Sociale activering, een bevraging naar beleving

Joke Nyssen
Persbericht

Sociale activering, een bevraging naar beleving

 

Sociale activering, een bevraging naar beleving

U kent de plek wel. Of indien u er zelf nog niet bent geweest, hebt u er vast al één en ander over gehoord. Druggebruik, overlast, grootschalige politieacties,... het zijn slechts enkele begrippen die we linken aan het “beruchte” De Coninckplein in Antwerpen. Het Activeringsproject Harde Kern Druggebruikers, een deelwerking van vzw Free Clinic en sinds 2004 actief in de buurt, zet kleine en korte, zowel ontspannende, educatieve als arbeidsmatige acties en projecten op om haar prioritaire doelgroep – “een harde kern van druggebruikers” – te betrekken op en activeren in het nemen van initiatieven ten gunste van de buurt en de omgeving. Door middel van een laagdrempelig aanbod aan activiteiten, op korte of langere termijn, streeft ze naar de (re)integratie van haar doelgroep in de samenleving en het bevorderen van de aanvaarding van de doelgroep door die samenleving.

In haar bachelorscriptie vertrekt Joke Nyssen van de vaststelling dat laagdrempelige werkvormen binnen de sociale sector meer en meer onder vuur komen te liggen in een steeds harder en complexer wordende samenleving, gefocust op voorwaarden, rechten en plichten. Zo is ook het Activeringsproject, waar Nyssen stage liep, ertoe gebonden resultaten voor te leggen aan haar beleid en subsidierende instantie. Haar scriptie vormde het startpunt in een zoektocht naar deze resultaten. Ze ging op zoek naar een antwoord op de vraag: Wat is sociale activering en hoe wordt die beleefd door de doelgroep van Buro Aktief, deelproject van het Activeringsproject Harde Kern Druggebruikers in de Atheneumbuurt?

“Sociale activering is het verhogen van de maatschappelijke participatie en het doorbreken van sociaal isolement door maatschappelijk zinvolle activiteiten te ondernemen, die eventueel een eerste stap op weg naar betaald werk kunnen zijn”. Met deze definitie van het Sociaal en Cultureel Planbureau in Nederland op zak, ging Nyssen op zoek naar hoe ‘de gasten’ – zo benoemt de werking haar doelgroep – deze sociale activering beleven, binnen het project. Ze peilt daarbij naar het aanbod waar de doelgroep aan deelneemt en hoe ze tot bij dat aanbod is gekomen; de intiële en huidige motivatie om deel te nemen aan Buro Aktief; de beleving van de aanpak met betrekking tot onvoorwaardelijkheid en laagdrempelig werken en, tenslotte, naar de effecten ten aanzien van zichzelf en de buurt. We zetten de belangrijkste bevindingen hieronder op een rijtje.

Buro Aktief focust zich op gasten die graag willen werken maar geen aansluiting vinden bij de reguliere arbeidsmarkt of arbeidszorgprojecten. Gasten gaan een verbintenis aan via een vrijwilligerscontract en krijgen een vrijwilligersvergoeding van 8 euro per dagdeel, met een maximum van twee dagdelen per week. Het (h)erkennen van krachten staat centraal. De werkopdrachten fungeren als insteek voor sociale activering en als hefboom naar sociale integratie en welzijn. Het project wil haar doelgroep in eerste plaats de kans bieden om positieve ervaringen op te doen en kadert aldus binnen de sociale activering en maatschappelijk herstel en niet binnen tewerkstelling.

Gepeild naar hoe gasten tot bij dit aanbod geraken, blijkt dat in een leefwereld waar overleven en vaak ook gebruik centraal staan, het financiële aspect – 8 euro per opdracht! – een niet te onderschatten rol speelt. Doch is het voor de meesten niet de enige motivatie om deel te nemen aan het project. “Ik kan een motivatie vinden voor mijn leven”, “Ik ben rustiger geworden”, “Ik ben bezig, ik zit niet stil”, “Het geeft structuur”,... het zijn slechts enkele reacties die Nyssen kreeg op de vraag “Wat heeft Buro Aktief voor jou veranderd?”. Deze vaststelling wordt kracht bijgezet door het feit dat maar liefst 77% van de bevraagde Buro Aktievers deelneemt aan twee of meerdere activiteiten van het ruimere aanbod van het Activeringsproject, waar geen geld mee gemoeid is. Het tegengaan van verveling, het invullen van de dag of de week en het onderhouden van sociale contacten of het leren kennen van nieuwe mensen, blijken hierin belangrijke motivatoren. Ook de impact van de erkenning van opdrachtgevers is voor de meesten van groot belang. Het bewerkstelligen van een positievere kijk op de doelgroep door de ruimere omgeving – één van de doelstellingen van het Activeringsproject – bleek voor de gasten echter een abstract begrip. De vraag of dit, ondanks samenwerkingsverbanden met bewonersgroepen en ondersteuning van lokale initiatieven, te wijten is aan een gebrek aan interactie tussen doelgroep en omgeving werpt zich op. De kloof tussen gasten en de “gewone maatschappijmensen” blijkt in ieder geval groot.

Buro Aktief – die werkt volgens de principes van harm reduction – blijkt daarnaast een invloed te hebben op het gebruik van de meeste ‘gebruikende respondenten’. Voor de één betekent het project een stimulans in het verderzetten van niet-gebruik, de ander heeft dan weer ‘iets nodig’ om ’s ochtends ‘wakker en actief te worden’. De meesten echter houden er een aantal principes op na wat betreft de combinatie werk en gebruik. En hoewel de ervaring leert dat het niet evident is de eigen principes om te zetten in praktijk, blijken gasten wel degelijk pogingen te ondernemen of zijn ze er op z’n minst bereid toe, ook al wordt dat niet van hen verwacht. Een onvoorwaardelijke houding vanuit de werking speelt hierin een belangrijke rol.

Tenslotte tonen gasten een grote bereidheid om meer te werken. De begrenzing van het bedrag dat je officieel mag bijverdienen bovenop een uitkering, maakt dit onmogelijk. Ondanks overleg tussen Buro Aktief en sociale tewerkstellingsprojecten, blijken de te nemen drempels naar (sociale) tewerkstelling te hoog. De ervaring leert dat het ritme, de eisen en de voorwaarden in dezen nefaste factoren zijn. Nyssen pleit in dit kader enerzijds voor het actief verlagen van drempels binnen de (sociale) tewerkstelling en roept anderzijds op tot het aanvaarden van het feit dat sommige mensen niet verder zullen of kunnen komen. Of met de woorden van één van de medewerkers: “Voor ons is ‘niet verder kunnen’ geen reden om niet meer te investeren in mensen. Wij willen de mentale en fysieke ruimte creëren voor rust en geborgenheid, mensen positieve ervaringen laten opdoen en hen de mogelijkheid bieden tot reflectie. Je weet niet wat er dan gaat gebeuren, maar er KAN iets gebeuren”. Andere bevindingen en aanbevelingen leest u in de scriptie.

Bibliografie

AG VESPA als vastgoedbedrijf van de stad Antwerpen. (z.d). Stad Antwerpen. Geraadpleegd op 23 juli 2012, http://www.antwerpen.be/eCache/ABE/80/30/320.Y29udGV4dD04MDM0MDg2.html

Boucké, T., De Vos, P., Devos, C., & Lesage, D. (2001). De stille revolutie van de globalisering en de Derde Weg: Bedenkingen bij de activering van de Belgische welvaartstaat. Gent: Universiteit Gent.

Claessens, P., Huijgens, D., Martens, L., Thery, I., Van Damme, F. & Wellens, M. (2012). Jaarverslag 2011: Activeringsproject Harde Kern Druggebruikers, Buro Aktief, Spuitenpatrouille. Antwerpen: z.u.

De Antifabrick. (2012). Autonoom centrum “De Antifa-brick”. Geraadpleegd op 9 augustus 2012, http://www.bloggen.be/antifabrick/archief.php?ID=1262652

De Coninckplein en Permekesite: Het kloppende hart van Antwerpen-Noord. (z.d.). Stad Antwerpen. Geraadpleegd op 23 juli 2012, http://www.antwerpen.be/eCache/ABE/80/37/641.Y29udGV4dD04MDM0MTI4.html

De Maeseneire, I. & Kinable, H. (2003). Harm reduction: basisinfo|dossier. Brussel: Vereniging voor alcohol en Andere Drugproblemen.

De Sleutel. (z.d.) Drugs... De Sleutel. Geraadpleegd op 6 augustus 2012, http://www.desleutel.be/overdesleutel

Donckers, R., Martens, L., Tuteleers, P. & Wellens, M. (2005). Project Activering: projectdossier periode 1 juni t.e.m. 31 december 2004. Antwerpen: z.u.

Donckers, R., Martens, L., Tuteleers, P. & Wellens, M. (2007). Eindrapport 2004-2007: terug- en vooruitblik. Antwerpen: z.u.

Druetz, J., Franssen, A., Kuppens, J., Struyven L. & Van Dooren, G. (2012). Sociale activering, tussen actief burgerschap en betaalde arbeid: Een verkennend onderzoek naar de praktijk van sociale activering in de Belgische OCMW’s. Leuven: KU Leuven.

Free Clinic vzw. (z.d.) Free Clinic vzw: Deelwerkingen. Geraadpleegd op 11 augustus 2012, http://www.free-clinic.be/free-clinic/matrix%20vzw%202011.pdf

Free Clinic vzw: Jaarverslag 2010. (2011). Antwerpen: Free Clinic vzw.

Harm reduction. (z.d.). Free Clinic vzw. Geraadpleegd op 11 juli 2012, http://www.free-clinic.be/free-clinic/harm_reduction.html

Harm reduction: basisdossier. (z.d.). Vereniging voor alcohol en andere drugproblemen vzw. Geraadpleegd op 20 juli 2012, http://www.vad.be/alcohol-en-andere-drugs/onderzoek/dossiers/harm-reduction-basisinfo.aspx

Janssens, J. (2011). Het drugbeleid aan het ‘De Coninckplein’ in Antwerpen, met een focus op de beleving van bewoners en druggebruikers [bachelorproef]. Gent: Universiteit Gent.

Laevaert, T. (2009). Een harde noot in een zachte sector?: Een onderzoek naar processen van verharding in de activeringssector. [scriptie]. Antwerpen: Universiteit Antwerpen.

Malfiet, W., Saelens, S. & Vlaeminck, H. (2010). Social Casework in de 21ste eeuw: Een praktisch handboek voor professioneel hulpverlenen. Mechelen: Kluwer.

Malfroid, G. (2009). ‘The Homeless World Cup’: voetbal als vorm van sociale activering: Een casestudy van het ‘Activeringsproject Harde Kern Druggebruikers’ te Antwerpen-Noord. [eindverhandeling]. Brussel: Vrije Universiteit Brussel.

Meert, S. (2007). Sociale activering: een algemene schets en wat dit kan betekenen voor mensen in de psychiatrie. [eindwerk] Leuven: Katholieke Hogeschool Leuven.

Muyters heeft niet genoeg aan 100 dagen. (2004). De Standaard. Geraadpleegd op 11 augustus 2012, http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=GRG4AM46

Ooms, M. (2009). AG Vespa start op het De Conickplein. 2009: A’pen. Geraadpleegd op 23 juli 2012, http://apen.be/ag-vespa-start-op-coninckplein

Presentatiemap Buro Aktief. (z.d.). Antwerpen: z.u.

Sociale activering. (2012). Geraadpleegd op 10 augustus 2012, http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/socialeactivering.htm

Stedelijk Overleg Drugs Antwerpen. (z.d.). Stad Antwerpen. Geraadpleegd op 15 juli 2012, http://www.antwerpen.be/eCache/ABE/81/30/346.Y29udGV4dD04MDM1Mzk2.html

Stedenfonds. (2011). AG VESPA. Geraadpleegd op 12 augustus 2012. http://www.agvespa.be/projecten/fondsen/stedenfonds

Studiedag Buro Aktief. (z.d.) Antwerpen: z.u.

Tuteleers, P. (2007). Sociale activering: Exploratieve studie naar de achtergronden van het concept. Gent: Academia Press.

’t Vlot. (z.d.). ACW: Koepel van christelijke werknemersorganisaties regio Antwerpen. Geraadpleegd op 16 juli 2012, http://regio.acw.be/antwerpen/activiteiten/pagadder%2007/tvlot.htm

Van Cauwenberghe, A. (2003). Drugs: harm reduction is ook hulpverlening. Sociaal, welzijnsmagazine, jaargang 24 (6), pp. 10-11.

van der Pennen, T. (2003). Sociale activering: Een brug tussen uitkering en betaalde arbeid. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Wat is presentie? 2011: Stichting Presentie. Geraadpleegd op 29 juli 2012, http://www.presentie.nl/wat-is-presentie

Universiteit of Hogeschool
Sociaal-Agogisch werk: Maatschappelijk werk
Publicatiejaar
2012
Share this on: