De herformulering van de G-plek: Het clitoraal - urethraal - vaginaal complex

Fleur Roothans
Persbericht

De herformulering van de G-plek: Het clitoraal - urethraal - vaginaal complex

 

DE HERFORMULERING VAN DE G-PLEK: HET CUV – COMPLEX

G-plek, C-plek,  A-, U- of K-plek… What’s in a name?

Vrouwelijke seksualiteit is voor velen onder ons een raadsel. Eén van de mysteries is de befaamde G-plek. Over het bestaan ervan is reeds veel gedebatteerd. Zowel wetenschappers, vrouwen, als de media hebben er een mening over. ‘Zoeken naar je G- spot’, ‘De ontdekking van de G-plek’, ‘Wat is de G-plek?’, het zijn courante titels die we allen wel eens hebben gelezen in populaire weekbladen, kranten of  websites.  Soms worden andere termen gebruikt zoals de C-, A-, U-, of K-plek. Er zijn believers en non – believers, maar dat er iéts moet zijn, is moeilijk te ontkennen. Recent is er sprake van een verandering in de onderzoeksliteratuur over dit onderwerp. Men praat niet meer over een zogenaamde plek, maar is daarentegen overtuigd van een erotische zone. Deze zone kreeg de naam het CUV – complex. Het CUV – complex staat voor het clitoraal – urethraal (verwijzend naar de urinebuis) – vaginaal complex. In wat volgt gaan we dieper in op het tot stand komen van het CUV – complex.

Het begon allemaal bij de zoektocht naar de G-plek, die een lange geschiedenis kent. In feite is de plek vernoemd naar Ernest Gräfenberg die in 1950 als eerste een erogene zone lokaliseerde in de vagina. Hij ontdekte dat de urethra, de urinebuis, vergroot tijdens seksuele stimulatie. Stimulatie van deze plaats zou leiden in een hoog niveau van seksuele opwinding en  een  krachtig  orgasme.  Vrouwen  verschillen  echter  enorm  in  het  type  van  genitale stimulatie dat meestal tot een orgasme leidt. Bij sommigen is prikkeling  van de clitoris noodzakelijk. Anderen hebben genoeg aan vaginale stimulatie. Dit kan manueel, door de penis of door een seksspeeltje. Door het verschil in type stimulatie maakt men soms het onderscheid tussen het vaginaal en het clitoraal orgasme. Hierover had men reeds in de late jaren 1800 een mening. Freud vond dat een clitoraal orgasme een teken was van onvolwassenheid en zag een vaginaal orgasme als teken van een betere mentale gezondheid. Tegenwoordig beseft men dat dit laatste onzin is. Wat vooral belangrijk is, is dat vrouwen leren dat de vagina, naast de clitoris, een mogelijke bron van seksueel plezier is. Aandacht van de media en school voor dit onderwerp kan hieraan bijdragen.

Het bestaan van de G-plek is niet vrij van kritiek. Sommigen zijn van mening dat ze niet bestaat. Anderen hebben het over een zeer lokale of net een verspreide plek. In wat volgt zal blijken dat al deze voor- en tegenstanders in feite deels gelijk hebben. Het is namelijk beter te spreken over het CUV – complex. Je kan zeggen dat er dus geen G-plek bestaat, of dat het gebied de G-plek omvat. Het CUV – complex bestaat uit de clitoris, de urethra en de vagina. Deze drie gebieden worden nu één voor één besproken.

De glans, of top, van de clitoris is het gebied waar de meeste kleine zenuwen zich bevinden. Dit toont aan dat dit een gevoelige plaats is. Tijdens stimulatie daalt een deel van de clitoris af waardoor deze meer contact maakt met de bovenkant van de vagina. De bovenste wand van de vagina komt op haar beurt hoger te liggen om diepere penetratie mogelijk te maken. Dit kan deels de verhoogde gevoeligheid verklaren. Tenslotte vergroten de urethra en de clitoris tijdens seksuele opwinding. Doordat de clitoris en de vagina naar elkaar toe bewegen en zij samen met de urethra bovendien vergroten, komen deze structuren dichter bij elkaar te liggen. Wanneer de penis in de vagina komt, worden op deze manier de drie structuren gestimuleerd wat voor genot kan zorgen. Hoe dichter deze structuren bij elkaar liggen, hoe meer druk de penis erop kan uitoefenen tijdens seksuele betrekkingen. De vagina, clitoris en de urethra vormen het gebied waar men vroeger de G-plek lokaliseerde. Eerder dan een specifieke plek, blijkt de G-plek een complex anatomisch gebied te zijn aan de bovenzijde van de vagina dat in verbinding staat met de omgevende structuren van de urethra en de clitoris.

De nieuwe kennis die in deze masterproef is samengevat, is van belang voor zowel de seksualiteitsbeleving van vrouwen, als hun partners en de medische wereld. Wanneer vrouwen en hun partners geïnformeerd worden over het CUV – complex kan dit een uitbreiding betekenen voor hun seksuele repertoire. Medici kunnen op hun beurt rekening houden met het CUV – complex tijdens onderzoeken of operaties om zo de seksuele functie van de vrouw maximaal te bewaren. Een praktisch voorbeeld is om het standaard gynaecologisch onderzoek met speculum (in de volksmond de eendenbek) voortaan uit te voeren door de zijdelingse wanden van de vagina van elkaar te scheiden, in plaats van de onderste en de bovenste wand. Op die manier wordt enige schade aan het CUV – complex vermeden.

Los van dit alles mag het CUV – complex de dagelijkse seksualiteit van de vrouw niet domineren. Om met de woorden van gynaecoloog – onderzoeker Susan Oakley af te sluiten:

“Nonetheless, it’s not a cause for concern. … What matters most is determining what YOU need and sharing that with your partner.”

Bibliografie

 

Bancroft, J., & Graham, C. A. (2011). The varied nature of women’s sexuality: Unresolved  issues and a theoretical approach. Hormones and Behavior, 59, 717 – 729.

Barlow, D. H. (1986). Causes of sexual dysfunction: the role of anxiety and cognitive   interference. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 54, 140 – 148.

Basson, R. (2001). Human sex-response cycles. Journal of Sex & Marital Therapy, 27, 33 –  43.

Brody, S. (2007). Intercourse orgasm consistency, concordance of women’s genital and subjective sexual arousal, and erotic stimulus presentation sequence. Journal of Sex  & Marital Therapy, 33, 31 – 39.

Brody, S., Klapilova, K., & Krejcova, L. (2013). More frequent vaginal orgasm is associated with experiencing greater excitement from deep vaginal stimulation. Journal of Sexual  Medicine, 10, 1730 – 1736.

Buisson, O., & Jannini, E. A. (2013). Pilot echographic study of the differences in clitoral  involvement following clitoral or vaginal sexual stimulation. Journal of Sexual  Medicine, 10, 2734 – 2740.

de Boer, B. J. (2013). De seksuele respons. Verkregen op 20, november, 2013 van http://www.spreekuurthuis.nl/themas/erectieproblemen/informatie/het_verloop_van_d  e_seksualiteit/de_seksuele_respons.

Dwyer, P. L. (2012). Skene's gland revisited: function, dysfunction and the G spot.  International Urogynecology Journal, 23, 135 - 137.

Enzlin, P. (2012). Inleiding tot de klinische seksuologie [cursustekst]. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven.

Foldes, P., & Buisson, O. (2007). Clitoris et point G: liaison fatale. Gynécologie, Obstétrique  & Fertilité, 35, 3 – 5.

Georgiadis, J.R., Kringelbach, M. L. (2012). The human sexual response cycle: brain imaging evidence linking sex to other pleasures. Progress in Neurobiology, 98, 49 –

  81.

Gijs, L., Gianotten, W.L., Vanwesenbeeck, I., & Weijenborg, P.T.M. (2009). Seksuologie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Gravenberg E. (1950). The role of the urethra in female orgasm. International Journal of Sexuology, 3, 145 -148.

Gravina, G. L., et al. (2008). Measurement of the thickness of the urethrovaginal space in women with or without vaginal orgasm. Journal of Sexual Medicine, 5, 610 – 618.

Hicks, D. L. (2001). Understanding the G-spot and female sexuality. USA: Universal Publishers

Hines, T. M. (2001). The G-spot: a modern gynecologic myth. American Journal of Obstetrics & Gynecology, 185, 359 – 362.

Kilchevsky, A., Vardi, Y., Lowenstein, L., & Gruenwald, I. (2012). Is the female G-spot truly a distinct anatomic entity? The Journal of Sexual Medicine, 9, 719 - 726.

King, R., Belsky, J., Mah, K., & Binik Y. (2011). Are there different types of female orgasm? Archives of Sexual Behaviour, 40, 865 – 875.

Kingsberg, S. A., Iglesia, C. B., Kellogg, S., & Krychman, M. L. (2011). Handbook on Female Sexual Health and Wellness. Oakland: Association of reproductive health

  professionals.

Komisaruk, B. R., Wise, N., Frangos, E., Liu, W. C., Allen, K., Brody, S. (2011). Women’s clitoris, vagina, and cervix mapped on the sensory cortex: fMRI evidence. Journal of  Sexual Medicine, 8, 2822 – 2830.

Levin, R. J. (2002). The physiology of sexual arousal in the human female: a recreational and procreational synthesis. Archives of Sexual Behavior, 31, 405 – 411.

Magnin, G., (2010). Le point G existe-t-il?, Gynécologie, Obstétrique & Fertilité, 38, 778 -  780.

Meston, C. M., Levin, R. J., Sipski, M. L., Hull, E. M., Heiman, J. R. (2004). Women’s orgasm. The Annual Review of Sex Research, 15, 173 – 257.

Oakley, S. H., Mutema, G. K., Crisp, C. C., Estanol, M. V., Kleeman, S. D., Fellner, A. N., & Pauls, R. N. (2013). Innervation and histology of the clitoral-urethal complex: a cross-sectional cadaver study. Journal of Sexual Medicine, 10, 2211 – 2218.

O’Connell, H. E., Eizenberg, N., Rahman, M. Cleeve, J. (2008). The anatomy of the distal vagina: towards unity. Journal of Sexual Medicine, 5, 1883 – 1891.

O’Connell, H. E., Hutson, J. M., Anderson, C. R., & Plenter, R. J. (1998). Anatomical relationship between urethra and clitoris. The Journal of Urology, 159, 1892 – 1897.

O'Connell, H. E., Sanjeevan, K. V., Hutson, J. M. (2005). Anatomy of the clitoris. The Journal of Urology, 174, 1189 - 1195.

Ostrzenski, A. (2012). G-spot anatomy: a new discovery. The Journal of Sexual Medicine, 9,  1355 – 1359.

Pastor, Z. (2013). Female ejaculation orgasm vs. coital incontinence: a systematic review. Journal of Sexual Medicine, 10, 1682 – 1691.

Puppo, V. (2013). Anatomy and physiology of the clitoris, vestibular bulbs, and labia minora with a review of the female orgasm and the prevention of female sexual dysfunction. Clinical Anatomy, 26, 134 – 152.

Puppo, V. (2012). The Gräfenberg spot (G-spot) does not exist. International UrogynecologyJournal, 23, 247.

Puppo, V. (2011). Embryology and anatomy of the vulva: the female orgasm and women's  sexual health. European Journal of Obstetrics & Gynecology and Reproductive  Biology, 154, 3 – 8.

Puppo, V., & Gruenwald, I. (2012). Does the G-spot exist? A review of the current literature. International Urogynecology Journal, 23, 1665 – 1669.

Rees, M. A., O’Connell, H. E., Plenter, R. J., & Hutson, J. (2000). The suspensory ligament  of the clitoris: connective tissue supports of the erectile tissues of the female urogenital region. Clinical Anatomy, 13, 397 – 403.

Shafik, A., El Sibai, O., Shafik, A. A., Ahmed, I., & Mostafa, R. M. (2004). The electrovaginogram: study of the vaginal electric activity and its role in the sexual act and disorders. Archives of Gynecology and Obstetrics, 269, 282 – 286.

Song, Y. B., Hwang, K., Kim, D. J., Han, S. H. (2009). Innervation of vagina: microdissection

  and immunohistochemical study. Journal of Sex and Marital Therapy, 35, 144 – 153.

Suh, D. D., Yang, C. C., Cao, Y., Heiman, J. R., Garlang, P. A., & Maravilla, K. R. (2004). MRI of female genital and pelvic organs during sexual arousal. Journal of  Psychosomatic Obstetrics & Gynecology, 25, 153 – 162.

Sundahl, D. (2003). Female ejaculation and the G-spot. Alameda: Hunter House Inc.

Tervoort, M. J., & Jüngen, IJ. D. (2009). Medische fysiologie en anatomie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Thabet, S. M. A. (2013). New findings and concepts about the G-spot in normal and absent vagina: precautions possibly needed for preservation of the G-spot and sexuality  during surgery. Journal of Obstetrics and Gynecology Research, 39, 1339 – 1346.

Thabet, S. M. (2009). Reality of the G-spot and its relation to female circumcision and vaginal  surgery. Journal of Obstetrics and Gynecology Research, 35, 967 – 973.

Wallen, K., & Lloyd, E. A. (2011). Female sexual arousal: genital anatomy and orgasm in  intercourse. Hormonal Behavior, 59(5), 780 – 792.

Yang, C. C., Cold, C. J., Yilmaz, U., Maravilla, K. R. (2005). Sexually responsive vascular  tissue of the vulva. BJU International, 97, 766 – 772.

Zaviacic, M., & Ablin, R. J. (1998). The female prostate. Journal of the National Cancer Institute, 90, 713.

Universiteit of Hogeschool
Master in de Seksuologie
Publicatiejaar
2014
Kernwoorden
Share this on: