minderjarigen uitgegeven bladen’, 1945-1949.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 1927 ‘Registers gehouden voor de inschrijving van de activiteiten in de secties’, 1948-1960.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 1927 ‘Stukken betreffende het inrichten van feesten en vermakelijkheden voor de minderjarigen’, 1919-1926.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 1928 ‘Dagboek van de vrijetijdsbesteding op zondagnamiddagen in de hoevesectie’, 1946-1947.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 1931 ‘Stukken betreffende het voetbal in de instelling vóór de oprichting van voetbalclub Eendracht Sint-Pietersveld’, 1921-1949.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 1932 - 1935 ‘Stukken betreffende de voetbalclub Eendracht Sint-Pietersveld’, 1949-1957’.
Rijksarchief Brugge (RAB), M34 1992 Ruiselede, nr. 39 ‘Dagboek opgemaakt van de opvoeders van groep II - sectie 1’, 1958 januari -1960 september.
Rijksarchief Brugge (RAB), M34 1992 Ruiselede, nr. 62 ‘Programmaboekje ter gelegenheid van de feestelijkheden "100 jaar Rijksopvoedingsgesticht te Ruiselede"’, 1949.
Rijksarchief Brugge (RAB), M34 1992 Ruiselede, nr. 211 ‘Stukken betreffende de werking van de bibliotheek’, 1929-1961.
Rijksarchief Brugge (RAB), M25 2000 Ruiselede, nr. 219-221 ’Tijdschrift ‘Meer is in U!’ Rijksopvoedingsgesticht Ruiselede’, 1956-1958.

GERAADPLEEGDE SECUNDAIRE LITERATUUR

Albrecht, Hans-Jörg. “Youth Justice in Germany.” Crime and Justice 31 (2004): 443–93. https://doi.org/10.1086/655346.
Bailleau, Francis, and Yves Cartuyvels. La Justice Pénale des Mineurs en Europe: Entre Modèle Welfare et Inflexions Néo-Libérales. Paris : L’Harmattan, 2007.
Bakker, Nelleke. “Geestelijke Gezondheid en de Medicalisering van de Opvoeding in Nederland, ca. 1890-1950.” Pedagogiek 25, no. 1 (2005): 10–26. https://www.aup.nl/en/journal/pedagogiek/back-issues.
———. “‘Kweekplaatsen van Gezondheid’. Vakantiekolonies en de Medicalisering van het Kinderwelzijn.” BMGN-Low Countries Historical Review 126, no. 4 (2011): 29–53. https://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.7441.
Bodin, Dominique, Luc Robènene, Stésphane Héas, and Gaelle Sempé. “Le Sport En Prison : Entre Insertion et Paix Sociale. Jeux, Enjeux et Relations de Pouvoirs à Travers les Pratiques Corporelles de la Jeunesse Masculine Incarcérée.” Revue d’histoire de l’enfance Irreguliere Le Temps de l’histoire, no. 9 (2007): 145–71. https://doi.org/10.4000/rhei.2213.
Boltanski, Luc. “Les Usages Sociaux du Corps.” Annales : Histoire, Sciences Sociales (French Ed.) 26, no. 1 (1971): 205–33. https://doi.org/10.3406/ahess.1971.422470.
Boone, Marc. Historici en hun Métier: een Inleiding tot de Historische Kritiek. Gent: Academia press, 2017.
Brabandere, Rudi De, Michaël Delange, and Ignace Gryspeerdt. Wreeck Geen Quaedt, Maer Dwing Tot Goed : Het Sint-Pietersveld, Kruispunt van Historische en Maatschappelijke Ontwikkelingen in Vlaanderen. Edited by Paul Vandepitte. Tielt : De Roede van Tielt, 1999.
Brier, Pascal, and Jacques Defrance. “La Production de Gymnastiques Médicales Pour les Enfants Malades Hospitalisés Au XIXe Siècle: Spécialisation Médicale et Différenciation Des Gymnastiques.” Sciences Sociales et Sport 5, no. 1 (2012): 13–51. https://doi.org/10.3917/rsss.005.0013.
Bruggeman, Willy, Eveline De Wree, Johan Goethals, Paul Ponsaers, Patrick Van Caster, Tom Vander Beken, and Gert Vermeulen. Van Pionier Naar Onmisbaar: Over 30 Jaar Panopticon. Antwerpen: Maklu, 2010.
Buerman, Thomas. “Maten, Makkers, Masculiniteit! Historisch Onderzoek Naar Mannelijkheid.” Bulletin d’information: Abhc = Mededelingenblad: Bvng 29, no. 1 (2007): 21–26. http://hdl.handle.net/1854/LU-366233.
Bultman, Saskia. “Constructing a Female Delinquent Self: Assessing Pupils in the Dutch State Reform School for Girls, 1905-1975.” PhD diss., Radboud Universiteit Nijmegen, 2016.
Buysse, Wendy. “CANO in Beweging,” 2017.
Christiaens, Jenneke. “De Geboorte van de Jeugddelinquent : België, 1830-1930.” PhD diss., Vrije Universiteit Brussel, 1999.
Constant, Jacques. “Alfred Binet (1857-1911).” Neuropsychiatrie de l’enfance et de l’adolescence 62, no. 4 (2014): 257–58. https://doi.org/10.1016/j.neurenf.2014.01.003.
Cox, Pamela. Gender, Justice and Welfare in Britain, 1900-1950: Bad Girls in Britain, 1900-1950. Cham: Springer International Publishing AG, 2016.
Cunningham, Hugh. Het Kind in het Westen: Vijf Eeuwen Geschiedenis. Amsterdam: Van Gennep, 1997.
D’hoker, Mark, Roland Renson, and Jan Tolleneer. Voor Lichaam & Geest: Katholieken, Lichamelijke Opvoeding en Sport in de 19de En 20ste Eeuw. Leuven: University Press, 1994.
D’hoker, Mark, and Jan Tolleneer. Het Vergeten Lichaam. Geschiedenis van de Lichamelijke Opvoeding in België en Nederland. 2nd ed. Kessel-Lo : Garant, 2000.
Dekker, Jeroen J. H. “Straffen, Redden en Opvoeden : Het Ontstaan en de Ontwikkeling van de Residentiële Heropvoeding in West-Europa, 1814-1914, Met Bijzondere Aandacht Voor Nederlandsch Mettray.” PhD diss., Rijksuniversiteit Utrecht, 1985.
Depaepe, Marc. “The Pedologist Medard Carolus Schuyten: An Insane Positivist or Just a Starry-Eyed Idealist?” Paedagogica Historica 34, no. 1 (1998): 209–29. https://doi.org/10.1080/00309230.1998.11434885.
Depaepe, Marc, Frank Simon, and Angelo Van Gorp. Paradoxen van Pedagogisering: Handboek Pedagogische Historiografie. Leuven : Acco, 2005.
Dimmendaal, Geertje. “Heropvoeding en Behandeling: Meisjes in Huize de Ranitz, Groningen 1941-1967.” PhD diss., Rijksuniversiteit Groningen, 1998.
Dixon, John Gretton, Peter Chisholm MacIntosh, and Albert Davis Munrow. Landmarks in the History of Physical Education. 5th ed. London : Routledge and Kegan Paul, 1973.
Ducpétiaux, Edouard. La Question de La Peine de Mort. Bruxelles : Victor Devaux et Cie, 1865.
Dunning, Eric, and Norbert Elias. Quest for Excitement: Sport and Leisure in the Civilising Process. Oxford: Blackwell, 2008.
Dupont-Bouchat, Marie-Sylvie. “De la Prison à l’école de Bienfaisance. Origines et Transformations des Institutions Pénitentiaires Pour Enfants en Belgique au XIXe Siècle (1840-1914).” Criminologie 28, no. 1 (1995): 23–53. https://doi.org/10.7202/017363ar.
Foucault, Michel. Discipline, Toezicht en Straf: De Geboorte van de Gevangenis. Groningen : Historische uitgeverij, 2018.
———. Dits et Écrits 1954-1988: II 1970-1975. Paris: Gallimard, 1994.
———. Histoire de La Sexualité, 1: La Volonté de Savoir. Paris : Gallimard, 2014.
———. “The Politics of Health in the Eighteenth Century.” Foucault Studies, no. 18 (2014): 113–27. https://doi.org/10.22439/fs.v0i18.4654.
Freeman, Mark. “Sport, Health and the Body in the History of Education.” History of Education 41, no. 6 (2012): 709–11. https://doi.org/10.1080/0046760X.2012.745174.
Het Rijksarchief in België. “Rijksopvoedingsgesticht te Ruiselede. Overdracht 1992. 1849-1970.” Accessed August 10, 2020. https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-archieven/zoekresultaat/ead/index….
———. “ROG Ruiselede en Beernem 2000.” Accessed August 10, 2020. https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-archieven/zoekresultaat/ead/index….
Hoegaerts, Josephine, and Tine Van Osselaer. “De Lichamelijkheid van Emoties-Een Introductie.” Tijdschrift Voor Geschiedenis 126, no. 4 (2013): 452–65. https://doi.org/10.5117/TVGESCH2013.4.HOEG.
Knafla, Louis Antoon. Crime, Punishment, and Reform in Europe. Westport: Greenwood Publishing Group, 2003.
Koster, Margo De. “Jongeren en Criminaliteit: Een Lange Geschiedenis van de Middeleeuwen Tot Heden.” Tijdschrift Voor Criminologie 53, no. 3 (2010): 308–19. https://core.ac.uk/download/pdf/15460589.pdf
Lagae, Liesje. “Etienne De Greeff (1898-1961) en de Belgische Gerechtelijke Geestelijke Gezondheidszorg. Een Studie van het Oeuvre van De Greeff en de Leuvense Antropologische Dossiers.” Master's thesis, Katholieke Universiteit Leuven, 2017.
Leonards, Chris. De Ontdekking van het Onschuldige Criminele Kind: Bestraffing en Opvoeding van Criminele Kinderen in Jeugdgevangenis en Opvoedingsgesticht 1833-1886. Hilversum: Uitgeverij Verloren, 1995.
Ley, Auguste. “Les Enfants Anormaux.” L’année Psychologique 18, no. 1 (1911): 503–19. https://doi.org/10.3406/psy.1911.3867.
Lipton, Peter. Inference to the Best Explanation. London: Routledge, 1991.
Maeyer, Jan de, and Paul Wijnants. Geschiedenis van het Katholiek Onderwijs in België: Identiteiten in Evolutie 19de tot 21ste Eeuw. Averbode: Halewijn, 2015.
Magrath, Rory, Jamie Cleland, and Eric Anderson. The Palgrave Handbook of Masculinity and Sport. Cham: Springer International Publishing AG, 2020.
Massin, Veerle. “Protéger ou Exclure? L’enfermement des ‘Filles Perdues’ de la Protection de l’enfance à Bruges (1922-1965).” PhD diss., Université catholique de Louvain, 2011.
Mesotten, Bart. Rari Nantes: Honderden Griekse en Latijnse Gevleugelde Uitdrukkingen, Afkortingen, Voor- En Achtervoegsels te Gast in het Nederlands. Averbode: Altiora, 2009.
Mircheva, Gergana. “Physical Education in Bulgarian Schools, 1918–1944: The (Re) Production of Masculinity and the Re-Creation of the National Body.” Women’s History Review 20, no. 4 (2011): 555–67. https://doi.org/10.1080/09612025.2011.599611.
Nys, Laura. “Het Hart van Gabriel B.: Jongeren en Hun Gevoelens in Belgische Heropvoedingsinstellingen voor Jeugddelinquenten, 1890-1965.” PhD diss., Universiteit Gent; Vrije Universiteit Brussel, 2020.
Osselaer, Tine Van. “The Pious Sex: Catholic Constructions of Masculinity and Femininity in Belgium, c. 1800–1940.” PhD diss., Leuven University, 2013.
Park, Roberta J. “Biological Thought, Athletics and the Formation of a ‘Man of Character’: 1830–1900.” The International Journal of the History of Sport 24, no. 12 (2007): 1543–69. https://doi.org/10.1080/09523360701618982.
Perrot, Michelle. “Sur la Ségrégation de l’enfance au XIXe Siècle.” La Psychiatrie de l’enfant 25, no. 1 (January 1982): 179. https://search.proquest.com/openview/39afd1fd63b3a2a046cbafcea38fabfc/1…
Ruyskensvelde, Sarah Van, and Laura Nys. “Folded Files, Unfolding Narratives: Psycho-Pedagogical Observation in the Belgian Juvenile Reformatories, 1912–1945.” History of Education 49, no. 3 (2020): 398–420. https://doi.org/10.1080/0046760x.2020.1739757.
———. “Het Observatierapport als Historisch Object. Wetenschappelijke Observatie in de Belgische Rijksopvoedingsinstellingen, 1912-1945.” Tijd-Schrift. Heemkunde en Lokaal-Erfgoedpraktijk in Vlaanderen 9, no. 2 (2019): 50–65. https://lirias.kuleuven.be/2783154?limo=0.
Ruyskensvelde, Sarah Van, and Pieter Verstraete. “Tough Love? Self-Government, Voluntary Obedience and the Emotional Management of the Body in Belgian Residential Youth Care, 1910s-1930s.” In Education and the Body in Europe (1900-1950) Movements, Public Health, Pedagogical Rules and Cultural Ideas, edited by Simonetta Polenghi, András Német, and Tomáš Kasper, 237–56. Brussels: Peter Lang, 2021.
Scheltens, Wim. “Van Dwang Naar Drang.” Groniek, no. 117 (1992). https://ugp.rug.nl/groniek/article/download/16389/13879.
Shore, Heather. “The Trouble with Boys: Gender and the ‘invention’ of the Juvenile Offender in Early Nineteenth-Century Britain.” In Gender and Crime in Modern Europe, edited by Meg Arnot, and Cornelie Usborne, 91–108. London: Routledge, 2002.
Smaele, Henk de, Liesbet Nys, Johan Tollebeek, and Kaat Wils. De Zieke Natie: Over de Medicalisering van de Samenleving 1860-1914. Groningen : Historische uitgeverij, 2002.
Smet, Bart De. Jeugdbeschermingsrecht in Kort Bestek. Antwerpen: Intersentia, 2005.
The University of Chicago. “Chicago-Style Citation Quick Guide.” Accessed May 2, 2021. https://www.chicagomanualofstyle.org/tools_citationguide.html.
Tice, Karen Whitney. Tales of Wayward Girls and Immoral Women: Case Records and the Professionalization of Social Work. Urbana: University of Illinois Press, 1998.
Tilburg, Marja van. “Geschiedenis en het Lichaam.” Groniek, no. 117 (1992): 93-6. https://ugp.rug.nl/groniek/article/view/16388/13878.
Trépanier, Jean, and Xavier Rousseaux. Youth and Justice in Western States, 1815-1950: From Punishment to Welfare. Cham: Springer International Publishing AG, 2018.
Vanlandschoot, Romain. Sluit Ze Op ..: Jongeren in de Criminaliteit 1400 tot Nu. Leuven: Davidsfonds, 2008.
Verhofstadt, Dirk. “De Negen Strafrechtelijke Principes van Cesare Beccaria.” Strafblad (Den Haag), no. 4 (2014): 299–305. https://www.researchgate.net/publication/293489903_De_negen_strafrechte….
Vos, Karel De. Institutionalisering van een Pedagogische Paradox: Sociaal-Pedagogische Benadering van de Geschiedenis van de Jeugdzorg vanaf de Belgische Onafhankelijkheid tot aan het Decreet Integrale Jeugdhulp van 12 Juli 2013. Antwerpen: Garant Uitgevers, 2017.
Wagnon, Sylvain. De Condorcet à Decroly: La Franc-Maçonnerie Belge, l’éducation et l’enseignement (XIXe-XXe). Brussels: Peter Lang, 2017.
Wouters, Cas. “How Civilizing Processes Continued: Towards an Informalization of Manners and a Third Nature Personality.” The Sociological Review 59, no. 1 (2011): 140–59. https://doi.org/10.1111/j.1467-954X.2011.01982.x.
Young, Iris Marion. On Female Body Experience “Throwing like a Girl” and Other Essays. New York : Oxford University Press, 2005.
Yvorel, Elise. Les Enfants de l’ombre : La Vie Quotidienne des Jeunes Détenus au XXe Siècle en France Métropolitaine. Poitiers : Presses universitaires de Rennes, 2007.

Universiteit of Hogeschool
Master of Science in de pedagogische wetenschappen
Publicatiejaar
2021
Promotor(en)
Prof. dr. Sarah Van Ruyskensvelde
Kernwoorden
Share this on: