Natuurlijk bevallen in het ziekenhuis - de rol van de vroedvrouw

Nele Schelstraete
Persbericht

Natuurlijk bevallen in het ziekenhuis - de rol van de vroedvrouw

Natuurlijk bevallen lijkt vandaag de dag een hot item te zijn door de steeds stijgende medicalisering van het geboorteproces. De cijfers van het SPE liegen er dan ook niet om want in 2008 beviel slechts 6% van de eerstbarenden zonder inleiding, epidurale verdoving, knip, kunstverlossing of keizersnede (SPE, 2009). Het beroepsprofiel van de vroedvrouw benadrukt echter op verschillende manieren één van haar belangrijkste taken: ‘de vroedvrouw als bewaker van de fysiologie’ (NRVR, 2006). Het lijkt dus belangrijk te zijn om antwoorden te vinden op de volgende vraag: wat kan de vroedvrouw doen in het ziekenhuis om de kansen tot een natuurlijke bevalling te optimaliseren?

De fysiologie is de sleutel tot een succesvolle natuurlijke bevalling. Dit kan men besluiten wanneer men verschillende fysiologische verloskundige processen bestudeert, zoals de ingenieuze werking van het hormoonstelsel (Bogaerts, Geerdens & Gooris, 2009; Buckley, 2004), de baarmoedertransformatie (Bruinse & Reuwer, 2002) en het baringsmechanisme (Bogaerts et al., 2009). De fysiologie lijkt in de dagdagelijkse praktijk echter soms te worden vergeten, daar de SPE-cijfers aantonen dat de natuurlijke bevalling in Vlaanderen een zeldzaamheid is geworden en medische interventies courant worden toegepast. Zo werd bij 32,8% van de vrouwen hun arbeid ingeleid, kreeg 67,7% van de vrouwen epidurale verdoving, werd bij 54,0% van de vrouwen een knip geplaatst, eindigde 10,3% van de bevallingen in een instrumentele verlossing en werden 19,4% van de kinderen geboren met behulp van een keizersnede (SPE, 2011).

Mogelijkheden in de zich steeds ontwikkelende medische technologie hebben de laatste decennia geleid tot een stijging van verloskundige interventies. Er kan echter worden aangetoond dat elk van vooraf genoemde medische interventies een vorm van ingrijpen is in het natuurlijke proces welke gepaard gaat met een risico op complicaties bij moeder en kind, wat dus zou moeten vermeden worden wanneer hiertoe geen medische indicatie aanwezig is (Buckley, 2004: NICE, 2004; NVOG, 2005; Walsh, 2007).

Met de kennis van het belang van de fysiologie enerzijds en de stijgende medicalisering in de Vlaamse verloskamers anderzijds, is het uitermate interessant om stil te staan bij de rol van de vroedvrouw. Uit haar beroepsprofiel lijkt het dan ook haar taak te zijn de fysiologie te beschermen (NRVR, 2006). Literatuurstudie toont aan dat de vroedvrouw over verschillende mogelijkheden beschikt om deze belangrijke taak in de praktijk te realiseren, of op zijn minst te optimaliseren. Zo kan men de natuurlijke bevalling meer kansen geven als men rekening houdt met optimale omgevingsfactoren, zoals het dimmen van licht en geluid (Buckley, 2004; Laureys, 2011; van Tuyl & Zwart, 2004). Ook speelt de pijnbenadering een grote rol. Zo kan je als vroedvrouw helpen om te werken met de baringspijn in plaats van de pijn te bestrijden (Leap en Anderson, 2008). Verdere factoren die een grote bijdrage kunnen leveren aan het creëren van optimale kansen voor het fysiologisch geboorteproces, zijn  het aanbieden van continue begeleiding (Carolan & Hodnett, 2007), het rekening houden met houding en beweging (Walsh, 2007; Romano & Lothian, 2008),…

Uit wetenschappelijke literatuur kan men veel wijsheden halen, maar hoe kan men beter een antwoord bekomen op een praktijkgerichte vraag dan door de Vlaamse vroedvrouw zelf aan het woord te laten. Daarom werd via een vragenlijst een antwoord gezocht op verschillende relevante vragen. De vragenlijst werd uitgedeeld in de vier Gentse ziekenhuizen en in totaal werden 46 ingevulde vragenlijsten opgehaald en verwerkt.

In eerste instantie werd aan de hand van stellingen gepolst naar de visie van de vroedvrouw op natuurlijk bevallen. Hieruit bleek dat 90% van de deelgenomen vroedvrouwen een positieve visie heeft op natuurlijk bevallen en zich kan vinden in uitspraken zoals ‘Als vroedvrouw ben ik de bewaker van de fysiologie. Ik zal er dan ook alles aan doen om de fysiologie tijdens arbeid en bevalling te bewaken en promoten.’ De vroedvrouwen gaven aan deze taak het best te kunnen vervullen door het koppel correct en volledig te informeren, niet-farmacologische pijnstilling aan te bieden en te streven naar one-to-one en continue begeleiding. Tenslotte werd het lage percentage natuurlijke bevallingen in de Vlaamse ziekenhuizen verklaard door de hedendaagse attitude in verband met pijn en door de organisatie van de verloskundige zorg in Vlaanderen.

Aan de vroedvrouwen werd ook gevraagd om suggesties te geven om deze oorzakelijke factoren te verbeteren, waardoor opnieuw werd gepolst naar de relevante vraag hoe de vroedvrouw denkt de natuurlijke bevalling in het ziekenhuis te optimaliseren. Als suggestie voor het veranderen van de hedendaagse attitude in verband met pijn werd frequent aangehaald dat het koppel informeren heel belangrijk is, door bijvoorbeeld informatie te geven over het fysiologisch geboorteproces, medische interventies met hun voor- en nadelen, en mogelijkheden om met pijn om te gaan. Hieruit kan worden besloten dat de deelnemende vroedvrouwen een groot belang hechten aan hun taak om informatie te geven, en het geloof dat men hiermee de natuurlijke bevalling meer kansen kan geven.

Over de factor organisatie van de verloskundige zorg in Vlaanderen werden verschillende suggesties ter verandering gegeven, waarbij er voornamelijk werd gereflecteerd op het beleid van de arts. Verschillende vroedvrouwen gaven aan dat hun beleid soms kan worden omschreven als technisch, niet fysiologisch, haastig door een te grote tijdsdruk en weinig geduldig. Vroedvrouwen die hierover kritisch reflecteerden, deden verschillende keren het voorstel om de fysiologische arbeid en bevalling te laten begeleiden door de vroedvrouw en pas bij pathologie door te verwijzen naar de arts.

Deze bachelorproef heeft kunnen omschrijven wat een natuurlijke bevalling inhoudt, waarom de fysiologie binnen het geboorteproces van uiterst groot belang is, hoe de medicalisering invloed kan hebben op de fysiologie en wat de vroedvrouw kan doen om de kansen tot een natuurlijke bevalling in het ziekenhuis te optimaliseren. Maar hiermee is dit onderwerp zeker niet afgesloten. Het concept natuurlijk bevallen zal zowel in theorie als in praktijk blijven leven waardoor verder onderzoek, bedenkingen en ontwikkeling van dit concept nodig is. Mijn hoop is dan ook dat deze bachelorproef de vroedvrouw zal aanzetten om de natuurlijke bevalling in het ziekenhuis optimale kansen te geven en hiermee één van haar belangrijkste taken te vervullen: de vroedvrouw als bewaker van de fysiologie.

Bibliografie

Schriftelijke bronnen

  • Bogaerts, A., Geerdens, L., & Gooris, F. (2009). Vroedkunde: normale baring en kraambed (2nd ed.). Antwerpen – Apeldoorn: Garant.
  • Bruinse, H., & Reuwer, P. (2002). Preventive support of labour: een uitdaging. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications B.V.
  • Bryant, H., & Yerby, M. (2004). Relief of pain during labour. In C. Henderson & S. Macdonald (Ed.), Mayes’ Midwifery: A textbook for midwives (13th ed.) (pp. 458-475). Londen: Baillière Tindall.
  • Buckley, S.J. (2004). Undisturbed birth – nature’s hormonal blueprint for safety, ease an ecstasy. MIDIRS Midwifery Digest, 14(2), 203-209.
  • Buckley, S.J. (2004). Undisturbed birth – nature’s hormonal blueprint for safety, ease an ecstasy. MIDIRS Midwifery Digest, 14(4), 353-359.
  • Cousserier, M. (2009). Voortplantingsstelsel. Gent: onuitgegeven cursus Arteveldehogeschool.
  • Decock, G., D’Hanis, H., Janssens, V., Nys, H., Peeters, E., Vancorenland, K., et al. (2009). Recht voor verpleegkundigen en vroedvrouwen. Mechelen: Kluwer.
  • Downe, S. (2008). Normal Childbirth: evidence and debate (2nd ed.). London: Churchill Livingstone.
  • Impey, L. (1999). Maternal attitudes to amniotomy and labor duration: a survey in early pregnancy. Birth, 26(4), 211-214.
  • Jacquemyn, Y., Michiels, I., & Martens, G. (2011). Electieve inductie van arbeid doet het aantal sectio’s toenemen bij laagrisico multipara. Tijdschrift voor Vroedvrouwen, 17(2), 81-83.
  • Kettle, C. (2004). The pelvic Floor. In C. Henderson & S. Macdonald (Ed.), Mayes’ Midwifery: A textbook for midwives (13th ed.) (pp. 476-491). Londen: Baillière Tindall.
  • Laureys, V. (2009). Fysiologie en psychologie van normale baring. Gent: onuitgegeven cursus Arteveldehogeschool.
  • Laureys, V. (2011). Perinatale begeleiding. Gent: onuitgegeven cursus Arteveldehogeschool.
  • Lauwers, L. (2009). Hormonaal stelsel. Gent: onuitgegeven cursus Arteveldehogeschool.
  • Leap, N., & Anderson, T. (2008). The role of pain in normal birth and the empowerment of women. In S. Downe (Ed.), Normal Childbirth: evidence and debate (2nd ed.) (pp. 29-46). London: Churchill Livingstone.
  • Lester, A. (2005). The argument for caseload midwifery. MIDIRS Midwifery Digest, 15(1), 27-30.
  • Martini, F.H., & Bartholomew, E.F. (2008). Anatomie en fysiologie – een inleiding (4th ed.). Amsterdam: Pearson Education Benelux.
  • McGeown, P. (2004). Induction of labour and post-term pregnancy. In C. Henderson & S. Macdonald (Ed.), Mayes’ Midwifery: A textbook for midwives (13th ed.) (pp. 862-875). Londen: Baillière Tindall.
  • Meakin, S. (2004). Procedures in obstetrics. In C. Henderson & S. Macdonald (Ed.), Mayes’ Midwifery: A textbook for midwives (13th ed.) (pp. 970-986). Londen: Baillière Tindall.
  • Nolan, M. (2004). Birth plans: a relic of the past or still a useful tool? In S. Wickham (Ed.), Midwifery: best practice 2 (pp. 102-104). London: Elsevier Limited.
  • Odent, M. (2004). Knitting Midwives for drugless childbirth? Midwifery Today, 71, pg 21-22.
  • Peate, I., & Hamilton, C. (2008). Becoming a midwife in the 21st century. Chichester: John Wiley & Sons.
  • Reyns, M. (2011). Perinatale gezondheidsvoorlichting en gezondheidspromotie. Gent: onuitgegeven cursus Arteveldehogeschool.
  • Rijckaert, D. (2010). Pathologische arbeid, baring en kraambed – Anesthesie en reanimatie. Gent: onuitgegeven cursus Arteveldehogeschool.
  • Robertson, A. (1997). The midwife companion. The art of support during birth. Camperdown: ACE Graphics.
  • Roose, M. (2010). Pré- en postoperatieve begeleiding bij gynaecologische pathologie – Verpleegkundige observaties en interventies bij patiënten met zorgen thv het urogenitaal stelsel. Gent: onuitgegeven cursus Arteveldehogeschool.
  • Sihwa, J., & Roth, C. (2004). Evidence-based practice. In C. Henderson & S. Macdonald (Ed.), Mayes’ Midwifery: A textbook for midwives (13th ed.) (pp. 48-64). Londen: Baillière Tindall.
  • Stroecken, G. (2000). Gezocht: pleitbezorgers voor het jonge kind. Wie beschermt zijn affectieve rechten? Leuven – Apeldoorn: Garant.
  • Timmers, L. (2011). Bespreking van de evidence based KCE richtlijnen. Tijdschrift voor Vroedvrouwen, 17(2), 76-80.
  • Van Everdingen, J.J.E., van den Eerenbeemt, A.M.M., Klazinga, N.S., & Pols, J. (Eds.). (2006). Pinkhof Geneeskundig woordenboek (11th ed.). Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
  • van Tuyl, T., & Zwart, M.C. (2004). Beter bevallen: handboek voor verloskundigen en verpleegkundigen. Houten : Bohn Stafleu van Loghum.
  • Walsh, D. (2007). Evidence-based care for normal labour and birth: a guide for midwifes. New York: Routledge.

 

 

 

 

Elektronische bronnen

 

  • Anim-Somuah, M., Smyth, R.M.D., & Howell, C.J. (2010). Epidural versus non-epidural or no analgesia in labour [Electronic version]. Cochrane Database of systematic review, Issue 4, Art. No.: CD000331. DOI: 10.1002/14651858.CD000331.pub2.
  • Baumgarder, D.J., Muehl, P., Fischer, M., & Pribbenow, B. (2003). Effect of labor epidural anesthesia on breast-feeding of healthy full-term newborns delivered vaginally [Electronic version]. Journal of the American Board of Family Practice, 16(1), 7-13.
  • Boyd, A. (2006). A childbirth educator speaks out for increased advocacy for normal birth [Electronic version]. The Journal of Perinatal Education, 15(1), 8-10.
  • Cammu, H., De Coen, K., Defoort, P., Landuyt, J., & Martens, G. (Eds.). (2007). Perinatale activiteiten in Vlaanderen 2006 [Electronic version]. Brussel: Studiecentrum Perinatale Epidemiologie.
  • Cammu, H., De Coen, K., Defoort, P., Martens, E., & Martens, G. (Eds.). (2009). Perinatale activiteiten in Vlaanderen 2008 [Electronic version]. Brussel: Studiecentrum Perinatale Epidemiologie.
  • Cammu, H., De Coen, K., Defoort, P., Martens, G., & Van Mol, C. (Eds.). (2003). Perinatale activiteiten in Vlaanderen 2002 [Electronic version]. Brussel: Studiecentrum Perinatale Epidemiologie.
  • Cammu, H., De Coen, K., Defoort, P., Martens, G., & Van Mol, C. (Eds.). (2005). Perinatale activiteiten in Vlaanderen 2004 [Electronic version]. Brussel: Studiecentrum Perinatale Epidemiologie.
  • Cammu, H., Defoort, P., Martens, E., Martens, G., & Van Mol, C. (Eds.). (2009). Perinatale activiteiten in Vlaanderen 2008 [Electronic version]. Brussel: Studiecentrum Perinatale Epidemiologie.
  • Cammu, H., Defoort, P., Martens, E., Martens, G., & Van Mol, C. (Eds.). (2011). Perinatale activiteiten in Vlaanderen 2010 [Electronic version]. Brussel: Studiecentrum Perinatale Epidemiologie.
  • Cammu, H., Martens, G., Ruyssinck, G., & Amy, J. J. (2002). Outcome after elective labor induction in nulliparous women: a matched cohort study [Electronic version]. American Journal of Obstetrics and Gynecology, 186(2), 240-244.
  • Carolan, M., & Hodnett, E. (2007). ‘With women’ philosophy: examining the evidence, answering the questions [Electronic version]. Nursing Inquiry, 14, 140-152.
  • Carolli, G., & Belizan, J. (2007) Episiotomy for vaginal birth [Electronic version]. Cochrane Database of Systematic Reviews, Issue 3, Art. No.: CD000081. DOI:10.1002/14651858. CD000081.
  • Darra, S. (2009). ‘Normal’, ‘natural’, ‘good’ or ‘good-enough’ birth: examining the concepts [Electronic version]. Nursing Inquiry, 16(4), 297-305.
  • DiFranco, J. (2009). Healthy Birth Practices. 5: Avoid giving birth on the back and follow the body’s urges to push. Geraadpleegd op 28 oktober 2011, op http://www.lamaze.org/ ChildbirthEducators/ResourcesforEducators/CarePracticePapers/NonsupinePositions/tabid/485/Default.aspx
  • Dublin, S., Lydon-Rochelle, M., Kaplan, R. C., Watts, D. H., & Critchlow, C. W. (2000). Maternal and neonatal outcomes after induction of labor without an identified indication [Electronic version]. American Journal of Obstetrics and Gynecology, 183(4), 986-994.
  • Fauveau, V., & de Bernis, L. (2006). ‘Good obstetrics’ revisited: too many evidence-based practices and devices are not used [Electronic version]. International Journal of Gynecology and Obstetrics, 94, 179-184.
  • Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg [KCE]. (2010). Richtlijn voor goede klinische praktijk bij laag risico bevallingen: KCE reports 139A [Electronic version]. Brussel: Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg.
  • Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg [KCE]. (2011). Over KCE. Geraadpleegd op 15 oktober 2011, op http://www.kce.fgov.be/index_nl.aspx?SGREF=5285
  • Goer, H., Leslie, M.S., & Romano, A. (2007). The Coalition for Improving Maternity Services: Evidence basis for the ten steps of mother friendly care. Step 6: Does not routinely employ practices, procedures unsupported by scientific evidence [Electronic version]. The Journal of Perinatal Education, 16(1), 32S-64S.
  • Green, J. (2006). Why do women go along with this stuff? Roundtabel discussion: part 1 [Electronic version]. Birth, 33(2), 154-158.
  • Green, J., & Hotelling, B.A. (2009). Healthy Birth Practices. 3: Bring a love one, friend, or doula for continuous support. Geraadpleegd op 21 januari 2012, op http://www.lamaze.org/ChildbirthEducators/ResourcesforEducators/CarePracticePapers/ContinuousSupport/tabid/486/Default.aspx
  • Gülmezoglu, A.M., Crowther, C.A., & Middleton, P. (2006). Induction of labour for improving birth outcomes for women at or beyond term [Electronic version]. Cochrane Database of systematic reviews, Issue 4, Art. No.: CD004945. DOI: 10.1002/14651858.CD004945.pub2.
  • Hodnett, E.D., Gates, S., Hofmeyr, G.J., & Sakala, C. (2007). Continuous support for women during childbirth [Electronic version]. Cochrane Database of systematic reviews, Issue 3, Art. No.: CD003766. DOI: 10.1002/14651858.CD003766.pub2.
  • Johanson, R. & Lucking, L. (2001). Evidence-based medicine in obstetrics [Electronic version]. International Journal of Gynecology and Obstetrics, 72, 179-185.
  • Kennedy, H.P., & Shannon, M.T. (2004). Keeping birth normal: research findings on midwifery care during childbirth [Electronic version]. Journal of Obstetric, Gynecologic and Neonatal Nursing, 33, 554-560.
  • King, J.F. (2005). A short history of evidence-based obstetric care [Electronic version]. Best Practice and Research Clinical Obstetrics and Gynaecology, 19(1), 3-14.
  • Kringeland, T., Daltveit, A.K. & Møller, A. (2010). What characterizes women who want to give birth as naturally as possible without painkillers or interventions? [Electronic version]. Sexual and Reproductive Healthcare, 1, 21-26.
  • Leslie, M.S., & Storton, S. (2007). The Coalition for Improving Maternity Services: Evidence basis for the ten steps of mother friendly care.  Step 1: Offers all birthing mothers unrestricted access to birth companions, labor support, professional midwifery care [Electronic version]. The Journal of Perinatal Education, 16(1), 10S-19S.
  • Leslie, M.S., Romano, A., & Woolley, D. (2007). The Coalition for Improving Maternity Services: Evidence basis for the ten steps of mother friendly care.  Step 7: Educates staff in nondrug methods of pain relief and does not promote use of analgesic, anesthetic drugs [Electronic version]. The Journal of Perinatal Education, 16(1), 65S-73S.
  • Lothian, J.A. (2006a). Birth plans: the good, the bad, and the future [Electronic version]. Journal of Obstetric, Gynecologic and Neonatal Nursing, 35, 295-303.
  • Lothian, J.A. (2006b). Saying “no” to induction [Electronic version]. The Journal of Perinatal Education, 15(2), 43-45.
  • Lothian, J.A. (2007). The Coalition for Improving Maternity Services: Evidence basis for the ten steps of mother friendly care.  Introduction [Electronic version]. The Journal of Perinatal Education, 16(1), 1S-4S.
  • Lothian, J.A. (2009). Healthy Birth Practices. 4: Avoid interventions that are not medically necessary. Geraadpleegd op 28 oktober 2011, op http://www.lamaze.org/ChildbirthEducators/ResourcesforEducators/CarePracticePapers/NoRoutineInterventions/tabid/483/Default.aspx
  • Maternity Care Working Party [MCWP]. (2007). Making normal birth a reality: consensus statement from the Maternity Care Working Party: our shared views about the need to recognize, facilitate and audit normal birth [Electronic version]. London: Maternity Care Working Party.
  • Mortier, A., Verstraelen, H., & Temmerman, M. (2006). Minder geïnduceerde bevallingen dankzij een informed consent: een interventiestudie in het UZ Gent [Electronic version]. Tijdschrift voor Vroedvrouwen,  12(1), 10-14.
  • National Institute for Health and Clinical Excellence [NICE]. (2004). Caesarean Section [Electronic version]. London: National Institute for Health and Clinical Excellence.
  • Nationale Raad voor de Vroedvrouwen [NRVR]. (2006). Beroepsprofiel van de Belgische vroedvrouw [Electronic version]. Nationale Raad voor de Vroedvrouwen.
  • Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie [NVA] & Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie [NVOG]. (2008). Richtlijn medicamenteuze pijnstilling tijdens de bevalling [Electronic version]. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie & Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie.
  • Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie [NVOG]. (2005). Vaginale kunstverlossing (vacuümextractie, forcipale extractie) [Electronic version]. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie.
  • Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie [NVOG]. (2011). Indicatiestelling sectio caesarea [Electronic version]. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie.
  • Nguyen, U.D.T., Rothman, K.J., Demissie, S., Jackson, D.J., Lang, J.M., & Ecker, J.L. (2010). Epidural analgesia and risks of cesarean and operative vaginal deliveries in nulliparous and multiparous women [Electronic version]. Maternal and Child Health Journal, 14(5), 705-712.
  • Oudshoorn, T. (2005). Continuïteit van zorg in ziekenhuis setting [Electronic version]. Tijdschrift voor Vroedvrouwen, 11(3), 149-152.
  • Oudshoorn, T. (2008). 10 top tips normaal bevallen… ‘happy birth’ [Electronic version]. Tijdschrift voor Vroedvrouwen, 14(5), 247-248.
  • Paquay, A. (2005). Epidurale verdoving en het tweede stadium van de arbeid: kunnen beweging en houdingsadviezen moeder en kind helpen? [Electronic version]. Tijdschrift voor Vroedvrouwen,  11(1), 13-17.
  • Pluymaekens, M. (2008). Noodzaak of gewoonte? Een literatuuronderzoek naar de effectiviteit van fundusdruk in de tweede fase van de arbeid [Electronic version]. Tijdschrift voor Vroedvrouwen, 14(3), 119-126.
  • Reime, B., Klein, M.C., Kelly, A., Duxbury, N., Saxell, L., Liston, R., et al. (2004). Do maternity care provider groups have different attitudes towards birth? [Electronic version]. International Journal of Obstetrics and Gynaecology, 111, 1388-1393.
  • Reyns, M. (2009). Mother Friendly Childbirth Initiative. Enkele krachtlijnen binnen de evidence (stap 1-2-3) [Electronic version]. Tijdschrift voor Vroedvrouwen,  15(6), 328-336.
  • Reyns, M., & Vervloet, V. (2009). Mother Friendly Childbirth Initiative. Enkele krachtlijnen binnen de evidence [Electronic version]. Tijdschrift voor Vroedvrouwen,  15(3), 160-161.
  • Riordan, J., Gross, A., Angeron, J., Krumwiede, B., & Melin, J. (2000). Effect of labor pain relief medication on neonatal suckling and breastfeeding duration [Electronic version]. Journal of Human Lactation, 16(1), 7-12.
  • Romano, A.M. & Lothian J.A. (2008). Promoting, protecting and supporting normal birth: a look at the evidence [Electronic version]. Journal of Obstetric, Gynecologic and Neonatal Nursing, 37, 94-105.
  • Sampselle, C.M., Miller, J.M., Luecha, Y., Fischer, K., & Rosten, L. (2004). Provider support of spontaneous pushing during the second stage of labor [Electronic version]. Journal of Obstetric, Gynecologic and Neonatal Nursing, 34, 695-702.
  • Simpson, K.R., & Thorman, K.E. (2005). Obstetric “conveniences” – elective induction of labor, cesarean birth on demand, and other potentially unnecessary interventions [Electronic version]. Journal of Perinatal and Neonatal Nursing, 19(2), 134-144.
  • Society of Obstetricians and Gynaecologists of Canada [SOGC] et al. (2008). Joint Policy Statement on Normal Childbirth [Electronic version]. Journal of Obstetrics and Gynaecology Canada, 30(12), 1163-1165.
  • Stichting Farmaceutische Kengetallen (2005). Pijnbestrijding met opioïden. Pharmaceutisch Weekblad, 140(12). Geraadpleegd op 27 oktober 2011, op http://www.sfk.nl/publicaties/farmacie_in_cijfers/2005/2005/2005-12.htm
  • Storton, S. (2007). The Coalition for Improving Maternity Services: Evidence basis for the ten steps of mother friendly care.  Step 4: Provides the birthing woman with freedom of movement to walk, move, assume positions of her choice [Electronic version]. The Journal of Perinatal Education, 16(1), 25S-27S.
  • Tracy, S.K., Sullivan, E., Wang, Y.A., Black, D., & Tracy, M. (2007). Birth outcomes associated with interventions in labour amongst low risk women: A population-based study [Electronic version]. Women and Birth, 20, 41-48.
  • Verheijen, E.C., Raven, J.H., & Hofmeyr, G.J. (2009). Fundal pressure during the second stage of labour [Electronic version]. Cochrane Database of Systematic Reviews, Issue 4. Art. No.: CD006067. DOI: 10.1002/14651858.CD006067.pub2.
  • Waldenström, U. (2007). Normal childbirth and evidence based practice [Electronic version]. Women and Birth, 20, 175-180.
  • Wilson, K.L. & Sirois, F.M. (2010). Birth attendant choice and satisfaction with antenatal care: the role of birth philosophy, relational style, and health self-efficacy [Electronic version]. Journal of Reproductive and Infant Psychology, 28(1), 69-83.
  • World Health Organization [WHO]. (1994). Safe motherhood. Care in normal birth: a practical guide [Electronic version]. Geneva: World Health Organization.
  • World Health Organization [WHO]. (2011). About WHO. Geraadpleegd op 9 oktober 2011, op http://www.who.int/about/en/
  • Zwelling, E. (2008). The emergence of high-tech birthing [Electronic version]. Journal of Obstetric, Gynaecologic and Neonatal Nursing, 37, 85-93.

 

Universiteit of Hogeschool
Vroedkunde
Publicatiejaar
2012
Promotor(en)
Mw. Deroo Francine, Mw. Van der Jeught Lisa
Share this on: