Law as Necessity - Een antwoord op een gefragmenteerd recht?

Dries Cools
Persbericht

Law as Necessity - Een antwoord op een gefragmenteerd recht?

Een recht zonder gemeenschap?

Hoe is het gesteld met de staat  van ons recht?  Deze vraag stelt Dries Cools, student aan de KULeuven, zich in zijn masterproef filosofie.  Vormt ons recht een expressie van waar onze gemeenschap voor staat, zoals de Amerikaanse rechtsfilosoof Ronald Dworkin stelt?  In zijn thesis verdedigt Dries Cools de stelling dat Dworkins theorie weliswaar opgaat voor ons klassieke grondwettelijk en burgerlijk recht, maar minder voor het recht dat ontstaan is na de Tweede Wereldoorlog: het sociaal recht en het recht van de markt.

Ronald Dworkin

Wat zegt de theorie van Dworkin?  Waarom is onze gemeenschap zo belangrijk om ons recht te begrijpen?  Voor Dworkin is de plicht om de wet na te leven een plicht die we aan de medeburgers van onze gemeenschap verplicht zijn.  We zijn onze medeburgers dat verplicht omdat we allen tot dezelfde politieke gemeenschap behoren.   Net zoals je een speciale verantwoordelijkheid hebt voor je broer of je moeder omdat je tot dezelfde familie behoort, zo heb je volgens Dworkin ook speciale verantwoordelijkheden tegenover je medeburgers.  Je rijdt niet door het rood licht en je betaalt belastingen omdat je beseft dat die regels niet zomaar lukraak zijn.  Ze geven uitdrukking aan de waarden waarop je gemeenschap gebouwd is.  Ook al ga je niet akkoord met elke wet, toch word je verondersteld die wet te respecteren omdat ze de dieperliggende keuzes van de gemeenschap reflecteert.

Het klassiek recht

In zijn thesis confronteert Dries Cools de theorie van Dworkin met de evolutie van het Belgisch en het Europees recht de laatste 200 jaar.  De Belgische en andere westerse rechtsordes werden in de nasleep van de Franse Revolutie uitgebouwd op basis van de principes van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid.  Ook al valt het niet te ontkennen dat  de maatschappelijke realiteit vaak ver staat van de idealen van het klassiek recht, toch is volgens Cools dit recht opgebouwd als een zoektocht naar de waarden waar de Natie voor staat.  De principes waar de negentiende-eeuwse naties voor staan, worden in het recht consistent uitgebouwd in de onderscheiden takken van het recht.  Wat betekent gelijkheid in het contractenrecht?  Wanneer kunnen fundamentele mensenrechten ingeperkt worden op grond van het algemeen belang van de Natie?  Dit zijn enkele grote discussies uit het klassieke recht.

Het sociaal recht

Omdat de discrepantie tussen recht en werkelijkheid in het geïndustrialiseerde Europa steeds schrijnender wordt, ontstaat in de loop van de 20ste eeuw een nieuw type recht: het sociaal recht, bestaande uit het arbeidsrecht en het sociale zekerheidsrecht.  Na de Tweede Wereldoorlog neemt dit nieuwe recht een hoge vlucht.  Waar in het klassieke recht de idee van vrijheid centraal staat, staat in deze rechtsorde de idee van bescherming centraal.  Het nieuwe recht streeft ernaar de arbeider een gewaarborgd inkomen en een bescherming tegen onzekerheid te geven.  Het sociaal recht slaagt dan wel deels in deze opdracht, toch gaat dit ten koste van  de idee van gemeenschap, die afwezig is in dit nieuwe recht.  Het sociaal recht deelt de samenleving op in nieuwe groepen: werkgevers, werknemers, zorgbehoevenden, zelfstandigen enz.  Het sociaal recht komt tot stand als een getouwtrek tussen deze groepen.  Het uiteindelijke resultaat van het recht is een compromis tussen confronterende belangen.  De idee van het algemeen belang staat daarbij onder druk.  De uitbouw van dit recht is dus geen zoektocht naar de fundamentele principes waar de gemeenschap voor staat, maar belichaamt integendeel een conflictmodel.  Dit heeft tot gevolg dat het sociaal recht niet altijd principevast is.  Sommige bevolkingsgroepen krijgen een betere sociale bescherming dan andere groepen, ondanks gelijke bijdrageverplichtingen.  Denk maar aan de vaak bekritiseerde ongelijke behandeling tussen arbeiders en bedienden, of tussen werknemers en zelfstandigen.  Hoe meer het recht het belang van deze categorische indeling van de maatschappij versterkt, hoe meer de idee van de ene politieke gemeenschap onder druk komt te staan.

Het recht van de Markt

In de latere decennia van de 20ste eeuw ontstaat er met de uitbouw van de Europese Unie een derde type recht: het recht van de Markt.  Eigen aan dit recht is dat het een duidelijke beleidsagenda nastreeft: de realisatie van de perfecte markt.   Het efficiëntiediscours van het recht van de markt sluipt alle branches van het recht binnen.  Dit discours stelt niet alleen de beschermingsidee van de sociaaleconomische rechtsorde in vraag, maar riskeert ook een andere invulling te geven aan de principes die zo eigen zijn aan de klassieke rechtsorde.  Moet vrijheid van meningsuiting niet beperkter opgevat worden wanneer de mening in kwestie de economie schaadt?  Moet een verblijfsvergunning niet makkelijker toegekend worden aan een Amerikaanse CEO dan aan een Nigeriaanse poetshulp?  De introductie van het recht van de markt brengt met zich mee dat klassieke, reeds lang bestaande rechten makkelijker toegekend worden wanneer het duidelijk is dat zij de economie ten goede komen.

De rechtstaat in gevaar?

Het recht zoals het we het vandaag kennen in België en Europa bevindt zich op het kruispunt van drie conflicterende logica’s: de principiële logica van de klassieke rechtsorde, de idee van bescherming voor de onderscheiden sociaaleconomische groepen en de idee van marktefficiëntie.  Deze laatste idee is volgens Cools op dit ogenblik het meest dominant.  Dat is niet zonder risico’s.  Riskeren de grondwettelijke principes van vrijheid en de mensenrechten niet onder controle te komen van de macro-economische imperatief van een zo efficiënt mogelijke economie?  Niet toevallig worden vandaag regels die de overheidsschuld moeten beperken ingeschreven in nationale grondwetten.  Zijn deze regels betreffende een goede staatshuishouding dan belangrijker dan de grondwettelijke principes die onze gemeenschap vorm geven?  Volgens Cools is ons recht steeds minder geworteld in onze gemeenschap.  Gaandeweg wordt het streefdoel van het recht om de gemeenschap aan de hand van fundamentele principes vorm te geven vervangen door een macro-economische beleidsagenda.  Dat is niet zonder mogelijk gevaar voor onze rechtstaat: Het uiteindelijke doel van het recht – de bescherming van de burger tegen machtsmisbruik door de overheid – riskeert ondergeschikt te raken aan de realisatie van de perfecte markt.

Bibliografie

Primaire literatuur

Dworkin, Ronald, Law’s Empire, Cambridge, Harvard University Press, 1986.

Secundaire literatuur

Arendt, Hannah Arendt, Vita Activa, Amsterdam, Boom, 1994, derde druk.

Beitz, Charles, The Idea of Human Rights, Oxford, Oxford University Press, 2009.

Blanpain, Roger, Arbeidsrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2004.

Coase, Ronald, ‘The problem of social cost’, Journal of Law and Economics, October 1960.

Cooter, Robert en Ulen, Thomas Ulen, Law and Economics, Boston, Addison Wesley, 2007, 5de druk.

Dworkin, Ronald, ‘What is Equality? Part 2: Equality of resources’, Philosophy & Public Affairs, Vol. 10, No. 4, 1981.

Dworkin, Ronald, Justice for Hedgehogs, Cambridge, Harvard University Press, 2011.

Elhauge, Einer en Geradin, Damien, Global Competition Law and Economics, Oxford, Hart.

Foucault, Michel, Society must be defended, Lectures at the Collège de France, Londen, Penguin, 1975-76.

Habermas, ‘Three Normative Models of Democracy’, Constellations, vol.1, No. 1, 1994.

Lenaerts, Koen en Van Nuffel, Piet, European Union Law, Londen, Sweet & Maxwell, 2011 (derde editie).

Marx, Karl en Engels, Friedrich, Het communistisch manifest, Amsterdam, Pegasus, 1979 (17de druk).

Robert, Jacques Robert en Duffar, Jean Duffar, Droits de l’homme et libertés fondamentales, Parijs, Montchrestien, 1999 (7de editie).

Sanders, Luc Sanders en Devos, Carl Devos (eds.), Politieke ideologieën, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2008.

Sieyès, Emmanuel-Joseph, ‘Qu’est-ce que le Tiers Etat?’ in Emmanuel-Jospeh Sieyès, Ecrits politiques, Roberto Zapperi (ed), Brussel, Editions des Archives Contemporaines.

Van Langendonck, Jef en Put, Johan, Handboek Sociale Zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2002.

Universiteit of Hogeschool
Master in de Wijsbegeerte
Publicatiejaar
2013
Share this on: