"The Flaming Ramparts of the World": The Function of Rome in Walter Pater's Marius the Epicurean

Melanie Hacke
Persbericht

"The Flaming Ramparts of the World": The Function of Rome in Walter Pater's Marius the Epicurean

Walter Paters Marius the Epicurean: mindfulness in een filosofisch jasje

Tijdens de negentiende eeuw was het oude Griekenland hot. Steeds meer welgestelde Europeanen planden uitjes naar het verre Athene, volgden een cursus Oudgrieks of verslonden verhalen die zich afspeelden in de Griekse Oudheid. Ondanks de hype koos de Britse schrijver Walter Pater het Romeinse Rijk als achtergrond voor zijn eerste roman Marius the Epicurean (Marius de epicurist). Niet alleen die keuze is atypisch, ook Paters vloeiende schrijfstijl, die de lezer meevoert in de gedachtestroom van het hoofdpersonage Marius, is erg modern en doet denken aan latere auteurs als James Joyce en Virginia Woolf. Daarnaast zijn de ideeën die de roman naar voren brengt hun tijd ver vooruit: eenzaamheid in een steeds drukker bevolkte wereld, aandacht voor het heden, contact met het mysterie van de natuur, ... Kortom, een roman die ook vandaag nog het lezen meer dan waard is.

De perfecte vermommingPaters wens om een zo groot mogelijk lezerspubliek te bereiken was een van de belangrijkste drijfveren achter zijn beslissing om het verhaal in Rome te situeren. Alleen de elite kon het zich namelijk permitteren om de oude Grieken te bestuderen. Jan met de pet prees zich daarentegen al gelukkig als hij op school een paar woorden Latijn had geleerd. Toch was het gewone volk goed op de hoogte van het reilen en zeilen van het Romeinse Rijk, en wel dankzij de rijke traditie van populaire romans die zich afspeelden in het oude Rome. Daarom verwerkte Pater een aantal typische scenes van deze romans in Marius the Epicurean, zodat zijn doelpubliek het boek sneller zou vastgrijpen en (uit)lezen. Maar onder dat schijnbaar traditionele oppervlak lag een boodschap verscholen die heel wat afweek van Paters vaak erg conservatieve christelijke voorbeelden. Door het verhaal van de jonge Romein Marius, die speurt naar schoonheid in het dagelijkse leven, wou Pater het estheticisme promoten, een nieuwe kunststroming waarin hijzelf een vooraanstaande rol speelde. Een paar jaar eerder had hij gelijkaardige revolutionaire ideeën  gepubliceerd in een essay dat een vloedgolf van verontwaardigde reacties teweeg had gebracht. Toegepast op het leven van Marius zouden de regels voor een esthetisch leven minder abstract lijken en dus beter ontvangen worden.

Pater zette zijn theorieën niet alleen voor zijn publiek om in romanvorm, maar ook voor zichzelf. Op papier leken ze misschien geniaal, maar zouden ze standhouden als ze uitgetest werden op een echt mensenleven? Al was Marius slechts een fictionele jongeman, toch kon hij uitstekend dienen als proefpersoon voor de esthetische levenswijze. Meer nog, de negentiende-eeuwse Brit was ervan overtuigd dat het snel veranderende leven van de Late Oudheid veel gelijkenissen vertoonde met zijn eigen tijd, die even vol was van belangrijke maar tegelijk angstaanjagende evoluties. Zo konden Britse lezers makkelijk meeleven met Marius, ook al leefde hij zeventien eeuwen eerder.

Een onmogelijke balansJammer genoeg draaide Paters experiment niet zo succesvol uit als hij had gehoopt. In de eerste helft van het verhaal kiest Marius voor een esthetische levenswijze, die erg doet denken aan de hedendaagse mindfulness-hype; de jongeman richt zijn aandacht op de schoonheid van het heden, zonder zich te bekommeren om het verleden of de toekomst. Na zijn studies verhuist Marius echter naar Rome, waar hij in contact komt met de stoïcijnse keizer Marcus Aurelius en een groep christenen. Wanneer hij ziet hoe belangeloos zij zich inzetten voor de behoeften van anderen, beseft hij dat zijn eigen levenswijze te egoïstisch is. Veel van Paters tijdgenoten braken zich eveneens het hoofd over het aloude dilemma tussen hoofd en hart, egoïsme en altruïsme.

Marius’ dilemma wordt extra onderstreept wanneer hij de Romeinse epicurist Lucretius bestudeert. In zijn beroemde gedicht De Rerum Natura (Over de natuur van de dingen) stelde Lucretius dat de wereld volledig uit atomen bestond. Hoewel hij nog steeds geloofde in het bestaan van de Romeinse goden, beweerde hij dat zij zich niets aantrokken van het lot van de mens. Lucretius vertrouwde dus volledig op zijn verstand en beschouwde alles wat niet wetenschappelijk bewezen kon worden als nonsens.

Uit de vele verwijzingen naar De Rerum Natura die de roman rijk is, blijkt dat Pater Lucretius’ epicuristische levenswijze (die enigszins overeenstemde met het estheticisme) bewonderde, maar zijn ideeën over godsdienst afkeurde. De onzichtbare en mysterieuze kant van het leven, waar het verstand niet bij kon, mocht immers niet verwaarloosd worden. Bovendien deed het verhaal de ronde dat Lucretius in een vlaag van waanzin zelfmoord gepleegd had, nog voor hij zijn gedicht goed en wel had kunnen afwerken. Voor Pater vloeide die krankzinnigheid rechtstreeks voort uit het feit dat Lucretius de stille krachten van het leven niet had erkend.

In de tweede helft van de roman probeert Marius dan ook zijn esthetische levensstijl te verzoenen met naastenliefde, maar zijn introverte karakter (dat herinnert aan Paters eigen schuchterheid) belemmert hem om de juiste balans te vinden. Hoewel Marius in het laatste hoofdstuk zijn eigen leven opoffert om dat van een kameraad te redden, voelt hij zich op zijn sterfbed nog steeds geïsoleerd van de mensen om zich heen. Dit ongelukkige einde legde de belangrijkste tekortkoming van Paters esthetische theorie bloot: die was zo gefocust op het individuele geluk dat ze nauwelijks uit te voeren was in een drukke samenleving waar ook rekening moest gehouden worden met de wensen en noden van anderen. Maar al loopt Paters filosofie dan spaak, toch toont hij hoe een historische roman ons een heleboel waarheden over de moderne samenleving kan bijbrengen.

Bibliografie

Auerbach, Erich. Mimesis: The Representation of Reality in Western Literature. Princeton and Oxford: Princeton University Press, 2013. Print.

Barrett Browning, Elizabeth. The Poetical Works of Elizabeth Barrett Browning from 1826 to 1844. Ed. John H. Ingram. Glasgow: The Grand Colosseum Warehouse Co, s.d. Print

Behlman, Lee. “Burning, Burial, and the Critique of Stoicism in Pater’s Marius the Epicurean.” Nineteenth Century Prose 31.3 (2004): 133-169. Print.

Bloom, Harold. The Ringers in the Tower: Studies in Romantic Tradition. Chicago: The University of Chicago Press, 1971. Print.

Brake, Laurel. “Pater, Walter Horatio.” Oxford Dictionary of National Biography: Volume 43. Eds. H. C. G. Matthew and Brian Harrison. Oxford: Oxford University Press, 2004. 6-10. Print.

Brake, Laurel. “The Art of the Novel: Pater and Fiction”. In Victorian Aesthetic Conditions: Pater Across the Arts. Eds. Elicia Clements and Lesley L. Higgins. Palgrave Macmillan, 2010. 220-231. Print.

Buckler, William E. Introduction: Walter Pater and the Art of Criticism. Walter Pater: Three Major Texts (The Renaissance, Appreciations, and Imaginary Portraits). By Walter Pater. New York: New York University Press, 1986. 1-68. Print.

Dahl, Curtis. “Pater’s Marius and Historical Novels on Early Christian Times.” Nineteenth-Century Fiction 28.1 (1973): 1-24. Print.

de Graef, Ortwin. “Grave Livers: On the Modern Element in Wordsworth, Arnold, and Warner.” English Literary History 74.1 (2007): 145-169. Print.

DeLaura, David J. Hebrew and Hellene in Victorian England: Newman, Arnold, and Pater. Austin and London: University of Texas Press, 1969. Print.

Evangelista, Stefano. British Aestheticism and Ancient Greece: Hellenism, Reception, Gods in Exile. Basingstoke: Palgrave Macmillan, 2009. Print.

Fletcher, Ian. Walter Pater. Harlow: Longman Group, 1971. Print.

Fowler, Peta G. and Don P. Fowler. “Lucretius (Titus Lucretius Carus)”. The Oxford Classical Dictionary. Ed. Simon Hornblower, Antony Spawforth and Esther Eidinow. Oxford: Oxford University Press, 2012. 863-864. Print.

Gillespie, Stuart and Donald Mackenzie. “Lucretius and the Moderns.” In The Cambridge Companion to Lucretius. Eds. Stuart Gillespie and Philip Hardie. Cambridge: Cambridge University Press, 2007. 306-324. Print.

Goldhill, Simon. Victorian Culture and Classical Antiquity: Art, Opera, Fiction, and the Proclamation of Modernity. Princeton and Oxford: Princeton University Press, 2011. Print.

Hadzsits, George Depue. Lucretius and His Influence. London: Harrap, 1935. Print.

Hext, Kate. Walter Pater: Individualism and Aesthetic Philosophy. Edinburgh: Edinburgh University Press, 2013. Print.

Highet, Gilbert. The Classical Tradition: Greek and Roman Influences on Western Literature. London: Oxford University Press, 1967. Print.

Iser, Wolfgang. Walter Pater: The Aesthetic Moment. Cambridge: Cambridge University Press, 1987. Print.

Johnson, R. V. Aestheticism. London: Methuen, 1969. Print.

Lucretius. De Rerum Natura. Trans. W. H. D. Rouse. Ed. Martin Ferguson Smith. Cambridge: Loeb-Harvard UP, 1992. Print.

Mackenzie, Donald. “Two Versions of Lucretius: Arnold and Housman.” Translation and Literature 16.2 (2007): 166-177. Print.

Pater, Walter. Appreciations: With an Essay on Style. Oxford: Blackwell, 1973. Print.

——. Walter Pater: Three Major Texts (The Renaissance, Appreciations, and Imaginary Portraits). Ed. William E. Buckler. New York: New York University Press, 1986. Print.

­­——. Marius the Epicurean: His Sensations and Ideas. New York: Cosimo Classics, 2005. Print.

Priestman, Martin. “Lucretius in Romantic and Victorian Britain.” In The Cambridge Companion to Lucretius. Eds. Stuart Gillespie and Philip Hardie. Cambridge: Cambridge University Press, 2007. 289-305. Print.

Rouse, W. H. D. Introduction. Lucretius: De Rerum Natura. Trans. W. H. D. Rouse. Ed. Martin Ferguson Smith. Cambridge: Loeb-Harvard UP, 1966. Print.

Sachs, Jonathan. “Greece or Rome?: The Uses of Antiquity in Late Eighteenth- and Early Nineteenth-Century British Literature.” Literature Compass 6.2 (2009): 314-331. Print.

Sikes, E. E. Lucretius: Poet & Philosopher. New York: Russell & Russell, 1971. Print.

Skilton, David. “Schoolboy Latin and the Mid-Victorian Novelist: A Study in Reader Competence.” Browning Institute Studies 16 (1988): 39-55. Print.

Smith, Martin Ferguson. Introduction. Lucretius: De Rerum Natura. Trans. W. H. D. Rouse. Ed. Martin Ferguson Smith. Cambridge: Loeb-Harvard UP, 1992. Print.

Turner, Frank M. The Greek Heritage in Victorian Britain. New Haven and London: Yale University Press, 1981. Print.

­­———. “Why the Greeks and not the Romans in Victorian Britain?” In Rediscovering Hellenism: The Hellenic Inheritance and the English Imagination. Ed. G. W. Clarke. Cambridge: Cambridge University Press, 1989. 61-81. Print.

———. “Christians and Pagans in Victorian Novels.” In Roman Presences: Receptions of Rome in European Culture, 1789-1945. Ed. Catharine Edwards. Cambridge: Cambridge University Press, 1999. 173-187. Print.

———. Contesting Cultural Authority: Essays in Victorian Intellectual Life. New York: Cambridge University Press, 2008. Print.

Vance, Norman. The Victorians and Ancient Rome. Oxford: Blackwell Publishers, 1997. Print.

Vermeulen, Pieter. “Philological Modernity: Mimesis and Materiality in Auerbach and Adorno.” Phrasis 49.1 (2008): 93-115. Print.

Universiteit of Hogeschool
Westerse Literatuur
Publicatiejaar
2015
Kernwoorden
Share this on: