Een weg naar herstel. Hoe kan herstelgericht werken geïmplementeerd worden in een voorziening voor bijzondere jeugdzorg?

Katrien De Bock
Persbericht

Een weg naar herstel. Hoe kan herstelgericht werken geïmplementeerd worden in een voorziening voor bijzondere jeugdzorg?

Een weg naar herstelgericht werken in de bijzondere jeugdzorg

Herstelrecht is een begrip dat uit de gerechtelijke context komt. Het is een manier om te reageren op misdrijven die gepleegd zijn. De aanpak staat in schril contrast met een sanctionerende aanpak, waar straffen centraal staat. In een herstelgerichte aanpak staat daarentegen het herstel van de aangerichte schade centraal, en heeft men aandacht voor het slachtoffer. Dat blijkt positieve effecten te hebben, zowel op de dader van het misdrijf, als op het slachtoffer ervan. De laatste jaren verovert het herstelgerichte kader meer en meer andere terreinen, zoals het onderwijs, en de ruimere pedagogische sector. In scholen tracht men conflicten op een herstelgerichte manier aan te pakken, en ook in voorzieningen voor bijzondere jeugdzorg begint het herstelgericht werken door te sijpelen. Uit de weinige studies die er zijn naar de effectiviteit daarvan, blijken toch positieve effecten naar voor te komen. Er komen minder conflicten en incidenten voor, en jongeren ontwikkelen meer sociale vaardigheden. Deze positieve effecten zetten mij ertoe aan om op zoek te gaan naar een manier om herstelgericht werken in te voeren op mijn stageplaats, een onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum (OOOC) voor jongeren van zes tot achttien jaar.

De context van mijn project: een OOOCEen OOOC is verschillend van andere voorzieningen voor bijzondere jeugdzorg, waar jongeren meestal voor een langere periode verblijven. In een OOOC verblijven jongeren slechts voor een korte duur, waarna ze doorverwezen worden naar een andere voorziening, of verder ambulant begeleid worden. De jongeren worden ofwel door het Openbaar Comité voor Jeugdzorg doorverwezen, of door de jeugdrechtbank. Wanneer beslist werd dat de jongeren voor oriëntatie moeten opgenomen worden, verblijven zij één maand in het OOOC, wat nog eens met dezelfde duur verlengd kan worden. Als er voor observatie wordt doorverwezen, wil men de kern van de problemen diepgaander onderzoeken, en verblijft een jongere twee tot vier maanden in het OOOC. Tot slot kunnen er ook nog jongeren voor een crisisopname van tien dagen opgenomen worden. De laatste jaren is er ook een evolutie naar meer ambulante begeleidingen. Ik richtte mij voor mijn project echter niet op deze jongeren, omdat zij thuis verblijven. Wat mij interesseerde, was de groep van residentiële jongeren, die samen in het OOOC verblijven, en van daaruit naar school gaan of dagbesteding volgen in het OOOC. De bedoeling is om tijdens hun verblijf uit te zoeken wat de kern van de problemen is, en welke hulp aangewezen is. Dit maakt dat het een zeer gevarieerde groep jongeren is. Deze diversiteit, naast het feit dat de groepsdynamiek snel wisselt door de korte verblijfsperiode, zorgt ervoor dat conflicten vaak voorkomen in een OOOC. Het lijkt dus aangewezen om aan deze groepsdynamiek te werken. Herstelgericht werken kan hier een uitweg bieden.

En nu concreet!

Nadat ik mij verdiept had in herstelrecht en herstelgericht werken, ging ik op zoek hoe dit concreet vertaald kan worden naar de praktijk. Ik bezocht andere voorzieningen voor bijzondere jeugdzorg waar herstelgericht werken werd ingevoerd. Al deze informatie koppelde ik terug naar het team op mijn stageplaats. Samen besloten we om te beginnen met de methodiek van de proactieve cirkel. Deze methodiek wordt ook op scholen toegepast, om verbondenheid te stimuleren.

Een ingang naar herstelgericht werken

Waarom die keuze om te starten met de proactieve cirkel? Eerst en vooral geloof ik niet dat men herstelgericht werken invoert door het eenvoudig toepassen van een methodiek. Herstelgericht werken gaat namelijk om een gehele verandering van het leefklimaat. Het draait om het bevorderen van kernwaarden, zoals verbondenheid en respect. Dit kader stamt terug uit de traditie van de Maori’s, die geloofden in de kracht van de gemeenschap, om samen conflicten op te lossen.  Wanneer men dit kader vertaalt naar een pedagogische context, kan herstelgericht werken voorgesteld worden als een continuüm van herstelgerichte praktijken. Dit continuüm gaat van proactieve acties, die gericht zijn op het installeren en bevorderen van een positief leefklimaat, tot reactieve acties, die ingezet worden wanneer zich incidenten of conflicten voordoen, waarbij schade werd aangericht. Deze schade treft de hele gemeenschap, en daarom moet iedereen erbij betrokken worden om deze schade te herstellen.

De proactieve cirkel, wat is dat nu juist?

Wanneer men niet begint met het installeren van een positief leefklimaat, heeft het inzetten van herstelgerichte acties dus weinig zin. Volgens Ligand vzw is de proactieve cirkel een ideale manier om een positief leefklimaat te installeren. Het is een eenvoudige methodiek. Men gaat met een groep deelnemers in een kring zitten. Die kring staat symbool voor de gelijkwaardigheid van alle deelnemers, en de verbondenheid. Er wordt een vraag gesteld, en een voorwerp doorgegeven in de kring. Wie dat vast heeft, is aan het woord. De anderen luisteren. Om dit vlot te laten verlopen, zijn er enkele communicatieregels. Dit zijn:

  1. Geen feedback op feedback
  2. Elkaar niet onderbreken
  3. Je krijgt het woord, je neemt het niet
  4. Blijf bij de kern
  5. Gevoelens zijn persoonlijk

Ik ging hiermee dus aan de slag. Eerst stelde ik de proactieve cirkel voor aan het team, wat aanvankelijk werd onthaald op gemengde reacties. Er kwam kritiek op het formele karakter. Sommigen vonden dat de communicatieregels in ieder gesprek als vanzelfsprekend gevolgd moeten worden. Maar na het uitvoeren van de proactieve cirkel, waren de reacties overwegend positief. Ik kreeg groen licht om de methodiek ook met de jongeren uit te voeren.

Het eindpunt van de weg?

Ook van de jongeren kwamen er positieve reacties, maar ook enkele bedenkingen. Deze werden meegenomen door de begeleiders van mijn stageplaats. Mijn stage zat er ondertussen helaas op. Wanneer ik terugkijk op de weg die ik afgelegd heb, meen ik dat er nog maar een kleine stap gezet is in de richting van herstelgericht werken. Er is nog een lange weg af te leggen, maar de aanzet is gegeven. Mij lijkt het in ieder geval een veelbelovende aanpak, maar een hele uitdaging om die in te voeren op de dynamische setting van een OOOC!

Bibliografie

BIBLIOGRAFIEAgentschap Jongerenwelzijn (2012). Onderzoek naar werkzame methodieken binnen de bijzondere jeugdbijstand ter continuering van de hulpverlening die door agressie bedreigd wordt. Onderzoeksrapport in opdracht van de Vlaamse Overheid.Burssens, D. & Vettenburg, N. (2008). “Herstelgericht groepsoverleg in de Vlaamse schoolcontext”, Tijdschrift voor Jeugdrecht en Kinderrechten, 3-4(2008)9, 176-180.Choi, J.J., Bazemore, G. & Gilbert, M.J. (2012). “Review of research on victim’s experience in restorative justice: Implications for youth justice”, Children and Youth Services Review, 34(2012), 35-42.Ferwerda, H. & van Leiden, I. (2012). De schade hersteld? Een onderzoek naar herstelbemiddeling bij jeugdige delinquenten in Vlaanderen. Arnhem, Bureau Beke.Harinck, F. (2010). Basisprincipes praktijkonderzoek. Antwerpen – Apeldoorn, Garant.Hopkins, B. (2008). Restorative approaches in residential child care. London, National Children's Bureau.Kelly, R. (2013). “Making Circles, Making Peace”, Relational Child and Youth Care Practice, 26(2013)4, 74-76.Ligand (2013). De proactieve cirkel: een preventief antwoord op toenemend probleemgedrag. Uit: vorming Ligand over de proactieve cirkel.Littlechild, B. & Sender, H. (2010). The introduction of restorative justice approaches in young people’s residential units: A critical evaluation. London, NSPCCMarshall, T. (1999). Restorative Justice: An overview. London, Home Office.Peeters, J. (2003). Antisociale jongeren. Antwerpen, Garant.Raes, L. (2011). Kwaliteitshandboek vzw Jongerenhuis. Gent, Jongerenhuis vzw.Steiner, M. & Johnson, M. (2003). “Using Restorative Practices in Group Treatment”, Reclaiming Children and Youth, 12(2003)1, 53-57.Steunpunt Jeugdhulp (2011). Verslag van project “herstelgericht werken in voorzieningen” 2011 (online). Brussel, Steunpunt Jeugdhulp. www.steunpuntjeugdhulp.be, geraadpleegd op 15/03/2014.Steunpunt Jeugdhulp (2012). Herstelrecht in een pedagogische context (online). Brussel, Steunpunt Jeugdhulp. www.steunpuntjeugdhulp.be, geraadpleegd op 02/03/2014.Van Alphen, M.F. (2012). Incidenten op school als leermoment (online). www.markusvanalphen.com, geraadpleegd op 05/04/2014.Van Alphen, M.F., & Klein Bog, B.F.J. (2008). De Rol van Schaamte bij Herstelgericht Werken. Lelystad, Inspiration Development.Vanfraechem, I. (2006). Herstelgericht groepsoverleg: een constructief antwoord voor ernstige jeugddelinquentie. Brugge, Die Keure.Van Holen, F. & Vanderfaeillie, J. (2010). Geweldloos verzet. Kiezen voor een waakzame en warme opvoeding. Alert,4, 70-77.Wachtel, T. & McCold, P. (2001) Restorative justice in everyday life. In Strang, H. & Braithwaite, J. (Eds.) Restorative justice and civil society. Cambridge, Cambridge University Press, 114-129.Walgrave, L. (2000). Met het oog op herstel. Bakens voor een constructief jeugdsanctierecht. Leuven, Universitaire Pers Leuven.Walgrave, L. (2012). Jeugddelinquentie in perspectief. Met een koel hoofd naar een geïntegreerde aanpak. Mechelen, Kluwer.47Walgrave, L. & Vettenburg, N. (2006). Herstelgericht groepsoverleg. Nieuwe wegen in de aanpak van jeugddelinquentie en tuchtproblemen. Leuven, Lannoo.Ward, T. & Langlands, R.L. (2008). “Restorative justice and the human rights of offenders: convergences end divergences”, Agression and Violent Behavior, 13(2008), 355-372.Willmott, N. (2007). A review of the use of restorative justice in children’s residential care. London, National Children’s Bureau.www.jongerenhuis.be

Universiteit of Hogeschool
Algemene orthopedagogie
Publicatiejaar
2014
Kernwoorden
Share this on: