Speelmogelijkheden van de Rederijkerskamer De Goudbloem uit Sint-Niklaas. Op basis van De heylighe Genoveva uit het zeventiende-eeuwse verzamelhandschrift K.O.K.W. (nr. 269)

Sofie Moors
Persbericht

Toneel in de schaduw van de metropool. De rederijkerscultuur in Sint-Niklaas

In november 2020 organiseert OPENDOEK het Landjuweelfestival in Sint-Niklaas. Een landjuweel refereert aan de aloude toneelwedstrijden van de rederijkerskamers, die in de loop van de vijftiende-eeuw ontstonden. Toch voert het festival geen rederijkersstukken meer op. Zonde, want Sint-Niklaas bezit een heel bijzondere bron over zo’n oud rederijkerstoneel.

Deze bijzondere bron hebben we te danken aan de rederijkerskamer De Goudbloem uit Sint-Niklaas. In de zeventiende eeuw noteerde zij haar toneelstukken in een lijvig verzamelhandschrift (afb. 1). Het is zo uniek dat de minister van Cultuur in 2013 dit handschrift opnam in de lijst van Vlaamse topstukken. Vooral het toneelstuk, De heylighe Genoveva ofte herkende onnoselheyt (1664) van de Antwerpse auteur Anthonius Wouthers, over een ten onrechte van overspel beschuldigde gravin, valt op door een uitzonderlijk tekst met aanwijzingen van de regisseur en met een plattegrond van het podium (afb. 2). De instructie beschrijft erg gedetailleerd de speelwijze, de kostuums, de posities op de scène en de special effects. Omdat we over de exacte speelwijze van zeventiende-eeuwse toneelstukken slechts zeer weinig informatie hebben, zijn deze schets van het speelvlak en de instructie van onschatbare waarde voor theaterhistorici. Het handschrift zet Sint-Niklaas bovendien op de kaart van de theatergeschiedenis: de regieaanduidingen en het speelvlak vertellen ons niet alleen iets over de lokale toneelpraktijk, maar ook over hoe Genoveva mogelijk elders in de Nederlanden werd gespeeld.

 image 331       

  Afb. 1 Verzamelhandschrift De Goudbloem

   image 339

Afb. 2 Plattegrond podium

Maar hoe kwam zo’n verhaal van liefde, jaloezie en overspel op het einde van de zeventiende eeuw op de planken? In mijn scriptie heb ik aan de hand van de tekst en de plattegrond de oorspronkelijke opvoering van De heylighe Genoveva gereconstrueerd. Hoe moeten we ons de valselijk beschuldigde Genoveva op het toneel voorstellen? Welke kledij droeg haar man Sifroij, die het ‘buitenechtelijk’ kind waarvan de gravin in verwachting is, wil laten doden? Dat het thema nog altijd actueel is, tonen soaps als Thuis of Familie.

Eerst en vooral was een transcriptie van deze handleiding nodig. Omdat het schrift en het Nederlands van toen heel anders waren, heb ik de regisseurstekst uitgegeven zodat hij gemakkelijker leesbaar is. De tekst van het stuk heb ik uitvoerig samengevat. Wanneer je zo’n toneeltekst leest, moet je immers een beeld van de opvoering creëren in je hoofd.

Op een aantal vragen heb ik nog geen definitief antwoord: Waar stond het podium? Hoe groot was het precies? Hierover handelt de instructie niet expliciet, maar er blijkt wel uit dat de opvoering aangepast was aan een specifiek podium in Sint-Niklaas. Waar de rederijkers Genoveva precies hebben vertolkt is niet geweten, maar via archiefonderzoek ontdekte ik de verschillende opvoeringslocaties van De Goudbloem. De kamer speelde op heel wat plaatsen, zoals in cafés en herbergen. Ook had ze een eigen gildehuis Den Gouden Arend. Hiervan weten we zeker dat er een toneel was en dat er opvoeringen plaatsvonden: mogelijk stonden Genoveva en Sifroij hier ooit op het podium. Wie vandaag de locatie van het gildehuis wil bekijken, begeeft zich naar de Grote Markt 19 in Sint-Niklaas (afb. 3).                                 image 335

Afb. 3 Herenhuis, Agentschap Onroerend Erfgoed

Genoveva in 3D

Om dit podium meer in detail te bestuderen, reconstrueerde ik het in de vorm van een driedimensionaal computermodel. Voor zo’n model moet je de precieze afmetingen kennen, maar die noteerde de tekenaar destijds niet. Dankzij de oppervlakte van het gildehuis en de verhoudingen op de tekening, was het wel mogelijk de grootte van de scène in te schatten. Hierbij vertrok ik dus vanuit de hypothese dat de tekenaar destijds rekening heeft gehouden met de proporties. Om te toetsen of deze hypothese realistisch was, ging ik na of ik de regieaanwijzingen in mijn 3D-model kon toepassen. Pas door het stuk ‘echt’ – in 3D dan toch – na te spelen, kwamen vragen en antwoorden aan het licht.

Een voorbeeld van een scène die al direct vragen opriep, was de openingsscène. De gravin Genoveva staat volgens de instructie aan de rechterkant, Sifroij aan de linkerkant. De andere personages aanschouwen hen (afb. 4). 

image 340

Afb. 4 Beginpositie

Een eerste vraag die ik me stelde, was of ik de aanwijzingen ‘links’ en ‘rechts’ moest beschouwen vanop het podium of vanuit de zaal. Aangezien de instructie een soort regieaanwijzing is voor acteurs, leek vanop het podium me het meest logische. In de instructie vond ik hiervoor bewijs: wanneer er een bed op nummer 3 staat, zit Genoveva in een stoel aan de rechterzijde van het bed op nummer 4. Vanop het podium is nummer 4 rechts van nummer 3 (afb. 5). Hier vond ik ook meteen een aanwijzing dat mijn afmetingen realistisch waren. In het 3D-model is er bij nummers 3 en 4 juist voldoende ruimte voor een klein bed en een stoel.

image 341                   

Afb. 5 3D-plattegrond

Een tweede moeilijkheid waar ik op stootte, was de kledij. De instructie vertelt ons exact welke kostuums en accessoires elke acteur had. Zo draagt graaf Sifroij een korte ‘justacor’. Maar wat is een ‘justacor’ en hoe zag dit er destijds uit? Om dit te achterhalen, toetste ik de kledij aan de mode in de late zeventiende eeuw. Via boeken over de mode, waarin de kledij uit deze eeuw wordt afgebeeld, leerde ik dat een ‘justacor’ een geklede herenjas is die op het einde van die eeuw uit Frankrijk kwam overwaaien (afb. 6).                                             image 338

Afb. 6 'Heer' (Der kinderen-Besier 1950)

Uit de schaduw, in de spotlights

De volledige 3D-reconstructie bracht nog veel meer antwoorden aan het licht. Met deze integrale handleiding ter beschikking, is het mogelijk de opvoering en het podium ook werkelijk te reconstrueren. Het Landjuweel 2020 is hiervoor een mooie aanleiding. Persoonlijk denk ik dat een historische reconstructie van de opvoering een schitterende symbiose op cultureel, literair, artistiek en architecturaal vlak kan uitmaken. Ik hoop dan ook ten stelligste dat dit onderzoek als stimulans en leidraad kan dienen om De heylighe Genoveva nog eens écht op de planken te brengen.

Bibliografie

Bibliografie
1. ONGEPUBLICEERDE ARCHIEFBRONNEN
ARCHIEF VAN DE KONINKLIJKE OUDHEIDKUNDIGE KRING VAN HET LAND VAN WAAS:

Rekening De Goudbloem 1616, nr. A 273.
Resolutieboek van De Goudbloem, nr. A 297.
Verzamelhandschrift Rederijkerskamer De Goudbloem van Sint-Niklaas, nr. 269.

2. WEBSITES
CADGIS
Federale Overheidsdienst Financiën, CadGIS.
[https://ccff02.minfin.fgov.be/cadgisweb/] [raagpleegbaar op 21/04/2019] GEOPORTAAL Agentschap Onroerend Erfgoed, Geoportaal. [https://www.onroerenderfgoed.be/] [raadpleegbaar op 21/04/2019]

INVENTARIS ONROEREND ERFGOED Agentschap Onroerend Erfgoed, Inventaris Onroerend Erfgoed, 2007-2016. [https://inventaris.onroerenderfgoed.be/] [raadpleegbaar op 25/02/2019]

WNT 2007-2018
Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT), 2007-2018.
[http://gtb.inl.nl/search/] [raadpleegbaar op 19/01/2019] 3.

SECUNDAIRE LITERATUUR
ANONIEM 1821
[Anoniem], Bloemkundig woordenboek, bevattende: eene beschrijving van meer dan 2200 gewassen (waaronder 170 van de mooiste heiden), zoo boomen, heesters als planten. Amsterdam, 1821. ANONIEM 2019 [Anoniem], Donder en Bliksem. 2019. [https://static.kunstelo.nl/ckv2/hof/hofcultuur/donderenbliksem.htm] [raadpleegbaar op 27/04/2019]
BEVEL 1887
P.W. Bevel, 350 jarig jubelfeest der rederijkerskamer De Goudbloem van Sint-Nikolaas, 1536-1886. Sint-Niklaas, 1887.
BILLIET 1873-1875
[Lodewijk] Billiet, ‘Over de rhetorika de Goudbloem van Sint-Nicolaas. Hoofdkamer van het Land van Waas’, Annalen van den Oudheidskundigen Kring van het Land van Waas 5 (1873-1875), 327-360.
BILLIET 1876-1877
47
[Lodewijk] Billiet, ‘De Waassche primussen der Hooge school van Leuven’, Annalen van den Oudheidskundigen Kring van het Land van Waas 6 (1876-1877), 219-234.
BLONDE & DE LAET 2006
Bruno Blondé en Veerle De Laet, ‘Owning Paintings and Changes in Consumer Preferences in the Low Countries, Seventeenth-Eighteenth Centuries.’ In: Neil De Marchi en Hans J. Van Miegroet (red.), Mapping markets for paintings in Europe, 1450-1750, Studies in European urban history (1100-1800). Turnhout, 2006, 68-86.
DATHEEN 1566
Pieter Datheen, De Psalmen Davids, ende ander lofsanghen. Heidelberg, 1566.
DE BOCK 1966
Eugène de Bock, ‘De Genoveva van Anton. Franc. Wouthers’, Jaarboek De Fonteine (1966), 119-125.
DE BRUYNE 1987
Bart De Bruyne, De herberg in het Land van Waas: bijdrage tot de studie van het herbergwezen op het platteland tijdens de 17e en 18e eeuw. Gent, 1987. [Onuitgegeven masterscriptie]
DE LA SERNA SANTANDER 1809
Carlos Antonio de la Serna Santander, Mémoire historique sur la bibliotheque dite de Bourgogne présentement bibliothèque publique de Bruxelles. Brussel, 1809.
DE PAEPE 2011
Timothy De Paepe, ‘Une place pour les commedies…’. De relatie tussen inrichting, repertoire en gebruik van de Antwerpse theatergebouwen tussen 1610 en 1762. Antwerpen, 2011. [Onuitgegeven proefschrift]
DE PAEPE 2015
Timothy De Paepe, ‘Computer-visualisaties van de theater-architectuur in de Lage Landen (1600-1800).’ In: Thomas Combrez e.a., Theater: een westerse geschiedenis. Tielt, 2015, 145-155.
DE POTTER & BROECKAERT 1975
Frans de Potter & Jan Broeckaert, ‘Gilden en andere genootschappen der stad St.-Nicolaas.’ In: Geschiedenis der stad St.-Nicolaas. Brussel, 1975, 142-164. [tweede deel]
DER KINDEREN-BESIER 1948
J.H. der Kinderen-Besier, Modespiegeltje uit de Gouden Eeuw. Met 24 tekeningen van de modekleding der Nederlandse vrouwen in de 17de eeuw. Rotterdam/’s-Gravenhage, 1948.
DER KINDEREN-BESIER 1950
J.H. der Kinderen-Besier, Spelevaart der mode: de kledij onzer voorouders in de zeventiende eeuw. Amsterdam, 1950.
DE SCHOUTHEETE DE TERVARENT 1872
[Amédée] de Schoutheete de Tervarent, Inventaire Général Analytique des Archives de la ville et de l’Eglise primaire de Saint-Nicolas. Brussel, 1872.
48
DE WINKEL 2006
Mariek de Winkel, Fashion and Fancy: Dress and Meaning in Rembrandt’s Paintings. Amsterdam, 2006.
GEERTS 1876 – 1877a
Joseph Geerts, ‘Notice sur le Landhuis, ou maison dite du Pays de Waas’, Annalen van den Oudheidkundigen Kring van het Land van Waas 6 (1876 -1877), 235-257.
GEERTS 1876 – 1877b
Joseph Geerts, ‘De groote markt van St-Nicolaas omtrent 1780’, Annalen van den Oudheidskundigen Kring van het Land van Waas 7 (1876 - 1877), 209-210.
GOOSSENS & WILLAERT 2003
Jan Goossens & Frank Willaert, ‘De liederen van Jan I. Diplomatische editie’, Queeste 10 (2003), 115-126.
HUMMELEN 1982
W.M.H. Hummelen, Amsterdams toneel in het begin van de Gouden Eeuw: studies over Het Wit Lavendel en de Nederduytsche Academie. ‘s-Gravenhage, 1982.
HUMMELEN 1985
W.M.H. Hummelen, ‘De mise-en-scene van de “Spaanschen Brabander”’, Spiegel der Letteren 27 (1985), 1-21.
KRAMERS 1847
J. Kramers Jz., Algemeene kunstwoordentolk. Gouda, 1847. LAEVAERT 1966 Louis Laevaert, Stad Sint-Niklaas. Bijdrage tot de geschiedenis van de wijken, straten, pleinen, huizen en markt. Antwerpen, 1966. MERTENS 2017-2018 Thom Mertens, Teksteditie. Middelnederlandse handschriften. Syllabus (versie 1.9). Antwerpen, 2017-2018. [ongepubliceerde syllabus voor sw05 Oefeningen in de Nederlandse Taal- en Letterkunde/cursus 1112flwtln] OPENDOEK VZW
OPENDOEK vzw, Landjuweelfestivaal van 2020 in Sint-Niklaas. [https://www.opendoek.be/landjuweel/2020] [raadpleegbaar op 2/05/2019]
PAUWELS 1918
M. Pauwels. ‘Sint-Niklaas, de Hoofdstad van het Land van Waas’, Vlaamsch Leven (1918) 22 (maart), 339-345.
REYNAERT 1903
J. Reynaert, ‘Johannes van Nieulande, pastoor van Sint-Nicolaas en kronijkschrijver’, Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas 22 (1903), 43-188.
SCHOTEL 1862
G.D.J. Schotel, Geschiedenis der Rederijkers in Nederland I. Amsterdam, 1862.
49
SCHOTEL 1864
G.D.J. Schotel, Geschiedenis der Rederijkers in Nederland II. Amsterdam, 1864.
SNELLAERT 1846
F.A. Snellaert, ‘De Goudbloem van Sint-Nikolaes, hoofdkamer van ’t Land van Waes’, Belgisch museum voor de Nederduitsche tael-en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands (1846), 300-321.
VANISTENDAEL 2011
Cor Vanistendael, ‘Les Cléfs d’Or: de geschiedenis van een theater- en danszaal te Sint-Niklaas 1782-1819’, Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas 114 (2011), 225-252.
VAN BROECK [1985]
Georges Van Broeck, Hoofdrederijkerskamer van Waasland De Goudbloem Koninklijke toneelafdeling Vriendenbond 1885-1985: 100 jaar toneelleven. Sint-Niklaas, 1985.
VAN BRUAENE 2004
Anne-Laure Van Bruaene, ‘De Goudbloem.’ In: Repertorium van rederijkerskamers in de Zuidelijke Nederlanden en Luik 1400-1650. S.l., 2004. [https://www.dbnl.org/tekst/brua002repe01_01/brua002repe01_01_0134.php] [raadpleegbaar op 18/02/2019]
VAN BRUAENE 2008
Anne-Laure Van Bruaene, Om beters wille. Rederijkerskamers en de stedelijke cultuur in de Zuidelijke Nederlanden (1400-1650). Amsterdam, 2008.
VAN DEN BOGAERDE 1825
A. J. L Van den Bogaerde, Het distrikt St. Nikolaas, voorheen Land van Waes, provincie Oost-Vlaanderen, beschouwd met betrekking tot deszelfs natuur-, staat- en geschiedkunde, gevolgd door eene bijzondere beschrijving van elke stad, dorp of gemeente in hetzelve gelegen III. Sint-Niklaas, 1825.
VAN DER HAEGHEN E.A. 1891-1923
Ferdinand van der Haeghen e.a., ‘Chambres de rhétorique. Saint-Nicolas (Waes).’ In: Bibliotheca Belgica. Bibliografie générale des Pays-Bas, fondée par Ferd. Van der Haeghen et publiée sous sa direction. Gand, 1891-1923, 145-149.
VAN DRIESSCHE 2011
Thomas Van Driessche, ‘Een blik op de geschiedenis van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas (1861-2011)’, Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas 114 (2011), 39-94.
VAN EEMEREN 1988
G. van Eemeren, ‘Algemene Inleiding.’ In: G. van Eemeren (ed.), Abraham de Koning. Het tweede Dochters-Speeltjen. Leuven/Amsterdam, 1988, 3-6.
VAN ELSLANDER 1969
50
A. Van Elslander, ‘Lijst van Nederlandse rederijkerskamers uit de XVe en XVIe eeuw door A. van Elslander’, Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica “De Fonteine” te Gent Jaarboek 1968, Gent 18 (1969), 29-60.
VAN HOUCKE 1902
Alfons van Houcke, Ambacht van den loodgieter en zinkbewerker. Gent, 1902.
VAN REMOORTERE 2014
Kristof Van Remoortere, ‘Topstukkendecreet Verzamelhandschrift rederijkerskamer De Goudbloem Sint-Niklaas’, Nieuwsbrief KOKW 3 (2014), 4. [http://www.kokw.be/figuren/nieuwsbrieven/Nieuwsbrief%2003-2014.pdf] [raadpleegbaar op 18/02/2019]
VERMEIRE 1999
Sophie Vermeire, Het cultureel verenigingsleven te Sint-Niklaas (1848-1914). Gent, 1999. [Onuitgegeven masterscriptie]
VON ROEDER-BAUMBACH 1943
Irmengard von Roeder-Baumbach, Versieringen bij blijde inkomsten: gebruikt in de Zuidelijke Nederlanden gedurende de 16e en 17e eeuw. Antwerpen, 1943.
WORP 1920
J.A. Worp, Geschiedenis van de Amsterdamschen Schouwburg 1496-1477. Aanvullingen tot 1872 voorzien door Dr. F.M. Sterck. Amsterdam, 1920.
WOUTHERS 1664 Antoon Frans Wouthers, De Heylige Genoveva, ofte herkende onnooselheyt: blij-eyndende treurspel. Antwerpen, 1664. [https://books.google.be/books?id=xoo0RlYP2pMC&printsec=frontcover&hl=nl…] [raadpleegbaar op 22/04/2019] WOUTHERS 1684 Antoon Frans Wouthers, De stantvastige Genoveva, ofte Herstelde onnooselheyt: Bly-eyndend treurspel. Amsterdam, 1684. [https://books.google.be/books?id=F69pAAAAcAAJ&printsec=frontcover&hl=nl…] [raadpleegbaar op 25/04/2019]
WOUTHERS 1721 Antoon Frans Wouthers, De stantvastige Genoveva ofte herstelde onnoselheyt. Bly-eyndigh treurspel. Sal ten Tonneel vertoont worden door de Rymkonst broeders van het Gilde van Rhetorica van den Aldersoetsten Naem JESUS […]. Antwerpen, 1721. [https://books.google.be/books?id=XneS5x-Y16AC&printsec=frontcover&hl=nl…] [raadpleegbaar op 21/04/2019] [Universiteit Leiden]

Universiteit of Hogeschool
Master Nederlands
Publicatiejaar
2019
Promotor(en)
Professor Hubert Meeus
Kernwoorden
@SofieMoors
Share this on: