L'interaction entre les théories de l'intensification et du liage à la lumière de "son propre"

Jasper Vangaever
Persbericht

L'interaction entre les théories de l'intensification et du liage à la lumière de "son propre"

Over de Franse taal zijn de meningen erg verdeeld. De enen moeten er niet van hebben terwijl anderen aan de charmes van deze taal niet kunnen weerstaan. Wat er ook van zij, het Frans is een taal die - net zoals alle andere talen- ieder individu iets kan bijbrengen. Dus hoe weerzinwekkend je de Franse liaisons ook vindt of hoe nichterig soms de uitspraak, elke eigenheid aan de Franse taal brengt je op de een of andere manier wel iets bij. Want in taal zit structuur, historisch ontwikkelde en geëvolueerde structuur die op de een of andere manier altijd aan de noden en willen van moedertaalsprekers heeft weten te voldoen. En die zich aan de smaak van die native speakers heeft aangepast. Taal als levend organisme dat zich naar meesters gading gedraagt. De kennis over de taal is dus een kennis over structuren die zich historisch hebben ontwikkeld. Kennis in taalstructuren levert kennis op in de menselijke gedachtegang en cognitie. Zo denken cognitieve linguïsten -een bepaalde taalschool -er toch over.

Vanuit dit uitgangspunt is taalstudie zeer belangrijk. Waarom dan het Frans? Toegegeven, het Frans is maar een taal naast zovele, andere prachtige talen die hun waarde minstens evenveel hebben bewezen als het Frans. Maar het Frans is uniek: gegroeid uit het Latijn is het Romaanse taal die haar origine nooit heeft en zal verraden. Verrijkt met heerlijke latinismen -denk maar aan adjectieven als aquatique- is het één van de moderne herwerkingen van Cicero's klassiek Latijn. Maar het Frans is meer dan een Romaanse taal. Het is namelijk aangedikt met een stevige portie Germaanse invloed. Denk maar aan het vaak als moeilijk beschouwde verschil tussen een wel of niet uitgesproken h op het begin van een Frans woord. Voor de duidelijkheid: een woord met een uitgesproken is van Germaanse origine terwijl de onuitgesproken op Romaanse origine wijst. Met deze dubbele lading is het Frans een Romaanse taal met net dat tikkeltje meer. Daarom is ze het waard om te worden geanalyseerd, te worden geapprecieerd.

De scriptie met als titel L'interaction entre les théories de l'intensification et du liage à la lumière de son propre is dan ook een schoolvoorbeeld van taalanalyse binnen het domein van het Frans. In deze scriptie gaat de auteur op zoek naar de dubbele semantische lading van het adjectief propre. Dit adjectief drukt een bezit uit en kan taalkundig gezien worden uitgedrukt met elk van de twee polen van de bezitsrelatie: de bezitter en het bezit. Dit semantisch aspect is op zich al zeer interessant, des te meer omdat we het in andere talen -niet per se Romaanse- ook terugvinden zoals in het Engels (his own) en het Nederlands (zijn eigen). Het meest verbazingwekkende aan deze situatie is dat de dubbele interpretatie van propre  een invloed heeft op de mogelijke plaats van dit adjectief in zinsverband wanneer dit adjectief na het bezittelijke voornaamwoord son komt te staan. Taalkundig zegt men dan dat de semantiek van het adjectief de syntaxis bepaalt. Via de generatieve grammatica, ontwikkeld door Chomsky, toont de auteur aan dat propre inderdaad de syntactische mogelijkheden van son propre bepaalt maar enkel en alleen in het geval dat propre de eerste pool van de bezitsrelatie, i.e. de bezitter, benadrukt. Deze scriptie toont dus hoe een bepaald adjectief een invloed kan uitoefenen op de syntactische constructie waarin het is gebruikt. En het toont eveneens hoe bepaalde adjectieven klemtoon kunnen leggen op bepaalde woorden binnen het welgekozen zinsverband.

Het moge duidelijk zijn: deze sciptie -geschreven in het Frans- is een zeer interessant werkstuk om de werking van een bepaald aspect (detail) van de Franse taal beter te vatten. Hoe worden zaken beklemtoond en wat is daarvan de invloed, in concreto, op taalstructuren zelf? Taal is inderdaad structuur, Ferdinand de Saussure (19-20e eeuw) zei het reeds. En die structuur is onderworpen aan allerlei (taal)factoren. De kennis van deze taalfactoren leidt tot een betere kennis van de betrokken taal. Elke factor is het dus waard te worden onderzocht. In deze scriptie onderzocht de auteur daar alvast één van: hoe een doodgewoon adjectief -propre- de syntaxis van zijn bezitswoordgroep kan bepalen. De conclusie is gecompliceerd: in bepaalde situaties is er noodgedwongen invloed met eigen restricties en condities terwijl in andere situaties geen noodgedwongen invloed is. Voor wie happig is te weten hoe de situatie precies in elkaar steekt, wordt graag doorverwezen naar de scriptie zelf, waarin elk detail van deze kwestie met veel enthousiasme wordt onderzocht.

Bibliografie

De bibliografie is reeds te vinden achteraan mijn scriptie zelf. Toch hier nog even de bibliografie:

 

Baker, C. L. (1995). « Contrast, discourse prominence, and intensification, with special reference to locally-free reflexives in British English », Language, 71, 63-101.

Bergeton, U. (2004). The Independence of Binding and Intensification, thèse de doctorat (PhD), Université de Californie d'Ouest.

Charnavel, I. (2009a). Linking Binding and Focus: on Intensifying son propre in French, Mémoire de master, UCLA.

Charnavel, I. (2009b). « On the Intensifier propre in French: a Counterpart of-même in Possessive DPs? » dans Cormany, E., Ito, S. & Lutz, D. (éds), Proceedings of the 19th Semantics and Linguistic Theory (SALT) Conference, 72-90.

Charnavel, I. (2010). « Anaphoricity, Logophoricity and Intensification: The Puzzling Case of son propre in French» dans Colina, S., Olarrea, A. & Carvalho, A. M. (éds), Romance Linguistics 2009, Benjamins, 187-202.

Charnavel, I. (2011). « On French Possessive son propre ('his own'): Evidence for an Interaction between Intensification and Binding », Empirical Issues in Syntax and Semantics, 8, 53-74.

Charnavel, I. (2012). «The Scalar Reading of son propre (‘his own’): Evidence for the Existence of a Scalarity Operator », Proceedings of Sinn & Bedeutung, 16, 169-182.

Charnavel, I. (2013). Synchronic Interaction between Binding and Focus: Focus as Anaphorizer Evidence from French Possessive son propre, thèse soutenue à l'Université de Harvard.

Chomsky, N. (1981). Lectures on government and binding, Dordrecht : Foris.

Eckardt, R. (2001). « Reanalyzing selbst », Natural Language Semantics, 9, 371-412.

Hole, D. (2002). « Agentive selbst in German », dans Katz, G., Reinhard, S. & Reuter, P. (éds), Sinn & Bedeutung VI, Proceedings of the Sixth Annual Meeting of the Gesellschaft für Semantik, Université d'Osnabrück, 133-150.

Hole, D. & Bartos, H. (2008). « Focus on identity: the dark side of ziji. Chinese Syntax and Semantics », Linguistic review, 25, 267-295.

Jokinen, U. (1992). « Même et propre en moyen français» dans Sakari, E. & Häyrynen, H. (éds), Approches du moyen français II, Jyväskylä: University of Jyväskylä, 45-65.

König, E. & Siemund, P. (2005). « Intensifiers and reflexives » dans Haspelmath, M., Dryer, M., Gil, D. & Comrie, B. (éds), The World Atlas of Language Structures, Oxford: Oxford University Press, 194-197.

Trésor de la Langue Française Informatisé (TLFi), ATILF, CNRS, Université de Lorraine (consulté le 25 mars)

Zribi-Hertz, A. (1995). « Emphatic or Reflexive? On the Endophoric Character of French lui-même and Similar Complex Pronouns », Journal of Linguistics, 31, 333-374.

Zribi-Hertz, A. (1996). L'anaphore et les pronoms: une introduction à la syntaxe générative, Paris : Presses universitaires du Septentrion.

Universiteit of Hogeschool
Taal-en Letterkunde: twee talen: Frans & Latijn
Publicatiejaar
2014
Kernwoorden
Share this on: